Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Geldermalsen houdende regels omtrent de heffing en invordering van reclamebelasting Verordening reclamebelasting gemeente Geldermalsen 2019

Geldend van 22-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Geldermalsen houdende regels omtrent de heffing en invordering van reclamebelasting Verordening reclamebelasting gemeente Geldermalsen 2019

De raad van de gemeente Geldermalsen;

gelezen het voorstel van de Stuurgroep West Betuwe van 23 oktober 2018 en het West Betuwe Beraad van 5 november 2018,

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

VERORDENING op de heffing en de invordering van reclamebelasting Geldermalsen centrum 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, tekens, logo’s, symbolen, kleuren of een reclamevoorwerp, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg.

  • b.

    Wet WOZ: de Wet waardering onroerende zaken.

  • c.

    waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ van het voorgaande kalenderjaar, als bedoeld in artikel 8, voor de onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ vastgestelde waarde.

  • e.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen, tonen of vertonen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen.

  • f.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het afgebakende gebied van de gemeente Geldermalsen zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (bijlage 1).

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, met inachtneming van het gestelde bij of krachtens deze verordening, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de onroerende zaak waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.

Artikel 5 Belastingobject

De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1. De heffingsmaatstaf is een vast bedrag per onroerende zaak en een bedrag dat afhankelijk is van de waarde van de onroerende zaak.

  • 2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van delen van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. 

Artikel 7 Belastingtarief

  • 1. Het vaste bedrag voor de reclamebelasting bedraagt € 350,-- per onroerende zaak.

  • 2. Voor zover de waarde van de onroerende zaak meer bedraagt dan € 350.000,--, wordt het in het vorige lid genoemde bedrag vermeerderd met € 1,- per € 1.000,-- waarde.

  • 3. De reclamebelasting bedraagt maximaal € 1.000,-- per onroerende zaak.

  • 4. Indien de waarde van de onroerende zaak naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.

Artikel 8 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op aanvraag van belastingplichtige ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 11 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht, getoond of vertoond in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, getoond of vertoond, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;

  • b.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • d.

    van instellingen, die door de rijksbelastingdienst zijn aangewezen als Algemeen Nut Borgende Instellingen (ANBI) of die voldoen aan de criteria van de rijksbelastingdienst voor een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI), en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw of de naam van de instelling;

  • e.

    aangebracht door of namens de Stichting Ondernemersfonds Geldermalsen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de stichting;

  • f.

    aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • g.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • h.

    aangebracht op scholen, bestaande uit gebouwen van uit openbare middelen bekostigde onderwijsorganisaties, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw;

  • i.

    waarvan de (gezamenlijke) oppervlakte per onroerende zaak minder dan 0,1 vierkante meter bedraagt.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat betaling via automatische incasso in acht termijnen mogelijk is, mits wordt voldaan aan de daaraan verbonden, en in het Incasso Reglement van Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) opgenomen, voorwaarden.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 15 Overgangsrecht

De “Verordening reclamebelasting gemeente Geldermalsen 2017” van 20 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting gemeente Geldermalsen 2019’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 18 december 2018, 08g

De griffier,

De voorzitter,

Bijlage 1: Kaart

afbeelding binnen de regeling