Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels betreffende Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst (Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland POP3-subsidies Groningen)

Geldend van 09-04-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels betreffende Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst (Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland POP3-subsidies Groningen)

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij in hun vergadering van 20 september 2016, nr. A.10, zaaknummer 648922, het volgende besluit hebben vastgesteld.

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen

 

Overwegende dat het wenselijk is dat mandaat, met de mogelijkheid van ondermandaat, wordt verleend aan de Algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, voor het nemen van besluiten op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen en de Regeling subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) provincie Groningen, ter uitvoering van het Convenant Uitvoering POP3, het daarop gebaseerde Aansturingsprotocol voor de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020, de prestatieovereenkomst POP3 en de managementovereenkomst POP3, alle gesloten tussen Gedeputeerde Staten en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

 

Gelet op de artikelen 59a en 166 van de Provinciewet en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

 

I Vast te stellen het Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland POP3-subsidies Groningen, luidende als volgt:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

     de Algemeen directeur: de Algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

  • b.

    de gemandateerde: de Algemeen directeur of de onder hem ressorterende functionarissen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van het onderhavige besluit.

Artikel 2

  • 1  Aan de Algemeen directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen, die verband houden met de uitvoering van de volgende regelingen:

    • a.

      Grondgebonden POP3-regeling: Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Groningen 2016-2021.

    • b.

      Niet-grondgebonden POP3-regeling: Hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 3 van de Regeling subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 provincie Groningen.

  • 2 De uit dit besluit voor de Algemeen directeur voortvloeiende bevoegdheden kunnen tevens worden uitgeoefend door een door hem aan te wijzen plaatsvervanger.

Artikel 3

Tot de besluiten en handelingen bedoeld in artikel 2 behoren mede:

  • a.

    het voorbereiden, nemen en ondertekenen van besluiten, inclusief beschikkingen bedoeld in paragraaf 4.1.3.2., de afdelingen 4.4.1. tot en met 4.4.4. en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, het instellen van (hoger) beroep, het voeren van verweer in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter en de vertegenwoordiging bij geschillen;

  • c.

    de beantwoording van algemene vragen;

  • d.

    de behandeling van verzoeken uit hoofde van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • e.

    de behandeling van klachten en klaagschriften bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    de behandeling van schadeclaims, met uitzondering van de toekenning van claims tot een bedrag van meer dan € 5.000,-.

Artikel 4

  • 1 De Algemeen directeur kan ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen voor de aangelegenheden waarvoor hij krachtens dit besluit mandaat, volmacht en machtiging heeft gekregen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2 Artikel 13 van het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het ministerie van Economische Zaken 2015 is op het krachtens dit besluit verkregen ondermandaat, volmacht en machtiging van toepassing.

Artikel 5

  • 1 Gedeputeerde Staten en de Algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland maken omtrent de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden nadere afspraken. De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden deze afspraken in acht.

  • 2 Voor zover uit deze afspraken een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeit, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 3 Gedeputeerde Staten kunnen aan de gemandateerde nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 6

De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door het college van gedeputeerde staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

  • a.

    de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven; of

  • b.

    advies nodig is van anderen dan de gemandateerde en onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

Artikel 7

  • 1 De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende volmachten en machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht en de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 2 De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3 Op een bezwaarschrift wordt niet besloten door degene die het primaire besluit in mandaat heeft genomen of bij de voorbereiding van het primaire besluit betrokken is geweest.

Artikel 8

Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt: 'Gedeputeerde Staten van Groningen, namens dezen:

(handtekening) [‘naam functionaris’]. (functie)

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘’Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland POP3-subsidies Groningen’’

Ondertekening

Groningen, 20 september 2016.
 
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
H.J. Bolding, secretaris.  

Toelichting bij het Mandaat- volmacht- en machtigingenbesluit POP3 aan RVO.

 

Met het onderhavige besluit wordt de uitvoering van diverse provinciale regelingen ter uitvoering van het POP3 (Nederlandse PlattelandsOntwikkelingsPlan3) bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) neergelegd.

 

RVO.nl is met ingang van 1 januari 2014 ontstaan uit een fusie van Dienst Regelingen met Agentschap.nl. RVO is Europees betaalorgaan voor onder meer het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en de uitvoeringsinstantie van diverse rijks- en provinciale subsidieregelingen voor (agrarisch) natuurbeheer.

 

De algemeen directeur RVO heeft van de Minister van Economische Zaken bij het Besluit mandaat volmacht en machtiging EZ 2015 (en de voorloper hiervan) met ingang van 1/1/2014 het mandaat gekregen om besluiten namens de Minister te nemen, met de mogelijkheid van ondermandaat, volmacht en machtiging.

 

Ondermandaat, volmacht en machtiging is door de algemeen directeur RVO.nl vervolgens vastgesteld en gepubliceerd in het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken 2015 (en de voorloper hiervan, Stcrt. 2015, nr 505, gewijzigd in Stcrt. 2015, nrs 3761 en 21840).

 

Door in artikel 4 van het onderhavige provinciale POP3-mandaatbesluit de mogelijkheid tot ondermandaat, volmacht en machtiging voor de algemeen directeur RVO op te nemen en te verwijzen naar artikel 13 van dat Besluit, is de bevoegdheidsverdeling die RVO in acht neemt bij besluiten voor de Minister van Economische Zaken, nu ook voor provinciale POP3-besluiten geldend. Daardoor wordt uniformiteit gecreëerd met betrekking tot financiële bevoegdheidsgrenzen bij de te nemen besluiten, de plaatsvervanging door RVO-functionarissen intern en de procesmachtigingen.

 

In dit mandaatbesluit zijn ook de bevoegdheden voor gebiedsgerichte POP3-regelingen, die tot medio oktober 2013 aan de Dienst Landelijk Gebied waren gemandateerd, geïncorporeerd, zodat daarvoor geen afzonderlijk besluit nodig is.