Regeling vervallen per 01-01-2024

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard houdende regels omtrent subsidiëring van sport en beweging (Subsidieregeling Sport 2020)

Geldend van 10-04-2021 t/m 31-12-2023

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard houdende regels omtrent subsidiëring van sport en beweging (Subsidieregeling Sport 2020)

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

overwegende dat het gewenst is dat zoveel mogelijk inwoners sporten en bewegen

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014

b e s l u i t

vast te stellen de Subsidieregeling Sport 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het gemeentelijk sportbeleid

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikel 4:35 van de algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    De activiteiten een overwegend religieus of politiek karakter hebben, hetgeen onder andere kan blijken uit de doelstelling, inhoud, accommodatie, doelgroep of toegankelijkheid.

  • b.

    Niet is aangetoond dat er behoefte is aan de geplande activiteiten;

  • c.

    De aanvrager beroepskrachten inschakelt die niet beschikken over een op de functie gerichte opleiding;

  • d.

    De aanvrager gebruik maakt van een accommodatie die voor de uitvoering van de activiteiten onvoldoende geschikt of toegerust is.

  • e.

    niet is aangetoond dat de activiteiten meerwaarde opleveren bovenop het reeds bestaande aanbod in Heerhugowaard;

  • f.

    De activiteit in strijd is met gemeentelijk (sport)beleid.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan stichtingen en verenigingen, met volledige rechtsbevoegdheid aangesloten bij een overkoepelende landelijke sportbond, die lid is van het NOC*NSF.

Artikel 5 Procedurebepalingen

  • 1. De aanvraag voor subsidie dient bij voorkeur voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, bij het college van burgemeester en wethouders te worden ingediend.

  • 2. Voor instellingen van wie op grond van artikel 15 lid 2d van de algemene subsidieverordening een controleverklaring wordt verlangd geldt een uiterste indieningstermijn van 1 oktober.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie binnen 20 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

Artikel 6 Berekening van de subsidie

  • 1. De subsidie wordt berekend aan de hand van normen die als bijlage aan de verordening is toegevoegd.

  • 2. In die gevallen waarin deze bijlage niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. Deze verordening is niet van toepassing op investeringen in aanleg van nieuwe sportaccommodaties

  • 4. Alleen goedgekeurde huisvestingslasten zijn subsidiabele kosten. Uitgangspunt hierbij is de huurprijs van de gemeentelijke sportaccommodaties

Artikel 7 Verdeling van het subsidieplafond

Indien het subsidiebedrag, voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen, het subsidieplafond overtreft, gelden achtereenvolgens de onderstaande verdeelregels:

  • 1.

    Instellingen die vóór 1 oktober voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, hun aanvraag hebben ingediend (groep A) gaan voor instellingen die op of ná 1 oktober voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar hun aanvraag hebben ingediend (groep B);

  • 2.

    Indien het subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen van groep A het subsidieplafond overtreft, wordt het subsidiebudget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de subsidieaanvragen van groep A.

  • 3.

    Indien het resterende subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen van groep B ontoereikend is om alle aanvragen uit groep B te honoreren, wordt het subsidiebudget in volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen verdeeld.

  • 4.

    Indien bij toepassing van lid 3 blijkt dat het resterende budget dient te worden verdeeld tussen twee of meer instellingen van wie de aanvraag die op dezelfde datum zijn ontvangen, waarbij het budget ontoereikend is om deze aanvragen volledig te honoreren, dan wordt het budget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de betreffende subsidieaanvragen

  • 5.

    Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Artikel 8 Reserveringen en voorzieningen

  • 1. Bestemmingsreserveringen en voorzieningen zijn alleen toegestaan indien zij onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag en in de beschikking tot toekenning zijn vermeld.

  • 2. De volgende reserves en voorzieningen worden onderscheiden:

    • -

      Egalisatiereserve: voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie

    • -

      Bestemmingsreserve: voor periodieke investeringen op basis van een meerjarenplan

    • -

      Voorzieningen: voor redelijkerwijs te verwachten betalingsverplichtingen.

  • 3. De hoogte van de toegestane reserves en voorzieningen is afhankelijk van de aard van de organisatie en haar activiteiten. Het college van burgemeester en wethouders kunnen hiervoor normen vaststellen.

  • 4. Het is instellingen toegestaan het positieve verschil tussen het bedrag van de subsidieverlening en de (lagere) subsidievaststelling toe te voegen aan de egalisatiereserve.

  • 5. De egalisatiereserve mag maximaal 10% bedragen van de gemiddelde inkomsten van de instelling over de afgelopen 4 jaar.

Artikel 9 Terugvordering

  • 1. De instelling is bij beëindiging van de subsidie, bij vervreemding van roerende en onroerende zaken of bij wijziging van de bestemming, zoals deze door het college van burgemeester en wethouders met de instelling is overeengekomen, aan de gemeente Heerhugowaard een vergoeding verschuldigd, die na overleg met de instelling door het college van burgemeester en wethouders, gehoord de desbetreffende raadscommissie(s) voor advies, wordt vastgesteld.

  • 2. Bij de bepaling van de vergoeding houdt het college van burgemeester en wethouders rekening met de mate waarin de subsidie van de gemeente heeft bijgedragen tot het verwerven en/of verbeteren van de eigendommen en met eventuele bijdragen van andere geldschieters en van particulieren.

Artikel 10 Verplichtingen

Het college van burgemeester en wethouders kan aan de subsidiëring aanvullende voorwaarden verbinden, voor zover dit naar verwachting de kwaliteit verbetert of de resultaten beter zichtbaar en verantwoord kunnen worden.

Artikel 11 Eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000

Bij subsidies tot en met € 5.000 kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 13 lid 3 van de Algemene subsidieverordening bepalen dat de subsidieontvanger uiterlijk binnen 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling indient.

Artikel 12 Eindverantwoording subsidies tussen € 5.000 en € 50.000

Bij subsidies van meer dan € 5.000 doch minder dan € 50.000 kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 14 lid 2 en 3 van de Algemene subsidieverordening bepalen dat de aanvraag tot vaststelling ook een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening) bevat;

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1. De Deelsubsidieverordening Sport wordt ingetrokken

  • 2. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2020 en is van kracht tot 1 januari 2024.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sport 2020

Bijlage 1.

Normen voor berekenen subsidie conform artikel 9 lid 1.

  • 1.

    Buitensport

Criteria :

  • -

    Minimum aantal leden: 50

  • -

    De contributienorm en het % van de neveninkomsten zijn als volgt opgebouwd :

 

Contributienorm jeugd

Contributienorm volwassenen

% neveninkomsten

Atletiek

60

100

30

Honk-/softbal

60

100

50

Handbal

60

100

50

Voetbal

60

100

65

Kanoën

60

100

30

Triathlon

60

90

15

Korfbal

58

115

30

Hockey

90

125

30

Roeien

90

125

30

  • 2.

    Binnensport

Criteria :

  • -

    Minimum aantal leden: 30

  • -

    De contributienorm en het % van de neveninkomsten zijn als volgt opgebouwd :

 

Contributienorm jeugd

Contributienorm volwassenen

% neveninkomsten

Gymnastiek

60

100

15

Volleybal

58

100

15

Badminton

90

125

15

Zwem/polo

130

170

15

Basketbal

85

120

15

Bowls

60

100

15

 
 
 
 

Aangepast sporten:

 
 
 

Zwemmen

55

85

15

Rolstoeldansen

45

80

15

Showdown

45

80

15

Subsidienorm:

  • -

    Organisatiekosten: €17 per lid

  • -

    Huisvestingskosten: 100% van de vooraf goedgekeurde kosten

  • -

    Afdracht centrale organen: €42 per lid (maximaal)

  • -

    Kostennorm trainer senioren: €2.768 tot/per 100 leden

  • -

    Kostennorm trainer junioren: €2.768 tot/per 100 leden

  • -

    Indien de restnorm voor jeugd- en seniorleden meer dan 100 is, volgt nog een bijdrage van € 2.768

Alle hiervoor gehanteerde normbedragen/bedragen per lid e.d. zijn maximumbedragen. Indien de werkelijke kosten lager zijn, wordt van de werkelijke kosten uitgegaan.

De percentages neveninkomsten zijn gebaseerd op ervaringsgetallen

Heerhugowaardse verenigingen met leden van buiten de gemeente, kunnen aanspraak maken op de volledige bekostigingsbijdrage indien het aantal Heerhugowaardse leden minimaal 50% is. Er vindt een korting op de bijdrage plaats gelijk aan 3x het percentage van de niet-Heerhugowaardse leden boven de 50%. Voorbeeld: Een Heerhugowaardse vereniging met 70% leden van buiten de gemeente krijgt een korting op de bekostigingsbijdrage van 60%.