Verordening Burgerinitiatief Hillegom

Geldend van 16-09-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief Hillegom

.

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

Artikel 2

1. De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

2. Een verzoek is geldig als het:

a. door ten minste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

b. niet een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat;

c. voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Hillegom alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die, met uitzondering van hun leeftijd, voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

b. een vraag over het gemeentelijk beleid;

c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

e. een onderwerp waarover korter dan 1 jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen;

f. een voorstel dat in strijd is met een wettelijk voorschrift.

Artikel 5

1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.

2. Het verzoek bevat ten minste:

a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, als een plaatsvervanger wordt aangewezen;

d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

3. Voor de indiening van het verzoek en van de verklaringen tot ondersteuning wordt gebruik gemaakt van de in bijlage 1 en bijlage 2 van deze verordening opgenomen formulieren.

Artikel 6

1. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering, waarin de raad over het

verzoek beslist.

2. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, zendt de raad het voorstel door aan het bevoegde bestuursorgaan en stelt hiervan de indiener van het verzoek onverwijld in kennis.

3. Indien de raad het verzoek toewijst, bepaalt de agendacommissie de agendering van de behandeling van het voorstel in de daarvoor bevoegde raadscommissie en raad.

4. De voorzitter van de raadscommissie en de burgemeester nodigen de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

5. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in de openbare bekendmakingen van de gemeente.

6. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit schriftelijk mededeling gedaan aan de verzoeker.

Artikel 7

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Burgerinitiatief Hillegom.

Artikel 9

Deze verordening treedt de dag na bekendmaking in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 9 september 2004. De voorzitter; drs. A. Mans De griffier; drs. P.M. Hulspas-Jordaan

Bijlage Bijlagen

Verzoekburgerinitiatiefvoorstel[1]

Verklaringondersteuningburgerinitiatiefvoorstel

Toelichting bij de Verordening Burgerinitiatief Hillegom