Subsidieregeling rijden op klimaatvriendelijke brandtsoffen 2015

Artikel 1, Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

1.       ASV: de Algemene Subsidieverordening Drenthe 2012;

2.       RDW: de Rijksdienst voor het Wegverkeer;

3.       klimaatvriendelijke brandstoffen: CNG/aardgas en groengas, LNG en bio-LNG/LBG en puur plantaardige olie (PPO);

4.       elektrisch oplaadpunt: parkeerplek met bijbehorende (openbare) voorziening waar een elektrische auto (categorie M1 en M2) kan worden opgeladen;

5.       standplaats: plaats waar het voertuig na en voor gebruik wordt geparkeerd of waar de elektrische laadpaal wordt geplaatst.

Artikel 2, Doel

1.       De subsidieregeling heeft als doel het stimuleren van het gebruik van klimaatvriendelijke brandstoffen en elektriciteit in het verkeer.

2.       Op subsidies verstrekt op grond van deze regeling is de ASV Drenthe van toepassing.

Artikel 3, Begunstigden subsidie

1.       Subsidie kan worden verstrekt aan een natuurlijke persoon woonachtig in Drenthe of aan een rechtspersoon, mits:

a.       de standplaats van het voertuig of de woonplaats van de feitelijke gebruiker van het voertuig aantoonbaar in Drenthe is gelegen;

b.       de laadpaal waarvoor subsidie wordt aangevraagd binnen Drenthe wordt gerealiseerd.

2.       Subsidie kan voorts worden verstrekt aan een leaseorganisatie, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a.       het te subsidiëren voertuig heeft zijn standplaats in Drenthe of

b.       de feitelijke gebruiker van het voertuig is in Drenthe woonachtig.

Artikel 4, Subsidiabele activiteit

1.       Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag een subsidie verstrekken voor:

a.       de aanschaf van een nieuw voertuig dat rijdt op klimaatvriendelijke brandstoffen, eventueel in combinatie met een uitbreiding van de actieradius door een uitbreiding met een extra tank;

b.       de aanschaf en import van een gebruikt CNG-voertuig, eventueel in combinatie met een uitbreiding van de actieradius door een uitbreiding met een extra tank;

c.       het ombouwen van een motor in een bestaand voertuig naar een motor, geschikt voor gebruik van klimaatvriendelijke brandstoffen, eventueel in combinatie met een uitbreiding van de actieradius door een uitbreiding met een extra tank;

d.       de aanschaf en plaatsing van een elektrisch oplaadpunt.

2.       De subsidie als bedoeld in het vorige lid, onder c, wordt slechts verstrekt op voorwaarde dat op de ombouw, indien en voor zover van toepassing, goedkeuring is of wordt verkregen van de RDW.

Artikel 5, Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen ten minste jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 6, Subsidieaanvraag en voorwaarden

1.       Een subsidieaanvraag kan worden ingediend door middel van het e-formulier op de provinciale website (www.provincie.Drenthe.nl) of door het formulier in te vullen en te printen en ondertekend te sturen naar Provincie Drenthe, t.a.v. Subsidieteam, postbus 122, 9400 AC Assen.

a.       Bij aanschaf van een nieuw voertuig geldt dat het voertuig binnen tien weken na subsidieverlening daadwerkelijk moet zijn aangeschaft en op naam gezet (dit laatste met uitzondering van landbouwvoertuigen).

b.       Bij import van een voertuig geldt dat het voertuig binnen tien weken na subsidieverlening moet zijn aangeschaft en in Nederland op naam moet zijn gezet.

c.       Bij lease moet het leasecontract binnen tien weken na subsidieverlening zijn aangegaan voor een periode van ten minste één jaar.

d.       Bij uitbreiding van de actieradius door plaatsing van een extra tank moet de tank binnen tien weken na subsidieverlening daadwerkelijk zijn geplaatst.

e.       De ombouw van een voertuig moet, inclusief de keuring door de RDW bij ombouw naar CNG of LNG, binnen tien weken na subsidieverlening zijn gerealiseerd.

2.       Voor een aanvraag voor subsidie ten behoeve van de plaatsing van een elektrische laadpaal gelden de volgende voorschriften:

a.       het oplaadpunt moet binnen tien weken na verlening van de subsidie worden aangelegd;

b.       voor oplaadpunten geldt tevens dat:

I.        het oplaadpunt toegankelijk moet zijn voor derden;

II.       het oplaadpunt, indien mogelijk, zichtbaar moet zijn vanaf de openbare weg of door middel van een bordje dat zichtbaar is vanaf de openbare weg wordt aangegeven;

III.      de te realiseren oplaadpunten en bijbehorende dienstverlening moeten voldoen aan de volgende specificaties:

• •

  laden volgens normering type 2, mode 3;

• •

  openbaar toegankelijk op openingstijden van de desbetreffende organisatie voor een periode van minimaal vier jaar na ingebruikname van het oplaadpunt of indien dit niet van toepassing is ten minste openbaar toegankelijk op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur;

• •

  de tijden van openbare beschikbaarheid van oplaadpunten dienen in ieder geval te worden vermeld op de website van de organisatie en op de website www.oplaadpunten.nl.

3.       Bij de aanvraag moeten de volgende bijlagen overgelegd worden:

a.       indien de aanvrager een onderneming is een ondertekende de-minimisverklaring;

b.       indien de aanvraag de ombouw van een voertuig betreft of de inbouw van een extra tank:

-         een speciaal voor de ombouw/inbouw van de tank van het desbetreffende voertuig opgestelde factuur van een erkend garage- of ombouwbedrijf;

-         bij ombouw naar LNG of CNG een keuringsbewijs van de RDW;

c.       bij aanschaf van een nieuw voertuig en/of plaatsing van een laadpaal: een specifiek voor het nieuw aan te schaffen voertuig of voor de te plaatsen laadpaal opgestelde factuur van een erkend garagebedrijf of erkend installatiebedrijf;

d.       bij import van een voertuig een factuur, het eerste tenaamstellingsbewijs van het land van herkomst en het Nederlandse tenaamstellingsbewijs.

Artikel 7, Verdeelsystematiek subsidies

1.       Gedeputeerde Staten beslissen op volgorde van binnenkomst. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt met betrekking tot de verdeling van het beschikbare subsidiegeld, zoals bedoeld in dit lid, de datum waarop de aanvraag compleet en beoordeelbaar is als datum van ontvangst.

2.       Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 8, Criteria en/of weigeringsgronden

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

1.       de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd meer dan drie maanden voor het indienen van de aanvraag hebben plaatsgevonden. Bepalend hiervoor is de datum op de aan te leveren factuur;

2.       de aanvrager, indien deze een onderneming is, niet voldoet aan de voorwaarden van de Verordening van de Europese Commissie betreffende de-minimissteun (Pb EU, L352/1);

3.       Gedeputeerde Staten van mening zijn dat de uit te voeren maatregelen niet in overeenstemming zijn met het doel van deze regeling;

4.       CNG-voertuigen die worden geïmporteerd ouder dan vijf jaar zijn, uitgaande van de datum van de eerste tenaamstelling in het land van herkomst;

5.       CNG-voertuigen die worden geïmporteerd, meer dan 150.000 km gereden hebben.

Artikel 9, Bepalingen omtrent de subsidieverstrekking

1.       Het subsidiebedrag wordt vastgesteld aan de hand van de indeling van de maatregel waarvoor subsidie wordt gevraagd in de onderstaande matrix. Indien een voertuig niet in te delen is in de matrix, wordt er geen subsidie verstrekt.

2.       Per aanvrager komen per kalenderjaar maximaal twintig voertuigen en/of laadpalen in aanmerking voor subsidie.

3.       In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan een leaseorganisatie voor verschillende begunstigden een aanvraag indienen. Per begunstigde komen per kalenderjaar maximaal twintig voertuigen in aanmerking voor subsidie.

De voertuigcategorie kunt u vinden op het kentekenbewijs van het voertuig. Voertuigcategorie M1 zijn personenauto's. M2 zijn de kleine en M3 de grote bussen voor personenvervoer. N1, N2 en N3 zijn voertuigen bestemd voor het vervoer van goederen waarbij N1 de voertuigen met een gewicht tot 3,5 ton zijn, N2 met een gewicht van 3,5 tot 12 ton en N3 voertuigen met een gewicht van meer dan 12 ton.

Artikel 10, Vaststelling van subsidies onder € 25.000,--

1.       Indien Gedeputeerde Staten kiezen voor toepassing van artikel 20, eerste lid, sub b, van de ASV, wordt de subsidie uiterlijk dertien weken nadat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld na indiening van de in de beschikking genoemde bewijsstukken.

2.       Indien bij de aanvraag direct alle vereiste stukken worden aangeleverd, wordt gekozen voor toepassing van artikel 20, eerste lid, sub a, van de ASV en wordt de subsidie tegelijkertijd met de verlening vastgesteld. Het subsidiebedrag wordt direct aan de aanvrager overgemaakt.

Artikel 11, Vaststelling van subsidies vanaf € 25.000,--

Bij subsidieaanvragen vanaf € 25.000,-- wordt de procedure overeenkomstig artikel 21 van de ASV gevolgd. Dit houdt in dat er eerst een subsidieverleningsbeschikking wordt afgegeven met aanvullende verplichtingen en dat na de realisatie van de prestaties een verzoek om vaststelling moet worden gedaan.

Artikel 12, Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na plaatsing in het Provinciaal Blad en vervangt het besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 26 november 2013, kenmerk 3.7/2013008635, tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit stimulering rijden op klimaatvriendelijke brandstoffen (Provinciaal Blad 55 van 2013).

Artikel 13, Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling rijden op klimaatvriendelijke brandstoffen 2015.