Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent subsidie Subsidieregeling ruimtelijke kwaliteit provincie Groningen 2019

Geldend van 27-04-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent subsidie Subsidieregeling ruimtelijke kwaliteit provincie Groningen 2019

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 16 april 2019, nr. A.15 , afdeling RS, dossiernummer SP9048 het volgende besluit hebben genomen:

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

Overwegende dat de provincie Groningen zich ten doel stelt om de ruimtelijke kwaliteit van de provincie te versterken.

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, ook wel aangeduid als de 'Algemene groepsvrijstellingsverordening';

  • -

    Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352), ook wel aangeduid als 'De-minimisverordening'.

Besluiten:

  • I.

    Vast te stellen de:

Subsidieregeling ruimtelijke kwaliteit provincie Groningen 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    belevingswaarde: de sfeer en allure van het gebied, het behoud van gebouwd cultuurhistorisch erfgoed en de herkenbaarheid van de historisch gegroeide stedenbouwkundige en landschappelijke structuur;

  • b.

    gebruikswaarde: een efficiënte inrichting van het gebied voor uitoefening van de daaraan toegekende of toe te kennen functies;

  • c.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • d.

    provincie: provincie Groningen;

  • e.

    ruimtelijke kwaliteit: kwaliteit, die wordt bepaald door de mate waarin binnen een gebied de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde in onderlinge verhouding geoptimaliseerd zijn;

  • f.

    toekomstwaarde: de toekomstbestendigheid van de maatregelen die ten behoeve van de gebruiks- en de belevingswaarde worden genomen.

Artikel 2 Doel

  • 1. De subsidieregeling heeft ten doel de ruimtelijke kwaliteit van de provincie te verbeteren en het onder de aandacht brengen van ruimtelijke kwaliteit voor een brede doelgroep. Met de subsidieregeling ruimtelijke kwaliteit willen wij mede bijdragen aan het nalaten aan ons nageslacht van een mooi, herkenbaar en beheersbaar thuis. Dat betekent dat wij de identiteit van het gebied willen bewaren, herstellen en verder willen ontwikkelen en erfgoed van onze tijd willen toevoegen. Wij willen dat onze provincie aantrekkelijk blijft voor onze inwoners en bezoekers. En ervoor zorgen dat de positie van het erfgoed, de ruimtelijke kwaliteit en het landschap in Groningen uiteindelijk minder kwetsbaar wordt.

  • 2. Wij gaan de ruimtelijke kwaliteit versterken door in de eerste plaats in te zetten op het in beeld brengen van de aanwezige stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten op alle schaalniveaus en in de tweede plaats ontwerpcapaciteit van een deskundige op het gebied van stedenbouw of landschap ondersteunen. Zo ontstaat er meer kennis over de aanwezige kwaliteiten en de mogelijkheden voor een goede doorontwikkeling er van. Door de kwaliteiten en de doorontwikkeling ervan goed in beeld te brengen zal er zorgvuldiger mee worden omgegaan.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    publiekrechtelijke rechtspersonen in de provincie;

  • b.

    rechtspersonen die in staat zijn invloed uit te oefenen op de ruimtelijke kwaliteit van de provincie of het belang van ruimtelijke kwaliteit goed kunnen uitdragen op aansprekende wijze;

  • c.

    natuurlijke personen.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het deskundig versterken van kennis en ontwerpcapaciteit van ruimtelijke kwaliteit in de provincie op het gebied van stedenbouw of landschap voor:

  • a.

    het in beeld brengen van landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten op verschillende schaalniveaus, het kan hierbij gaan om:

    • 1.

      een onderzoek;

    • 2.

      een studie;

    • 3.

      een openbaar toegankelijke expositie;

    • 4.

      een blog, vlog, film, foto's of teksten op internet;

    • 5.

      een publicatie in een krant of tijdschrift of;

    • 6.

      een vergelijkbaar ander product.

  • b.

    het inzichtelijk maken van de mogelijkheden van door ontwikkelen van landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit het kan hierbij gaan om:

    • 1.

      een kwaliteitsonderlegger;

    • 2.

      een masterplan;

    • 3.

      een visie;

    • 4.

      een plan;

    • 5.

      een onderzoek;

    • 6.

      een studie;

    • 7.

      een themastudie;

    • 8.

      een ontwerp;

    • 9.

      een beeldkwaliteitsplan;

    • 10.

      een expositie;

    • 11.

      een blog, vlog, film, foto's of teksten op internet;

    • 12.

      een publicatie in een krant of tijdschrift of;

    • 13.

      een vergelijkbaar ander product.

Artikel 6 Niet-subsidiabele activiteiten

In afwijking van het artikel 5 zijn in ieder geval niet-subsidiabel de volgende activiteiten waarbij kennis en ontwerpcapaciteit op het gebied van ruimtelijke kwaliteit wordt versterkt door het opstellen van documenten als bedoeld in artikel 5 onder a en b in het kader van:

  • a.

    wettelijke planologische planprocedures;

  • b.

    restauratie van monumentale panden;

  • c.

    afzonderlijke gebouwen, percelen of andere objecten, met uitzondering van openbaar toegankelijke landgoederen, kloosterterreinen of vergelijkbare terreinen met industrieel openbaar toegankelijk erfgoed.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor de inzet van deskundigen op het gebied van stedenbouw of landschap;

  • b.

    overige bijkomende kosten die verband houden met het vervaardigen van een product als genoemd in artikel 5.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan de vereisten als bedoeld in artikel 9;

  • b.

    geen oriëntatiegesprek heeft plaatsgevonden, als bedoeld in artikel 10, eerste lid;

  • c.

    activiteiten al begonnen zijn of uitgevoerd zijn;

  • d.

    onvoldoende is aangetoond dat er behoefte is aan de subsidiabele activiteit zoals omschreven in artikel 5.

Artikel 9 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen als bedoeld in artikel 4 wordt voldaan aan minimaal één van de twee onderstaande algemene vereisten, gericht op het versterken van de ruimtelijke kwaliteit:

  • a.

    de activiteiten zijn gericht op het versterken van kennis op het gebied van ruimtelijke kwaliteit door stedenbouwkundige of landschappelijke kwaliteiten in beeld te brengen door een deskundige op het gebied van stedenbouw of landschap op verschillende schaalniveaus;

  • b.

    de activiteiten zijn gericht op de inzet van ontwerpcapaciteit van een deskundige op het gebied van stedenbouw of landschap, waardoor er inzicht ontstaat in de mogelijkheden van het door ontwikkelen van stedenbouwkundige of landschappelijke kwaliteiten ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit.

Artikel 10 Aanvraag en indieningstermijn

  • 1. Voorafgaand aan het indienen van een subsidieaanvraag neemt de aanvrager contact op met de provincie voor een oriënterend gesprek. Het oriënterend gesprek vindt plaats met een vertegenwoordiger van Gedeputeerde Staten en indien gewenst een deskundige op het gebied van duurzaamheid. In dit gesprek wordt met de aanvrager de conceptsubsidieaanvraag besproken. In het gesprek komen aan de orde:

    • a.

      hoe de conceptaanvraag te optimaliseren is ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit

    • b.

      hoe de conceptaanvraag te optimaliseren is ten aanzien van duurzaamheidsaspecten;

    • c.

      wordt aan alle vereisten van de subsidieregeling voldaan;

    • d.

      hoe het subsidieproces verloopt.

  • 2. De gemeente waarop de aanvraag betrekking heeft wordt in kennis gesteld van de conceptaanvraag.

  • 3. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.

  • 4. Onverminderd artikel 2.1, lid 1 en 2 van de Procedureregeling bevat een aanvraag een projectplan met daarin opgenomen de volgende gegevens:

    • a.

      de doelstelling van het project of het product;

    • b.

      de locatie waar het project of het product betrekking op heeft;

    • c.

      de concrete resultaten van het met de subsidieaanvraag mogelijk gemaakte project/product;

    • d.

      de concrete werkzaamheden, waarbij wordt aangegeven door wie deze worden uitgevoerd, de aanvrager of projectpartners;

    • e.

      de geplande start- en einddatum van het vervaardigen van het met de subsidieaanvraag mogelijk gemaakte project of het product;

    • f.

      een sluitende begroting, met daarin een gespecificeerde kostenraming en gespecificeerde financieringsopzet;

    • g.

      eventuele offertes van in te huren deskundige voor de realisatie van het project of het product;

    • h.

      gegevens over de aanvrager: contactgegevens, contactpersoon, juridische vorm, bankgegevens, btw-plicht;

    • i.

      gegevens over de projectpartners: de namen van de contactpersonen en de contactgegevens;

    • j.

      voor een privaatrechtelijk rechtspersoon: het nummer van de Kamer van Koophandel;

    • k.

      voor een ondernemer die een economische activiteit uitvoert: een ingevulde de-minimis verklaring.

Artikel 11 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks de hoogte van het subsidieplafond vast.

Artikel 12 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 24.999,-.

Artikel 13 Verdeelcriteria

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 14 Subsidieverlening

  • 1.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag.

  • 2.

    Indien niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn beslist kan worden stellen Gedeputeerde Staten de aanvrager hiervan op de hoogte voor het verstrijken van deze termijn en noemen daarin een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Onverminderd het bepaalde in paragraaf 2.3 van de Procedureregeling heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    • a.

      met de werkzaamheden wordt een aanvang gemaakt binnen zes maanden na de datum van de vaststelling van de subsidie;

    • b.

      inspannen om een gebruiksrecht te verkrijgen voor het publiceren van het eindproduct op een provinciale website en het in dat kader aan Gedeputeerde Staten ter beschikking stellen.

  • 2. De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door eindproduct te tonen, dat bestaat uit een boekwerk, maquette, kaart, poster of een digitaal raadpleegbaar document of een vergelijkbaar product.

Artikel 16 Intrekking en overgangsrecht

De Subsidieregeling ruimtelijke kwaliteit provincie Groningen wordt ingetrokken, met dien verstande dat die regeling van toepassing blijft op subsidies die voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd, verleend of direct zijn vastgesteld en op daarop betrekking hebbende bezwaar- of beroepschriften.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ruimtelijke kwaliteit provincie Groningen 2019.

Ondertekening

Groningen, 16 april 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

H. Schrikkema, locosecretaris.

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling ruimtelijke kwaliteit provincie Groningen 2019

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen 2018 (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.