Verordening van de Raad van Gennep houdende de rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2019 [Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2019]

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de Raad van Gennep houdende de rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2019 [Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2019]

De gemeenteraad van de gemeente Gennep,

  • gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van Gennep d.d. 30 oktober 2018;

  • gelet op:

    • de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet;

    • de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders;

    • de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, en 15, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

• gehoord de voorbereidende raadsvergadering d.d. 3 december 2018;

besluit:

vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden gemeente Gennep 2019.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    voorbereidende raad: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • 2.

    burgerraadslid: lid van een voorbereidende raad, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 3.

    het presidium: het dagelijks bestuur van de gemeenteraad dat zich voornamelijk bezighoudt met de procedures en het functioneren van de gemeenteraad en waarin alle fracties zijn vertegenwoordigd.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en burgerraadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden en tegemoetkoming in de kosten voor raadsleden

  • 1.

    Een raadslid ontvangt voor de werkzaamheden een vergoeding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde maximum genoemd in tabel I van dat besluit.

  • 2.

    Een raadslid ontvangt een onkostenvergoeding voor de aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten gelijk aan het bepaalde in artikel 2, derde en vierde lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van voorbereidende raadvergaderingen

Een burgerraadslid ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een voorbereidende raad ter hoogte van het bedrag per vergadering als genoemd in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten

  • 1.

    Aan raadsleden worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente vergoed.

  • 2.

    Aan burgerraadsleden worden de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van bijeenkomsten buiten de gemeente vergoed.

  • 3.

    De vergoedingen als bedoeld in het eerste en tweede lid zijn:

    • a.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 5 Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    Het presidium kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland, anders dan de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. Het presidium kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2.

    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 6 Scholing

  • 1.

    Raads- of burgerraadsleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    De aanvraag als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag. Bij twijfel of onenigheid legt hij dit voor aan het presidium, dat een besluit neemt.

Artikel 7 Digitale gegevensdrager

  • 1.

    Aan raadsleden wordt bij hun aantreden op verzoek een digitale gegevensdrager verstrekt voor een zittingsperiode van vier jaar.

  • 2.

    Per fractie in de gemeenteraad kunnen twee digitale gegevensdragers (tablets) beschikbaar worden gesteld. De fractie kan hiermee burgerraadsleden faciliteren.

  • 3.

    De voorwaarden worden vastgelegd in een bruikleenovereenkomst. Na afloop van de volle zittingsperiode gaat de gegevensdrager in eigendom over naar het betreffende raadslid c.q. de betreffende fractie.

  • 4.

    Elk raadslid en elk burgerraadslid krijgt een persoonlijk account op het digitale vergadersysteem.

Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 9 Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1.

    Wethouders hebben recht op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Er bestaat maximaal twee keer per dag recht op een enkele reis vergoeding woon-werkverkeer.

Artikel 10 Zakelijke reiskosten

Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 11 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis binnen de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen of een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.

Artikel 12 Digitale gegevensdrager

  • 1.

    Aan wethouders wordt bij hun aantreden een digitale gegevensdrager verstrekt voor een zittingsperiode van vier jaar.

  • 2.

    De voorwaarden worden vastgelegd in een bruikleenovereenkomst. Na afloop van de volle zittingsperiode gaat de gegevensdrager in eigendom over naar de betreffende wethouder.

Artikel 13 Communicatieapparatuur

De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 14 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • 1.

    reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders,

  • 2.

    verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders,

Artikel 15 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 16 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschieden maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 17 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

Raads- en burgerraadsleden en wethouders dragen ten behoeve van het voldoen door de gemeente van incidentele kosten zoveel mogelijk zorg voor rechtstreekse toezending van de betreffende factuur aan de gemeente.

Artikel 18 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt voor raads- en burgerraadsleden plaats door een ondertekend verzoek aan de griffier en voor wethouders door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Voor wethouders wordt het formulier binnen twee maanden na de betaling c.q. de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de burgemeester, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 19 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018, vastgesteld bij raadsbesluit van 4 juni 2018, wordt ingetrokken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2019.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden gemeente Gennep 2019.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare besluitvormende raadsvergadering d.d. 17 december 2018.

De raad voornoemd,

De griffier, De heer J.W.M. van der Knaap

De voorzitter, De heer P.J.H.M. de Koning