Regeling vervallen per 01-10-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ede houdende regels omtrent de rekenkamercommissie Verordening op de Rekenkamercommissie

Geldend van 18-12-2018 t/m 07-03-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ede houdende regels omtrent de rekenkamercommissie Verordening op de Rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Ede ;

kennisgenomen hebbende van de bespreking in het Presidium van 27 mei 2013;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Artikel 1 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit vijf leden, niet zijnde raadsleden.

  • 2. De leden worden door de gemeenteraad benoemd.

  • 3. Aanstelling en ontslag van de leden van de commissie geschiedt op voordracht van de commissie.

  • 4. De benoeming vervalt voorts:

    • a.

      door een desbetreffend, met redenen omkleed besluit van de gemeenteraad;

    • b.

      door ontslagname.

  • 5. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter aan. De plaatsvervangende voorzitter neemt bij afwezigheid van de voorzitter zijn taak waar. Waar in deze verordening wordt gesproken van voorzitter dient daarvoor tevens gelezen te worden plaatsvervangend voorzitter.

  • 6. Inzake onverenigbaarheid van functies met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie wordt verwezen naar de artikelen 81o en 81f van de Gemeentewet. Bovendien zijn niet benoembaar tot lid van de rekenkamercommissie personen die in dienst zijn van een instelling zoals hieronder beschreven:

    • -

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • -

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • -

      andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middels een subsidie, een lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 7. De commissie kan externe deskundigen benoemen tot tijdelijk adviseur van de commissie. De adviseur heeft geen stemrecht.

Artikel 2 Zittingsduur

  • 1. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. De leden kunnen één keer worden herbenoemd voor een periode van vier jaar.

Artikel 3 Vergoeding

  • 1. De leden ontvangen een vaste maandelijkse vergoeding van €300,- per maand.

  • 2. De voorzitter ontvangt een vaste vergoeding van €450,- per maand.

  • 3. De in dit artikel genoemde bedragen worden jaarlijks met ingang van 1 januari bij besluit van de Commissie Financiële Controle gewijzigd voor zover de consumentenprijsindex overheid daartoe aanleiding geeft.

Artikel 4 Taak

  • 1. De commissie heeft tot taak, ten behoeve van een beoordeling door de gemeenteraad van het door of namens het gemeentebestuur gevoerde bestuur, en dit in de breedste zin van het woord, de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van dat bestuur te onderzoeken.

  • 2. Het werkterrein van de commissie strekt zich uit over alle organen, sectoren, diensten en gesubsidieerde instellingen.

  • 3. De voorzitter ziet er op toe, dat de bemoeiingen van de commissie beperkt blijven tot het werkterrein van de commissie.

Artikel 5 Onderzoeksonderwerpen

  • 1. De commissie stelt jaarlijks autonoom een onderzoeksplan vast en brengt dit ter kennis van de gemeenteraad.

  • 2. De gemeenteraad kan voorstellen voor het uitvoeren van onderzoek aandragen. Beoordeling van de aangedragen onderwerpen geschiedt door de commissie. De keuze van de onderwerpen wordt gemotiveerd ter kennisname aan de raad aangeboden.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. De secretaris van de commissie is een ambtenaar die door de gemeenteraad, gehoord de commissie, wordt benoemd.

  • 2. De secretaris behoort tot de griffie.

  • 3. De secretaris is adviseur van de commissie.

  • 4. Bij de uitoefening van zijn functie richt de secretaris zich naar de instructies van de commissie.

  • 5. Interne werkdocumenten van de commissie mogen door de secretaris slechts met toestemming van de commissie, of van haar voorzitter, aan niet-commissieleden verstrekt worden.

Artikel 7 Informatieverstrekking

  • 1. De commissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken, voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de commissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders verstrekt desgevraagd aan de commissie de controleprogramma’s van hen die met controles belast zijn en licht haar volledig in over de resultaten daarvan door overlegging van rapporten, of op andere door de commissie aan te geven wijze.

  • 4. De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet verstrekt desgevraagd aan de commissie controleprogramma’s en licht haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten, of op andere door de commissie aan te geven wijze.

  • 5. De commissie is bevoegd collegeleden, raadsleden, ambtenaren, externe deskundigen en bestuurders en medewerkers van door de gemeente gesubsidieerde instellingen uit te nodigen tot het verstrekken van inlichtingen, of het bijwonen van een vergadering.

  • 6. Bij de uitvoering van haar onderzoek draagt de commissie zorg voor de toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor ten aanzien van het college van burgemeester en wethouders, organisatieonderdelen, instellingen en de daarbij werkzame personen die onderwerp van onderzoek zijn.

  • 7. De commissie is bevoegd, binnen het beschikbare budget als bedoeld in artikel 11, onderzoek door externen te laten uitvoeren of een advies van externe deskundigen in te winnen.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht, of ten minste twee leden hem dit schriftelijk en met opgaaf van redenen verzoeken.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag en uur van de vergadering. De secretaris draagt zorgt voor tijdige, zo mogelijk schriftelijke, oproeping van de leden.

  • 3. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 4. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 5. De commissie kan niet beraadslagen of besluiten, indien niet meer dan twee van haar leden, de voorzitter inbegrepen, aanwezig zijn.

  • 6. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter met een tussentijd van ten minste 48 uur een nieuwe vergadering beleggen, waarin de aanwezige leden beraadslagen of besluiten over de aanhangige onderwerpen, tenzij hiertegen door de meerderheid van het aantal leden van de commissie schriftelijk bezwaar is gemaakt.

Artikel 9 Besluitvorming

  • 1. De besluiten van de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2. Bij staking van de stemmen beslist de voorzitter.

  • 3. De vaststelling van openbare verslagen, geschiedt eerst dan, indien de meerderheid van de leden, hetzij ter vergadering, hetzij schriftelijk, haar mening omtrent het desbetreffende ontwerpverslag kenbaar heeft gemaakt.

  • 4. Indien één of meer leden dit nodig oordelen kan aan een verslag een minderheidsnota worden toegevoegd.

Artikel 10 Rapportage

  • 1. De commissie brengt over de in artikel 2 lid 1 genoemde taak rechtstreeks schriftelijk verslag uit aan de gemeenteraad in een onderzoeksrapport. Dit rapport bevat een weergave van de onderzoeksbevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

  • 2. De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om hun reactie te geven op de juistheid en volledigheid van het conceptrapport. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering voorwerp van onderzoek is geweest.

  • 3. De commissie stelt het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid een reactie te geven op de conclusies en aanbevelingen van het conceptrapport. Deze reactie wordt met een nawoord van de Rekenkamercommissie, opgenomen in het eindrapport zoals dat aan de gemeenteraad wordt aangeboden.

  • 4. Elk onderzoeksrapport van de commissie bevat een verantwoording aan de gemeenteraad over de wijze waarop de commissie onderzoek heeft verricht en waarop zij van haar bevoegdheden gebruik heeft gemaakt.

  • 5. De commissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

  • 6. De van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 11 Budget

  • 1. Ten behoeve van het uitvoeren van haar taken voorziet de gemeenteraad de rekenkamercommissie van het benodigde budget.

  • 2. Ten laste van dit budget worden de kosten gebracht van:

    • -

      de vergoeding aan de leden;

    • -

      de ambtelijk secretaris;

    • -

      de externe deskundigen

    • -

      de overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taken.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen het beschikbaar gestelde budget zelfstandig uitgaven te doen.

  • 4. In afwijking van het vorig lid is de bekostiging en aanstelling van de ambtelijk secretaris en het vaststellen van de hoogte van de vergoeding voor de leden voorbehouden aan de gemeenteraad.

  • 5. De rekenkamercommissie legt in haar jaarverslag aan de gemeenteraad verantwoording af over de besteding van het budget.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. Bij twijfel omtrent de betekenis of toepassing van de in deze verordening ten aanzien van de werkwijze van de commissie opgenomen bepalingen en in gevallen dienaangaande, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamercommissie”.

Artikel 13

Deze gewijzigde verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 27 maart 2003, nr. V.R. 2003/20.
Gewijzigd vastgesteld bij raadsbesluit van 8 juni 2006, nr. V.R. 2006/38.
Bekendgemaakt d.d. 21 juni 2006.
Gewijzigd vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 2007, nr. VR 2007/43.
Bekendgemaakt d.d. 11 juli 2007.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 12 februari 2010, nr. V.R. 2009/97.
Bekendgemaakt d.d. 24 februari 2010.
Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 11 juli 2013, nr. V.R. 2013/52.
Bekendgemaakt d.d. 31 juli 2013.