Beleidsregels Marginale zelfstandigen

Geldend van 01-07-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Marginale zelfstandigen

Inleiding

Het verlenen van bijstand aan zelfstandigen is geregeld in het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Bijstandsverlening aan zelfstandigen is een activeringsinstrument en beoogt instroom in de PW/IOAW te voorkomen en uitstroom uit deze regelingen te bevorderen. De regeling richt zich op gevestigde zelfstandigen (zie ook gevestigde zelfstandigen), startende zelfstandigen (zie ook startende zelfstandigen), oudere zelfstandigen, beëindigende zelfstandigen en op uitkeringsgerechtigden die een eigen bedrijf zouden willen starten.

Sinds jaar en dag kennen we, naast zelfstandigen, (werkloze) cliënten die bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten voor eigen risico verrichten of willen gaan verrichten. Deze cliënt moet worden onderscheiden van de zelfstandige. Het verrichten van zelfstandige activiteiten door een cliënt kan onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan. Hiermee wordt beoogd, dat deze (zo snel mogelijk) weer uitkeringsonafhankelijk kan worden. Het vermogen, noodzakelijkerwijs vastgelegd ten behoeve van de zelfstandige activiteiten, wordt vrijgelaten (zie instructie vermogen). De zelfstandige activiteiten moeten een bescheiden karakter hebben. Het verrichten van bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten met behoud van uitkering op een schaal die uitgaat boven een bescheiden schaal is niet toegestaan vanwege de duurzame inkomensgarantie aan de werkloze en het concurrentievervalsende effect. Er moet in alle gevallen gekeken worden, wat de kortste weg naar duurzame arbeid is. Dit hoeft niet altijd arbeid in loondienst te zijn, maar het kan ook zelfstandig ondernemerschap zijn. Een combinatie van deze twee soorten arbeid (gemengde beroepspraktijk) is ook mogelijk.

Het beleid met betrekking tot het verrichten van zelfstandige activiteiten met behoud van uitkering is gebaseerd op de volgende jurisprudentie:

*

Het beleid van de gemeente Hardenberg

Zelfstandige activiteiten

Een zelfstandige is de cliënt van 18 tot de pensioengerechtigde leeftijd die voor de voorziening in de kosten van het bestaan is aangewezen op arbeid in bedrijf of beroep (Art.1 Bbz 2004). Een zelfstandige is tenminste 1225 uren op kalenderjaarbasis werkzaam in zijn onderneming of 875 uren als zijn/haar partner dan 525 uren meehelpt. De cliënt moet dit aantal uren aannemelijk maken, maar hoeft dit niet te bewijzen. Om te voldoen aan het urencriterium, mogen uren voor opleiding, reistijd woon/werk-verkeer, administratie en dergelijke worden meegeteld. De regels die de Belastingdienst hanteert zijn leidend. Het verwerven van inkomen uit beroep of bedrijf met behoud van uitkering kan in beginsel worden toegestaan. Het verrichten van zelfstandige activiteiten moet dan wel voldoen aan de volgende uitgangspunten:

  • de werkzaamheden zijn van bescheiden schaal

  • voor deze werkzaamheden moet vooraf toestemming zijn verleend

  • de cliënt moet volledig beschikbaar blijven voor arbeid in dienstbetrekking en voldoen aan alle andere voorwaarden als werkloze

  • de activiteiten zijn niet concurrentievervalsend

  • de cliënt moet een deugdelijke boekhouding bijhouden

De winst uit de zelfstandige activiteiten wordt bepaald aan de hand van de jaarstukken Deze winst wordt berekend met toepassing van de algemeen gebruikelijke boekhoudkundige principes, zoals:

  • realisatiebeginsel (opbrengst verantwoorden op het moment van ontvangst of facturering);

  • confrontatiebeginsel (toerekenen van de kosten van een bepaald product naar de periode waarin de opbrengst werd gerealiseerd);

  • transactieactie (beginsel het verantwoorden van de uitgaven en ontvangsten als kosten en opbrengsten in de periode waarop ze betrekking hebben).

In de dagelijkse praktijk is meestal sprake van de toepassing van het kasstelsel en factuurstelsel. Een eenmaal gekozen stelsel kan niet zomaar worden gewijzigd. De klant is dus verplicht een deugdelijke boekhouding/administratie te voeren. De cliënt moet maandelijks zo nauwkeurig mogelijk op het rechtmatigheidsformulier opgeven hoeveel wordt verdiend. De cliënt kan hierover overleggen met zijn/haar consulent zelfstandigen. Na afloop van het boekjaar wordt aan de hand van de jaarstukken en de belastingaangifte bepaald hoe hoog de jaarwinst was. Het eventuele verschil met de al gekorte bedragen wordt teruggestort aan de cliënt of van de cliënt teruggevorderd. Het is niet toegestaan om een verlies van een voorafgaand jaar te verrekenen met de winst in een volgend jaar (dit wordt verliescompensatie genoemd). Elke werkloze cliënt heeft een consulent die verantwoordelijk is voor de re-integratie/participatie van deze cliënt. Deze consulent verstrekt, gevraagd of ongevraagd, informatie van algemene aard die van belang is voor het voorzien in eigen onderhoud. Individuele voorlichting of onderhandeling over het verzoek, om met behoud van uitkering zelfstandige activiteiten te mogen verrichten, behoort tot de taak van de consulent zelfstandigen van het Rbz. Het Rbz kan de volgende taken verrichten:

  • Beoordeling van het recht op een uitkering op grond van het Bbz 2004

  • Beoordeling van het toepassen van de BS-regeling

  • Beoordeling of cliënt in aanmerking kan komen voor de voorbereidingsperiode Bbz 2004

  • Vaststelling van het (bedrijfs)vermogen

Aanmelding van een cliënt aan het Rbz kan door een mail te sturen aan info@rbzzwolle.nl met naam en cliëntnummer en een toelichting op de situatie.

De voorbereidingsperiode is mogelijk voor uitkeringsgerechtigden die zich zo kunnen oriënteren op het (cultureel) ondernemerschap of zelfstandige beroepsuitoefening. Deze periode kan maximaal voor de duur van 1 jaar worden toegekend. De cliënt dient hiervoor vooraf toestemming bij de consulent zelfstandigen te vragen. Bij het verlenen van de toestemming wordt men doorgaans ontheven van de actieve arbeidsplicht. Wel moet men als werkzoekende ingeschreven blijven staan bij UWV. Zolang er nog geen beslissing is genomen of de cliënt bij het Rbz thuishoort, wordt de cliënt nog niet overgedragen naar het Rbz. In beginsel wordt toestemming verleend aan een cliënt die wil starten met zelfstandige activiteiten op bescheiden schaal. De toestemming gaat gepaard met een groot aantal voorwaarden en wordt in principe verleend voor maximaal 20 uren per week. Als de cliënt het niet eens is met de op te leggen voorwaarden, wordt geen toestemming verleend. De cliënt kan hiertegen (of tegen een aantal voorwaarden) bezwaar maken. De toestemming wordt in beginsel geweigerd als een cliënt aanvankelijk zijn zelfstandige activiteiten verzweeg, bijvoorbeeld bij een illegale autohandel. Op dit beginsel wordt een inbreuk gemaakt als cliënt voldoende concreet vertrouwen weet op te wekken, inzake het naleven van -de voorwaarden in de toekomst. Het overtreden van de voorwaarden kan leiden tot beëindiging van de uitkering. Dit is onder andere afhankelijk van de ernst van het verzuim. Doorgaans wordt de toestemming verleend voor één jaar. Deze periode kan in bijzondere gevallen op individuele gronden worden verlengd. Er zijn, vanuit de cliënt gezien, twee verschillende doelstellingen mogelijk bij BS-regeling. Ten eerste kan een werkloze de wens hebben om zich op enig moment definitief te vestigen als zelfstandige en heeft daartoe een reële kans. Als deze stap, eventueel met hulp van het Bbz 2004, niet kan worden gemaakt, zal de toestemming in beginsel worden ingetrokken. De toestemming wordt niet ingetrokken als de zelfstandige activiteiten zicht bieden op arbeid in loondienst (de zgn. "springplankfunctie"). In bepaalde gevallen (maatwerk) kan het voorkomen dat het gewenst is om de 20 uren per week uit te smeren over een kortere periode. Die gevallen doen zich in principe uitsluitend voor in combinatie met toestemming voor de voorbereidingsperiode o.g.v. het Bbz 2004. De cliënt heeft in die fase geen sollicitatieplicht. Zie ook Voorbereidingsperiode.

De startersconsulent van het Rbz kan worden ingeschakeld om de begeleiding op zich te nemen bij het opstellen van een ondernemingsplan. Dit is vooral bedoeld om meer inzicht te krijgen in de exploitatiekansen van de nieuwe onderneming en/of de aspirant-ondernemer zelf. Hiervoor geldt een periode van hooguit maximaal 26 weken. Hierdoor blijft de omvang van de zelfstandige activiteiten beneden de 1225 uren per jaar (uitgaande van 40 uren per week). Ten tweede kan het voorkomen, dat de cliënt zelfstandige activiteiten verricht, waarmee zijn/haar sociale vaardigheden worden verbeterd. Er is dan echter geen vooruitzicht om hiermee uiteindelijk weer zelf te kunnen voorzien in de bestaanskosten. Voor deze groep cliënten kan de toestemming jaarlijks worden verlengd, mits de activiteiten een inkomen opleveren en zo een bijdrage leveren aan het verminderen van de bijstand (het zgn. "inverdieneffect"). Zo kan de BS-regeling met name voor oudere- en/of gedeeltelijk arbeidsongeschikte cliënten als sociaal activeringsinstrument worden ingezet. Deze groep cliënten hoeft niet ingeschreven te staan als werkzoekende en/of heeft geen sollicitatieplicht. In die gevallen kan ook worden afgeweken van het "20 uren beginsel". Wel moet een boekhouding worden bijgehouden en de inkomsten moeten beperkt blijven. De inkomsten uit de zelfstandige activiteiten moeten bij een belastingaangifte worden opgevoerd als bijverdiensten. Er bestaat bij die aangifte geen mogelijkheid tot het claimen van de "zelfstandigenaftrek". De consulent zelfstandigen neemt dit mee als één van de voorwaarden, zodra toestemming wordt verleend. Over de (aanvullende) bijstand van een cliënt wordt inkomstenbelasting en premie betaald. Het is soms mogelijk om hiervan een teruggaaf te krijgen van de Belastingdienst. De cliënt is verplicht om deze teruggaaf te melden. Afhankelijk van de oorzaak van de teruggaaf kan dit er toe leiden, dat verleende bijstand wordt teruggevorderd. Als de cliënt over een bepaald belastingjaar gebruik maakte van de zelfstandigenaftrek en ook een uitkering genoot, onderzoekt de consulent zelfstandigen wat het feitelijk gewerkte aantal uren over dat jaar is geweest. Blijkt het aantal gewerkte uren hoger dan de bij beschikking toegestane uren, dan wordt de bijstand beëindigd. Terugvordering van bijstand is slechts mogelijk tot het bedrag van de ontvangen belastingteruggaaf. De cliënt levert immers over de gewerkte uren informatie door vermelding op het rechtmatigheidsformulier.

Als met een beschikking toestemming wordt verleend, om met behoud van uitkering zelfstandige activiteiten te mogen verrichten, worden de volgende mededelingen en voorwaarden opgenomen in de beschikking:

  • 1.

    Genoemde werkzaamheden dienen van bescheiden omvang te zijn en te blijven. Voor de bepaling van de omvang van de werkzaamheden gelden de volgende criteria:

    • 1.

      maximaal 50% van de normale arbeidstijd mag besteed worden aan zelfstandige activiteiten;

    • 2.

      het gestelde onder a. betekent in principe, dat het toepassen van de zelfstandigenaftrek voor de belastingheffing niet kan worden toegestaan.

  • 2.

    Er moet blijven voldaan aan de voorwaarden die aan de uitkering zijn gesteld. Dit betekent onder meer dat men volledig beschikbaar dient te zijn en te blijven voor de arbeidsmarkt. Tenzij de arbeidsvoorwaarden niet zijn opgelegd.

  • 3.

    Er moet voldaan worden aan de normale wettelijke vereisten. Hierbij valt te denken aan:

    • 1.

      aanvragen van een OB (omzetbelasting)-nummer;

    • 2.

      ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel;

    • 3.

      voldoen aan vestigingsverplichtingen.

  • 4.

    Van de inkomsten en uitgaven uit genoemde werkzaamheden moet een deugdelijke boekhouding worden bijgehouden en na afloop van ieder boekjaar moet het boekhoudverslag met de belastingaangifte over het betreffende jaar zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na afloop van dat jaar, aan het Rbz worden gestuurd. Aan de hand hiervan kan vastgesteld worden of terugvordering van verleende bijstand moet plaatsvinden of dat er nog recht is op een nabetaling. De inkomsten en uitgaven worden op jaarbasis verrekend.

  • 5.

    In geval van een belastingteruggaaf moet het Rbz te Zwolle hiervan onmiddellijk in kennis worden gesteld. Een dergelijke teruggaaf moet, in afwachting van een nader onderzoek, worden gereserveerd. In het algemeen wordt een belastingteruggaaf als inkomen beschouwd waardoor verleende bijstand kan worden teruggevorderd.

  • 6.

    Er mag géén sprake zijn van oneerlijke en valse concurrentie, dit betekent dat:

    • 1.

      prijzen en tarieven en/of de brutowinstmarge niet lager mogen zijn dan in de branche gebruikelijk is;

    • 2.

      de bedrijfskosten niet buitensporig mogen worden opgevoerd.

  • 7.

    De zelfstandige activiteiten moeten een inkomen opleveren waardoor vermindering van bijstand mogelijk wordt. De inkomsten worden voor 100% op de uitkering gekort. Daarbij wordt rekening gehouden met de gemaakte onkosten en de te eventueel te betalen belasting en premies. Om te voorkomen dat iemand aan het eind van het jaar nog een vordering krijgt van de gemeente, is het voor de cliënt verstandig om al een inschatting te maken van de verdiensten, zodat deze maandelijks als voorschot op de uitkering kunnen worden gekort, waardoor er aan het eind van een jaar geen vordering ontstaat. De "bescheiden “schaler" dient dit zelf aan de hand van zijn boekhouding te bewaken en/of bij te stellen in overleg met zijn consulent Zelfstandigen.

  • 8.

    Op het maandelijks in te leveren rechtmatigheidsformulier moet de cliënt vermelden op welke dagen de werkzaamheden als zelfstandige zijn verricht en hoeveel uren per dag hieraan zijn besteed.

Als de activiteiten in omvang groeien en niet meer kan worden gesproken van werkzaamheden van bescheiden omvang, moet een keuze worden gemaakt tussen het verkleinen van de activiteiten met behoud van werknemerschap en het uit bouwen van de activiteiten naar een volwaardig bedrijf of beroep. In dat laatste geval kan een aanvraag worden ingediend voor financiële hulp op grond van het Bbz 2004, als startende ondernemer.

Regeling dienstverlening aan huis

Medewerkers in de thuiszorg, die tot voorheen in loondienst werkzaam waren bij een thuiszorginstelling, kunnen worden geconfronteerd met een “gedwongen zzp-erschap”. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt niet verlengd. De medewerkers kunnen de werkzaamheden als “zelfstandige” voortzetten. Er is hierdoor veel onduidelijkheid over de positie van de thuiszorgmedewerkers en hun rechten en plichten.

Loondienst of zelfstandig ondernemer/ zzp-er?

In de meeste situaties is er sprake van een loondienstverband tussen de zorgverlener en de zorgbehoevende, waarbij de zorginstelling een bemiddelende rol vervult. Er wordt hier vaak ten onrechte gesproken van zelfstandig ondernemer of zzp-erschap. Het uitvoeren van de werkzaamheden in deze constructie valt onder de “Regeling dienstverlening aan huis”, dit is een bijzondere regeling binnen de arbeidsovereenkomsten.

Regeling dienstverlening aan huis

De Regeling dienstverlening aan huis maakt het voor particulieren mogelijk om op een eenvoudige manier iemand in te huren voor dienstverlening/zorg aan huis. Er hoeft geen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen te worden afgedragen en de ontslagbescherming en doorbetaling bij ziekte zijn beperkt. Huishoudelijk werk verdwijnt hierdoor minder snel in het illegale circuit, en hiermee wordt beoogd meer banen te creëren.

Gevolgen Regeling dienstverlening aan huis

  • Zorgverlener is niet verzekerd voor WW, WIA en ZW;

  • Zorgverlener wordt belast met extra administratieve zaken als boekhouding bijhouden en aangifte inkomstenbelasting doen;

  • Zorgverlener moet zelf zorgen voor afdracht inkomstenbelasting;

  • Door een lager netto inkomen zorgt de regeling mogelijk voor extra instroom in de WWB;

  • De inkomsten moeten worden vastgesteld aan de hand van de boekhouding en aangifte inkomstenbelasting, wat voor extra werkzaamheden leidt voor de gemeente;

  • De gemeente moet zorgen voor goede informatieverstrekking en maken van afspraken met de klant, dit leidt tot extra werkzaamheden voor de gemeente.

Voorwaarden Regeling dienstverlening aan huis

Om gebruik te kunnen maken van de Regeling dienstverlening aan huis moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • Het gaat om huishoudelijk werk in en om het huis;

  • Zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer zijn particulieren;

  • Er wordt maximaal 3 dagen per week bij elke opdrachtgever gewerkt, ongeacht het aantal uren.

Als wordt voldaan aan de voorwaarden van de “Regeling dienstverlening aan huis” dat is er sprake van een “bijzondere arbeidsovereenkomst” tussen zorgbehoevende en zorgverlener. De zorgverlener moet jaarlijks aangifte inkomstenbelasting doen en zelf zorgdragen voor de afdracht van inkomstenbelasting en premies. Bepaalde verwervingskosten mogen op de inkomsten in mindering worden gebracht. De gemeente dient de hoogte van de inkomsten jaarlijks vast te stellen aan de hand van de aangifte inkomstenbelasting en de boekhouding. Deze systematiek is gelijk aan de systematiek zoals die geldt voor de bescheidenschaal regeling, uitgevoerd door het Rbz.

Naast inkomsten uit de Regeling dienstverlening aan huis, zijn er meer mensen die inkomsten genieten anders dan inkomsten uit “gewone” arbeidsovereenkomst en anders dan inkomsten uit zelfstandige activiteiten, zoals freelancers. Deze inkomsten moeten worden opgegeven aan de Belastingdienst als inkomsten uit Overige werkzaamheden middels aangifte inkomstenbelasting.

Procedure en werkafspraken Regeling Overige Inkomsten

Alle inkomsten anders dan inkomsten uit “gewone” arbeidsovereenkomst en anders dan inkomsten uit zelfstandige activiteiten, vallen onder de Regeling Overige Inkomsten die wordt uitgevoerd door het Rbz. Onder deze regeling vallen o.a. de inkomsten uit de Regeling dienstverlening aan huis (voormalig thuiszorgmedewerkers) en freelance-inkomsten.

Enkele kenmerken van overige inkomsten zijn:

  • Er is geen (gewone) arbeidsovereenkomst;

  • De klant ontvangt doorgaans wel maandelijkse specificaties van de inkomsten. Maar hier worden geen loonheffing en premies voor de werknemersverzekeringen op ingehouden;

  • De klant is niet verzekerd voor WW, WIA en ZW;

  • Klant moet zelf inkomstenbelasting afdragen aan de Belastingdienst;

  • Geen inschrijving KvK nodig, wel eventueel VAR ROW (resultaat overige werkzaamheden;

Er is geen sprake van zelfstandig ondernemerschap en/of inkomsten uit zelfstandige activiteiten. De Bescheidenschaal regeling en de voorwaarden die hiervoor gelden, zijn bij deze inkomsten dan ook niet van toepassing. Er is eveneens geen sprake van een “gewone” arbeidsovereenkomst. Korten van de inkomsten zoals deze worden gekort op basis van een salarisspecificaties is dan ook niet van toepassing. De klant moet een administratie bijhouden van de inkomsten en deze jaarlijks middels aangifte inkomstenbelasting op te geven als “overige inkomsten”. Eventuele verwervingskosten mogen op de inkomsten in mindering worden gebracht, evenals het te betalen bedrag aan inkomstenbelasting en premie ZVW.

Zodra wordt geconstateerd dat een klant inkomsten heeft anders dan inkomsten uit “gewone” arbeidsovereenkomst dient de klant bij het Rbz te worden aangemeld. Dit kan door een mail te sturen aan info@rbzzwolle.nl met naam en cliëntnummer en een toelichting op de situatie. Het Rbz nodigt de klant vervolgens uit voor een intakegesprek. In dit gesprek wordt vastgesteld tot welke categorie de inkomsten behoren en hoe de inkomsten door de Belastingdienst worden gezien. Hierover is veel onduidelijk wat leidt tot verwarring alsook wordt vaak ten onrechte gesproken over inkomsten als zzp-er. Door het Rbz wordt de klant geïnformeerd over rechten, plichten en gevolgen en de klant wordt ondersteund met het opzetten van een goede administratie.

De inkomsten worden gekort op de WWB-uitkering. Maandelijks geeft de klant de inkomsten op middels het rechtmatigheidsformulier en stuurt de specificaties mee. Per jaar achteraf worden de inkomsten door het Rbz definitief vastgesteld en afgerekend met de WWB-uitkering, aan de hand van de administratie en aangifte inkomstenbelasting. Deze dient de klant jaarlijks uiterlijk 1 april aan het Rbz toe te sturen.

Als een klant dergelijke werkzaamheden wil verrichten wordt dit besproken met de consulent werk. De consulent werk meldt de klant vervolgens aan bij het Rbz.

De werkzaamheden van het Rbz bestaan met betrekking tot de Regeling Overige Inkomsten uit:

  • Intakegesprek om soort inkomsten vast te stellen en de klant te informeren over rechten en plichten;

  • Ondersteuning bij het opzetten van een deugdelijke administratie;

  • Jaarlijkse definitieve vaststelling inkomsten en afrekening WWB aan de hand van de administratie en aangifte inkomstenbelasting.

De klant blijft tot de caseload behoren van zowel de consulent werk als de consulent inkomen. De klant behoeft geen toestemming voor het verrichten van deze werkzaamheden zoals geldt voor de Bescheidenschaal regeling.


Noot
*

[Tabel]

[Rij 1]

[Cel 1]

[Cel 2]

JABW

[Cel 3]

datum

[Rij 2]

[Cel 1]

Vz. Rechtspraak, R.v.S.

[Cel 2]

1987/319

[Cel 3]

19-06-1987

[Rij 3]

[Cel 1]

Raad van State

[Cel 2]

1990/105

[Cel 3]

30-01-1990

[Rij 4]

[Cel 1]

Raad van State

[Cel 2]

1994/12

[Cel 3]

08-03-1994

[Rij 5]

[Cel 1]

Raad van State

[Cel 2]

1994/152

[Cel 3]

08-03-1994

[Rij 6]

[Cel 1]

Centrale Raad van Beroep

[Cel 2]

1995/172

[Cel 3]

12-12-1994

[Rij 7]

[Cel 1]

Rechtbank Roermond

[Cel 2]

1998/25

[Cel 3]

19-11-1997

[Rij 8]

[Cel 1]

Centrale Raad van Beroep

[Cel 2]

2000/101

[Cel 3]

16-05-2000