Regeling vervallen per 19-02-2019

Onderwerp: Vaststelling beleidsregels scholing taalniveau 3F voorschoolse voorzieningen Hardenberg

Geldend van 01-03-2018 t/m 18-02-2019

Intitulé

Onderwerp: Vaststelling beleidsregels scholing taalniveau 3F voorschoolse voorzieningen Hardenberg

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg;

gelet op artikel 2, lid 1, sub e, van de Algemene Subsidieverordening Cultuur, Sport en Welzijn Gemeente Hardenberg 2004;

Besluit:

Vast te stellen de:

"Tijdelijke beleidsregels scholing taalniveau 3F Hardenberg"

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

1.

Kinderdagopvang

Aanbod kinderopvang vanuit een landelijk geregistreerd kinderdagverblijf in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

2.

De gemeente

De gemeente Hardenberg

3.

Pedagogisch medewerker

Een pedagogisch medewerker werkzaam in een voorziening voor kinderdagopvang.

4.

Voorziening

Het aanbod kinderdagopvang zoals een instelling dat op een specifieke locatie aanbiedt op een locatie in de gemeente.

5.

Aanvrager

Een rechtspersoon die een voorziening voor kinderdagopvang exploiteert in de gemeente Hardenberg.

6.

Scholingstraject 3F

Een scholingsaanbod voor pedagogisch medewerkers gericht op het behalen van de toets taalniveau 3F gericht op mondelinge vaardigheden spreken en/of mondelinge vaardigheden luisteren en/of leesvaardigheid. Een scholingstraject wordt afgesloten met een toets om vast te stellen of het benodigde taalniveau behaald is.

7.

Taalniveau 3F

Taalniveau 2F/3F bestaat uit de volgende 5 onderdelen:

  • Mondelinge vaardigheden 3F (spreken en luisteren)

  • Leesvaardigheden 3F

8.

Trajectprijs

De prijs per pedagogisch medewerker van een scholingstraject 3F tot een door het college van b en w vastgesteld maximum.

9.

Verletkosten

De kosten die een aanvrager moet maken voor de uren die een pedagogisch medewerker moet maken voor de lesuren van het scholingstraject en de eindtoets 3F tot een door het college van b en w vastgesteld maximum.

10.

Tel mee met taal

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 augustus 2016, nr. MBO/999166, houdende subsidieverstrekking voor de verbetering van taalvaardigheid van werknemers, de aanpak van laaggeletterdheid bij volwassenen en de leesbevordering bij kinderen (Beleidsregels Tel mee met Taal)

http://wetten.overheid.nl/BWBR0038495/2017-10-01

HOOFDSTUK II de subsidieverlening

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen vanaf 1 maart 2018 een incidentele subsidie verstrekken aan een aanvrager van een subsidie als tegemoetkoming in de kosten van een scholingstraject 3F en eventuele bijkomende verletkosten.

Artikel 3 Bijzondere bepalingen en verplichtingen

  • 1. Het scholingsstraject moet uiterlijk 1 januari 2019 zijn afgesloten met een eindtoets op de onderdelen waarvoor het benodigde taalniveau nog niet was behaald en uiterlijk die datum moeten aan de gemeente de resultaten van de toetsen zoals omschreven onder art. 1 lid 6 worden verstrekt.

  • 2. De subsidie kan worden aangevraagd tot uiterlijk 1 april 2018 op de daarvoor door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulieren.

  • 3. Voor pedagogisch medewerkers die op 3 onderdelen van het taalniveau 3F moeten worden bijgeschoold is de aanvrager verplicht voor 1 april 2018 een subsidieaanvraag in te dienen in het kader van de landelijke subsidieregeling “Tel mee met taal”.

Artikel 4 Reikwijdte van de beleidsregels

  • 1. Voor de subsidie komt slecht in aanmerking een rechtspersoon die op 1 april 2018 een voorziening voor kinderdagopvang exploiteert in de gemeente Hardenberg die is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang in de zin van Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 2. Subsidie wordt slechts verstrekt voor medewerkers voor wie in 2017 reeds een subsidie is verleend in het kader van de “Tijdelijke subsidieregeling toetsing taalniveau 2F/3F Hardenberg”.

Artikel 5 Grondslag voor de subsidieberekening

  • 1. De grondslag voor de subsidie is het aantal pedagogisch medewerkers dat in aanmerking komt voor een scholingstraject 3F, dat aantal wordt bepaald op basis van de opgave die de instellingen voor kinderopvang in november/december 2017 hebben gedaan van de toets resultaten die zijn behaald voor de medewerkers aan wie in het kader van de "Tijdelijke subsidieregeling toetsing taalniveau 2F/3F Hardenberg" in 2017 subsidie is verleend.

  • 2. De te verlenen subsidie kan bestaan bestaat uit twee componenten:

    • a.

      Een bedrag voor een trajectprijs tot een maximum per scholingstraject 3F van:

      • I.

        Voor medewerkers die op 1 onderdeel geschoold moeten worden een bedrag van maximaal € 635,-

      • II.

        Voor medewerkers die op 2 onderdelen geschoold moeten worden een bedrag van maximaal € 1.220,-

      • III.

        Voor medewerkers die op 3 onderdelen geschoold moeten worden een bedrag van maximaal € 2.130,-

    • b.

      Een bedrag voor verletkosten tot een forfaitair bedrag van maximaal€ 23,- per uur per scholingstraject 3F van:

      • I.

        Voor medewerkers die op 1 onderdeel geschoold moeten worden een bedrag van maximaal 10,5 uur x € 23 = € 240,- (afgerond)

      • II.

        Voor medewerkers die op 2 onderdelen geschoold moeten worden een bedrag van maximaal 21 uur x € 23 = € 480,- (afgerond)

      • III.

        Voor medewerkers die op 3 onderdelen geschoold moeten worden een bedrag van maximaal 41,5 uur x € 23 = € 950,- (afgerond)

Artikel 6 De subsidieaanvraag

  • 1. Instellingen die voor een incidentele subsidie voor een scholingstraject 3F in aanmerking willen komen kunnen voor 1 april 2018 een subsidieaanvraag indienen.

  • 2. In afwijking van art. 5 van de Algemene Subsidieverordening Cultuur, Sport en Welzijn Gemeente Hardenberg moet de aanvraag als bedoeld in lid 1 van dit artikel zijn voorzien van:

    • a.

      een gespecificeerde opgave per aanvrager van: de naam, adres, geboortedatum van de pedagogisch medewerkers waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      het aantal pedagogisch medewerkers waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      het aantal uren per medewerker waarvoor een bijdrage in de verletkosten wordt aangevraagd alsmede de prijs per uur (tot een maximum zoals omschreven in art. 5 lid 2.b. van deze tijdelijke regeling)

  • 3. Burgemeester en wethouders nemen binnen 8 weken na ontvangst van een complete aanvraag een besluit over de subsidieverlening.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen voor het indienen van aanvragen model aanvraagformulieren vast.

  • 5. Aanvragen ontvangen na 1 april 2018 worden niet meer in behandeling genomen.

Artikel 8 De subsidieverlening

  • 1. Bij de subsidieverlening wordt bepaald of en op welke wijze een voorschot kan worden vertrekt op de verleende subsidie waarbij het aantal termijnen, de termijnbedragen en de data waarop deze worden uitbetaald worden vermeld.

Artikel 9 Rapportageverplichtingen

  • 1. De subsidieaanvrager registreert en legt verantwoording af waarbij wordt overlegd:

    • a.

      een overzicht op naam met vermelding van adres en geboortedatum van alle pedagogisch medewerkers die aan het volledige door de gemeente gesubsidieerde scholingstraject 3F hebben deelgenomen;

    • b.

      een overzicht op naam waarin zichtbaar is voor welke onderdelen van scholingstraject 3F de pedagogisch medewerkers al dan niet geslaagd is;

    • c.

      een factuur van de aanbieder van het taaltraject waaruit blijkt hoeveel scholingstrajecten 3F er zijn afgenomen en de trajectprijs;

    • d.

      een overzicht op naam waarin zichtbaar is aan welke medewerker voor hoeveel uur welke vergoeding voor verletkosten is betaald (tot een maximum zoals omschreven in art. 5 lid 2.b. van deze tijdelijke regeling);

    • e.

      in geval er subsidie is verleend voor medewerkers die op 3 onderdelen taalniveau 3F moeten worden bijgeschoold moet een kopie worden overlegd van de subsidiebeschikking op grond van de subsidieaanvraag “Tel mee met taal”.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan formulieren vaststellen voor het indienen van de verantwoordingsgegevens.

  • 3. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere gegevens opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde verplichtingen te controleren.

HOOFDSTUK III de subsidievaststelling

Artikel 10 De subsidievaststelling

  • 1. Een verzoek tot vaststelling van de subsidie moet voor 1 januari 2019 worden ingediend.

  • 2. Bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie worden de gegevens overlegd zoals omschreven in artikel 9 lid 1.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen op basis van de ingediende verzoek de subsidie vast op basis van het aantal pedagogisch medewerkers dat het gehele scholingstraject 3F heeft afgerond met een taaltoets.

  • 4. Het bedrag per pedagogisch medewerker wordt vastgesteld op basis van de betaalde trajectprijs tot het maximum van de in artikel 5 genoemde grondslag + de verletkosten zoals omschreven in artikel 9 lid 1.d.

  • 5. De subsidie kan onder andere lager worden vastgesteld:

    • a.

      wanneer de aanvrager van de subsidie het verzoek tot vaststelling van de subsidie niet tijdig in dient;

    • b.

      wanneer het verzoek tot vaststelling van de subsidie ook na een eventuele hersteltermijn niet compleet is;

    • c.

      wanneer de aanvrager niet heeft voldaan aan de bepalingen in deze beleidsregels;

    • d.

      wanneer het aantal pedagogisch medewerkers dat het scholingstraject heeft afgerond met een taaltoets 3F lager is dan het aantal waarvoor subsidie is verleend;

    • e.

      wanneer het aantal uren waarvoor een tegemoetkoming voor verletkosten is verstrekt lager is dan het aantal uren waarvoor een subsidie voor de verletkosten is verleend of wanneer het uitbetaalde bedrag per uur lager is dan in de aanvraag is aangegeven.

    • f.

      wanneer er op grond van de subsidieregeling “Tel mee met taal” subsidie is ontvangen, de subsidie van de gemeente wordt zoveel lager vastgesteld als de hoogte van de toegekende subsidie “Tel mee met taal”.

HOOFDSTUK IV slot- en overgangsbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 maart 2018.

Na vaststelling van de subsidies verleend op grond van deze beleidsregels zijn vastgesteld vervallen deze beleidsregels van rechtswege.

Artikel 12 Citeerartikel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “beleidsregels subsidie scholing taalniveau 3F Hardenberg”.

Ondertekening

Hardenberg, 16 januari 2017

Burgemeester en wethouders van Hardenberg,

Loco-secretaris, Burgemeester,

E.C.B. Hoitink P.H. Snijders