Regeling vervallen per 01-07-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent subsidie GRRG Subsidieregeling GRRG 2019

Geldend van 20-03-2019 t/m 30-06-2020

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent subsidie GRRG Subsidieregeling GRRG 2019

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 12 maart 2019, nr. A. 6, afdeling ECP, dossiernummer K8724 het volgende besluit hebben genomen:

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

Overwegende dat:

  • -

    De provincies hebben met ingang van 2012 de taak gekregen om de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten te verdelen. In februari 2012 hebben Rijk en IPO afspraken gemaakt over de decentralisatie van de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten van rijk naar de provincies.

  • -

    de taak behoort bij de verantwoordelijkheid die het ministerie van OCW, de Nationaal Coördinator Groningen, de aardbevingsgemeenten en de provincie Groningen in het erfgoedprogramma voor het aardbevingsgebied zijn overeengekomen om budget beschikbaar te stellen voor restauratie en onderhouden van eigenaren van rijksmonumenten gelegen in de gemeenten die getroffen zijn door de gevolgen van de gaswinning. Dit vanuit de gedachte dat goed onderhoud de eerste stap in de versterking is.

  • -

    de Provincie Groningen vindt het van belang een regierol te vervullen voor het gebiedsgerichte monumentenbeleid. Belangrijk hierbij is de herbestemming van monumentale panden en de samenwerking met regionale partners. De provincie wil het gebruik van rijksmonumenten stimuleren vanuit de gedachte dat het gebruik van rijksmonumenten bijdraagt aan de instandhouding van het monument.

Gelet op:

  • -

    Groningen Erfgoedprogramma 2017-2021;

  • -

    Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen 2017-2021;

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    Erfgoedwet;

  • -

    Besluit ruimtelijke ordening;

  • -

    Omgevingsverordening provincie Groningen 2016;

  • -

    Leidraad Subsidiabele kosten behorend bij Subsidieregeling Instandhouding Monumenten;

  • -

    AGVV: Verordening EU Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, PbEU L 187/1 van 26 juni 2014 en Verordening EU 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening EU Nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening EU Nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten, PbEU L 156/1 van 20 juni 2017;

  • -

    Uitvoeringsprogramma Cultuur Provincie Groningen 2017-2020;

  • -

    gemaakte afspraken tussen IPO en Rijk met betrekking tot de decentralisatie van de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten.

Besluiten:

Vast te stellende hetgeen volgt:

Regeling groot onderhoud en restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    rijksmonument: monument dat met een eigen monumentnummer is opgenomen in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet, met uitzondering van de archeologische- of groene monumenten;

  • b.

    Zelfstandig bouwkundige eenheid: Bouwwerk dat in zowel constructief als functioneel opzicht te onderscheiden is van de naastgelegen bouwwerken. Dat wil zeggen dat het geheel bouwkundig gescheiden moet zijn van aangrenzende bebouwing, een eigen toegang moet hebben en afzonderlijk te gebruiken moet zijn. Bij boerderijen gelden schuur, stal en woonhuis altijd als zelfstandige onderdelen, zelfs als ze aan elkaar zijn vast gebouwd;

  • c.

    rijksmonument met woonfunctie: rijksmonument of zelfstandig bouwkundige eenheid, aangewezen als rijksmonument, dat voor de helft of meer voor bewoning wordt gebruikt;

  • d.

    rijksmonument zonder woonfunctie: rijksmonument of zelfstandig bouwkundige eenheid, aangewezen als rijksmonument, dat voor minder dan de helft voor bewoning wordt gebruikt;

  • e.

    groot onderhoud: uitvoering van sobere en doelmatige instandhoudingswerkzaamheden waaronder restauratie, die het reguliere onderhoud te boven gaan en die voor het herstel van een gebouwd rijksmonument noodzakelijk zijn;

  • f.

    regulier onderhoud: sobere en doelmatige werkzaamheden die periodiek aan een monument worden uitgevoerd en die gericht zijn op het behoud van monumentale waarde;

  • g.

    exploitatieplan: een inhoudelijke beschrijving en financiële onderbouwing van de wijze waarop in de periode van zes jaren na het jaar van indiening van de subsidieaanvraag wordt voorzien in de exploitatie van het rijksmonument casu quo van de benodigde onderhoudswerkzaamheden om het rijksmonument in een goede staat te houden;

  • h.

    herbestemming: het geven van een nieuwe functie aan een rijksmonument of een belangrijk deel daarvan;

  • i.

    AGVV: Verordening EU Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, PbEU L 187/1 van 26 juni 2014 en Verordening EU 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening EU Nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultra perifere gebieden, en tot wijziging van Verordening EU Nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten, PbEU L 156/1 van 20 juni 2017;

  • j.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352);

  • k.

    aardbevingsgemeenten: de gemeenten binnen het aardbevingsgebied zoals vastgelegd in de vigerende versie van de Omgevingsverordening provincie Groningen;

  • l.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • m.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • n.

    Energiebesparende maatregelen: energiebesparende maatregelen die met behoud van de cultuurhistorische waarden van het rijksmonument: vloer/gevel/dakisolatie, isolerende beglazing en het waterzijdig inregelen van de warmte-installatie;

  • o.

    Vervangende dakbedekking: vervangende dakbedekking van het rijksmonument die niet subsidiabel is in het kader van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, maar noodzakelijk is voor het voorkomen van (verdere) schade aan het rijksmonument dan wel het daadwerkelijk behoud van cultuurhistorische waarden voor de toekomst, waarbij de vervanging van de huidige dakbedekking aantoonbaar technisch noodzakelijk is, en kan worden onderbouwd dat het ten tijde van de aanvraag niet mogelijk is om de huidige dakbedekking te vervangen door historisch verantwoord materiaal zoals bedoeld in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten. Het materiaal waarmee de bestaande dakbedekking wordt vervangen moet aansluiten bij het monumentale karakter van het rijksmonument.

Artikel 2 Doel

  • 1. Met deze regeling worden de volgende resultaten beoogd:

    • a.

      groot onderhoud van rijksmonumenten binnen de provincie Groningen;

    • b.

      herbestemming van rijksmonumenten binnen de provincie Groningen.

  • 2. Daarnaast worden de volgende effecten binnen de provincie Groningen beoogd:

    • a.

      het stimuleren van de inzet van andere publieke en private middelen voor groot onderhoud van deze monumenten;

    • b.

      het stimuleren van inzet van (particuliere) eigenaren om hun pand in stand te houden;

    • c.

      het leveren van een bijdrage aan het vestigingsklimaat van de provincie Groningen;

    • d.

      het stimuleren van de opleiding van restauratievaklieden;

    • e.

      het stimuleren van investeringen die een bijdrage leveren aan energiebesparing en de transitie naar duurzame energiebronnen;

    • f.

      het behouden van het monument in de context van zijn omgeving en landschap.

Artikel 3 Doelgroep

De subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    eigenaar van een rijksmonument zonder woonfunctie gelegen binnen de provincie Groningen;

  • b.

    eigenaar van een rijksmonument met of zonder een woonfunctie gelegen in een aardbevingsgemeente in de provincie Groningen;

  • c.

    de toekomstige eigenaar van een rijksmonument, gelegen binnen de Provincie Groningen, bedoeld in a en b, mits de aanvraag voor subsidie vergezeld gaat van een door verkoper en koper ondertekende koopovereenkomst voor het betreffende rijksmonument.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      groot onderhoud van een rijksmonument;

    • b.

      herbestemming van een rijksmonument;

    • c.

      energiebesparende maatregelen voor een rijksmonument;

    • d.

      vervangende dakbedekking van een rijksmonument.

  • 2. Subsidie bedoeld in het eerste lid onder b en c kan alleen worden verstrekt in combinatie met subsidie eerste lid onder a. Subsidie bedoeld in het eerste lid onder d kan alleen worden verstrekt in combinatie met subsidie eerst lid onder a, tenzij uit technisch rapport van het gehele rijksmonument blijkt dat er geen groot onderhoud noodzakelijk is.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 en 4:35 Awb en artikel 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    voor de subsidiabele kosten, waarop de aanvraag betrekking heeft, reeds een andere subsidie is verstrekt door Rijk of provincie Groningen;

  • b.

    voor de subsidiabele kosten van het project, waarvoor deze subsidie wordt aangevraagd, reeds een lening is verstrekt door het Nationaal Restauratiefonds waarbij geen rekening is gehouden met een bijdrage uit de subsidieregeling GRRG 2018 of de subsidieregeling GRRG 2019;

  • c.

    de omvang van de subsidiabele kosten voor instandhouding binnen de totale projectkosten minder dan € 35.000,- bedraagt;

  • d.

    met de uitvoering van het project is begonnen voordat de aanvraag is ingediend;

  • e.

    de aanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert als bedoeld in artikel 2, onder 18, van de AGVV;

  • f.

    de aanvrager een onderneming is tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de AGVV;

  • g.

    het rijksmonument in het bezit is van de centrale overheid of een van de decentrale overheden, tenzij er sprake is van indiening van een aanvraag door een toekomstige eigenaar als bedoeld in artikel 3, onder c;

  • h.

    de begroting van het ingediende project niet sluitend is;

  • i.

    er, in het geval van een rijksmonument in eigendom van een rechtspersoon, uit de aanvraag niet blijkt dat er voorzien kan worden in het onderhoud van het rijksmonument voor een periode van zes jaren na indiening van de aanvraag;

  • j.

    uitsluitend subsidie wordt aangevraagd voor herbestemming dan wel de herbestemming niet plaatsvindt in combinatie met groot onderhoud van het rijksmonument;

  • k.

    niet is voldaan aan de bepalingen, verplichtingen en vereisten zoals die zijn gesteld in deze regeling.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn:

  • a.

    voor zover deze betrekking hebben op groot onderhoud, de kosten, bedoeld in artikel 4 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten van het Rijk, en gespecificeerd in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten van de Subsidieregeling instandhouding monumenten;

  • b.

    sober en doelmatig van aard gemaakte kosten ten behoeve van de herbestemming van het rijksmonument. Dit betreft de investeringskosten die noodzakelijk zijn om de met het ingediende project specifiek beoogde herbestemming mogelijk te maken;

  • c.

    kosten voor aanbrengen van energiebesparende maatregelen aan het rijksmonument;

  • d.

    kosten voor vervangende dakbedekking van het rijksmonument.

Artikel 8 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    Kosten die ter zake van doe-het-zelf-werk of door niet-deskundigen worden gemaakt;

  • b.

    Kosten voor het uitvoeren van herstelwerkzaamheden als gevolg van schade waarvoor een derde aansprakelijk kan worden gesteld;

  • c.

    kosten voor werkzaamheden gericht op reconstructie, tenzij deze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van Gedeputeerde Staten ter versterking van de monumentale waarden gewenst zijn;

  • d.

    kosten voor werkzaamheden die zijn gericht op comfortverbetering of verfraaiing.

Artikel 9 Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie voor groot onderhoud inclusief eventuele kosten zoals bedoeld in artikel 7, onder d, zonder herbestemming bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 400.000,-.

  • 2. De subsidie voor groot onderhoud bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 7, onder a, met een maximum van € 400.000,-.

  • 3. De subsidie voor herbestemming bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 7, onder b, met een maximum van € 20.000,-.

  • 4. De subsidie voor energiebesparende maatregelen bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 7, onder c, met een maximum van € 5.000,-.

  • 5. De subsidie voor vervangende dakbedekking bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten zoals bedoeld in artikel 7, onder d.

  • 6. Indien ter zake van de te subsidiëren activiteiten reeds door een ander bestuursorgaan of door de Europese Commissie steun is verstrekt, wordt de hoogte van de subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan 80% van het totaal van de voor subsidie in aanmerking komende kosten met een maximum van € 1.000.000,-.

Artikel 10 Subsidieplafond

In het Provinciaal Blad worden voor het jaar 2019 en 2020 de volgende subsidieplafonds bekendgemaakt:

  • a.

    subsidieplafond voor rijksmonumenten die gelegen zijn in de provincie Groningen;

  • b.

    subsidieplafond voor rijksmonumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten.

Artikel 11 Subsidieaanvraag

In aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling:

  • 1.

    De periode waarvoor aanvragen ingediend kunnen worden loopt van 20 maart tot en met 30 juni 2020. Aanvragen voor deze periode moeten of voor 1 mei 2019, voor 1 oktober 2019 of 15 februari 2020 worden ingediend.

  • 2.

    Aanvragen kunnen digitaal worden ingediend via het door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten besluiten de tweede ronde van een kalenderjaar niet open te stellen indien het subsidieplafond voor het betreffende kalenderjaar (vrijwel) bereikt is.

  • 4.

    De subsidieaanvraag bevat:

    • a.

      een door een deskundige opgesteld restauratieplan conform artikel 12 voor het rijksmonument met een actuele beschrijving van de werkzaamheden;

    • b.

      een tijdsplanning van de werkzaamheden;

    • c.

      in het geval de aanvrager een rechtspersoon is, een exploitatieplan;

    • d.

      indien er sprake is van herbestemming een beschrijving van de huidige en nieuwe c.q. verbrede bestemming en gebruik;

    • e.

      Indien er sprake is van kosten voor het aanbrengen van energiebesparende maatregelen zoals bedoeld artikel 6, onder c, een beschrijving van de voorgenomen maatregelen en een offerte of kostenraming opgemaakt door een ter zake deskundige;

    • f.

      Indien er sprake is van kosten voor vervangende dakbedekking zoals bedoeld in artikel 6, onder d, een toelichting waarin onderbouwd wordt dat sprake is van de bedoelde subsidiabele kosten en gestelde voorwaarden en een offerte of kostenraming onder vermelding van naam of datum, opgemaakt door een ter zake deskundige;

    • g.

      een sluitende begroting van het gehele ingediende project inclusief eventuele onderdelen ten behoeve van herbestemming, energiebesparende maatregelen en vervangende dakbedekking zoals bedoeld in artikel 6, onder d, opgemaakt in het door de Gedeputeerde Staten vastgestelde format;

    • h.

      een dekkingsplan waaruit blijkt met welke financiële middelen het gehele project gedekt wordt, inclusief bewijsstukken waaruit blijkt dat de in het dekkingsplan opgenomen financiële middelen reeds toegezegd dan wel beschikbaar zijn;

    • i.

      een toelichting op de wegingsfactoren, genoemd in artikel 14;

    • j.

      in het geval de aanvrager een rechtspersoon is en er sprake is van kosten voor het aanbrengen van energiebesparende maatregelen zoals bedoeld in artikel 6, onder c, een door de aanvrager ingevulde en ondertekende verklaring de-minimissteun;

    • k.

      bij een aanvraag van een vereniging van eigenaren een uitdraai van de Kamer van Koophandel van de vereniging en een splitsingsakte;

    • l.

      bij een gezamenlijke aanvraag van meerdere eigenaren, een splitsingsakte;

Artikel 12 Restauratieplan

  • 1. Een restauratieplan of plan voor groot onderhoud bestaat uit:

    • a.

      Een beknopte omschrijving van de maatregelen groot onderhoud die worden genomen;

    • b.

      een beschrijving van de technische staat dan wel een inspectierapport van het rijksmonument niet ouder dan 30 maanden, waarin de gebreken van het rijksmonument nauwkeurig worden beschreven;

    • c.

      tekeningen van de bestaande toestand van het rijksmonument en tekeningen van de voorgenomen herstelwerkzaamheden aan en wijzigingen van het rijksmonument;

    • d.

      een gespecificeerd bestek en werkbeschrijving;

    • e.

      een recente naar kostensoort gespecificeerde begroting waarbij gebruik wordt gemaakt van het door Gedeputeerde Staten vastgestelde format;

    • f.

      de benodigde vergunningen voor de werkzaamheden aan het betreffende monument zoals omschreven in artikel 7, dan wel een schriftelijke verklaring van het bevoegd gezag dat een vergunning voor de in het project opgenomen werkzaamheden niet is vereist;

    • g.

      in het geval van herbestemming: een overzicht van de voor het betreffende Rijksmonument verkregen subsidies over een periode van de laatste drie jaren;

    • h.

      in het geval van energiebesparende maatregelen: een overzicht van de voor het betreffende Rijksmonument verkregen subsidies over een periode van de laatste drie jaren;

    • i.

      in het geval van vervangende dakbedekking: een overzicht van de voor het betreffende Rijksmonument verkregen subsidies over een periode van de laatste drie jaren.

  • 2. De in het eerste lid genoemde beschrijvingen, tekeningen en rapportages dienen te zijn opgemaakt door een aantoonbaar deskundige op dit vlak overeenkomstig de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten van de rijkssubsidieregeling Subsidieregeling instandhouding monumenten.

Artikel 13 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten aanvragen, aan alle volgende vereisten voldoen:

  • a.

    het project betreft groot onderhoud van een gebouwd rijksmonument in de provincie Groningen;

  • b.

    de benodigde vergunningen voor de werkzaamheden aan het betreffende monument zoals omschreven in artikel 7, dan wel een schriftelijke verklaring van het bevoegd gezag dat een vergunning voor de in het project opgenomen werkzaamheden niet vereist is, moet binnen 6 weken na sluitingsdatum van de tender worden ingediend;

  • c.

    uit de subsidieaanvraag moet blijken dat de start van uitvoering binnen zes maanden na subsidieverlening kan plaatsvinden. Gedeputeerde Staten kunnen naar aanleiding van een in het kader van de subsidieaanvraag of later ingediend verzoek hiervan afwijken;

  • d.

    in de subsidieaanvraag wordt aannemelijk gemaakt dat de uitvoering van het project binnen twee jaren na de start gereed is. Gedeputeerde Staten kunnen hiervan naar aanleiding van een verzoek door de aanvrager afwijken.

Artikel 14 Wegingsfactoren

  • 1. De volgende factoren zijn bij de weging van alle aanvragen van toepassing:

    • a.

      de mate van cofinanciering;

    • b.

      de staat van onderhoud van het monument;

    • c.

      de mate van energiebesparende maatregelen;

  • 2. Voor aanvragen waarbij sprake is van herbestemming geldt tevens de volgende factor:

    de mate waarin de herbestemming bijdraagt aan het behoud c.q. de exploitatiemogelijkheden van het monument , blijkend uit een exploitatieplan inclusief inhoudelijke toelichting voor de vijf jaren volgend op het jaar waarin de aanvraag is ingediend;

  • 3. Voor aanvragen uit de tien aardbevingsgemeenten is daarnaast de volgende factor van toepassing: de mate waarin er sprake is van een ingediend project voor groot onderhoud waarnaast uitvoering van schadeherstel of versterking in relatie met aardbevingsschade plaatsvindt. Indien sprake is van aardbevingsschade die voorafgaand of ten tijde van het ingediende project is of wordt uitgevoerd, dienen de relevante stukken, waaronder schaderapporten opgemaakt door een onafhankelijk deskundige, aan de subsidieaanvraag te worden toegevoegd.

Artikel 15 Verdeelsystematiek

  • 1. De beschikbare gelden worden verdeeld in volgorde van rangschikking van de aanvragen, waarbij een aanvraag hoger wordt gerangschikt naarmate het meer voldoet aan de wegingsfactoren, genoemd in artikel 14 en nader beschreven in bijlage 1.

  • 2. De verdeling verloopt als volgt: eerst worden de aanvragen die betrekking hebben op rijksmonumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten gerangschikt. Vervolgens worden de aanvragen die betrekking hebben op rijksmonumenten die gelegen zijn in de andere gemeenten in de provincie Groningen gerangschikt.

  • 3. Aanvragen die betrekking hebben op rijksmonumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten vallen onder het plafond, bedoeld in artikel 10, onder b.

  • 4. Aanvragen die betrekking hebben op rijksmonumenten die gelegen zijn in de andere gemeenten in de provincie Groningen vallen onder het plafond, als bedoeld in artikel 10, onder a.

  • 5. Indien het plafond, bedoeld in artikel 10, onder b, is bereikt vallen, in afwijking van het hiervoor vermelde, ook aanvragen die betrekking hebben op rijksmonumenten die gelegen zijn in de aardbevingsgemeenten onder het plafond, bedoeld in artikel 10, onder a, met uitzondering van rijksmonumenten met een woonfunctie.

  • 6. Indien het plafond bedoeld in artikel 10 onder b niet wordt bereikt, wordt het provinciaal deel van dit budget toegevoegd aan het subsidieplafond als bedoeld in artikel 10 onder a.

Artikel 16 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig het ingediende projectplan en het restauratieplan, en overeenkomstige het bepaalde in de beschikking tot subsidieverlening.

  • 2. Onvoorziene wijzigingen in het project of projectplan die het detailniveau overstijgen worden onverwijld schriftelijk ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.

  • 3. Zodra de werkzaamheden starten dient dit te worden gemeld aan de provincie Groningen, waarbij tevens wordt aangegeven of de planning ongewijzigd is. Indien de planning van de werkzaamheden is gewijzigd, moet de aanleiding daarvan worden toegelicht en een aangepaste planning worden meegestuurd.

  • 4. Met de werkzaamheden wordt een aanvang gemaakt binnen zes maanden na de datum van de subsidieverlening.

  • 5. De werkzaamheden aan een rijksmonument mogen alleen worden uitgevoerd onder leiding van een architect of deskundige met voldoende ervaring met groot onderhoud dan wel restauratie, rekening houdend met de Erfgoedwet.

  • 6. Gedeputeerde Staten kunnen toestemming verlenen af te wijken van het vijfde lid, indien naar hun oordeel blijkt dat het groot onderhoud onder begeleiding van een organisatie plaatsvindt, waarvan de deskundigheid op dit terrein genoegzaam is gebleken.

  • 7. De werkzaamheden zijn voltooid binnen twee jaar na de datum van de start.

  • 8. Verlenging van de termijnen, bedoeld in het vierde en zevende lid, is slechts mogelijk indien voor het aflopen van de termijn vooraf een schriftelijk verzoek wordt ingediend met een toelichting op de reden van de vertraging of de voortgang van de activiteit en de verwachte duur van de vertraging. Deze verlenging is eenmalig en bedraagt maximaal één jaar.

  • 9. In afwijking van het achtste lid kunnen Gedeputeerde Staten vaker dan eenmaal instemmen met verlenging van de termijnen indien de vertraging van het project het gevolg is van overmacht, of in de gevallen waarbij er sprake is van geconstateerde aardbevingsschade aan het monument.

  • 10. In afwijking van artikel 2.11 lid 2 van de Procedureregeling dient voor subsidies tussen de € 25.000,- en € 125.000,-, halverwege het project een rapportage over de voortgang van de uitvoering van het project ingediend. In de voortgangsrapportage wordt de inhoudelijke en financiële voortgang van het project beschreven, gerelateerd aan het bij de aanvraag ingediende plan en de begroting en met inachtneming van de vastgestelde subsidiabele kosten.

  • 11. De eigenaar is verplicht controle toe te staan op de uitvoering van het project.

  • 12. Indien sprake is van verstrekking van opdrachten voor infrastructurele werken, leveringen of diensten, wordt voldaan aan de wet- en regelgeving voor aanbesteden, waarbij de geldende drempels en procedures van de Aanbestedingswet 2012 in acht worden genomen.

  • 13. Van bouw- en directieverslagen van de uitvoering van het project dienen per e-mail afschriften te worden verzonden aan de ambtelijke contactpersoon.

  • 14. De aanvrager wordt gevraagd het groot onderhoud aan te melden als leerlingwerkplaats bij het Restauratie Opleidingsproject Noord.

  • 15. Alleen bij aanvragen ingediend door de toekomstige eigenaar, bedoeld in artikel 3, onder b, dient binnen 6 weken na subsidieverlening de levering te hebben plaatsgevonden en Gedeputeerde Staten daarvan in kennis te zijn gesteld.

Artikel 17 Vaststelling subsidie

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend uiterlijk 13 weken na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend en bestaat uit:

    • a.

      een financieel verslag van de realisatie van het project in relatie met de oorspronkelijke begroting en het dekkingsplan zoals opgenomen in de aanvraag en met in achtneming van de vastgestelde subsidiabele kosten;

    • b.

      een inhoudelijk eindverslag over de realisatie van het project in relatie met de oorspronkelijke opzet zoals beschreven in de aanvraag alsmede met betrekking tot de invulling van de aanvullende voorschriften en verplichtingen zoals deze zijn opgenomen in de verleningsbeschikking;

    • c.

      een financieel verslag, afkomstig van een administratiekantoor voor subsidies tot € 125.000,-;

    • d.

      een verklaring van getrouwheid die is opgesteld door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor subsidies vanaf € 125.000,-.

  • 2. De vast te stellen subsidie wordt naar evenredigheid verlaagd indien de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan opgenomen in de projectbegroting of indien de werkelijke inkomsten hoger zijn dan geraamd in de projectbegroting zoals deze is opgenomen in de aanvraag.

  • 3. De eigenaar is verplicht bij het indienen van de aanvraag voor subsidievaststelling een plan voor het onderhoud in te dienen voor een periode van vijf jaar, gerekend vanaf het moment van subsidievaststelling.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling wordt bekendgemaakt in het Provinciaal Blad en treedt in werking op 20 maart 2019 en eindigt met ingang van 30 juni 2020.

  • 2. Deze regeling blijft van toepassing op subsidies die voor 31 december 2019 op grond van deze regeling zijn aangevraagd of verleend en op daarop betrekking hebbende bezwaar- of beroepschriften.

Artikel 19 Intrekking en Overgangsrecht

De subsidieregeling GRRG 2018 wordt met ingang van 1 april 2019 ingetrokken met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd, verleend of direct zijn vastgesteld en op daarop betrekking hebbende bezwaar- of beroepschriften.

Artikel 20 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling GRRG 2019.

Ondertekening

Groningen, 12 maart 2019.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

H. Schrikkema, locosecretaris.

Bijlage 1

UITWERKING WEGINGSFACTOREN RESTAURATIEPROJECTEN

Bijlage behorende bij en onderdeel uitmakende van de Subsidieregeling GRRG 2019

ALLE PROJECTEN:

  • 1.

    Mate van cofinanciering

    Mate waarin sprake is van cofinanciering.

    Score:

    0 - het maximale percentage subsidie van 70% wordt gevraagd (de eigen bijdrage subsidiabele kosten is 30%).

    1 - gevraagd wordt een bijdrage vanaf 50% tot 70%

    2 - gevraagd wordt een bijdrage vanaf 35% tot 50%

    3 - gevraagd wordt een bijdrage onder de 35% (eigen bijdrage is meer dan 65%) 

  • 2.

    Staat van onderhoud van het monument (telt twee keer mee)

    Dit betreft de waarde van het monument in relatie tot de onderhoudstoestand van het pand. De toegekende waarde in de erfgoedmonitor is bepalend.

    Score:

    0 - Het monument is een goede staat van onderhoud.

    1 - Het monument is een redelijke staat van onderhoud.

    2 - Het monument is een matige staat van onderhoud.

    3 - Het monument is een slechte staat van onderhoud.

  • 3.

    Energiebesparende en andere duurzaamheidsmaatregelen:

    Welke energiebesparende of duurzaamheidsmaatregelen worden er bij de restauratie betrokken in het ingediende projectplan.

    Score:

    0 - Er zijn geen maatregelen opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben.

    1 - Er is 1 type maatregel opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben of de investering in deze maatregelen is 0 - 3% ten opzichte van de totale restauratiekosten binnen het project;

    2 - Er zijn twee of drie maatregelen opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben of de investering in deze maatregelen is tussen de 3 en 6% ten opzichte van de totale restauratiekosten binnen het project.

    3 - Er zijn vier of meer maatregelen opgenomen in de begroting van het totale project die de verduurzaming of het verlagen van het energiegebruik van het pand tot doel hebben of de investering in deze maatregelen is meer dan 6% ten opzichte van de totale restauratiekosten binnen het project.

EXTRA VOOR PROJECTEN HERBESTEMMING:

  • 4.

    Mate waarin de herbestemming bijdraagt aan het behoud c.q. de exploitatie van het monument na de realisatie van het project:

    Bij het beoordelen van aanvragen waarbij sprake is van herbestemming van het monument en waar na afloop van het project sprake is van een exploitatie wordt een score toegekend op dit criterium. Voor deze projecten dient de aanvrager een bijlage bij te voegen met een inhoudelijke beschrijving en financiële onderbouwing van de wijze waarop in de periode van zes jaren na het jaar van indiening van de subsidieaanvraag wordt voorzien in de exploitatie van het rijksmonument casu quo van de benodigde onderhoudswerkzaamheden om het rijksmonument in een goede staat te houden. Het gaat hierbij dus om de vraag of het toekomstige onderhoud verzekerd is, en of de herbestemming hiervoor een gunstig perspectief biedt qua exploitatie, waarbij gekeken wordt naar het financiële (sec het exploitatieplan), het economische (is het economische toekomstperspectief voor de betreffende functie(s) gunstig) en organisatorische (betreft het een solide organisatie) perspectief.

    Score:

    0 - Het benodigde onderhoud voor de komende zes jaren kan, blijkend uit het exploitatieplan, nèt worden betaald uit de inkomsten (financieel perspectief);

    1 - Het project levert een exploitatie op waarbij het financiële perspectief voldoende is (er worden ruim voldoende inkomsten verwacht voor toekomstig onderhoud), en het economische en organisatorische perspectief ook voldoet;

    2 - Het project levert een exploitatie op waarbij het financiële perspectief voldoende tot goed is (er worden ruim voldoende inkomsten verwacht voor toekomstig onderhoud), en het economische of organisatorische perspectief er ook goed uitziet;

    3 - Het project levert een exploitatie op waarbij het financiële perspectief voldoende tot goed is (er worden ruim voldoende inkomsten verwacht voor toekomstig onderhoud), en daarnaast zowel het economische en organisatorische perspectief goed of zeer goed is.

PROJECTEN GELEGEN BINNEN DE TIEN AARDBEVINGSGEMEENTEN VAN HET ERFGOEDPROGRAMMA 2017-2020

  • 5.

    Urgentie (telt twee keer mee)

    De mate waarin er sprake is van groot onderhoud in combinatie met schadeherstel of versterking in relatie met aardbevingsschade. Het herstel van de schade hoeft hierbij niet in de projectaanvraag te zijn opgenomen, maar het project groot onderhoud /  restauratie wordt wel in combinatie met schadeherstel en/of versterking uitgevoerd.

    Score:

    0 - Er is geen sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder restauratie en schadeherstel en/of versterking c.q. de schade is in het verleden al geheel hersteld.

    1 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder groot onderhoud /  restauratie en schadeherstel.

    2 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder groot onderhoud / restauratie en versterking.

    3 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud waaronder groot onderhoud / restauratie en schadeherstel èn versterking.

Bepaling totaalscore:

Om projecten met en zonder herbestemming onderling met elkaar te kunnen vergelijken, wordt de totaalscore in punten gedeeld door het maximaal aantal te halen punten op de wegingsfactoren die van toepassing zijn en vermenigvuldigd met 100.

Voorbeeld:

Een herbestemmingsproject met energiebesparende maatregelen in het bevingsgebied:

Hiervoor gelden alle wegingsfactoren (alle vijf dus). Aangezien twee wegingsfactoren dubbel tellen is de maximale score 21. Het voorbeeldproject behaalt in totaal een score van 13. {13/21}*100 = 62.

Alle aanvragen worden aan de hand van de van toepassing zijnde wegingsfactoren gewogen. Dit levert een rangschikking aan scores op.

Aan de hand van deze rangschikking wordt budget aan de projecten toegewezen totdat het subsidieplafond is bereikt.

FORMULIER WEGINGSFACTOREN GRRG 2019

Wegingsfactoren:

Toelichting

Score

(0-3)

  • 1.

    Mate van cofinanciering

    De mate van cofinanciering ten opzichte van de totale begroting en het gevraagde subsidiebedrag.

 

 

….

  • 2.

    Staat van onderhoud van het monument (telt twee keer mee)

    De waarde van het monument in relatie tot de onderhoudstoestand van het pand. De toegekende waarde in de erfgoedmonitor is bepalend.

 

... x 2

 

=

 

....

  • 3.

    Energiebesparende en andere duurzaamheidsmaatregelen

    Welke energiebesparende of duurzaamheidsmaatregelen worden er bij de restauratie betrokken in het ingediende projectplan.

 

   

….

Alleen voor projecten herbestemming:

  • 4.

    Bijdrage aan de exploitatie van het monument

    Voor aanvragen herbestemming waar na afloop van het project sprake is van een exploitatie wordt een score toegekend op dit criterium. Het gaat hierbij om de vraag of het toekomstige onderhoud verzekerd is, waarbij gekeken wordt naar het financiële (exploitatieplan), het economische en het organisatorische perspectief.

 

   

….

Voor projecten gelegen binnen de aardbevingsgemeenten

  • 5.

    Urgentie (telt twee keer mee)

    Is er sprake van groot onderhoud waaronder restauratie in combinatie met schadeherstel en/of versterking van een rijksmonument.

 

... x 2 =

 

....

Totaalscore regulier / herbestemming

Totaal aantal punten /

Maximaal aantal te behalen punten = …… * 100 =