Regeling vervallen per 31-12-2021

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld gemeente Gennep (2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m 30-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld gemeente Gennep (2021)

De gemeenteraad van Gennep,

• gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Gennep d.d. 10 november 2020;

• gehoord de voorbereidende raadsvergadering d.d. 30 november 2020;

• gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld gemeente Gennep (2021)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    marktverordening: de in de gemeente Gennep geldende marktverordening;

  • 2.

    marktdag: de dag en tijd gedurende welke de in de marktverordening bedoelde markten worden gehouden;

  • 3.

    maand: een kalendermaand;

  • 4.

    kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • 5.

    half jaar: een periode van zes maanden aanvangende op 1 januari of op 1 juli van enig jaar;

  • 6.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt als bedoeld in de marktverordening, daaronder begrepen de diensten welke in verband hiermee door de gemeente worden verleend.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een marktdag aangemerkt als een gehele marktdag.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is de periode waarvoor een vergunning voor een standplaats is afgegeven, met dien verstande dat bij een vergunning voor meer dan twaalf maanden het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het marktgeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien van een standplaats waarvoor een vergunning voor meer dan een maand is verleend door omstandigheden buiten de wil van belanghebbende geen gebruik is gemaakt dan wel gedurende een kortere periode gebruik is gemaakt dan waarvoor de vergunning is verleend, wordt op aanvraag van belanghebbende teruggaaf van het marktgeld verleend. De teruggaaf wordt berekend door het voor het betreffende belastingtijdvak gevorderde bedrag te verminderen met het bedrag dat volgens de tarieventabel verschuldigd is voor de periode waarin gebruik is gemaakt van de standplaats.

  • 3.

    Indien van een standplaats waarvoor een vergunning voor meer dan een maand is verleend gedurende een of meer marktdagen geen gebruik kan worden gemaakt omdat het marktterrein voor andere activiteiten in gebruik is, bestaat aanspraak op teruggaaf, tenzij door het college van burgemeester en wethouders een andere plaats voor het houden van de markt is aangewezen. De teruggaaf wordt berekend door het voor het betreffende belastingtijdvak gevorderde bedrag te verminderen met het bedrag dat volgens de tarieventabel verschuldigd is voor de periode waarin gebruik is gemaakt van de standplaats,

  • 4.

    De in het tweede en derde lid bedoelde teruggaaf wordt niet verleend indien deze minder bedraagt dan € 4,50.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving.

  • 2.

    Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moet het marktgeld, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening marktgeld ' van 16 december 2019 (353619), zoals laatstelijk gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11 genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de op grond van het eerste lid ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van het marktgeld hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening marktgeld gemeente Gennep (2021)”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare besluitvormende raadsvergadering d.d. 14 december 2020.

De raad voornoemd,

De griffier, Jos van der Knaap

De voorzitter, Hans Teunissen

Bijlage Tarieventabel

behorende bij de Verordening marktgeld gemeente Gennep 2021

afbeelding binnen de regeling