Regeling vervallen per 16-06-2017

Marktverordening gemeente Geldermalsen 2006

Geldend van 01-03-2006 t/m 15-06-2017

Intitulé

MARKTVERORDENING

De raad van de gemeente Geldermalsen;

gelezen het voorstel van het college van 14 februari 2006, nummer 104;

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Marktcommissie d.d. 28 februari 2005;

besluit:

vast te stellen de volgende gewijzigde verordening: MARKTVERORDENING gemeente Geldermalsen 2006

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt

  • b.

    marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel

  • c.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college belast met de zorg voor de dagelijkse gang van zaken op de markt

  • d.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen door het college voor het uitoefenen van de markthandel

  • e.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder

  • f.

    dagplaats: de standsplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen

  • g.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel

  • h.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken

  • i.

    branche: een door het college te bepalen soort of assortiment van waren of goederen

  • j.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats

  • k.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats

  • l.

    anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats als bedoeld in artikel 9

  • m.

    levenspartner: de persoon van wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college vast te stellen regels

  • n.

    verkoopwagen/markavan: een uitklapbaar en/of uitschuifbaar verkooppunt op wielen van waaruit c.q. waarachter goederen direct op de markt verkocht kunnen worden

  • o.

    marktcommissie: commissie voor advies aan het college betreffende marktaangelegenheden

  • p.

    marktkoopman: een handelingsbekwaam persoon die voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitvoering en bedrijfsorganisatie

  • q.

    college: burgemeester en wethouders

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

  • 2. Het college kan voor de markt een branchelijst vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche

  • 3. Het college kan bij verkoopwagens en markavans, voor zover de beschikbare ruimte dat toelaat en in bijzondere omstandigheden, grotere standplaatsen toewijzen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen.

Artikel 3 De Marktcommissie

  • 1. Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2. Het college kan nadere beleidsregels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

HOOFDSTUK II VERGUNNINGEN

Artikel 6 Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 7 Toewijzing standplaats/vereisten

Voor de toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitvoering en bedrijfsorganisatie en een legale verblijfsstatus heeft.

Artikel 8 Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook- bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

  • 2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 9 Inschrijving op de anciënniteitslijst

  • 1. Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden door het college ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst in volgorde van datum met vermelding waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

  • 2. De anciënniteit van een kind of werknemer van de vergunninghouder die te kennen geeft later de standplaats van de vergunninghouder over te willen nemen, vangt aan op het tijdstip dat het kind of de werknemer daadwerkelijk wekelijks meewerkt op de markt op de standplaats van de vergunninghouder.

Artikel 10 Wachtlijst

  • 1. De wachtlijst is niet voor nieuwe aanvragers van een standplaats op de warenmarkt in Geldermalsen van toepassing.

  • 2. Aan de bestaande personen op de wachtlijst wordt een bewijs van inschrijving verstrekt.

  • 3. De inschrijving op de wachtlijst blijft voor de personen onder lid 2 bedoeld gehandhaafd, indien de ingeschrevenen zelf jaarlijks vóór 1 februari schriftelijk verzoeken om een verlenging.

  • 4. Het college heeft op de wachtlijst in ieder geval vermeldt:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door het college is ontvangen;

    • c.

      de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

    • d.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

Artikel 11 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks vóór 1 februari schriftelijk heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 7 wordt voldaan.

Artikel 12a Toewijzing vaste standplaatsen

  • 1. Toewijzing van een vaste standplaats geschiedt op grond van het gewenste branchepatroon op de warenmarkt, dat is vastgesteld door het college.

  • 2. Een door het college ingestelde selectiecommissie is belast met de selectieprocedure voor een nieuwe vaste standplaatshouder.

  • 3. De selectiecommissie adviseert het college omtrent de toewijzing van een vaste standplaats.

  • 4. De selectiecommissie hanteert daarbij de door het college vastgestelde selectiecriteria.

Artikel 12 b Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragen in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst.

Artikel 13 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1. In geval van beëindiging van het bedrijf, overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de (achterblijvende) echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere (achterblijvende) persoon met wie hij/zij duurzaam samenwoonde.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4. Overschrijving van een vergunning op een medewerker is alleen dan mogelijk indien de medewerker minimaal drie jaar naast de eigenaar (in loondienst of als mede-eigenaar) op de warenmarkt van Geldermalsen heeft gefunctioneerd.

  • 5. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaald in dit artikel.

Artikel 14 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op de grond van artikel 13 wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 7 genoemde vereisten.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 13 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 15 Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats wordt ingenomen.

  • 2. De marktmeester is bevoegd om die handelingen, die benodigd zijn om uitvoering te kunnen geven aan lid 1 van dit artikel, namens het college te verrichten.

Artikel 16 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2. De marktmeester is bevoegd om die handelingen, die benodigd zijn om uitvoering te kunnen geven aan lid 1 van dit artikel, namens het college te verrichten.

  • 3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

HOOFDSTUK III BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 17 Persoonlijk innemen standplaats bijstand

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3. De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich in relatie tot de uitoefening van het bedrijf niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 18 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 19 en 20.

Artikel 19 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 20 Ontheffing en vervanging

  • 1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats tijdelijke ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste een maal per twee weken en tienmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

  • 2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon. Deze persoon dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij/zij de bedoelde vervanger is.

Artikel 21 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 22 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan en af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 07.30 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

  • 4. Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester voor dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

  • 5. De vergunninghouder aan wie een vergunning met een verkoopwagen is toegewezen, dient tijdig op het marktterrein aanwezig te zijn teneinde problemen tijdens het inrijden te voorkomen.

HOOFDSTUK IV STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 23 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 24 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd artikel 13 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de gemeentewet.

Artikel 25 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 26 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 27 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 28 Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de “Marktverordening gemeente Geldermalsen 2005” gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. De bestaande anciënniteitslijst wordt geacht de anciënniteitslijst in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de “Marktverordening gemeente Geldermalsen 2005” is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop de verordening toegepast die van kracht was ten tijde van de aanvraag.

Artikel 29 Intrekking oude regeling

De “Marktverordening Geldermalsen 2005”, vastgesteld op 27 september 2005, wordt ingetrokken met ingang van 1 maart 2006.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2006.

Artikel 31 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Geldermalsen 2006.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering, van 28 februari 2006, nummer 7, de griffier, de voorzitter,