Verdeel en Vestigingsbeleid en regels coffeeshop Hellevoetsluis 2022

Geldend van 16-03-2022 t/m heden

Intitulé

Verdeel en Vestigingsbeleid en regels coffeeshop Hellevoetsluis 2022

De burgemeester van de gemeente Hellevoetsluis,

  • -

    constaterende dat het beleid van de gemeente Hellevoetsluis het sinds 1998 mogelijk maakt een coffeeshop te exploiteren en dat volgens dit beleid en de evaluatie daarvan in respectievelijk 2002 en 2009 er maximaal één toestemming voor het exploiteren van een coffeeshop verleend kan worden;

  • -

    overwegende dat de toestemming om een coffeeshop te exploiteren een zogeheten ‘schaars recht’ betreft en dat derhalve een passende mate van openbaarheid en voldoende gelijke kansen geboden moeten worden bij het toekennen hiervan.

  • -

    Gelet op inhoud van de hierover geschreven brief van 17 november 2021 en memorandum van 28 oktober 2021.

Gelet op het bepaalde in

  • -

    (art. 3 en 13b) Opiumwet

  • -

    (art. 6a) Wet experiment gesloten coffeeshopketen (EGC),

  • -

    (art. 12 en 43) Besluit experiment gesloten coffeeshopketen, en

  • -

    (art. 4:81) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

BESLUIT, vast te stellen de navolgende (beleids)regels:

“Verdeel en Vestigingsbeleid en regels coffeeshop Hellevoetsluis 2022”

Aantal

Artikel 1: Aantal toegestane coffeeshops.

  • 1. In de gemeente wordt één coffeeshop toegestaan.

Bekendmaking

Artikel 2: Bekendmaking te vergeven toestemming

  • 1. De burgemeester maakt bekend dat een mogelijkheid tot toestemming voor het exploiteren van een coffeeshop is vrijgekomen dan wel vrij komt.

  • 2. De bekendmaking vindt in elk geval plaats:

    • a.

      in het elektronisch gemeenteblad van Hellevoetsluis; op de website www.officielebekendmakingen.nl

    • b.

      middels publicatie van tenminste een samenvatting, in het huis-aan-huisblad “Groot Hellevoet”

  • 3. In de bekendmaking vermeldt de burgemeester contactgegevens voor het inwinnen van informatie over de aanvraagprocedure en een termijn waarbinnen een aanvraag moet worden ingediend. Deze termijn bedraagt ten minste twee weken.

  • 4. In de bekendmaking kan de burgmeester bepalen op welke wijze de aanvraag ingediend kan worden en hiertoe de elektronische weg openstellen.

Indienen aanvraag

Artikel 3: Indieningstermijn

  • 1. Een aanvraag wordt slechts in behandeling genomen wanneer deze binnen het tijdvak als genoemd in art 2, 3e lid volledig is ingeleverd.

  • 2. De in art 4:5 Awb genoemde hersteltermijn voor het aanvullen van een onvolledige aanvraag reikt niet verder dan tot op de laatste dag van de termijn als genoemd in art 2, 3e lid.

  • 3. Een aanvraag die binnen de termijn als genoemd in art 2, 3e lid niet volledig is ontvangen of aangevuld, wordt buiten behandeling gesteld.

  • 4. Een aanvraag die buiten de termijn als bedoeld in art. 2, 3e lid, volledig is ontvangen of aangevuld, wordt geweigerd.

  • 5. De gemeente hanteert geen inschrijf- of wachtlijst, wanneer de voor het indienen van een aanvraag opengestelde termijn (ex art 2, 3e lid) niet in het verlenen van een toestemming resulteert, wordt deze termijn opnieuw (evt. verlengd) bekendgemaakt

Artikel 4: Indieningsvereisten aanvraag

  • 1. Tenzij de burgemeester dit (conform artikel 2, 4e lid) in de bekendmaking vermeld, wordt voor het indienen van een aanvraag niet afgeweken van art. 4:1 en 4:2 Awb en is de elektronische weg niet geopend voor het indienen van een aanvraag.

  • 2. Bij een volledige aanvraag om toestemming voor de exploitatie van een coffeeshop worden ten minste de volgende documenten overgelegd:

    • a.

      een kopie van een identiteitsbewijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, van de aanvrager, diens bestuurders en aandeelhouders en een bewijs (afschrift) van inschrijving bij de Kamer van Koophandel,

    • b.

      een gedetailleerde omschrijving van de locatie van de te vestigen coffeeshop, waarbij wordt voldaan aan de (in bijlage 1) bij deze beleidsregels bijgevoegde vestigingskaart coffeeshop,

    • c.

      een ondernemingsplan, dat in elk geval bevat:

      • i.

        een beschrijving van de bij de aanvraag betrokken natuurlijke personen, waaronder hun persoonsgegevens, opleidingen, werkervaring, hun persoonlijke kwaliteiten en vaardigheden ten aanzien van het exploiteren van een coffeeshop;

      • ii.

        een beschrijving van de coffeeshop;

      • iii.

        welke producten zullen worden verkocht;

      • iv.

        op welk publiek de coffeeshop zich richt;

      • v.

        een realistische beschrijving van een op de locatie aanwezige feitelijke / fysieke (en bij voorkeur tevens juridische) mogelijkheid tot het realiseren afhaallocatie voor het middels een loket bedienen van (motor)voertuigen.

      • vi.

        een overzicht van te verrichten investeringen (investeringsbegroting);

      • vii.

        de financiële haalbaarheid van de coffeeshop (exploitatiebegroting);

      • viii.

        hoe de coffeeshop wordt gefinancierd;

    • d.

      een veiligheidsplan, dat in elk geval bevat:

      • i.

        een risicoanalyse met betrekking tot de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat;

      • ii.

        de te nemen maatregelen ter bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat;

      • iii.

        een beschrijving van de wijze van toezicht in de coffeeshop en in de directe omgeving daarvan zodanig dat het een wezenlijke bijdrage levert aan de bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat;

      • iv.

        een beschrijving van de bereikbaarheid van de coffeeshop, de aanwezige (parkeer)voorzieningen voor bezoekers en het te verwachten effect op het verkeer;

      • v.

        een afschrift van de huisregels;

      • vi.

        een beschrijving op welke wijze en met welke concrete maatregelen de exploitant(en) gaan voorzien in de naleving van de nationale wet en regelgeving.

    • e.

      een communicatieplan, dat in elk geval bevat:

      • i.

        een beschrijving hoe de exploitant(en) omwonenden en omliggende bedrijven na het verkrijgen van de toestemming zullen informeren/voorbereiden op de komst van een coffeeshop,

      • ii.

        een beschrijving hoe de exploitant(en) gedurende de exploitatie van de coffeeshop in contact blijven met de omgeving en omgaan met diens eventuele klachten en

      • iii.

        een omschrijving hoe de exploitant(en) een constante, open en constructieve verstandhouding tot de omgeving bewaren;

    • f.

      een verslavings-preventieplan, waar in elk geval ingegaan wordt op:

      • i.

        het toegangs- en deurbeleid;

      • ii.

        de wijze waarop personeel kennis en inzicht vergaart en behoudt over verdovende middelen, de herkenning van verslavingssymptomen en de kans op en de risico’s van verslaving;

      • iii.

        de wijze van eigen inzet en te treffen maatregelen ter voorkoming van verslaving als ook de samenwerking met verslavingszorg en/of andere (overheids)partners;

    • g.

      een op schaal gemaakte plattegrond van de coffeeshop met daarop weergegeven de geplande indeling en de oppervlaktematen;

    • h.

      een ondertekende (intentie) huur- of koopovereenkomst waaruit blijkt dat aanvrager exclusief over de aangevraagde locatie beschikt of kan gaan beschikken;

    • i.

      Een samenvattende beschrijving van de wijze waarop de aanvraag voldoet aan de eisen genoemd in de artikelen 1:8 en 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Hellevoetsluis 2020, hierbij mag verwezen worden naar de voornoemde plannen.

    • j.

      een naar waarheid en volledig ingevuld Bibob-vragenformulier.

  • 3. Een aanvrager die een aanvraag in de zin van art 1:3 Awb indient, die niet voldoet aan de indieningsvereisten, zal hier zo spoedig mogelijk van op de hoogte worden gesteld. Hierbij wordt indien (in de tijd nog) mogelijk, aangegeven dat de aanvrager, met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid wordt gesteld de aanvraag binnen de in artikel 2, 3e lid genoemde termijn aan te vullen. De aanvraag dient conform art 3, 1e lid, te allen tijde uiterlijk op de laatste dag van de in artikel 2, 3e lid gestelde termijn volledig te zijn (aangevuld en) ontvangen door de burgemeester.

  • 4. De indieningsvereisten laten de bevoegdheid van de burgemeester tot het bij de aanvrager opvragen van nadere informatie of documenten onverlet.

Procedure

Artikel 5: Procedure verlening van toestemming

  • 1. De verlening van toestemming vindt plaats middels het doorlopen van de volgende vijf fasen;

    • a.

      fase 1: bepalen aantal volledige en tijdige ingediende aanvragen in de zin van art. 1:3 Awb. Weigeren of buiten behandeling stellen van overige onvolledige, niet tijdig ontvangen aanvragen en reageren op door niet-belanghebbende ingezonden verzoeken.

    • b.

      fase 2: toetsing van de bij de aanvraag betrokken rechts- en natuurlijke personen aan o.a. ‘goed levensgedrag’ en ‘goed ondernemerschap’ als genoemd in art. 2:28 APV. Weigering van aanvragen die hieraan niet voldoen.

    • c.

      fase 3: toetsing van de in de aanvraag genoemde locatie aan de criteria genoemd in de artikelen 1:8 en 2:28 van de APV. Weigering van aanvragen die hieraan niet voldoen.

    • d.

      fase 4: loting tussen de overgebleven gelijkwaardige aanvragen, waarna de in de bij deze loting als eerst getrokken aanvraag de volgende fase doorloopt.

    • e.

      fase 5: integrale eindtoets, inclusief toetsing aan Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2018 (dan wel diens opvolger) en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (inclusief adviesaanvraag bij het Landelijk Bureau Bibob).

  • 2. Als een aanvraag aan één van de fasen niet voldoet, wordt deze buiten behandeling gesteld of geweigerd en behoeven de overige fasen niet te worden doorlopen.

  • 3. Er zullen in fase 4 maximaal een drietal aanvragen worden getrokken welke in het geval van het afvallen van een eerdere aanvraag in volgorde van trekking gedurende de periode van maximaal 1 jaar in aanmerking kunnen komen voor verdere behandeling.

  • 4. De burgemeester kan besluiten dat de vijfde fase voor wat betreft het Bibob-onderzoek, wegens het permanente karakter van deze toetsing, ook na verlening van de toestemming kan plaatsvinden. De burgemeester kan de toestemming intrekken als deze beoordeling daar nadien aanleiding toe geeft.

Artikel 6: Wijze van loting

  • 1. De in artikel 5, 1e lid, onder d, genoemde loting wordt uitgevoerd door de burgemeester.

  • 2. De loting is openbaar.

  • 3. Binnen twee weken na de loting, worden de deelnemende aanvragers geïnformeerd over de uitkomst hiervan.

Inhoud toestemming

Artikel 7: Geldigheidsduur toestemming

  • 1. De toestemming voor het exploiteren van een coffeeshop wordt voor een periode van maximaal vijf jaar verleend waarbij in beginsel een optie tot verlenging met 5 jaar wordt geboden.

  • 2. De burgemeester kan bij het verlenen van de toestemming bepalen dat deze op een (nader te bepalen) toekomstige datum ingaat.

Artikel 8: Nadere regels

De burgemeester kan, onafhankelijk van de ingediende aanvraag en daarbij gevoegde plannen, in de toestemming nadere regels stellen welke zien op:

  • -

    de maximaal toegestane handelsvoorraad,

  • -

    de affichering,

  • -

    het voorkomen of beperken van overlast

  • -

    de tijden gedurende welke een coffeeshop geopend mag zijn voor klanten;

  • -

    de aanwezigheid van het personeel in een coffeeshop;

  • -

    de inrichting van een coffeeshop, waaronder de beveiliging, en

  • -

    de opleiding van het personeel.

Kosten aanvraag

Artikel 9: Leges

Voor iedere aanvraag is de aanvrager leges verschuldigd gelijk aan het tarief voort een exploitatievergunning horecabedrijf

Algemene bepalingen

Artikel 10: Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester kan onderbouwd afwijken van deze beleidsregels in het belang van de openbare orde, veiligheid en/of het woon- en leefklimaat.

Artikel 11: Inwerkingtreding beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 12: Citeertitel

Deze beleidsregels wordt aangehaald als: ‘Vestigingsbeleid coffeeshop Hellevoetsluis’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Hellevoetsluis op 10 maart 2022

M.C. Junius.

Bijlage 1: Vestigingskaart coffeeshop

Vestigingskaart coffeeshop

afbeelding binnen de regeling

Gebied 1:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Gebied 2:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Gebied 3:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Gebied 4:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Gebied 5:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Gebied 6:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2: artikelsgewijze toelichting op ‘Verdelings- en Vestigingsbeleid en regels coffeeshop Hellevoetsluis 2022’

Artikel 1: Aantal toegestane coffeeshops.

De bevoegdheid tot het bepalen van het aantal toegestane coffeeshops volgt uit het lokale beleid (welke verwijst naar de landelijke aanwijzing Opiumwet) en art 6a van de Wet Experiment gesloten coffeeshopketen. Het opgenomen aantal (te weten: één) volgt uit de inmiddels bestendig gebleken en meermaals geëvalueerde bestuurspraktijk. De overweging om deze anno 2022 te consolideren, staan nader beschreven in het in deze regels genoemde memorandum van 28 oktober 2021.

Artikel 2: Bekendmaking te vergeven toestemming

Lid 1

In dit artikel wordt gesproken over “toestemming”, hieronder dient te worden verstaan: elke schriftelijke (expliciete) verklaring waarin de burgemeester toestaat een coffeeshop te exploiteren. Met deze ruime term wordt ruimte geboden voor het veranderen van de grondslag van de toestemming, dit kan zowel een gedoogbeschikking, een aanwijzing als een vergunning betreffen.

De start van de procedure om toestemming voor de exploitatie van een coffeeshop te verlenen, vangt aan met het doen van een bekendmaking dat hiervoor ruimte is vrijgekomen dan wel vrij komt. Bij het ontstaan van ruimte kan worden gedacht aan het aflopen van de geldigheidsduur van een eerder verleende toestemming. Voorts is het bijvoorbeeld mogelijk dat een toestemming wordt ingetrokken of deze van rechtswege vervalt.

De burgemeester heeft een actieve informatieplicht. Jurisprudentie (waaronder de uitspraak “speelautomatenhal Vlaardingen”) laat zien dat potentiële gegadigde met gelijke kansen en in een transparante procedure moeten kunnen meedingen naar een beschikbare schaarse publiekrechtelijke toestemming.

Door de bekendmaking worden gegadigden op hetzelfde moment gewezen op de van toepassing zijnde termijnen. De indieningsvereisten en de (beoordeling) procedure staan in deze regels beschreven. Hiermee geeft de burgemeester een passende mate van openbaarheid inzake de betreffende schaarse toestemming.

Lid 2

In het tweede lid wordt bepaald via welke kanalen de burgemeester de bekendmaking doet. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij Verordening op de Elektronische Bekendmaking gemeente Hellevoetsluis 2014. Daarin is bepaald dat de gemeente een elektronisch gemeenteblad uitgeeft. Het gemeenteblad wordt uitgegeven op www.officielebekendmakingen.nl. De bekendmaking wordt daarnaast, althans tenminste een samenvatting hiervan, ter informatie in het huis-aan-huisblad “Groot Hellevoet” geplaatst

Lid 3

Het derde lid schrijft voor dat de burgemeester in de bekendmaking een termijn opneemt voor het indienen van een aanvraag, doch dat deze termijn niet korter mag zijn dan twee weken. In beginsel wordt de in deze bepaling genoemde termijn van twee weken aangehouden. Indien een eerste openstelling niet in het verlenen van een toestemming resulteert, kan dit voor een volgende opstelling aanleiding zijn een langere termijn te hanteren.

Lid 4

beschrijft de mogelijkheid voor de burgemeester om in de bekendmaking aan te geven dat kan worden afgeweken van de standaardbepaling zoals genoemd in art 4, 1e lid. Volgens deze bepalingen dienen aanvragen in beginsel op papier (en niet digitaal) te worden gedaan.

Artikel 3: Indieningstermijn aanvraag

Lid 1

Deze bepaling geeft aan dat aanvragen tijdig en volledig ontvangen moeten zijn om deze te kunnen behandelen en hierop een inhoudelijk besluit te nemen. Een binnen de gestelde termijn ingediende onvolledige aanvraag wordt buiten behandeling gesteld wegens het niet voldoen aan de indieningsvereisten. Een te laat ingediende volledige aanvraag wordt geweigerd wegens het overschrijden van de termijn als genoemd in art. 2, 3e lid.

Lid 2

Op de burgemeester rust een inspanningsverplichting (doch geen resultaatverplichting) om een aanvrager gedurende de indieningstermijn te wijzen op eventuele onvolledigheden. Wanneer een aanvrager op de laatste dag- of het einde van de indieningstermijn een onvolledige aanvraag indient, zal er in de regel geen mogelijkheid bestaan dit gebrek binnen de indieningstermijn te herstellen. Dit blijft – evenals een (dag) ‘te laat’ indienen - voor rekening en risico van de aanvrager.

Artikel 4: Indieningsvereisten aanvraag

Lid 1

In het eerste lid is opgenomen dat de elektronische weg niet geopend is voor het indienen van een aanvraag. Dit betekent dat aanvragen fysiek of per post moet worden ingediend. De burgemeester kan hier in de bekendmaking van afwijken.

Lid 2

Het tweede lid bevat een opsomming van de documenten, plannen en bewijsstukken die een aanvrager in ieder geval (lees: minimaal) moet indienen bij diens aanvraag. Het betreft informatie en documentatie die noodzakelijk is om te beoordelen of de belangen, die de vergunning dient te beschermen, niet onevenredig en onacceptabel worden benadeeld.

Daarbij wordt informatie en documentatie opgevraagd om te beoordelen of de exploitant(en) en leidinggevende(n) beschikken over voldoende deskundigheid en kennis om een coffeeshop te exploiteren. Deze stukken zijn vormvrij en geven de aanvrager ruimte om een eigen invulling hieraan te geven. De burgemeester kan bij een toewijzing van een aanvraag bepalen dat de exploitatie conform deze plannen plaats dient te vinden.

De vereiste (intentie) huur- of koopovereenkomst moet voldoende waarborgen bieden om vast te kunnen stellen of de exploitant daadwerkelijk en exclusief (met uitzondering van derden) over de opgegeven locatie beschikt of kan gaan beschikken. Als het gaat om een intentieovereenkomst moet deze concreet zijn en ten minste inhouden de huur- of koopprijs, de reeds overeengekomen algemene en bijzondere voorwaarden, de looptijd en de ondertekening door alle betrokken partijen.

Een verzoek waarbij het gestelde in art 4, 2e lid bij h ontbreekt, is geen verzoek van een ‘belanghebbende’ in de zin van art. 1:2 Awb en derhalve geen ‘aanvraag’ in de zin van art. 1:3 Awb. Hierop wordt geen besluit genomen.

De vereiste Bibob vragenlijst betreft het “Bibob-vragenformulier met betrekking tot beschikkingen, niet-zijnde subsidiebeschikkingen of vergunningen ex artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo”, versie 9 juni 2020 (of van nadien). Deze vragenlijst kan men, amen met een ‘invulwijzer’, vinden op www.rijksoverheid.nl.

Lid 3

Het derde lid geeft aan op welke wijze wordt omgegaan met onvolledige aanvragen. Een aanvraag die de vereiste informatie en/of documentatie, genoemd in het tweede lid, niet bevat, is onvolledig.

Onder onvolledig wordt tevens verstaan een aanvraag waarbij noodzakelijke bijlagen ontbreken, niet ondertekend zijn of anderszins niet voldoen aan de formele indieningsvereisten. Bij constatering daarvan krijgt de aanvrager zo veel als mogelijk de gelegenheid de aanvraag binnen de initiële indieningstermijn aan te vullen en volledig te maken. Wordt daar geen of onvoldoende gebruik van gemaakt, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. De aanvraag wordt dan inhoudelijk niet beoordeeld, zodat de aanvrager niet langer meedingt naar de vergunning. De verplichting tot het bieden van gelijke kansen aan potentiële gegadigden verdraagt zich niet met het bieden van een hersteltermijn die verder reikt dan de (initiële) indieningstermijn, zie ook art. 3, 2e lid jo. 2, 3e lid.

Artikel 5: Procedure vergunningverlening

Ten aanzien van schaarse publieke rechten dient het bestuur (in dit geval; de burgemeester) verdelingscriteria vast te stellen om de beschikbare toestemming te verdelen. Jurisprudentie laat zien dat verschillende criteria worden erkend. De door de burgemeester van Hellevoetsluis gehanteerde criteria zijn onderverdeeld en uitgewerkt in meerdere fases. Hiermee wordt invulling gegeven aan het rechtsgelijkheidsbeginsel en transparantiebeginsel enerzijds en het evenredigheids- en redelijkheidsbeginsel anderzijds. Het doorlopen van de fasen maakt dat er geen sprake is van een onnodig indringende toets en daarmee mogelijk gepaard gaande inbreuk op de privacy van de aanvrager. De opdeling in fases maakt echter niet dat in een latere fase, aan de hand van een meer indringende beoordeling of aanvullende informatie kan blijken dat de aanvraag alsnog in een eerdere fase geweigerd had moeten worden.

Fase 1 (toetsing ontvankelijkheid, tijdig- en volledigheid): deze fase bestaat uit het beoordelen van tijdigheid, volledigheid en belang. Bij een volledige aanvraag dient onder meer voldaan te worden aan het indieningsvereiste zoals genoemd in art. 4, 2e lid. Het gaat hier om de vaststelling of de vereiste documenten zijn aangeleverd en niet om de kwaliteit daarvan. Een aanvraag dient aldus deze bepaling te zien op een locatie buiten het met rode kleur gemarkeerde gebied. De locatie dient daarbij geschikt te zijn of te kunnen worden gemaakt voor een afhaal loket voor de bediening van motorvoertuigen (drive-thru), dit betreffen harde eisen (ook wel “knock out criteria” genoemd).

Vaststelling van vestigingskaart (bijlage 2) behorende bij indieningsvereisten.

Het vaststellen of het vestigen van een coffeeshop ingevolge de vestigingskaart coffeeshop is toegestaan, is afgeleid van de bestendig gebleken bestuurspraktijk en de criteria die zijn opgenomen in het Coffeeshopbeleid en de evaluaties hiervan. Ingevolge art. 12 bij a van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen kan de burgemeester nadere regels stellen aan de locatie waar een coffeeshop is toegestaan. De bij dit beleid als bijlage opgenomen kaart is tot stand gekomen in samenspraak met- en na raadpleging van o.a de politie, BOA’s en medewerker verslavingspreventie en is gebaseerd op o.a. de volgende criteria:

  • In het kader van het beschermen van de woon- en leefomgeving is het vestigen van een coffeeshop niet gewenst in wijken met uitsluitend een woonbestemming of gebieden waar een coffeeshop zich niet verhoudt met het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • De gemeente Hellevoetsluis kent verschillende wijken waar de woon- en leefsituatie reeds gedurende meerdere jaren onder druk staat. Het vestigen van een coffeeshop is in deze wijken in het kader van de bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat niet gewenst.

  • In het kader van openbare orde en veiligheid is het vestigen van een coffeeshop niet gewenst op een afgezonderde (industrie)locatie, dit ter voorkoming van het ontstaan van een zogenoemde “vrijplek” zonder enige vorm van sociale controle.

  • In het kader van verkeer(sveiligheid) is het vestigen van een coffeeshop in sommige gebieden verboden of niet wenselijk geacht.

  • Bij het opstellen van de kaart is rekening gehouden met het verzorggebied van de coffeeshop en een efficiënte, met zo min mogelijk hinder gepaard gaande, exploitatie.

Toelichting van de met rode kleur gemarkeerde delen

Indien de in de aanvraag opgenomen locatie gelegen is in het gebied waar het vestigen van een coffeeshop volgens de bijgevoegde kaart niet is toegestaan (met rode kleur op de kaart gemarkeerd), voldoet deze niet aan de indieningsvereisten en zal de aanvraag buiten behandeling worden gesteld. Deze aanvraag zal niet meegenomen worden in de verdere procedure.

Toelichting van de met blauw gekleurde delen

Indien de in de aanvraag opgenomen locatie is gelegen in het gebied waar het vestigen van een coffeeshop ‘niet gewenst’ is, (op de kaart met blauw gemarkeerd) zal deze locatie in fase 3 (en 5) extra kritisch/indringend worden beoordeeld.

Toelichting niet gemarkeerde delen

Voor wat betreft de gebieden op de kaart die niet aangeduid zijn met ‘verboden’; of ‘ongewenst’ (lees: de gebieden die niet met een kleur gemarkeerd zijn), staat de gemeente in beginsel open voor het vestigen van een coffeeshop. In beginsel, omdat de feitelijk aangevraagde locatie nog inhoudelijk (bijvoorbeeld aan het vigerende bestemmingsplan) wordt beoordeeld.

Fase 2: (toetsing van aanvrager) aan de criteria genoemd in de artikelen 1:8 en 2:28 van de AP. In fase 2 zal bekeken worden of de bij de aanvraag betrokken (rechts)personen, waaronder de opgegeven exploitant(en) en leidinggevende(n) voldoen aan de eisen die bij en krachtens artikel 8, eerste en tweede lid, van de Drank- en Horecawet worden gesteld. Indien zij hier evident niet aan voldoen, zal de vergunning worden geweigerd. Deze aanvraag zal niet meegenomen worden in de verdere procedure.

Bij deze beoordeling wordt niet slechts gekeken naar bedrijfsmatige of zakelijke gedragingen, ook gedragingen in de privé sfeer kunnen hierbij relevant zijn. Hoewel het (incidenteel) begaan van een lichte overtreding als; ‘het verkeerd aanbieden van huisvuil’, ‘wildplassen’ of ‘te hard rijden’ niet per definitie in een weigering hoeven te resulteren, zal verzwijging hiervan in de aanvraag of het begaan van andere misdrijven in de regel wel reden zijn tot weigering.

Fase 3: (toetsing van de locatie) aan de criteria genoemd in de artikelen 1:8 en 2:28 van de APV. In deze fase wordt ook getoetst aan het bestemmingsplan, dit betreft een harde eis (‘knock out criterium’). Indien de aanvraag niet past binnen het vigerende bestemmingsplan wordt deze geweigerd. Aangezien de Wet ruimtelijke ordening in dit geval niet in de plaats kan treden van de Opiumwet, wordt voor de beoordeling aangesloten bij de bestemming ‘detailhandel’ voor de activiteit verkoop/verstrekking en bij de bestemming ‘horeca’ voor het bieden van gelegenheid voor ‘consumptie ter plekke’ (rook- dan wel gebruikersruimte). Zoals beschreven in het memo van 28 oktober 2021, wordt een rookruimte door de burgemeester niet als langer als ‘meer wenselijk’ beschouwd.

Voorts wordt bekeken of het op basis van de door de exploitant(en) ingeleverde documenten, plannen en bewijsstukken aannemelijk is dat met de exploitatie door deze exploitant(en) een gevaar zal ontstaan voor de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid, het milieu en/of de woon- en leefsituatie. Indien dit evident het geval is, zal de vergunning worden geweigerd. Ook dan wordt de aanvraag niet meegenomen in de verdere procedure. Zoals bij ‘fase 1’ staat aangegeven, worden aanvragen die zien op een locatie welke op de bijgevoegde kaart met blauw zijn gemarkeerd hierbij meer indringend/kritisch beoordeeld.

Fase 4 De aanvragen die voldoen aan de eerste 3 fasen, komen in aanmerking voor deelname aan de loting. Bij deze aanvragen kan en mag derhalve geen sprake van evidente weigeringsgronden. De regels zijn zodanig vorm gegeven dat het voor alle gegadigden inzichtelijk moet zijn waaraan deze moeten voldoen om door de eerste 3 fasen te komen.

Van de resterende aanvragen worden er maximaal drie geloot. De niet getrokken aanvragen worden geweigerd. Indien er bij aanvang van fase 4 slechts 1 aanvraag resteert, wordt er niet geloot maar gaat deze aanvraag rechtstreeks naar de volgende fase. De maximaal 3 getrokken aanvragen komen gedurende de periode van een jaar in volgorde van trekking in aanmerking voor een inhoudelijke toetsing als bedoeld in fase 5. Bij het, na volledig getoetst te zijn, verlenen van de opgestelde toestemming vervalt deze aanmerking en worden de overige aanvragen (alsnog) geweigerd.

Bij het weigeren of afvallen van de aanvraag die als eerst is geloot, wordt de tweede aanvraag (desgewenst) getoetst aan fase 5 en bij het weigeren/afvallen van de eerste twee ingelote aanvragen de derde. Uiteraard staat het aanvragers altijd vrij om diens aanvraag in te trekken. Indien geen van de drie ingelote aanvragen uiteindelijk in een volledig getoetste toestemming resulteert, wordt een nieuwe periode bekendgemaakt waarin een aanvraag kan worden ingediend.

Fase 5: integrale eindbeoordeling, inclusief Bibob. Van de aanvraag die in fase 4 als eerste is geloot, of bij het afvallen hiervan de opvolgende, vindt een laatste integrale eindbeoordeling plaats. Voor het aan de hand van deze eindbeoordeling (alsnog) weigeren van een aanvraag geldt voor de burgemeester een verzwaarde motiveringsplicht. Deze aanvraag heeft de toets van fase 1 t/m 3 immers reeds doorstaan. Wanneer deze eindbeoordeling niet resulteert in een weigering, resteert slechts nog de toetsing op grond van de wet Bibob. Met betrekking tot een weigering gebaseerd op deze Bibob-toets geldt geen zwaardere motiveringsplicht.

De regels bieden de mogelijkheid voor twee opties,

(1) de toestemming wordt op de eerst ingelote aanvraag (of bij weigering hiervan voor de opvolgende) verleend na een volledige eindbeoordeling inclusief Bibob toets. In dit geval stopt de verdelingsprocedure en worden de overige aanvragen geweigerd.

(2) de toestemming wordt verleend na een eindbeoordeling maar voorafgaande aan een volledige Bibob toets. In dit geval worden de resterende aanvragen, indien deze dat wensen, gedurende de periode van maximaal 1 jaar nog niet geweigerd. Wanneer de verleende toestemming gedurende de periode van een jaar komt te vervallen, wordt de eerstvolgende ingelote aanvrager in de gelegenheid gesteld diens aanvraag (alsnog) voort te zetten.

De aanvrager die handelt als in de hierboven bij 2 beschreven situatie, doet dit voor eigen rekening en risico en kan geen aanspraak maken op enige vorm van financiële compensatie. Deze bepaling is opgenomen ter voorkoming van het scenario dat een in een laat stadium gegeven Bibob advies ertoe leidt dat de hele procedure van voor af aan moet worden gestart.

Artikel 6: Wijze van loting

De loting zal worden uitgevoerd door de burgemeester en zal openbaar zijn. In beginsel zal de loting fysiek plaatsvinden, indien dit niet mogelijk is kan hiertoe een vervangende (live) videoverbinding tot stand worden gebracht. Binnen twee weken na de loting, worden de deelnemende exploitanten geïnformeerd over de uitkomst van de loting voor wat betreft hun aanvraag.

Artikel 7: Geldigheidsduur van de vergunning

De toestemming voor een coffeeshop wordt in beginsel voor een periode van vijf jaar verleend, waarbij een mogelijkheid wordt geboden tot een verlenging met 5 jaar. Deze termijn sluit aan bij de in Nederland gebruikelijke huurperiode ( 2 maal 5 jaar). Gedurende de eerste termijn kan de exploitant aangeven of deze gebruik wenst te maken van de geboden mogelijkheid tot verlenging. Indien dit het geval is, zal er ten tijde van de verlenging een herbeoordeling plaatsvinden. Voor deze geldigheidsduur is gekozen omdat een exploitant de kans moet krijgen zijn coffeeshop op te bouwen, bekendheid te krijgen bij klanten en goed contact en een vertrouwensrelatie op te bouwen met eventuele omwonenden en omliggende bedrijven alsmede met (overheids)instanties. Bovendien moet een exploitant investeringen doen en verplichtingen (vaak voor langere tijd) aangaan waarvoor een redelijke termijn geboden moet worden om deze terug te verdienen en winst te kunnen maken. Een te snelle roulatie brengt bovendien minder stabiliteit met zich mee.

In individuele gevallen kan een afwijkende geldigheidsduur worden bepaald, als daar bijzondere redenen voor zijn. Het stellen van een maximum termijn biedt potentiële gegadigden op enig moment de kans om tot de markt toe te treden. De burgemeester kan bepalen dat een toestemming op een toekomstig moment ingaat, dit kan het geval zijn wanneer de toestemming ziet op een toekomstige situatie, zoals het vervallen van een eerder (aan een ander) verleende toestemming.

Artikel 8:

In beginsel is het aan de aanvrager om te onderbouwen dat diens aanvraag geen onevenredige afbreuk doet aan de relevante belangen. De burgemeester kan hierbij bepalen dat de exploitatie dient plaats te vinden conform de door de aanvrager ingediende plannen. De burgemeester is, mede op grond van artikel 12 Besluit experiment gesloten coffeeshopketen ook bevoegd of aanvullende of afwijkende regels op te leggen. Aangezien het in de gemeente Hellevoetsluis gaat om één mogelijke toestemming, maakt de burgemeester gebruik van deze bevoegdheid door het verbinden van voorschriften aan deze toestemming.

Artikel 9: Legeskosten

Voor het beoordelen van aanvragen is leges verschuldigd gelijk aan het bedrag voor een exploitatievergunning voor een horecabedrijf. Het tarief wordt bepaald op basis van het moment dat de aanvraag werd ingediend en de op dat moment geldende Legesverordening.

Thans betreft dit de Legesverordening Hellevoetsluis 2022 “Verordening op de heffing en de invordering van leges“, bij toekomstige aanvragen kan het gaan om de opvolger hiervan. Voor het behandelen van een aanvraag wordt thans het tarief gehanteerd zoals genoemd bij (XVII, eerste lid): EXPLOITATIEVERGUNNINGEN, ten tijde van publicatie van deze regels (2022) betreft dit een bedrag van € 190,30

Artikel 10: Afwijkingsbevoegdheid

In dit artikel is aangegeven dat de burgemeester kan afwijken van deze beleidsregels in het belang van de openbare orde, veiligheid en/of het woon- en leefklimaat.

Artikel 11: Inwerkingtreding nieuwe regels

Vanaf het moment van inwerkingtreding hebben de beleidsregels rechtskracht en treedt de burgemeester conform deze beleidsregels op.

Artikel 12: Citeertitel

De beleidsregels mogen in de praktijk aangehaald worden als de ‘Vestigingsbeleid Coffeeshop Hellevoetsluis’. Deze verkorte naam is gebruiksvriendelijker dan de volledige naam van de beleidsregels.