Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ede houdende regels omtrent de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2020 (Verordening graf- en begraafrechten Ede 2020)

Geldend van 19-05-2020 t/m 27-11-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ede houdende regels omtrent de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2020 (Verordening graf- en begraafrechten Ede 2020)

De raad van de gemeente Ede:

gelezen het voorstel "Gemeentelijke Belastingverordeningen 2020" van burgemeester en wethouders d.d. 15-10-2019, met zaaknummer 112268;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen: de Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    begraafplaats, particulier graf, algemeen graf, asbus, urn, particulier urnengraf of particuliere urnennis, grafbedekking, beheerder, rechthebbende en gebruiker:

hetgeen de Beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016 hieronder verstaat;

  • -

    particuliere urnenruimte

een particulier urnengraf of een particuliere urnennis, waarin een urn en/of asbus kan worden geplaatst.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van:

  • a.

    degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of

  • b.

    degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt als bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag wordt vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 5.3.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten als bedoeld in artikel 5.3.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten als bedoeld in artikel 5.3.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,-.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

  • 1. Andere rechten dan die bedoeld in de onderdelen 5.3.1 en 5.3.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid zijn op verzoeken tot verlenging van een in 2020 aflopend grafrecht, ontvangen in de periode van 1 januari 2020 tot en met 29 februari 2020, de tarieven van toepassing zoals die golden op 31 december 2019.

Artikel 9 Tijdstip en termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten, behoudens het bepaalde in het tweede lid, worden voldaan op het tijdstip, waarop het gebruik een aanvang neemt of een dienst, als bedoeld in artikel 2, wordt verleend.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet het jaarlijks onderhoudsrecht bedoeld in artikel 5.3.1 en 5.3.2 van de tarieventabel, worden voldaan binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening graf- en begraafrechten 2018’ van 9 november 2017, bekendgemaakt op 23 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening graf- en begraafrechten Ede 2020'.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 14 november 2019, zaaknummer 112268,

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1 Tarieventabel bij de Verordening graf- en begraafrechten Ede 2020

Tarieventabel bij de Verordening graf- en begraafrechten Ede 2020

Hfdst 1

Verlenen van rechten tot begraven en tot bijzetten van asbussen met inbegrip van inschrijving in het register

1.1

Voor het verlenen van een uitsluitend recht om in een bepaald graf of bepaalde urnenruimte te doen begraven, respectievelijk asbussen te doen bijzetten wordt geheven:

1.1.1.

Voor de tijd van tien jaren:

1.1.1.a

voor een particulier graf:

1.1.1.a.1

bestemd voor het begraven van ten hoogste twee overledenen

€ 240,00

1.1.1.a.2

bestemd voor het begraven van ten hoogste drie overledenen

€ 360,00

1.1.1.b.

voor een particuliere urnenruimte, bestemd voor het doen bijzetten van ten hoogste drie asbussen

€ 240,00

1.1.2.

Voor de tijd van twintig jaren:

1.1.2.a.1

voor een particulier graf, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee overledenen

€ 360,00

1.1.2.a.2

voor een particulier graf, bestemd voor het begraven van ten hoogste drie overledenen

€ 600,00

1.1.2.b.

voor een particuliere urnenruimte, bestemd voor het doen bijzetten van ten hoogste drie asbussen

€ 360,00

1.1.3.

Voor de tijd van dertig jaren:

1.1.3.a.

voor een particulier graf, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee overledenen

€ 480,00

1.1.3.a.

voor een particulier graf, bestemd voor het begraven van ten hoogste drie overledenen

€ 840,00

1.1.3.b.

voor een particuliere urnenruimte, bestemd voor het doen bijzetten van ten hoogste drie asbussen

€ 480,00

1.1.4.

Voor het begraven van een overledene of bijzetten van een asbus in een particulier graf boven het aantal waarvoor conform artikel 1.1.1, onder a, dan wel in artikel 1.1.2, onder a, dan wel in artikel 1.1.3, letter a vermelde grafrechten is betaald, wordt per begraving of per bijzetting geheven:

€ 120,00

1.1.5

Voor de tijd van vijftig jaren op het terrein ingericht voor "Natuurlijk" begraven

1.1.5.a.

twee overledenen van twaalf jaar en ouder, naast elkaar, in één graf

€ 3.796,00

1.1.5.b

twee overledenen jonger dan twaalf jaar, naast elkaar, in één graf

€ 1.898,00

1.1.5.c.

voor een urnenruimte, bestemd voor het doen bijzetten van ten hoogste drie asbussen naast elkaar

€ 1.898,00

1.1.6

Voor het begraven van een overledene of bijzetten van een asbus in een ‘natuurlijk’ graf boven het aantal waarvoor de in artikel 1.1.5, letter vermelde grafrechten zijn betaald, wordt per begraving of bijzetting geheven:

1.1.6.a

overledenen van twaalf jaar en ouder, per overledene

€ 1.898,00

1.1.6.b.

overledenen jonger dan van twaalf jaar, per overledene

€ 949,00

1.1.6.c.

voor het bijzetten in een graf zoals beschreven in de artikelen 1.1.5.a en 1.1.5.b, per asbus

€ 949,00

1.1.7.

Voor grafrechten voor graven voor onbepaalde tijd op het terrein voor natuurbegraven wordt geheven voor:

1.1.7.a

één overledene van twaalf jaar en ouder

€ 3.572,00

1.1.7.b.

één overledene jonger dan twaalf jaar

€ 1.786,00

1.1.7.c.

voor een urnenruimte, bestemd voor het doen bijzetten van één afbreekbare asbus

€ 893,00

Toeslagen bij uitgifte

1.2.1

Indien het uitsluitend recht, als bedoeld in de artikelen 1.1.1, 1.1.2 of 1.1.3 wordt verkregen voor een graf gelegen buiten de aangewezen volgorde als bedoeld in de Beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016, is verschuldigd:

€ 336,00

1.2.2

Indien het uitsluitend recht, als bedoeld in de artikelen 1.1.1, 1.1.2 of 1.1.3 wordt verkregen voor een reserveringsaankoop van een graf binnen de aangewezen volgorde als bedoeld in de Beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016, is verschuldigd:

€ 336,00

1.3.1

Bij het opnieuw verlenen van het recht op een graf of urnenruimte, als bedoeld in de Beheersverordening begraafplaatsen Ede 2016, worden voor ieder tienjarig tijdvak dezelfde tarieven geheven als onder 1.1.1. en voor natuurlijk begraven wordt 10/50e deel van het tarief uit 1.1.5 geheven.

1.3.2

Bij een omzetting van een recht voor twee personen naar een recht voor drie personen wordt het verschil tussen de betreffende tarieven verrekend.

1.4

Indien van het uitsluitend recht tot begraven in een bepaald graf respectievelijk het bijzetten van asbussen in een bepaalde urnenruimte afstand wordt gedaan ten behoeve van de gemeente kan geen aanspraak worden gemaakt op enige vergoeding.

Hfdst 2

Begraven van overledenen en het bijzetten van asbussen

2.1.

Voor het begraven op de gewone uren van begraving als omschreven in de Beheersverordening begraafplaatsen Ede 2016 wordt geheven, indien de begraving geschiedt in een particulier of algemeen graf van een overledene van:

2.1.1

een foetus, zoals omschreven in de Nadere regel Beheersverordening begraafplaatsen Ede 2016

€ 108,00

2.1.2

beneden het jaar, alsmede van een als levenloos geboren aangegeven kind

€ 216,00

2.1.3

een jaar tot beneden twaalf jaren

€ 432,00

2.1.4

twaalf jaren en ouder

€ 864,00

2.2.1.

Voor het bijzetten van een asbus op de gewone uren van bijzetting als omschreven in de Beheersverordening begraafplaatsen Ede 2016 wordt geheven:

€ 216,00

2.2.2.a.

voor het plaatsen van een urnenkeldertje

€ 156,00

2.2.2.b.

voor het plaatsen van een urnennis

€ 414,00

2.2.3

voor het mogelijk maken van een aanleg van een grafkelder

€ 1.296,00

2.3

Voor het begraven of het bijzetten op een buitengewoon uur als bedoeld in artikel 10, tweede lid Beheersverordening begraafplaatsen Ede 2016 worden de rechten als bedoeld in 2.1 en 2.2 verhoogd met:

€ 432,00

2.4

De rechten genoemd in artikel 2.1. worden niet geheven voor het begraven van levenloos geboren kinderen of kort na de geboorte overleden zuigelingen, die tegelijk met de overleden moeder in een kist worden begraven.

2.5

Voor het begraven van als levenloos geboren aangegeven kinderen of kort na de geboorte overleden zuigelingen, die tezamen in één kist worden begraven, worden de rechten van artikel 2.1 slechts eenmaal geheven

2.6

Indien tegelijkertijd meer dan één overledene in een particulier graf wordt begraven of indien tegelijkertijd meer dan één asbus in een particulier graf wordt bijgezet, wordt voor het begraven van de tweede en eventueel volgende overledene of de bijzetting van de tweede en eventueel volgende asbus de helft van de in de artikelen 2.1 en 2.2 genoemde rechten geheven

2.7.

De in artikel 2.3 vermelde extra rechten worden niet geheven, indien het tijdstip van begraven in het belang van de openbare orde of gezondheid door de burgemeester is vastgesteld.

Hfdst 3

Ruimen

3.1

voor het op verzoek van de rechthebbende opgraven van het stoffelijk overschot uit een graf wordt geheven:

3.1.1

ten aanzien van een overledene van jonger dan 12 jaren

€ 432,00

3.1.2

ten aanzien van een overledene van 12 jaren of ouder

€ 864,00

3.2.

Voor het lichten van een asbus wordt geheven

€ 108,00

3.3

Indien tegelijkertijd meer dan één asbus in een ruimte wordt gelicht, wordt voor het lichten van de tweede en eventueel volgende asbus per asbus geheven

€ 54,00

3.4

De artikelen 3.1.1 en 3.1.2 zijn ook van toepassing op het verzamelen van stoffelijke overschotten in een zelfde grafruimte en het wederbegraven van meerdere stoffelijke overschotten, eventueel in een kist.

3.5

Het op grond van de artikelen 3.1.1 en 3.1.2 verschuldigde recht is, met uitzondering van het begraafrecht wordt ook geheven voor het lichten van een stoffelijk overschot, bestemd tot overbrenging naar een andere begraafplaats.

3.6

Geen rechten worden geheven voor het op rechterlijk gezag lichten en weer in dezelfde grafruimte begraven van een stoffelijk overschot.

Hfdst 4

Onderhoud Begraafplaatsen

4.1

Voor het onderhoud aan de begraafplaats wordt geheven:

4.1.1.

Voor de tijd van tien jaren:

4.1.1.a.

voor een particulier graf

4.1.1.a.1

voor een overledene jonger dan twaalf jaar

€ 330,00

4.1.1.a.2

voor een overledene van twaalf jaar of ouder

€ 660,00

4.1.1.b.

Voor een particuliere urnen ruimte

€ 165,00

4.1.1.c.

Voor een particuliere grafkelder

€ 990,00

4.1.1.d.

Voor een algemeen graf

€ 330,00

4.1.2.

Voor de tijd van twintig jaren:

4.1.2.a.

voor een particulier graf

4.1.2.a.1

voor een overledene jonger dan twaalf jaar

€ 660,00

4.1.2.a.2

voor een overledene van twaalf jaar of ouder

€ 1.320,00

4.1.2.b.

Voor een particuliere urnen ruimte

€ 330,00

4.1.2.c.

Voor een particuliere grafkelder

€ 1.980,00

4.1.3.

Voor de tijd van dertig jaren:

4.1.3.a.

voor een particulier graf

4.1.3.a.1

voor een overledene jonger dan twaalf jaar

€ 990,00

4.1.3.a.2

voor een overledene van twaalf jaar of ouder

€ 1.980,00

4.1.3.b.

Voor een particuliere urnen ruimte

€ 495,00

4.1.3.c.

Voor een particuliere grafkelder

€ 2.970,00

4.1.4

voor een foetus

€ 42,00

Hfdst 5

Diverse dienstverleningen en vergunningen

5.1

BTW Vrijgesteld

5.1.1

Vergunning voor het aanbrengen van een grafteken, niet hoger dan 1 meter

€ 20,00

5.1.2

Toeslag voor het plaatsen van een grafteken of monument hoger dan de afmeting zoals genoemd in de beheerverordening begraafplaatsen Ede 2016 opgenomen afmetingen

€ 308,00

5.1.3

Voor het overboeken van particuliere graven of particuliere urnenruimten in het daartoe bestemde register wordt geheven

€ 10,00

5.1.4

Voor het recht tot het aanbrengen van een herdenkingsvlinder in de foetushof

€ 50,00

5.1.5

Voor het verwijderen en vernietigen van een grafteken op verzoek van de rechthebbende

€ 210,00

5.1.6

Voor het reserveren en vastleggen van extra begraaftijd of uitloop van het gebruik van de koffiekamer, gedenkzaal en/of overige ruimtes van de aula óf gebruik hiervan door derden, zonder begraving of bijzetting op een van de begraafplaatsen, wordt geheven

€ 262,00

5.1.7

Voor het gebruik van de aula in Ede of Lunteren als condoleanceruimte buiten de reguliere tijd en/of als opbaarruimte uiterlijk 24 uur voor de teraardebestelling wordt hiervan geheven (mits hier geen belemmering optreedt voor andere diensten)

€ 198,00

5.1.8

Voor het gebruik van de aula in Ederveen of Otterlo als condoleanceruimte buiten de reguliere tijd en/of opbaarruimte uiterlijk 24 uur voor de teraardebestelling wordt hiervan geheven

€ 142,00

5.2

BTW Plichtig

incl btw

5.2.1

Voor het afdekken van de grafopening met dennengroen wordt geheven

€ 46,00

5.2.2

Voor het beschikbaar stellen van het orgel tijdens het gebruik van de gedenkzaal wordt geheven

€ 76,00

5.2.3

Voor het beschikbaar stellen van het audiosysteem tijdens het gebruik van de gedenkzaal wordt geheven

€ 41,00

5.2.4

Voor het beschikbaar stellen van de mobiele geluidsapparatuur bij het graf wordt geheven

€ 36,00

5.2.5

Voor het gebruik van het LCD scherm in de aula Ede wordt geheven

€ 52,00

5.2.6

Voor het verstrekken van een opname van de plechtigheid in de aula of bij het graf wordt geheven

€ 20,00

5.2.7

Voor het luiden van de klokken van de burgerlijke gemeente wordt per keer geheven

€ 29,00

5.3.

Onderhouden van graven en urnenruimten

5.3.1

Het recht per jaar bedraagt voor het van gemeentewege onderhouden van:

5.3.1.a

een grafbedekking op een algemeen graf

€ 43,00

5.3.1.b

een particulier graf met inbegrip van de daarop aangebrachte grafbedekking

€ 87,00

5.3.1.c

een particuliere urnenruimte met inbegrip van de daarop aangebrachte bedekking

€ 43,00

5.3.2

Het recht bedraagt voor het van gemeentewege onderhouden voor de tijd van tien jaren bij een betaling ineens van:

5.3.2.a

een grafbedekking op een algemeen graf

€ 321,00

5.3.2.b

een particulier graf met inbegrip van de daarop aangebrachte grafbedekking

€ 643,00

5.3.2.c

een particuliere urnenruimte met inbegrip van de daarop aangebrachte bedekking

€ 321,00

5.3.3

Voor het verrichten van eenmalige diverse eenvoudige / handmatige werkzaamheden (zoals licht snoeiwerk, rechtleggen graftekens e.o.), op verzoek van de rechthebbenden, wordt geheven

€ 105,00

5.3.4

Voor het onderhouden van een ‘natuurlijk graf’ wordt een eenmalig recht geheven van:

5.3.4.a

voor een graf voor een overledene van twaalf jaar en ouder

€ 426,00

5.3.4.b

voor een graf voor overleden jonger dan twaalf jaar of een urnengraf

€ 251,00

5.3.5

Er is geen recht verschuldigd voor het onderhoud van een natuurgraf.

5.3.6

Voor het verstrekken van een extra naambordje wordt geheven,

per stuk

€ 35,00