Wegsleepverordening gemeente Hardenberg 2003

Geldend van 28-01-2004 t/m heden

Intitulé

WEGSLEEPVERORDENING GEMEENTE HARDENBERG 2003

De raad van de gemeente Hardenberg;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2003;

gehoord de commissie Ruimte d.d. 11 november 2003;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

Besluit:

vast te stellen de:

Wegsleepverordening gemeente Hardenberg 2003.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;

  • e.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voorzover ze behoren tot één van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1. Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen het terrein van Goverts Kraanverhuur en Bergingsbedrijf, Handelsstraat 13 te Hardenberg.

  • 2. De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats zijn: op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur; buiten deze tijden na telefonische afspraak.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats en de kosten voor het bewaren bedragen (tarieven in euro, incl. BTW):

tarieftijd 1

tarieftijd 2

tarieftijd 3

voertuig tot 3500 kg

Uitrijden

86

106

122

Uitvoering

75

95

109

Extra tijd, per uur

92

116

136

Stalling, per dag

15

15

15

voertuig boven 3500 kg

Per uur

165

189

209

Extra man, per uur

62

86

106

Stalling, per dag

30

30

30

toeslag afhalen voertuig buiten kantoortijd

26

34

40

tarieftijd 1: werkdagen 08.00 - 18.00 uur

tarieftijd 2: werkdagen 18.00 - 08.00 uur en zaterdagen

tarieftijd 3: zondagen en officieel erkende feestdagen

De uitvoering is gebaseerd op een duur tot max. 1,5 uur; daarboven geldt de extra tijd toeslag.

Stallingdagen gaan in op de datum volgend op de meldingsdatum; een gedeeltelijk gebruikte stalling dag is gelijk aan één stallingdag.

Indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de daadwerkelijke overbrenging is begonnen, dient het bedrag van uitrijden ter plaatse contant te worden betaald.

De kosten worden jaarlijks geïndexeerd met het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking zes weken na de dag van bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Wegsleepverordening gemeente Hardenberg 2003".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Hardenberg van 27 november 2003.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier,

Toelichting bij Wegsleepverordening gemeente Hardenberg 2003

Toelichting algemeen

werking

Op grond van de oude WVW 1994 mochten op de weg staande voertuigen alleen worden weggesleept in het belang van de veiligheid op de weg, de vrijheid van het verkeer of het vrijhouden van invalidenparkeerplaatsen.

In de nieuwe wegsleepbepalingen uit de WVW en het bijbehorende Besluit wegslepen van voertuigen is dit laatste criterium uitgebreid tot "het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen". Behalve invalidenparkeerplaatsen zijn er immers meer locaties denkbaar waar fout parkeren als zeer hinderlijk wordt ervaren zonder dat de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer direct in het geding zijn. Hierbij kan dan o.a. gedacht worden aan onbevoegd parkeren op laad- en loshavens, taxistandplaatsen, marktterreinen, voetgangersgebieden etc. Direct optreden tegen dergelijke fout geparkeerde voertuigen kan dan soms zeer wenselijk zijn. De gemeenten kunnen pas gebruik maken van deze bevoegdheid nadat deze wegen en weggedeelten nader zijn worden aangewezen in een gemeentelijke verordening.

Van de bevoegdheid tot wegslepen moet verantwoord gebruik worden gemaakt.

Een parkeerovertreding op zich is niet zonder meer voldoende om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Het wegslepen van een voertuig dat om 4.00 uur ’s nachts in strijd foutief geparkeerd is zal doorgaans als niet of minder urgent moeten worden beschouwd. In zo’n geval kan het uitschrijven van een parkeerbon doorgaans volstaan.

verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het opmaken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders.

Het is niet nodig om eerst een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder op te maken voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, maar het kan wel samengaan. Wel is het hoe dan ook noodzakelijk om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen in een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld te laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft. Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer een reden om ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen. Het college van burgemeester en wethouders maakt in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.

verordening

In artikel 170 e.v. WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:

1 de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

2 de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

3de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.

Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

ad d. Voertuig

Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.

Ook in de APV is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg (zie artikel 5.1.11). Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In artikel 5.1.11 van de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

ad e. Motorrijtuig

Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voorzover ze behoren tot één van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Ingevolge artikel 170 eerste lid sub c WVW 1994, artikel 2 van het Besluit en artikel 2 van de Wegsleepverordening gemeente Hardenberg 2003 kan ten behoeve van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen weggesleept worden van:

  • 1.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onder e van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;

  • 2.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderd g van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;

  • 3.

    parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, al dan niet met een onderbord waarop aangegeven:

    • -

      de categorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of

    • -

      dat het parkeren op bepaalde dagen of uren is verboden, of

    • -

      de voorgeschreven wijze van parkeren;

  • 4.

    taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • 5.

    parkeerplaatsen voor gehandicapten, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • 6.

    gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • 7.

    parkeergelegenheden voor een categorie of groep van voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • 8.

    parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid met bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990;

  • 9.

    voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.

Tevens is in artikel 13 bepaald dat de directe kosten van het wegslepen van voertuigen met een maximum van 15% mogen worden opgehoogd ter dekking van de bovengenoemde indirecte kosten. De kosten zijn gebaseerd op een offerte, verhoogd met de administratiekosten.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • -

    het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • -

    de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het ‘knoeien’ met kentekens in geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X. Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. In de wegsleepverordening zijn de artikelen over de bewaarplaats van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze bepaling spreekt voor zich.

Ingevolge de Tijdelijke referendumwet is het besluit tot het vaststellen van de wegsleepverordening referendabel. Hierdoor treedt de verordening niet eerder in werking dan zes weken na de bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze bepaling spreekt voor zich.