Regeling vervallen per 01-01-2025

Subsidieregeling energiebesparing Drents MKB

Geldend van 28-02-2023 t/m 20-04-2023

Intitulé

Subsidieregeling energiebesparing Drents MKB

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

gelet op de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2017 en de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUITEN:

de Subsidieregeling energiebesparing Drents MKB vast te stellen.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Assen, 31 januari 2023

Kenmerk 5.3/2023000135

Uitgegeven: 2 februari 2023

Subsidieregeling energiebesparing Drents MKB

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • -

    AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard. Algemene Groepsvrijstellingsverordening (PbEU L187/1);

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

  • -

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    De-minimisverklaring; een verklaring over alle andere steun die een onderneming gedurende de twee voorgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar onder de De-minimisverordening of andere De-minimisverordeningen heeft ontvangen;

  • -

    De-minimisverordening: VERORDENING (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;

  • -

    MKB: midden- en kleinbedrijf. Gelijkgesteld aan de kmo-definitie volgens de AGVV, bijlage I: ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen en/of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet wordt overschreden;

  • -

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

  • -

    zonnestroominstallatie: een energiesysteem bestaande uit PV-zonnepanelen en een omvormer met als doel fotovoltaïsche energie om te zetten in elektriciteit.

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel het ondersteunen van Drentse MKB-ondernemingen bij het treffen van energiebesparende maatregelen die bijdragen aan het verlagen van de energiekosten.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan MKB-ondernemers met een fysieke vestiging in de provincie Drenthe.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor investeringen in energiebesparende maatregelen, zoals opgenomen in bijlage I, die bijdragen aan het verlagen van de energiekosten.

Artikel 5 Aanvraagperiode

De aanvraag voor subsidie kan worden ingediend met ingang van 28 februari 2023 tot en met 31 december 2024.

Artikel 6 Aanvraag

Een aanvraag wordt ingediend bij het SNN via www.snn.nl en wordt voorzien van de volgende bijlagen:

  • a.

    een verklaring dat het project obstakelvrij is of obstakelvrij kan worden uitgevoerd (indien van toepassing);

  • b.

    een de-minimisverklaring;

  • c.

    een door de subsidieaanvrager getekende offerte waarop de te nemen maatregelen staan vermeld;

  • d.

    indien er subsidie wordt aangevraagd voor een kantoorgebouw met een vloeroppervlak groter dan 100 m2: het bij het gebouw behorende energielabel.

Artikel 7 Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in de Awb en de Asv, wordt de subsidie geweigerd indien:

  • a.

    het een subsidieaanvrager betreft met een elektriciteitsverbruik groter dan 50.000 kWh of een aardgasverbruik groter dan 25.000 kubieke meter;

  • b.

    het investeringen betreft in energiemaatregelen voor kantoorgebouwen met een vloeroppervlakte van meer dan 100 m2 en een energielabel dat lager is dan label A, B of C;

  • c.

    het investeringen in de aanschaf en plaatsing van windmolens betreft;

  • d.

    het investeringen betreft in de aanschaf en plaatsing van zonnestroominstallaties en/of zonneboilers;

  • e.

    de aanvrager voor een vestigingslocatie al eerder subsidie heeft ontvangen op grond van deze regeling.

Artikel 8 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt, in aanvulling op artikel 1.12 van de Asv, voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het betreft een maatregel genoemd in bijlage I;

  • b.

    het project moet obstakelvrij kunnen worden uitgevoerd;

  • c.

    de investering(en) in energiebesparende maatregelen die bijdragen aan het verlagen van de energiekosten van de Drentse MKB-onderneming moet(en) plaatsvinden in een fysieke vestiging in Drenthe.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

De volgende kosten die gemoeid zijn met de investering in energiebesparende maatregelen zoals bedoeld in artikel 3, komen voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de materiaalkosten

  • b.

    de loonkosten van externen

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    schade door het tijdelijk stilleggen van het bedrijf

  • b.

    de door de ondernemer zelf in te zetten uren

  • c.

    onderzoekskosten

  • d.

    leges

Artikel 11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten met een maximum te verstrekken bedrag van € 30.000,--.

Artikel 12 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Het voor subsidie beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking plaats op basis van registratie van binnenkomst in het webportal van het SNN. De registratie vindt plaats op dag, uur en minuut.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger wordt de volgende verplichting opgelegd:

het project is uiterlijk anderhalf jaar na verlening van de subsidie gerealiseerd en afgerond conform de subsidieaanvraag en de subsidievaststellingsbeschikking.

Artikel 14 Staatssteun

Subsidies in het kader van deze regeling worden alleen verstrekt met toepassing van de De-minimisverordening.

Artikel 15 Verlening en vaststelling

  • a.

    De subsidie wordt direct vastgesteld en in één keer uitbetaald.

  • b.

    In afwijking van artikel 3.6 van de Asv worden subsidies van € 25.000,-- of meer ook direct vastgesteld.

Artikel 16 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 17 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze regeling treedt in werking met ingang van 28 februari 2023 en vervalt met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 18 Overgangsrecht

Deze regeling blijft van toepassing op subsidies die verstrekt zijn op grond van deze regeling en op volledige aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2025.

Artikel 19 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling energiebesparing Drents MKB.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 7 sub d

De subsidieaanvrager heeft een energiebesparingsverplichting wanneer het energiegebruik van de fysieke vestigingslocatie in enig kalenderjaar groter is dan 50.000 kilowatt uur aan elektriciteit en groter is dan 25.000 kubieke meter aardgasequivalenten aan brandstoffen (zie verder Artikel 2.15, lid 7 van het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer). Om deze reden zijn deze locaties uitgezonderd van deze regeling.

Artikel 8 sub b

Een obstakelvrij project is een project dat zonder verdere belemmeringen kan worden gerealiseerd. Mogelijke belemmeringen zijn het (nog) niet voldoen aan wettelijke voorschriften, vergunningsbepalingen of algemene regels. Hierbij kan gedacht worden aan het beschikken over een bouwvergunning of een vergunning in het kader van de natuurwet (als er sprake is van het mogelijk aanwezig zijn van beschermde soorten zoals vleermuizen, mussen, gierzwaluwen etc.) of in voorkomende situaties de toestemming van de eigenaar van de betreffende locatie.

Bijlage I: Overzicht van energiemaatregelen die voor subsidie in aanmerking komen (artikel 8 van de Subsidieregeling energiebesparing Drents MKB).

1. ENERGIEMAATREGELEN GEBOUW

A. Schilisolatie

  • 1.

    Het isoleren van spouwmuren om warmte- en/of koudeverlies via de buitenmuur maximaal te beperken.

  • 2.

    Het plaatsen van een extra isolerende binnenwand.

  • 3.

    Het plaatsen van een extra isolerende gevelwand.

  • 4.

    Het aanbrengen van dakisolatie.

  • 5.

    Het toepassen van snelsluitende en/of automatische bedrijfsdeuren en/of loopdeuren om het warmte- en/of koudeverlies via openstaande deuren in gevels te beperken.

  • 6.

    Het toepassen van geïsoleerde transportdeuren, luchtkussens of tochtslabben om het warmte- en/of koudeverlies via transportdeuren voor laden en lossen te beperken.

  • 7.

    Het plaatsen van HR+++ glas.

B. Ventilatie

  • 1.

    Het toepassen van een tijdschakelaar met weekschakelingen om het aanstaan van de ventilatie waar mogelijk te beperken.

  • 2.

    Het toepassen van een aanwezigheidsschakelaar om het aanstaan van de ventilatie voor kleine weinig gebruikte ruimten waar mogelijk te beperken.

  • 3.

    Het aanbrengen van isolatie rondom de ventilatiekanalen met als doel het warmteverlies van de ventilatiekanalen te beperken in ruimten waar geen warmteafgifte nodig is.

  • 4.

    Het toepassen van een energiezuinige ventilator uit de rendementsklasse IE3 of beter

  • 5.

    De ventilator voorzien van een toerenregeling.

  • 6.

    De ventilator voorzien van een tijdschakeling, zodat de ventilator buiten bedrijfstijd niet aan staat.

  • 7.

    Het plaatsen van een frequentie-gestuurde afzuigventilator, waarbij het benodigde debiet bepalend is.

  • 8.

    Het toepassen van een cascaderegeling om de vollasturen van de ventilatoren te beperken door het afschakelen van de ventilatoren bij een lager ventilatiedebiet.

  • 9.

    Het toepassen van een warmteterugwinningsinstallatie om de uitgaande ventilatielucht te gebruiken voor het voorverwarmen van de ingaande ventilatielucht.

C. Verwarming

  • 1.

    Het plaatsen van thermostatische radiatorkranen, klokthermostaten en overwerktimers om de temperatuur per ruimte te kunnen na-regelen.

  • 2.

    Het waterzijdig inregelen van de verwarmingsinstallatie

  • 3.

    Het toepassen van een tijdschakelaar op de verwarmingsinstallatie om het aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd te voorkomen.

  • 4.

    Het toepassen van regelapparatuur om automatisch weersafhankelijk de aanvoertemperatuur van het cv-water te regelen op basis van de buitentemperatuur.

  • 5.

    Het toepassen van lokale werkplekverwarming ter vervanging van ruimteverwarming

  • 6.

    Het toepassen van halveringsschakelaars op infraroodlampen en panelen.

  • 7.

    Het plaatsen van ondersteuningsventilatoren om de warmte in een hoge hal actief te verdelen.

  • 8.

    Het voorzien van de CV pomp van een frequentieregeling, zodat het debiet van de CV pomp automatisch wordt geregeld op basis van warmtebehoefte.

  • 9.

    Het aanbrengen van isolatie rond (warmtapwater) leidingen en appendages om het warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages te beperken.

D. Stookinstallatie

  • 1.

    Het vervangen van een conventioneel rendementsketel (CR) door een hoogrendementsketel HR107.

  • 2.

    Het toepassen van optimaliserende regelapparatuur om de opstarttijd van de cv-installatie te regelen op basis van buitentemperatuur en interne warmtelast.

  • 3.

    Het vervangen van een CR of een HR107 ketel door een (hybride) lucht- water warmtepomp of een lucht-lucht warmtepomp.

E. Ruimte- en buitenverlichting

  • 1.

    Het toepassen van ledlampen om het geïnstalleerd vermogen van de verlichting te beperken.

  • 2.

    Het toepassen van ledlampen toepassen om het geïnstalleerd vermogen van de reclameverlichting en vluchtwegaanduiding te beperken.

  • 3.

    Het toepassen van een schemerschakelaar of tijdschakelaar om onnodig branden van verlichting te voorkomen.

  • 4.

    Het toepassen van automatische daglichtafhankelijke schakelingen bij daglichttoetreding door ramen en daklichten, zodat de binnenverlichting wordt beperkt.

  • 5.

    Het toepassen van meerdere schakelgroepen om het aanstaan van de basisbinnenverlichting te beperken.

E. Energieregistratie- en bewakingssysteem

  • 1.

    Het toepassen van een slimme meter toepassen met een energieverbruiksmanager voor elektriciteit, aardgas en/of warmte.

  • 2.

    Het toepassen van een automatisch energieregistratie- en/of bewakingssysteem (EBS) met een rapportagefunctie voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar

  • 3.

    Het combineren van een EBS combineren met een gebouwbeheersysteem (GBS).

2. ENERGIEMAATREGELEN FACILITEITEN

F. Koelinstallatie

  • 1.

    Het toepassen van maatregelen om de restwarmte afkomstig van de condensors van de koelinstallatie nuttig gebruiken voor verwarmingsdoeleinden.

  • 2.

    Het toepassen van maatregelen om energiezuinig te koelen door de aanzuiging van koellucht te scheiden van de afgegeven warme lucht vanuit koelinstallaties.

G. Koelcellen

  • 1.

    Het aanbrengen van bewegingsschakelaars in koelcellen om de verlichting in koelcellen in- en uit te schakelen.

  • 2.

    Het toepassen van regelapparatuur voor temperatuurvariatie in de dag- en nachtperiode om producten energiezuinig te bewaren.

  • 3.

    Het toepassen van regelapparatuur voor ventilatieontdooiing toepassen om ijsvorming te beperken op de verdampers van koelinstallaties.

  • 4.

    Het toepassen van ledlampen in koelcellen.

  • 5.

    Het toepassen van automatische ontdooiing van de verdamper(s) toepassen om ijsvorming op de verdamper(s) te beperken.

  • 6.

    Het toepassen van deurschakeling die de verdampingsventilatoren onderbreken om het binnentreden van warme en/of vochtige lucht in de koelcel te beperken.

  • 7.

    Het toepassen van luchtsluizen om koude-verlies te beperken

H. Elektromotoren

  • 1.

    Het toepassen van een zuinige elektromotor uit de categorie IE3 of IE4

  • 2.

    Het voorzien van de elektromotor van een frequentieregeling om de vollast uren te beperken.

I. Pompen

Het toepassen van een pomp met frequentie en/of toerenregeling om het vermogen vraaggestuurd te regelen en daarmee het energieverbruik te beperken.

J. Vacuümsystemen

Het toepassen van frequentieregelaars op vacuümpompen om het op vollast aanstaan van vacuümpompen te beperken.

K. Perslucht

  • 1.

    Het toepassen van een luchtkanaal of andere voorziening om de warmte van luchtgekoelde compressoren nuttig te gebruiken voor ruimteverwarming.

  • 2.

    Het toepassen van een luchtkanaal voor het aanzuigen van koude buitenlucht of van binnenlucht uit een onverwarmde ruimte

  • 3.

    Het toepassen van een energiezuinige compressor uit de categorieën IE3 en IE4

  • 4.

    De bestaande compressor voorzien van een frequentieregeling.