Beleidsregels Hoogte bijzondere bijstand 18 t/m 20-jarigen in inrichting

Geldend van 01-07-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Hoogte bijzondere bijstand 18 t/m 20-jarigen in inrichting

Een persoon van 18, 19 0f 20 jaar heeft op grond van artikel 13 Participatiewetgeen recht op algemene bijstand.

De persoon van 18, 19 of 20 jaar heeft slechts recht op bijzondere bijstand voor zover er hogere bestaanskosten zijn dan waarin wordt voorzien en hij voor deze kosten geen beroep kan doen op zijn ouders, omdat:

  • de middelen van de ouders daartoe niet toereikend zijn; of

  • hij redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders niet te gelde kan maken.

Indien bijzondere bijstand voor zak- en kleedgeld wordt verstrekt aan personen van 18 t/m 20 jaar die in een inrichting verblijven, dan wordt de hoogte van de bijzondere bijstand (artikel 12 Participatiewet) in beginsel afgestemd op de normen algemene bijstand die gelden voor personen van 18 t/m 20 jaar die niet in een inrichting verblijven (artikel 20 Participatiewet.) .

Eventuele bijstand aan de jongere, indien en voorzover hoger dan de algemene norm wordt zo mogelijk , voor het hogere bedrag, verhaald op de ouder(s).

LET OP: kinderbijslag wordt, als deze voor de jongere kan worden aangewend, in mindering gebracht. Bij plaatsing in een voorziening ingevolge de Wet op de Jeugdzorg is zak- en kleedgeld in de dagprijs begrepen.