Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening rekenkamercommissie Hardenberg

Geldend van 24-04-2014 t/m 31-12-2023

Intitulé

VERORDENING REKENKAMERCOMMISSIE HARDENBERG

De raad van de gemeente Hardenberg;

gelezen het voorstel van het presidium van de gemeente Hardenberg;

gelet op de artikel 81o van de Gemeentewet;

Besluit:

I. in te trekken de Rekenkamerverordening Hardenberg, zoals vastgesteld op 20 december 2005;

II. vast te stellen de volgende

VERORDENING REKENKAMERCOMMISSIE HARDENBERG

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de gemeentelijke rekenkamercommissie;

  • b.

    doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin de organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of beoogde maatschappelijke effecten te bereiken;

  • c.

    doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo gunstig mogelijke inzet van de beschikbare productiemiddelen het gewenst resultaat te bereiken;

  • d.

    rechtmatigheid: de mate waarin wordt voldaan aan de gemeentelijke begroting en wettelijke regels.

Artikel 2 Taak

  • 1. Er is een rekenkamercommissie.

  • 2. De taak van de commissie is het (laten) onderzoeken van de doeltreffendheid, doelmatigheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming

  • 1. De commissie bestaat uit één extern lid en ten minste 3 en ten hoogste 5 raadsleden.

  • 2. Benoeming en ontslag van de leden vindt plaats door de raad.

  • 3. Benoeming vindt plaats voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad.

  • 4. Het externe lid is tevens voorzitter.

  • 5. Het externe lid wordt in beginsel voor vier jaar benoemd.

  • 6. Het externe lid kan voor ten hoogste één termijn worden herbenoemd.

  • 7. Het externe lid legt voor ambtsaanvaarding de eed of de verklaring en belofte af als bedoeld in artikel 81g van de Gemeentewet.

  • 8. Een commissielid wordt ontslagen:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      bij langdurige ziekte of in gebreke blijven;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zo'n uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

Artikel 4 Voorzitter en secretaris

  • 1. De voorzitter draagt zorg voor:

    • a.

      het tot stand komen van de conceptonderzoeksopdracht;

    • b.

      het tot stand komen van een onderzoeksrapport met conclusies en aanbevelingen;

    • c.

      het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming binnen de commissie;

    • d.

      de leiding van de vergaderingen aan de commissie;

    • e.

      in voorkomende gevallen, optreden namens de commissie.

  • 2. De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

  • 3. De ambtelijk secretaris wordt in overleg met de commissie en de griffier door het presidium aangewezen. Op verzoek van de voorzitter kunnen ambtenaren van de griffie of uit de ambtelijke organisatie worden aangewezen als ambtelijk secretaris dan wel als - tijdelijke - ondersteuning van de ambtelijk secretaris.

  • 4. De ambtelijk secretaris draagt zorg voor:

    • a.

      de procescoördinatie van de onderzoeken;

    • b.

      de administratieve ondersteuning van de commissie;

    • c.

      de organisatie van de vergaderingen in overleg met de voorzitter.

  • 5. De ambtelijk secretaris legt over zijn werkzaamheden ten behoeve van de commissie rechtstreeks verantwoording af aan de commissie.

Artikel 5 Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1. Het externe lid ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2. Ten aanzien van de vergoedingen en de onkostenvergoedingen van het externe lid is artikel 15 Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden van toepassing.

Artikel 6 Selectie onderzoeksonderwerp

  • 1. De commissie bepaalt het onderwerp dat zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en de stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt ter kennisneming aan het presidium gestuurd.

  • 3. Bij de keuze van het onderzoeksonderwerp worden de volgende richtinggevende criteria zo veel mogelijk in acht genomen:

    • a.

      het onderwerp moet op effectiviteit van beleid en/of efficiency van de uitvoering en/of de rechtmatigheid daarvan kunnen worden getoetst;

    • b.

      het onderwerp moet bestuurlijk relevant zijn, waarbij het maatschappelijk effect zwaar weegt;

    • c.

      het gemeentebestuur moet van de uitkomsten kunnen leren;

    • d.

      de betrokkenheid van het gemeentebestuur bij het onderwerp dient substantieel en aanwijsbaar te zijn;

    • e.

      het onderwerp dient betrekking te hebben op een (deels) afgerond beleidsterrein, waarbij de relatie met de doelen en gewenste resultaten uit de toekomstvisie en het meerjarenprogramma gelegd kan worden.

Artikel 7 Werkwijze en afstemming

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het onderzoek.

  • 2. Indien de commissie verzoekt om mondelinge en/of schriftelijke inlichtingen van leden van het college, van raadsleden of medewerkers van de gemeente, zijn deze verplicht daaraan - binnen de eventueel door de commissie gestelde termijn - gehoor te geven.

  • 3. De commissie is bevoegd, indien en voor zover de gemeente uit andere hoofde over deze bevoegdheid beschikt, ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode onderzoek te doen instellen bij:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • b.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • c.

      andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middelijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

    De commissie is bevoegd mondeling of schriftelijk informatie in te winnen bij de onder a, b, en c genoemde organisaties. Bij het uitoefenen van haar taak kan de commissie gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar bevoegdheid tot eigen onderzoek.

  • 4. De commissie past tijdens haar onderzoek onverminderd het principe van hoor en wederhoor toe.

  • 5. De commissie kan voor haar functioneren een reglement van orde vast stellen, dat zij ter kennisneming aan de raad stuurt.

  • 6. De commissie kan de raad tussentijds informeren over de voortgang van het onderzoek.

  • 7. De commissie publiceert over de voorbereiding, uitvoering en rapportering van onderzoeken op de momenten dat zij dat wenselijk acht.

Artikel 8 Vergaderingen en geheimhouding

  • 1. De vergaderingen van de commissie worden in beslotenheid gehouden.

  • 2. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 3. De commissie kan geheimhouding opleggen over het in de vergadering behandelde en over de inhoud van stukken die aan de commissie zijn overgelegd.

  • 4. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen totdat de commissie haar opheft. Betreft het stukken waarover door andere organen geheimhouding is opgelegd, of het verslag van de behandeling van dergelijke stukken, dan blijft geheimhouding gehandhaafd tot het betreffende orgaan of de raad deze opheft.

Artikel 9 Resultaten onderzoek

  • 1. Het onderzoek van de commissie resulteert in een openbaar onderzoeksrapport, waarin bevindingen, conclusies en aanbevelingen zijn opgenomen. Eventuele minderheidsstandpunten worden weergegeven.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders geeft binnen acht weken na het gereedkomen van het onderzoeksrapport een reactie op de conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport.

  • 3. Het onderzoeksrapport wordt samen met de reactie van het college van burgemeester en wethouders aan de raad aangeboden.

  • 4. De raad neemt besluiten naar aanleiding van de conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport met inachtneming van de reactie van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 10 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen voor de uitvoering van haar taken.

  • 2. Uit het budget worden in ieder geval betaald:

    • a.

      de vergoeding aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      externe deskundigen die door de commissie worden ingeschakeld;

    • d.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie Hardenberg en treedt 1 dag na bekendmaking in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad van de gemeente Hardenberg van 20 april 2010.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier.

Toelichting op de Verordening rekenkamercommissie Hardenberg

Artikel 1

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2

De gemeenteraad heeft gekozen voor een rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81o Gemeentewet.

Artikel 3

De gemeenteraad kiest voor een commissie die bestaat uit een externe voorzitter en 3, 4 of 5 raadsleden. Er is voor een gemengde commissie gekozen omdat de raad graag betrokken wil zijn bij de keuze van het onderzoeksonderwerp en de probleemstelling waar het onderzoek zich op moet richten. Ook staat voor de raad het leren centraal en vinden onderzoeken niet plaats om 'af te rekenen'.

De voorzitter wordt in beginsel voor een periode benoemd die gelijk is aan de raadsperiode. Vanwege de continuïteit binnen de raad vindt er in het laatste jaar van de raadsperiode een evaluatie plaats over het functioneren van de commissie in het algemeen en de voorzitter in het bijzonder. Deze evaluatie vormt de basis voor een mogelijke (éénmalige) herbenoeming.

Artikel 4

De voorzitter vervult een belangrijke rol in het functioneren van de commissie en in de invulling van de adviesrol die de commissie richting de raad kan hebben. Hij wordt geacht invulling te geven aan constructieve communicatie tussen de raad en de rekenkamercommissie. De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Deze vervult een belangrijke rol in de procescoördinatie van de onderzoeken, waaronder de afstemming van de onderzoeksonderwerpen en de onderzoeksvragen. Daarnaast vervult de secretaris een administratieve meer procedurele rol ten aanzien van de vergaderingen.

Artikel 5

De vergoeding voor de werkzaamheden van de voorzitter is gelijk aan die van de voorzitter voor de commissie Bezwaar- en beroepschriften in de gemeente.

Artikel 6

De gemeenteraad heeft een duidelijke behoefte om betrokken te zijn bij de keuze van het onderzoeksonderwerp en de probleemstelling waarop het onderzoek zich moet richten. Deze betrokkenheid kan plaatsvinden door op gezette tijden met het presidium af te stemmen en de onderzoeksopzetten ter kennisneming aan het presidium toe te sturen.

Artikel 7, 8, 9, 10 en 11

Deze artikelen behoeven geen toelichting.