Beleidsregel verdeling waarderingssubsidies per boekjaar voor natuur(werk)groepen

GEGEVENS DIE MET DE AANVRAAG MOETEN WORDEN INGEDIEND

De eisen waaraan een aanvraag moet voldoen staan in artikel 4:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 22 van de Algemene subsidieverordening Drenthe. Op grond van artikel 4:2, tweede lid, van de Awb dient de aanvraag tevens de volgende gegevens te bevatten.

1.   Een beschrijving van de activiteiten die de werkgroep in het volgende boekjaar wil gaan uitvoeren (in geval van jaarlijks terugkerende activiteiten volstaat een verwijzing naar het meest recente jaarverslag) en wie de doelgroepen zijn.

2.   De hoogte van het gewenste subsidiebedrag. Voorzover het een niet-preferente (werk)groep is, wordt aangegeven waarom een provinciale subsidie noodzakelijk is voor het uitvoeren van de activiteiten en wat de activiteiten bijdragen aan de realisering van provinciaal beleid .

3.   Een begroting van baten en lasten voor het boekjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd. Als de provinciale subsidie minder dan 50% van de totale jaarlijkse baten bedraagt, volstaat een begroting voor de activiteiten die met de provin-ciale subsidie zullen worden uitgevoerd en eventuele bijdragen van derden aan deze activiteit(en). Voorzover de bijdragen van derden nog niet zijn gegarandeerd, moet de stand van zaken met betrekking tot deze bijdragen worden vermeld.

4.   Een financieel en inhoudelijk jaarverslag van het voorgaande boekjaar. Als jaarverslag voldoen in principe een door het bestuur gewaarmerkte balans van baten en lasten en de inhoudelijke verslaglegging zoals deze aan de leden of donateurs wordt aangeboden. Als in het voorgaande boekjaar ook subsidie is ontvangen, is voor 1 mei een financieel en inhoudelijk jaarverslag reeds ingediend.

5.   Als in de afgelopen vijf jaar geen provinciale subsidie is ontvangen of wanneer de statuten of reglementen van de rechtspersoon zijn gewijzigd, moet een kopie daarvan worden bijgevoegd.

CRITERIA VOOR TOEKENNING WAARDERINGSSUBSIDIES PER BOEKJAAR

Voor een waarderingssubsidie per boekjaar komen in eerste instantie in aanmerking de als preferent aangemerkte natuur(werk)groepen, zoals opgenomen in de provinciale Aandachtspunten natuur en milieu 2005-2008. Als na toekenning van de subsidies aan deze preferente werkgroepen het subsidieplafond nog niet bereikt is (subsidieplafond wordt gepubliceerd na vaststelling van de provinciale Begroting 2006), kunnen aanvragen van overige groepen (nieuwe aanvragers) die voor 1 september zijn ingediend in aanmerking komen voor een bijdrage, voorzover zij bijdragen aan het provinciale beleid, zulks ter beoordeling van gedeputeerde staten.

In principe dragen de activiteiten van alle natuur(werk)groepen (zowel preferente als niet-preferente) bij aan een of meer van onderstaande doelstellingen:

-     stimuleren van vrijwilligerswerk in natuurbeheer, monitoring, kartering of voorlichting;

-     verbeteren van biotoop en leefomgeving voor specifieke (beschermde) soorten;

-     bijdragen aan draagvlak voor natuur(ontwikkeling) en behoud van biodiversiteit;

-     beschikbaar stellen van gegevens over een of meer specifieke soorten in flora en fauna en de ontwikkeling ervan in de loop van de tijd.

In geval van nieuwe aanvragen en/of activiteiten wordt voorrang gegeven aan (werk)groepen die:

-     voor de provincie relevante gegevens leveren die het volgen van de effecten van provinciaal beleid beter mogelijk maken;

-     bijdragen aan draagvlak voor natuur bij (groepen) burgers die tot nu toe niet of nauwelijks betrokken zijn bij natuurbeleid/natuurontwikkeling, maar wel een belangrijke rol vervullen in de bescherming of het voortbestaan van specifieke, voor Drenthe belangrijke dier- of plantensoorten;

-     werkzaam zijn in de hele provincie ofwel in dat deel van de provincie waar de desbetreffende dier- of plantensoort voorkomt of kan voorkomen.

HOOFDREGEL: MINIMAAL € 1.000,-- PER AANVRAAG

In de Algemene subsidieverordening Drenthe, artikel 7, vierde lid, is bepaald dat er geen subsidie wordt verstrekt indien de te verstrekken subsidie minder zou bedragen dan € 1.000,--. Dit betekent dat werkgroepen die voorheen een subsidie van minder dan € 1.000,-- ontvingen, hun activiteiten moeten uitbreiden of met een of meer andere werkgroepen een gezamenlijke aanvraag indienen, waarbij één van hen als subsidieontvanger wordt aangemerkt.