Regeling vervallen per 01-01-2017

1e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2016 en bijbehorende tarieventabel

Geldend van 01-03-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

1e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2016 en bijbehorende tarieventabel

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heiloo; gelet op artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet; besluit vast te stellen de 1e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2016 en bijbehorende tarieventabel.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges wordt niet geheven voor:

  • a.

    het afgeven van stukken, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrenten en periodieke uitkeringen ten laste publiekrechtelijke lichamen;

  • b.

    de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • c.

    vergunningen voor evenementen, genoemd in het hoofdstuk "Algemene Plaatselijke Verordening" (APV) ten behoeven van de in de gemeente Heiloo gevestigde sport-, jeugd- of culturele verenigingen of instellingen met een sociaal maatschappelijke doelstelling. Dit geldt ook voor de toeslag voor een vereist brandweeradvies.

  • d.

    een melding van een buurtbarbecue of kleinschalig feest zoals genoemd in artikel 2.25, tweede lid van de APV;

  • e.

    een vergunning voor het inzamelen van geld of goederen zoals genoemd in artikel 5.13 van de APV ten behoeve van de in de gemeente Heiloo gevestigde sport-, jeugd- of culturele verenigingen of instellingen met een sociaal maatschappelijke doelstelling.

  • f.

    het verstrekken van raadsstukken aan vertegenwoordigers van de pers als zij zich als zodanig kunnen legitimeren;

  • g.

    het verstrekken van agenda's van de vergaderingen van de raad, uitsluitend aan bezoekers van de publieke tribune voor en gedurende de raadsvergadering;

  • h.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • i.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • j.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1 De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2 Voor de in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3 Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen zes weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2 Leges tot € 30,- moeten contant of per bank worden betaald voorafgaande de uitreiking dan wel toezending van de kennisgeving of vergunning.

  • 3 De Algemene termijnwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termjinen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1 Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2 Als de heffing een jaarabonnement betreft, wordt bij tussentijdse beëindiging, voordat de helft van het aantal inlichtingen c.q. exemplaren is verstrekt, op schriftelijk verzoek van de houder teruggaaf van de helft van het betaalde bedrag gedaan.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    1. onderdelen 1.1.1.1, 1.1.1.2 en 1.1.1.3 (akten burgerlijke stand);

    2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart)

    3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen)

    4. hoofdstuk 4 (verstrekking uit de basisregistratie personen);

    5. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    6. onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    7. hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1 De ‘legesverordening 2016’ van 7 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 maart 2016.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘1e wijziging legesverordening 2016 met tarieventabel’.

Ondertekening

Aldus besloten door de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heiloo van dinsdag 9 februari 2016.

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening2016

De grondslagen en tarieven worden geregeld als volgt:

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1 Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.1.1.1 elk uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap of van overlijden € 12,80

1.1.1.2 elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek € 22,80

1.1.1.3 elk (meertalig) uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand € 12,80

1.1.2 Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.1.2.1 voor het verstrekken van een inlichting uit de registers van de burgerlijke stand € 10,00

1.1.3 voor het verstrekken van gegevens, waardoor het noodzakelijk is de registers van de burgerlijke stand te doorlopen om deze op te sporen, wordt aan onder 1.1.2.1 genoemde leges, voor elk kwartier of gedeelte daarvan, geheven € 10,00

1.1.4 Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.1.4.1 het voltrekken van een huwelijk of de registratie partnerschap of de omzetting daarvan in het gemeentehuis of een aangewezen locatie, met inachtneming van de door burgemeester en wethouders op grond van de Wet van 23 april 1879, Stbl. 72, voor kosteloze voltrekking vastgestelde uren (maandag- en dinsdagmorgen om 09.00 uur), op maandag t/m vrijdag van 09.30 tot 16.30 uur (inclusief trouwboekje) € 300,00

1.1.4.2 voor het verstrekken van een trouwboekje, een bewijs van registratie partnerschap of een duplicaat daarvan met lederen omslag, indien sprake is van een kosteloze voltrekking op maandag en dinsdag om 09.00 uur € 25,00

1.1.4.3 Indien de voltrekking van het huwelijk of de registratie partnerschap of de omzetting daarvan plaatsvindt buiten daarvoor vastgestelde uren van openstellen van het bureau van de burgerlijke stand, wordt een extra recht geheven van € 250,00

het voltrekken van huwelijken of registratie partnerschap of de omzetting daarvan ing. De Wet van 1879, genoemd onder lid 1 (kosteloos) en die van dit lid kunnen uitsluitend plaatsvinden in perceel Raadhuisweg 1 ingang Raadhuisweg (gemeentehuis).

1.1.5 Het tarief bedraagt voor het, op verzoek, benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand € 50,00

1.1.5.1 De tarieven genoemd onder 1.1.3.1 en 1.1.3.3 worden, na benoeming van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, als bedoeld in artikel 3c van het Reglement burgerlijke stand, verminderd met een bedrag van € 75,00

1.1.6 Het tarief bedraagt voor het optreden van een ambtenaar als getuige bij een huwelijk of registratie van een partnerschap op het gemeentehuis € 30,00

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.1 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een nationaal paspoort:

1.2.1.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 64,40

1.2.1.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 51,20

1.2.2. Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 64,40

1.2.2.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 51,20

1.2.3 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 64,40

1.2.3.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 51,20

1.2.4 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen € 51,20

1.2.5 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 50,40

1.2.5.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 28,45

1.2.6 voor een spoedlevering van de genoemde leges in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, vermeerderd met een bedrag van € 47,30

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.3.1.1 voor een afgifte van of vernieuwing dan wel voor het behandelen van een aanvraag tot omwisseling van een rijbewijs € 38,80

1.3.1.2 voor een spoedprocedure voor een afgifte van of vernieuwing dan wel voor het behandelen van een aanvraag tot omwisseling van een rijbewijs wordt het tarief genoemd in 1.3.1.1 vermeerderd met een bedrag van € 34,10

Hoofdstuk 4 Basisregistratie personen (BRP)

1.4.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

1.4.1.1 voor het verstrekken van een bewijs van opneming in het persoons- of verblijfsregister BRP € 10,00

1.4.1.2 voor het verstrekken van een internationaal of gezinsuittreksel uit het persoonsregister BRP € 10,00

1.4.1.3 voor het verstrekken van een volledige persoonslijst BRP, niet zijnde het eerste verzoek, uitsluitend op verzoek van betrokkene of gezaghebbende € 15,00

1.4.2 Verstrekking uit de basisregistratie personen.

Voor de toepassing van dit onderdeel, met uitzondering van de onderdelen 1.4.1.1 en 1.4.1.3 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd

1.4.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens

1.4.2.1.1 per verstrekking € 10,00

1.4.2.1.2 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen € 22,65

1.4.2.1.3 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen € 7,50

1.4.2.1.4 voor de toepassing van onderdeel 1.4.2.1 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet is opgenomen in de basisregistratie personen. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1.5 tot het verstrekken van gegevens per verstrekking € 10,00

1.4.2.1.6 het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier € 10,00

Hoofdstuk 5 Kiezersregister

1.5.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet € 2,80

Hoofdstuk 6 Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.6.1.1 bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit

1.6.1.1.1 ten hoogste 100 pagina’s, per pagina € 0,23

met een maximum per bericht van € 5,00

1.6.1.1.2 meer dan 100 pagina’s € 22,50

1.6.1.2 bij verstrekking anders dan op papier € 5,00

1.6.1.3 Dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van der verwerking, moeilijk toegankelijke gegevens verwerking € 22,50

1.6.1.4 Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1.1 en 1.6.1.1.2 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd

1.6.1.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de wet bescherming persoonsgegevens € 4,50

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1 een exemplaar van het beleidsdeel van de begroting inclusief de begrotingen van de takken van dienst € 17,75

1.7.1.2 een exemplaar van het beheersdeel van de begroting € 10,00

1.7.1.3 een exemplaar van de bijlagen bij de begroting, per bladzijde € 1,00

met een maximum van € 17,75

1.7.1.4 een exemplaar van de voorjaarsnota en het meerjarenbeleidsplan € 17,75

1.7.1.5 een exemplaar van de rekening, per bladzijde € 1,00

met een maximum van € 17,75

1.7.1.6 een exemplaar van de rekening van een bedrijf of tak van dienst, per bladzijde € 1,00

met een maximum van € 10,00

1.7.1.7 een exemplaar van de voorjaarsnota € 7,00

1.7.1.8 een exemplaar van de bijlage bij de rekening per bladzijde € 1,00

met een maximum van € 17,75

1.7.1.9 een exemplaar van een verordening van de gemeente per bladzijde of gedeelte daarvan € 1,00

met een maximum € 17,75

1.7.1.10 voor de afgifte van vergunningen, waarvoor krachtens wet, reglement of Algemene Plaatselijke Verordening vergunning moet worden gevraagd of voor ontheffingen van in die regelingen opgenomen voorschriften, voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat, of voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen, per vergunning of ontheffing € 10,00

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen € 9,00

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van:

1.9.1 een verklaring omtrent het gedrag van personen € 41,35

1.9.2 een attestatie de vita € 12,80

1.9.3 een bewijs van Nederlanderschap € 10,00

1.9.4 een bewijs van in leven zijn € 10,00

1.9.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het legaliseren van een handtekening € 10,00

1.9.6 Het tarief bedraagt voor het waarmerken van een kopie van een Nederlands reisdocument, Nederlands rijbewijs en/of een verblijfsdocument € 10,00

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1 voor het doen van nasporingen door gemeenteambtenaren in het archief van de gemeente of het op verzoek van belanghebbende verlenen van hulp bij het raadplegen van documenten uit dossiers jonger dan 20 jaar, welke bij de gemeente berusten per kwartier, inclusief een maximaal aantal van vijf fotokopieën (formaat A4 of A3) € 20,50

1.2.1.2 tekeningen kunnen op kosten van de aanvrager tegen de geldende tarieven als omschreven in hoofdstuk 19 van deze titel worden gekopieerd tot A3 formaat. Formaat A0, A1 en A2 worden alleen gescand en digitaal verzonden.

1.2.1.3 wanneer tekeningen digitaal beschikbaar zijn én deze digitaal worden verzonden, zijn hier geen kosten aan verbonden.

1.2.1.4 voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één nasporing verstaan één of meer gegevens omtrent één perceel waarvoor het archief moet worden geraadpleegd

Hoofdstuk 11 Algemene plaatselijke verordening (APV)

1.11.1 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, ontheffing, kennisgeving of melding, voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen, bedraagt het tarief € 16,50

1.11.2 Hoofdstuk 2, afdeling 5

1.11.2.1 voor het verlenen van een ontheffing voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met publieke functie van de weg € 33,75

1.11.3 Hoofdstuk 2, afdeling 13

1.11.3.1 voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het ter beschikking stellen/aanwezig hebben van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen € 68,00

1.11.4 Hoofdstuk 4, afdeling 1

1.11.4.1 voor het accepteren van een kennisgeving incidentele festiviteiten (individuele ontheffing geluidsnormen) € 11,25

1.11.5 Hoofdstuk 4, afdeling 5

1.11.5.1 voor het verlenen van een ontheffing van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen plaatsen buiten kampeerterrein € 22,00

Hiervoor geldt een toeslag zoals genoemd in titel 3, hoofdstuk 4 ‘Brandbeveiligingsverordening’ onder 1, als een advies van de Brandweer noodzakelijk is

1.11.6 Hoofdstuk 5, afdeling 8

1.11.6.1 voor het verlenen van een ontheffing van het verbod om afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken € 33,00

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

1.12.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1.1 tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandswet € 123,50

Hoofdstuk 13 Parkeren

1.13.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1.1 het voor de eerste keer verstrekken van een Europese gehandicapten parkeerkaart € 104,70

1.13.1.2 voor een vervangende Europese gehandicapten parkeerkaart € 31,40

1.13.1.3 voor het verstrekken van een parkeerschijf € 2,15

1.13.1.4 om een parkeerontheffing voor de blauwe zone rondom het winkelcentrum ’t Loo en het stationscentrum € 17,50

1.13.1.5 om een parkeerontheffing van het verbod te parkeren op aangegeven tijden in de Wilgenlaan, Molenweg, Schoutslaan, Breedelaan en tussen Stationsweg en Heerenweg € 17,50

Hoofdstuk 14 Transport

1.14.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.14.1.1 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement (Stb. 1994, 450) voor het niet gekentekende langzaam verkeer als bedoeld in afdelingen 7,8, en 14 van hoofdstuk 5 Voertuigreglement € 35,25

1.14.1.2 voor een ontheffing of een wijziging krachtens 148 WVW 1994 van het in artikel 10, eerste lid WVW 1994 genoemde verbod € 67,70

1.14.1.3 indien voor de onder 1.14.1.2 bedoelde ontheffing ook een RVV ontheffing nodig is voor wat betreft verboden ex artikel 5 lid 1 en artikel 42 lid 2 en artikel 62 voor wat betreft de borden C9, C12, C15, G11 en G12 € 27,15

1.14.1.4 een ontheffing ingevolge artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 € 83,75

Hoofdstuk 15 Vergunningen Drank- en Horecawet

1.15.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge:

1.15.1.1 artikel 3 van de Drank- en Horecawet € 273,50

1.15.1.2 artikel 35 van de Drank- en Horecawet (ontheffing voor schenken van zwak-alcoholische dranken bij bijzondere gelegenheden) € 19,50

1.15.1.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet € 83,25

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.16.1.1 voor de afgifte van een vergunning als bedoeld in artikel 3, 1e lid van de Wet op de Kansspelen, kleine loterijen € 9,35

1.16.1.2 voor de afgifte van een vergunning als bedoeld in artikel 30b van de wet op de Kansspelen; indien de vergunning geldt voor één kansspelautomaat € 56,50

1.16.1.3 indien de vergunning geldt voor twee kansspelautomaten € 79,00

Hoofdstuk 17 Kabels en leidingen

1.17.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

1.17.1.1 indien het betreft tracés van 25-250 m¹ € 170,34

1.17.1.2 indien het betreft tracés van 250-1000 m¹ € 256,98

1.17.1.3 indien het betreft tracés van 1000-2500 m¹ € 354,48

1.17.1.4 indien het betreft tracés langer dan 2500 m¹ Op basis van begroting

1.17.1.5 Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd

1.17.2 indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding € 57,65

1.17.3 indien het betreft dat er met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de netbeheerder, wordt het in 1.17.1 genoemde bedrag verhoogd met € 227,50

1.17.4 Als met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 1.17.1 genoemde bedrag verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.17.5 Indien een begroting als bedoeld in 1.17.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd.

Hoofdstuk 18 Niet in gebruik

Dit hoofdstuk is niet in gebruik.

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1 Het tarief voor het verstrekken van schriftelijke en/of digitale informatie uit het gemeentelijk archief of administratie, hoe dan ook genoemd, in zwart/wit en voor zover daarvoor geen ander tarief of bepaling in deze tabel is opgenomen, bij niet meer dan 10 exemplaren, bedraagt:

1.19.1.1 formaat A4 €1,00

1.19.1.2 als onder 1.19.1.1. boven het aantal van 10 exemplaren, per bladzijde of gedeelte daarvan € 0,70

1.19.1.3 formaat A3 € 1,10

1.19.1.4 als onder 1.19.1.3. boven het aantal van 10 exemplaren, per bladzijde of gedeelte daarvan € 0,80

1.19.1.5 formaat A2 € 8,25

1.19.1.6 formaat A1 € 10,25

1.19.1.7 formaat A0 € 14,25

1.19.2 Het tarief voor het verstrekken van schriftelijke en/of digitale informatie uit het gemeentelijk archief of administratie, hoe dan ook genoemd, in kleur en voor zover daarvoor geen ander tarief of bepaling in deze tabel is opgenomen, bij niet meer dan 10 exemplaren bedraagt:

1.19.2.1 formaat A4 € 1,30

1.19.2.2 als onder 1.19.2.1. boven het aantal van 10 exemplaren, per bladzijde of gedeelte daarvan € 1,00

1.19.2.3 formaat A3 € 1,60

1.19.2.4 als onder 1.19.2.3. boven het aantal van 10 exemplaren, per bladzijde of gedeelte daarvan € 1,30

1.19.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een duplicaat van de WOZ-beschikking, waarbij het document niet per post zal worden verzonden maar opgehaald dient te worden € 7,00

1.19.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.4.1 een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen € 45,00

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1 aanlegkosten

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2 bouwkosten

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor tijdelijke bouwwerken geldt bij een gegeven (jaar) huurprijs dat de bouwkosten worden bepaald met de rekenregel: bouwkosten = 12 maal de jaarhuur;

2.1.1.3 sloopkosten

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een zaak:

2.2.1.1 om vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project die in het kader van de Wabo vergunbaar is en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door de Stichting Welstandszorg Noord-Holland voor de berekening van de tarieven voor welstandsadviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd. (Zie bijlage I)

2.2.2 om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning, waarbij sprake is van planologisch strijdig gebruik en nader onderzoek (principeverzoek) moet plaatsvinden € 283,00

2.2.2.1 om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning, waarbij sprake is van planologisch strijdig gebruik en die slechts met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo zouden kunnen worden gerealiseerd € 2.094,50

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1 Bouwactiviteiten

2.3.1.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1 wanneer de bouwkosten niet meer dan € 90.000,00 bedragen: 4,5% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, met een minimum van € 261,50.

2.3.1.1.2 wanneer de bouwkosten meer dan € 90.000,00 bedragen € 4.050,00, vermeerderd met 2,90% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, voor zover deze het bedrag van € 90.000,00 te boven gaan, doch niet meer dan € 180.000,00 bedragen;

2.3.1.1.3 wanneer de bouwkosten meer dan € 180.000,00 bedragen: € 6.660,00, vermeerderd met 2,60% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, voor zover deze het bedrag van € 180.000,00 te boven gaan, doch niet meer dan € 270.000,00 bedragen;

2.3.1.1.4 wanneer de bouwkosten meer dan € 270.000,00 bedragen: € 9.000,00, vermeerderd met 2,20% van de op € 1.000,00 of een veelvoud daarvan naar boven afgeronde bouwkosten, voor zover deze het bedrag van € 270.000,00 te boven gaan met een maximum van € 15.000.000,00.

2.3.1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor toetsing aan welstandscriteria, indien:

2.3.1.2.1 het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door de Stichting Welstandszorg Noord-Holland voor de berekening van de tarieven voor welstandsadviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd. (zie Bijlage I).

2.3.2 Aanlegactiviteiten

2.3.2.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief € 261,50

2.3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

2.3.3.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) € 139,00

2.3.3.1.2 indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking, in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen met een tijdelijke afwijking) € 139,00

2.3.3.1.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) € 4.605,50

2.3.3.1.3.1 als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.1.3 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.377,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.755,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

2.3.3.1.4 vervallen

2.3.3.1.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) € 139,00

2.3.3.1.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) € 2.135,50

2.3.3.1.6.1 als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.1.6 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.377,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.755,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

2.3.3.1.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) € 2.135,50

2.3.3.1.7.1 als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.1.7 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.377,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.755,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

2.3.3.1.8 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking voorbereidingsbesluit) € 2.135,50

2.3.3.1.8.1 als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.3.1.8 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.377,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.755,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

2.3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

2.3.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief,

2.3.4.1.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) € 400,50

2.3.4.1.2 indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking, in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen met een tijdelijke afwijzing) € 400,50

2.3.4.1.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) € 4.605,50

2.3.4.1.3.1 als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.1.3 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.377,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.755,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

2.3.4.1.4 vervallen

2.3.4.1.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) € 400,50

2.3.4.1.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) € 2.135,50

2.3.4.1.6.1 als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.1.6 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.377,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.755,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

2.3.4.1.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) € 2.135,50

2.3.4.1.7.1 als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.1.7 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.377,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.755,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt.

2.3.4.1.8 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking voorbereidingsbesluit) € 2.135,50

2.3.4.1.8.1 als voor een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder punt 2.3.4.1.8 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.377,00 niet overschrijden, indien de bouwkosten minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.755,00 niet overschrijden indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedraagt

2.3.4.1.9 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.4.1 bedraagt het tarief voor toetsing aan welstandscriteria, indien:

2.3.4.1.9.1 het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door de Stichting Welstandszorg Noord-Holland voor de berekening van de tarieven voor welstandsadviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd. (Zie bijlage I)

2.3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief € 617,50

2.3.5.1.1 dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van € 56,00 per 500 m² of een gedeelte daarvan;

2.3.5.1.2 dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van € 56,00 per 500 m² of een gedeelte daarvan bij aanwezigheid van een brandbeveiligingsinstallatie;

2.3.5.1.3 dit tarief wordt verhoogd met een bedrag van € 28,00 per 500 m² of een gedeelte daarvan bij gelijktijdige aanwezigheid van meer dan 100 personen;

2.3.5.1.4 Het tarief voor het reviseren van een omgevingsvergunning als bedoeld bij onderdeel 2.3.5 bedraagt per vergunning € 386,50

2.3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten

2.3.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1 voor het verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument worden geen leges in rekening gebracht.

2.3.6.1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.6.1 bedraagt het tarief voor toetsing aan criteria, indien:

2.3.6.1.2.1 het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Heiloo moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door de Stichting Welstandszorg Noord-Holland voor de berekening van de tarieven voor adviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd. (Zie bijlage I)

2.3.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten

2.3.7.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

2.3.7.1.1 in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo € 261,50

2.3.8 Aanleggen of veranderen weg

2.3.8.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief € 261,50

2.3.9 Uitweg/inrit

2.3.9.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2.15.3 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief € 261,50

2.3.9.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het veranderen of veranderen van het gebruik van een bestaande uitweg, of een uitweg zonder daadwerkelijke civieltechnische werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 2.15.3 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief € 154,00

2.3.10 Kappen

2.3.10.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van artikel 4.3.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief € 261,50

2.3.11 Reclame

2.3.11.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van artikel 4.15 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief € 261,50

2.3.12 Opslag van roerende zaken

2.3.12.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.12.1.1 indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo € 261,50

2.3.12.1.2 indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo € 261,50

2.3.13 Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.13.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1988 worden de kosten voor deze handeling geacht te zijn ondergebracht bij de onderdelen 2.3.3 en 2.3.4;

2.3.13.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitatten en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1988 worden de kosten voor deze handeling geacht te zijn ondergebracht bij de onderdelen 2.3.3 en 2.34

2.3.14 Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

2.3.14.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is worden de kosten voor deze handeling geacht te zijn ondergebracht bij de onderdelen 2.3.3 en 2.3.4

2.3.15 Andere activiteiten

2.3.15.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.15.1.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 261,50

2.3.15.1.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1.2.1 als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: € 261,50

2.3.15.1.2.2 als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.16 Omgevingsvergunning in twee fasen

2.3.16.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid , van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.16.1.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.16.1.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft

2.3.17 Beoordeling rapporten

2.3.17.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld:

2.3.17.1.1 voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport € 167,00

2.3.17.1.2 voor de beoordeling van een archeologisch onderzoek € 167,00

2.3.17.1.2.1 Als voor de begeleiding van het archeologisch onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.17.1.2 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, wordt het tarief verhoogd met de werkelijke kosten van die adviseur, met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 2.400,00 niet overschrijden

2.3.17.1.3 voor de beoordeling van een geluidrapport € 167,00

2.3.18 Advies

2.3.18.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.1.2 Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.19 Verklaring van geen bedenkingen

2.3.19.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.19.1.1 indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven € 400,50

2.3.19.1.2 indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.19.1.2.1 Indien een begroting als bedoeld in 3.19.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.20 Gedoogbeschikking

2.3.20.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gedoogbeschikking voor het tijdelijk zonder

2.3.20.1.1 Omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk c.q. in afwijking van een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk bouwen, verbouwen of wijzigen van een bouwwerk, als bedoeld in dit hoofdstuk € 370,50

2.3.20.1.2 Gebruiksafwijking gebruiken van gronden (planologisch strijdig gebruik) € 370,50

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in 2.2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in 2.2.2.1, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, wordt € 1.570,50 van de ter zake van het van het vooroverleg geheven leges, in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

2.5.1.1 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan, 75% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges;

2.5.1.1.2 indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan, 50%

van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges;

2.5.1.1.3 indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 6 weken na het in behandeling nemen ervan, 25% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges.

2.5.1.1.4 De leges, als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1, bedragen nooit minder dan € 261,50

2.5.2 Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in het onderdeel 2.3.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, als bedoeld in het onderdeel 2.3.1.1, mits deze aanvraag tot intrekken is ingediend binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van dit onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2.1 Een bedrag minder dan € 500,00 wordt niet teruggegeven

2.5.3 Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges mits deze aanvraag tot intrekken is ingediend binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25% van het bij onderdeel 2.3.5 berekende bedrag

2.5.4 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in het onderdeel 2.3.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, als bedoeld in het onderdeel 2.3.1.1 De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van dit onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

2.5.4.1 Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.4 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak;

2.5.4.2 De leges, als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 bedragen nooit minder dan € 261,50

2.5.5 Teruggaaf van de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.3.1.1 en 2.3.3.1.2 of 2.3.4.1.1 en 2.3.4.1.2 vindt plaats als een binnenplanse afwijking of een buitenplanse kleine afwijking van een bepaald bestemmingsplan is toegepast met het oog op het verkrijgen van rechtsgelijkheid/uniformiteit in vergelijking tot andere bestemmingsplannen in de gemeente, waarin ruimere bebouwingsmogelijkheden zijn opgenomen.

2.5.6 Teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 vindt plaats als door één rechtspersoon meerdere omgevingsvergunningen zijn aangevraagd voor elke woning, of cluster van woningen in Zuiderloo en Nieuw Varne, en waarbij sprake is van herhaling van woonconcepten;

2.5.6.1 Aan het einde van het kalenderjaar wordt de totale bouwsom van de door of namens één rechtspersoon ingediende aanvragen voor een omgevingsvergunning waarop door de gemeente beslist is in dat kalenderjaar getotaliseerd en berekend wat de hoogte van de leges over deze totale bouwsom bedraagt

2.5.6.2 De gemeente keert het verschil uit aan in rekening gebrachte leges voor alle individuele aanvragen en de leges over de totale bouwsom.

2.5.7 Van de leges verschuldigd op grond van de andere onderdelen in de hoofdstukken van deze titel wordt geen teruggaaf verleend

Hoofdstuk 6 Intrekken omgevingsvergunning

2.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 of 2.5.3 van toepassing is € 261,50

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project € 261,50

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening € 4.605,50

2.8.1.1 Als het opstellen van een (postzegel)bestemmingsplan betreft: ‘het bedrag dat aan de aanvrager is meegedeeld blijkend uit een offerte (of begroting) die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een offerte (of begroting) als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt het verzoek voor het opstellen van een bestemmingsplan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte (of begroting) aan de aanvrager ter kennis is gebracht en door aanvrager voor deze vijfde werkdag schriftelijk is meegedeeld dat aanvrager akkoord gaat met het geoffreerde bedrag (de begroting)’.

2.8.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening € 4.605,50

2.8.2.1 voor de beoordeling van een verzoek als bedoeld onder punt 2.8.2 vereist is dat een externe adviseur wordt ingeschakeld, verhoogd met de werkelijke kosten met dien verstande dat deze kosten het bedrag van € 8.377,00 niet overschrijden, indien de aanneemsom minder dan € 500.000,00 bedraagt en de kosten het bedrag van € 16.755,00 niet overschrijden indien de aanneemsom meer dan € 500.000,00 bedraagt

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld, wanneer een ontheffingsprocedure in het kader van de Wet Geluidhinder is vereist bedraagt het tarief € 584,50

2.9.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking € 261,50

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1 Hoofdstuk 2, afdeling 8

3.1.1.1 voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een exploitatievergunning horecabedrijf € 294,50

3.1.1.2 voor een aanvraag van afwijking sluitingstijden horecabedrijven € 11,25

Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen of markten

3.2.1 Hoofdstuk 2, afdeling 7

3.2.1.1 het verlenen van een vergunning voor een kleinschalig evenement, waarbij geen wegen worden afgezet en waarbij minder dan 100 bezoekers/toeschouwers aanwezig zijn € 21,75

3.2.1.2 het verlenen van een vergunning voor een evenement met minder dan 100 bezoekers/toeschouwers waarbij wegen worden afgezet en voor een middelgroot evenement, waarbij tussen de 100 en 500 bezoekers/toeschouwers aanwezig zijn € 55,00

3.2.1.3 het verlenen van een vergunning voor een grootschalig evenement, waarbij meer dan 500 bezoekers/toeschouwers aanwezig zijn € 77,00

Voor alle evenementen geldt een toeslag zoals genoemd in titel 3 hoofdstuk 5 “Brandbeveiligingsverordening” onder 3.5.1, als een advies van de brandweer noodzakelijk is 3.2.2 Hoofdstuk 5, afdeling 5

3.2.2.1 Voor het verlenen van een snuffelmarktvergunning € 21,75

3.2.3 Hoofdstuk 5, afdeling 4

3.2.3.1 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een standplaatsvergunning € 39,75

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3.1 Hoofdstuk 3, paragraaf 2

3.3.1.1 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een exploitatievergunning van een seksinrichting of escortbedrijf € 440,00

3.3.1.2 Het overschrijven van de vergunning tot het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf op een andere naam, indien de inrichting door de nieuwe vergunninghouder op dezelfde wijze wordt voortgezet € 220,00

Hoofdstuk 4 Kinderopvang/peuterspeelzalen

3.4.1 Voor het afgeven van een beschikking tot exploitatie van een vestiging van een kindercentrum of gastouderbureau € 426,00

3.4.2 Voor het afgeven van een beschikking tot exploitatie van gastouderopvang bij de gastouder thuis € 68,00

3.4.3 Voor het afgeven van een beschikking tot exploitatie van een vestiging van een peuterspeelzaal € 426,00

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening

3.5.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning voor een inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 1, van de brandbeveiligingsverordening waarin

3.5.1.1 meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn € 327,50

3.5.1.2 aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft € 327,50

3.5.1.3 aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft € 327,50

3.5.2 Het tarief voor het overschrijven van een vergunning als bedoeld onder 3.4.1 per overschrijving € 53,75

3.5.3 Indien de aanvrager van een vergunning, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1, van de brandbeveiligingsverordening, waarover definitief is beschikt, de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt het onder 3.5.1 genoemde bedrag met 50% verminderd

3.5.4 Indien de aanvrager van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1, van de brandbeveiligingsverordening de benodigde bescheiden in één keer volledig indient en de bescheiden in één keer ontvankelijk verklaard zijn, wordt het legesbedrag met 50% verminderd

Hoofdstuk 6 In deze titel niet genoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking € 166,00

Indien in deze bijlage genoemde stukken worden toegezonden, worden de tarieven verhoogd met de werkelijke portokosten, voor zover daarvoor geen afzonderlijk tarief is opgenomen.

Behorende bij raadsbesluit van 7 december 2015.

Bijlage I: Tarieven 2016 WZNH, adviescommissies voor ruimtelijke kwaliteit

  • A.

    A Advisering adviescommissie

    • 1.

      1. Reguliere adviezen ( op basis van bouwsom of bestede tijd):

      • a.

        Planbehandeling

        • -

          advies bij bouwsom tot € 20.000,00 altijd vast laag tarief € 40,00

        • -

          advies bij bouwsom boven € 20.000,00 percentage bouwsom 0,25%

        • -

          advies zonder bouwsom o.b.v. tijd, omrekening naar commissietarief per uur € 440,00

        • -

          maximum tarief per behandeld bouwplan € 2.250,00

      • b.

        Kortingen

        • -

          korting op adviestarief bij vooroverleg door WZNH supervisor 50%

    • 2.

      Advies tegen vast tarief:

      • -

        reclameobjecten € 75,00

      • -

        sloopvergunningen € 100,00

      • -

        handhavingszaken / excessenregeling € 150,00

  • B.

    Monumentenadviezen WZNH Erfgoedcommissie

    • -

      behandeling in WZNH erfgoedcommissie o.b.v. tijd, omrekening naar uurtarief € 440,00

  • B.

    Overige advisering op basis van bestede tijd

    • 1.

      Basistarieven WZNH per uur

      • -

        secretariaat-beleidscoördinator € 85,00

      • -

        WZNH adviseur / commissielid € 120,00

      • -

        projecttarief WZNH adviseur € 100,00

      • -

        previsoren, supervisoren, leden kwaliteitsteams € 120,00

      • -

        adviseur bij second opinions € 120,00

Toelichting

  • -

    Tarief planbehandeling is geldig ongeacht het aantal behandelingen;

  • -

    Indien sinds de laatste behandeling van enig plan op enige locatie achttien maanden zijn verstreken, wordt het plan als een nieuwe aanvraag geadministreerd (plangeschiedenis is opvraagbaar);

  • -

    Voor alle adviezen waarvoor geen berekening kan worden gemaakt op basis van een bouwsom worden de uurtarieven gehanteerd, naverrekening vindt plaats op basis van de bouwsom;

  • -

    Op grond van individuele afspraken en aangepaste werkwijze kan van deze tarieven worden afgeweken;

  • -

    Genoemde tarieven zijn exclusief BTW en voorschotten