Regeling vervallen per 01-01-2021

Nadere regel Beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016

Geldend van 13-10-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Nadere regel Beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede; gelezen het voorstel aan burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr. 37471; gelet op de artikelen 3, eerste lid, 10, eerste lid, 11, tweede lid, 13 en 19, derde lid, van de Beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016; en overwegende dat er noodzaak is tot aanvulling en verduidelijking van de bestaande nadere regels, onder andere vanwege de toevoeging van de producten ‘natuurlijk begraven’ en ‘natuurbegraven’ op de begraafplaats Ede.

Besluit vast te stellen de Nadere regel Beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 Begrippen

In de ze regel wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen, particulier graf, algemeen graf, asbus, urn, particulier urnengraf of particuliere urnennis, grafbedekking, beheerder, rechthebbende en gebruiker: hetgeen de Beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016 hieronder verstaat;

  • b.

    urnenruimte: een particulier urnengraf of een particuliere urnennis, waarin de urn en/of asbus kan worden geplaatst;

  • c.

    grafteken: gedenkteken op graven en urnenruimten, bestaande uit een of meer duurzame materiaalsoorten, uitgezonderd onderdeel g. en h.

  • d.

    monument: grafteken, waarvoor door burgemeester en wethouders ontheffing is verleend van de maximum hoogte, of dat door de vormgeving – dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders – niet meer kan worden beschouwd als een liggend of staand grafteken of urnenruimte;

  • e.

    foetus: de menselijke vrucht die na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken of levenloos ter wereld komt, of die binnen 24 uur na de geboorte overlijdt. Wanneer diezelfde menselijke vrucht meer dan 24 uur heeft geleefd is geen sprake meer van een foetus.

  • f.

    foetusveld: een daarvoor bestemd deel van de begraafplaats waar de gelegenheid wordt geboden tot het (doen) begraven van foetussen.

  • g.

    natuurbegraven: onder ‘natuur’ begraven wordt verstaan het begraven van lijken in een bestaand of te ontwikkelen natuurgebied, in een bepaalde zeer lage dichtheid, met eventueel een bescheiden bovengronds zichtbaar herdenkingsteken van hout, dat door de gemeente Ede wordt verstrekt. Alles in en op de grond moet volledig afbreekbaar zijn. Dit geldt dus ook voor urnen en/of asbussen. Na de begrafenis neemt de natuur haar plek weer in. De laatste rustplaats wordt zo vanzelf weer onderdeel van de natuur.

  • h.

    natuurlijk begraven: onder ‘natuurlijk’ begraven wordt verstaan het begraven van lijken in een bestaand of te ontwikkelen natuurgebied, in een bepaalde lage dichtheid, met eventueel een bescheiden bovengronds zichtbaar herdenkingsteken van hout, dat door de gemeente Ede wordt verstrekt. Het is een tussenvorm en vormt een overgang van ‘traditioneel’ begraven naar ‘natuur’ begraven. Toch dient ook bij ‘natuurlijk’ begraven alles in en op de grond volledig afbreekbaar te zijn, inclusief urnen en/of asbussen.

Hoofdstuk 2: Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen

De begraafplaatsen zijn dagelijks tussen zonsopgang en zonsondergang toegankelijk voor bezoekers.

Artikel 3 Tijden van begraven en as bezorging

De begin- en eindtijden van begravingen en bijzettingen van urnen en/of asbussen zijn:

op werkdagen

begintijd

eindtijd

08.30

09.45

10.00

11.15

11.30

12.45

13.00

14.15

14.30

15.45

op zaterdag

10.00

11.15

11.30

12.45

13.00

14.15

Hoofdstuk 3 Indeling, afmeting, situering en uitgifteduur begraafplaatsen

Artikel 4 Indeling en uitgifteduur

  • 1. De begraafplaatsen worden ingedeeld in vakken voor particuliere graven, particuliere urnenruimten en algemene graven. Daarnaast is er een apart foetusveld. De particuliere en de algemene graven worden onderverdeeld in graven voor volwassenen (overledenen van 12 jaar en ouder) en kindergraven (voor overledenen beneden 12 jaar).

    Bij de particuliere graven voor volwassenen worden vakken onderscheiden die uitsluitend zijn bestemd voor het aanbrengen van grafkelders. In deze grafkelders mogen uiteraard ook overledenen beneden 12 jaar worden begraven, zij het tegen het volwassenentarief.

  • 2. Particuliere graven en urnenruimten in de indeling ‘traditioneel’ begraven kunnen worden uitgegeven voor perioden van 10, 20 of 30 jaar.

  • 3. Particuliere graven en urnengraven in de indeling ‘natuurlijk’ begraven worden uitgegeven voor een periode van 50 jaar.

  • 4. Particuliere graven en urnengraven in de indeling ‘natuur’ begraven worden uitgegeven voor onbepaalde tijd.

  • 5. Burgemeester en wethouders stellen bij besluit de indeling bedoeld in het eerste lid vast en regelen daarbij de volgorde van uitgifte van graven.

  • 6. Het in het vijfde lid bedoelde besluit wijzigt met enige regelmaat en ligt daarom alleen ter inzage bij de begraafplaatsadministratie.

Artikel 5 Afmetingen graven bij ‘natuurlijk’ en ‘natuur’ begraven

  • 1. In afwijking op de reguliere afmetingen van een ‘traditioneel’ graf heeft een ‘natuurlijk’ graf voor overledenen van 12 jaar en ouder een afmeting van 10 m2. Hierin mogen ten hoogste 2 lijken naast elkaar worden begraven of 1 lijk en 1 urn/asbus. Daarnaast mag nog maximaal 1 lijk of 1 urn/asbus worden bijgeplaatst, totdat het maximum van 3 overledenen wordt bereikt.

  • 2. In afwijking op de reguliere afmetingen van een ‘traditioneel’ graf heeft een ‘natuurlijk’ graf voor overledenen jonger dan 12 jaar een afmeting van 5 m2 . Hierin mogen ten hoogste 2 lijken naast elkaar worden begraven of 1 lijk en 1 urn/asbus. Daarnaast mag nog maximaal 1 lijk of 1 urn/asbus worden bijgeplaatst, totdat het maximum van 3 overledenen wordt bereikt.

  • 3. In afwijking op de reguliere afmetingen van een ‘traditioneel’ graf heeft een ‘natuurlijk’ urnengraf een afmeting van 5 m2 . Hierin mogen initieel ten hoogste 3 urnen/asbussen worden geplaatst, met de mogelijkheid om urnen/asbussen bij te plaatsen.

  • 4. In afwijking op de reguliere afmetingen van een ’traditioneel’ graf heeft een ‘natuur’ graf voor overledenen van 12 jaar en ouder een afmeting van 20 m2. Hierin mag ten hoogste 1 lijk worden begraven.

  • 5. In afwijking op de reguliere afmetingen van een ’traditioneel’ graf heeft een ‘natuur’ graf voor overledenen jonger dan 12 jaar een afmeting van 10 m2. Hierin mag ten hoogste 1 lijk worden begraven.

  • 6. In afwijking op de reguliere afmetingen van een ‘traditioneel’ graf heeft een ‘natuur’ urnengraf een afmeting van 2,5 m2 . Hierin mag ten hoogste 1 urn/asbus worden geplaatst.

Hoofdstuk 4: Grafbedekking

Artikel 6 Aanvragen vergunning

  • 1. Een vergunning voor het aanbrengen van een grafbedekking dient bij burgemeester en wethouders te worden aangevraagd via een digitaal formulier dat te vinden is op www.ede.nl .

  • 2. De aanvraag dient te zijn voorzien van een tekening, waarop staan vermeld:

    • a.

      de afmetingen en de materiaalkeuze van de grafbedekking;

    • b.

      de naam en het adres van de leverancier;

    • c.

      de naam en het adres van de rechthebbende/gebruiker.

  • 3. De vergunning wordt bij een particulier graf of urnenruimte gesteld op naam van de rechthebbende en bij een algemeen graf op naam van de gebruiker c.q. opdrachtgever. De vergunning wordt – na ondertekening namens de gemeente – afgegeven aan de aanvrager, nadat het verschuldigde recht is voldaan.

  • 4. Voor een ‘natuur’ graf en voor een ‘natuurlijk’ graf kan geen vergunning worden verstrekt voor het aanbrengen van een eigen grafbedekking. Buiten een schijf van onbehandeld hout, die – al dan niet met tekst - door de gemeente wordt verstrekt, is geen verdere grafbedekking toegestaan. Ook geen bomen of struiken, behalve die door de beheerder worden geplant.

Artikel 7 Particulier graf voor volwassenen

  • 1. Op een ‘traditioneel’ particulier graf voor volwassenen kan worden aangebracht:

    • a.

      een staand grafteken in combinatie met een grafrand en/of andere bedekking: breedte maximaal 1,00 m, lengte grafrand maximaal 2,00 m; hoogte staand teken maximaal 1,00 m boven maaiveld; hoogte grafrand minimaal 0,05 m boven maaiveld; of

    • b.

      een liggend grafteken: breedte maximaal 1,00 m, lengte maximaal 2,00 m; hoogte van 0,15 tot 0,25 m boven maaiveld.

    • c.

      Bij ‘oude’ graven kunnen slechts graftekens en een grafrand met een lengte van maximaal 1,75 m, 1,90 m of worden aangebracht, al naar gelang de lengte van het feitelijke graf of de ligging op de begraafplaats.

  • 2. Voor graftekens die hoger of anderszins afwijkend zijn, monumenten genoemd, wordt verwezen naar het gestelde in artikel 17, eerste lid.

  • 3. Op een particulier ‘natuurlijk’ graf voor volwassenen kan worden aangebracht:  

    een schijf van onbehandeld hout – al dan niet met letters - ter dikte van maximaal 0,15 m met een doorsnede van maximaal 0,60 m, die liggend op het maaiveld wordt geplaatst.

  • 4. Op een particulier ‘natuur’ graf voor volwassenen kan worden aangebracht:

    een schijf van onbehandeld hout – al dan niet met letters - ter dikte van maximaal 0,15 m met een doorsnede van maximaal 0,60 m, die liggend op het maaiveld wordt geplaatst.

  • 5. Het gestelde in lid 3 en lid 4 geldt ook voor ‘natuur’ graven en ‘natuurlijke’ graven waarin (alleen) een urn en/of een asbus is of wordt geplaatst.

Artikel 8 Grafkelder

  • 1. Op een particulier graf voor volwassenen, uitsluitend bestemd voor het aanbrengen van grafkelders, kan worden aangebracht:

    • a.

      een staand grafteken in combinatie met een grafrand en/of andere bedekking: breedte maximaal

    • 1,40 m, lengte grafrand maximaal 2,50 m; hoogte staand teken maximaal 1,00 m boven maaiveld; hoogte grafrand minimaal 0,05 m boven maaiveld; of  

    • b.

      een liggend grafteken: breedte maximaal 1,40 m, lengte maximaal 2,50 m; hoogte van 0,15 tot 0,50 m boven maaiveld.

  • 2. Voor graftekens die hoger of anderszins afwijkend zijn, monumenten genoemd, wordt verwezen naar het gestelde in artikel 17, eerste lid.

Artikel 9 Particulier urnengraf

    • 1.

      Op een particulier ‘traditioneel’ urnengraf, met of zonder keldertje, kan worden aangebracht:

    • a.

      een urnenruimte in combinatie met een grondplaat van minimaal 0,05 m: diameter maximaal 0,60 m en hoogte maximaal 0,85 m; onderzijde grondplaat gelijk met maaiveld; of

    • b.

      een urnenruimte in combinatie met een grondplaat van minimaal 0,05 m: lengte en breedte maximaal 0,60 m en hoogte eveneens maximaal 0,60 m; onderzijde grondplaat gelijk met maaiveld; of

    • c.

      een liggend grafteken als bedekking van een urnengraf of urnenkelder: breedte en lengte 0,60 m; hoogte maximaal 0,60 m.

  • 2. Voor graftekens die hoger of anderszins afwijkend zijn, monumenten genoemd, wordt verwezen naar het gestelde in artikel 17, eerste lid.

Artikel 10 Particulier kindergraf (<12 jaar)

  • 1. Op een particulier kindergraf kan worden aangebracht:

    • a.

      een staand grafteken in combinatie met een grafrand en/of andere bedekking: breedte maximaal 0,70 m, lengte grafrand maximaal 1,20 m; hoogte staand teken maximaal 0,60 m; hoogte grafrand minimaal 0,05 m boven maaiveld; of

    • b.

      een liggend grafteken: breedte maximaal 0,70 m; lengte maximaal 1,20 m; hoogte van 0,15 tot 0,25 m boven maaiveld.

  • 2. Voor graftekens die hoger of anderszins afwijkend zijn, monumenten genoemd, wordt verwezen naar het gestelde in artikel 17, eerste lid.

Artikel 11 Algemeen graf

  • 1. Op een algemeen graf voor volwassenen kan worden aangebracht: een grafteken met steunblokje: breedte 0,50 m, lengte 0,40 m, dikte minimaal 0,05 en maximaal 0,10 m.

  • 2. Op een algemeen kindergraf kan worden aangebracht: een grafteken met steunblokje: breedte 0,30 m, lengte 0,25 m, dikte minimaal 0,05 en maximaal 0,10 m.

  • 3. Op een algemeen graf kan eenzelfde grafbedekking als op een particulier graf worden aangebracht, mits de overige belanghebbenden schriftelijk verklaren dat zij afzien van hun recht op grafbedekking.

Artikel 12 Grafnummer en coördinaten

  • 1. Een grafbedekking moet bij plaatsing zijn voorzien van het nummer van het desbetreffende graf of urnengraf door het graveren hiervan aan de linker voorzijde van de grafrand of van de grondplaat. De hoogte van het nummer is 0,03 m.

  • 2. Een ‘natuur’ graf en een ‘natuurlijk’ graf worden ingemeten. De coördinaten van het graf worden vastgelegd in een besluit van burgemeester en wethouders. De gemeente houdt ook een administratie hiervan aan.

  • 3. Op nieuw uit te geven graven en urnenruimten plaatst het personeel een bordje met de naamgegevens van de overledene. Dit bordje blijft gedurende maximaal 6 maanden na de datum van begraven bij het graf staan, waarna dit door het personeel wordt verwijderd.

  • 4. Bij ‘natuur’ graven en ‘natuurlijke’ graven worden geen bordjes geplaatst. Ook wordt op de houten schijf geen grafnummer ingegraveerd.

Artikel 13 Voorschriften voor plaatsing

  • 1. Het aanbrengen van grafbedekkingen mag slechts gebeuren op vertoon van de vergunning en - om verzakking te voorkomen - niet eerder dan 6 weken na de eerste begraving. Deze termijn geldt niet  voor grafbedekkingen op urnenruimten en grafkelders, voor ‘natuurlijke’- en ‘natuur’ graven en voor kleine graftekens op algemene graven.

  • 2. Bij het aanbrengen van grafbedekkingen en kelders dienen de door burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen te worden opgevolgd.

Artikel 14 Voorschriften voor funderingen

  • 1. Het aanbrengen van een grafteken dient te gebeuren op een betonplaat c.q. betonvoet. De maximale hoogte van de bovenzijde van deze fundering is gelijk aan het maaiveld. Een fundering is niet verplicht voor kleine graftekens op urnenruimten en algemene graven. Op het gedeelte voor ’natuurlijk’- en ‘natuur’ graven mogen geen funderingen worden aangebracht.

  • 2. Het opslaan of mengen van bouwstoffen mag slechts gebeuren op door burgemeester en wethouders aan te wijzen plaatsen.

Artikel 15 Voorschriften voor constructie graf- en urnenkelders

  • 1. De bodem van grafkelders dient te zijn voorzien van openingen.

  • 2. De afdekplaat van graf- en urnenkelders moet met de bovenkant gelijk aan het maaiveld worden gelegd.

Artikel 16 Voorschriften voor uitvoering

  • 1. Het aanbrengen en verwijderen van grafbedekkingen is uitsluitend toegestaan op maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.00 uur, maar niet op erkende feestdagen.

  • 2. Van het voornemen van de in het eerste lid genoemde werkzaamheden dient de beheerder minimaal 24 uur van tevoren in kennis te worden gesteld.

  • 3. Tijdens opgravingen, ruimingen en begrafenissen mogen geen werkzaamheden aan of op graven worden uitgevoerd, tenzij door burgemeester en wethouders hiervoor toestemming is verleend.

Artikel 17 Bijzondere bepalingen

  • 1. Voor een monument en voor een liggend of staand grafteken kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van de hiervoor aangegeven maximummaten. Hiervoor wordt een toeslag in rekening gebracht.

  • 2. Grafbedekkingen die op grond van een eerder verleende vergunning zijn of worden aangebracht, worden geacht in overeenstemming te zijn met deze Nadere Regel.

  • 3. In gevallen waarin deze Nadere Regel niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 18 Foetusveld

  • 1. Gelegenheid tot het begraven van een foetus wordt uitsluitend verleend aan ouders.

  • 2. Tot begraving van een foetus wordt niet overgegaan dan nadat aan burgemeester en wethouders een verklaring van een arts is overgelegd waaruit blijkt dat de begraving een foetus betreft. Een verlof tot begraving of crematie is dan niet nodig.

  • 3. Bij begraving op het foetusveld mag voor het omhulsel uitsluitend gebruik gemaakt worden van natuurlijke, afbreekbare materialen.

  • 4. De begraafplaatsadministratie bepaalt in overleg met de ouders de tijd en de procedure van de begraving.

  • 5. Bij het foetusveld wordt een centrale gedenkplaats aangewezen. Op de centrale gedenkplaats mogen tijdelijk bloemen e.d. worden gelegd. De beheerder verwijdert al hetgeen is neergelegd na 4 weken of eerder indien dat voor het aanzien van de begraafplaats wenselijk is.

  • 6. Met uitzondering van de daarvoor aangewezen centrale gedenkplaats mogen op (de begraafplekken op) het foetusveld geen gedenktekens/objecten (naambordje, grafsteen, krans, linten, bloemen, lantarentjes e.d.) worden aangebracht.

  • 7. Gedenktekens/objecten die geplaatst zijn elders dan op de daarvoor aangewezen centrale gedenkplek worden door de beheerder direct verwijderd, zonder dat enige aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 8. Er geldt voor een begraafplek op het foetusveld géén minimale instandhoudingstermijn (grafrusttermijn). Opheffing van een begraafplek vindt plaats naar het oordeel van burgemeester en wethouders.

  • 9. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het in dit artikel bepaalde indien daarvoor gegronde redenen zijn en de afwijking niet leidt tot aantasting van het aanzien van de begraafplaats en/of het foetusveld en de afwijking niet hinderlijk is voor het beheer.

  • 10. Op verzoek van de in lid 1 genoemde personen kan een foetus ook worden begraven in een:

    a. traditioneel graf, urnenruimte of grafkelder; of

    b. in een ‘natuur’ graf of een ‘natuurlijk’ graf.

    De foetus wordt dan behandeld als een kind van jonger dan 12 jaar, of – in het geval van een  grafkelder – als een volwassene.

Artikel 19 Gedenktekens bij ‘natuur’ graf of ‘natuurlijk’ graf

  • 1. Met uitzondering van een daarvoor eventueel aangewezen centrale gedenkplaats en behoudens de houten schijf, mogen op de begraafplekken en elders geen gedenktekens (naambordjes, grafsteen, krans, linten, bloemen, lantarentjes e.d.) worden aangebracht. Deze zullen direct verwijderd worden door de beheerder en al dan niet tijdelijk worden opgeslagen.

  • 2. De tijdens de plechtigheid meegebrachte gedenkwaardigheden (bloemen, herinneringsvoorwerpen e.d.) mogen maximaal 4 weken op of bij het graf liggen. Na deze termijn zullen deze verwijderd, opgeslagen of vernietigd worden door de beheerder, of eerder indien dat voor het aanzien van de begraafplaats wenselijk is.

Hoofdstuk 5:  Slotbepaling

Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze Nadere regel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2. De Nadere Regels (2014) ter uitvoering van de Beheersverordening Begraafplaatsen Ede worden ingetrokken.

  • 3. Deze Nadere regel wordt aangehaald als: Nadere regel Beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2016, zaaknummer 55994
S. Visser , secretaris
C. van der Knaap, de burgemeester