Drank- en Horecaverordening Hillegom 2014

Geldend van 30-07-2014 t/m heden

Intitulé

Drank- en Horecaverordening Hillegom 2014

Drank- en Horecaverordening Hillegom 2014

De raad van Hillegom;

gezien het voorstel van het college van 27 mei 2014

gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet, en

artikelen 4, 25a, 25b, 25c en 25d van de Drank- en Horecawet;

overwegende dat ter voorkoming van oneerlijke mededinging regels moeten worden gesteld waaraan paracommerciële rechtspersonen zich moeten houden bij de verstrekking van alcoholhoudende drank en dat het wenselijk is om regels vast te stellen om onverantwoorde verstrekking van alcohol aan, in het bijzonder, jongeren tegen te gaan;

besluit:

vast te stellen de

Drank- en Horecaverordening Hillegom 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder wet: de Drank- en Horecawet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • -

      alcoholhoudende drank,

    • -

      horecabedrijf,

    • -

      horecalokaliteit,

    • -

      inrichting,

    • -

      paracommerciële rechtspersoon,

    • -

      sterke drank,

    • -

      slijterbedrijf, en

    • -

      zwak-alcoholhoudende drank,

dat wat daaronder wordt verstaan in de wet.

Artikel 2 Beperking verstrekking sterke drank

  • 1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      waarin, of in een onderdeel waarvan, uitsluitend of in hoofdzaak geringe etenswaren, zoals belegde broodjes, patat en snacks worden verkocht;

    • b.

      waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;

    • c.

      die, of waarvan een onderdeel, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of jeugdinstellingen;

    • d.

      die, of waarvan een onderdeel, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of sportinstellingen.

  • 2. Het is paracommerciële rechtspersonen verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken indien in de desbetreffende inrichting activiteiten plaatsvinden die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 3 Beperking verstrekking zwak-alcoholhoudende drank

  • 1. Het is verboden om in een voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit, na 22.00 uur ’s avonds zwak-alcoholhoudende drank bedrijfsmatig of anders dan om niet voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Het is verboden om in een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, c en d, van deze verordening, bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken gedurende de tijd dat deze inrichting wordt gebruikt ten behoeve van activiteiten, die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 4 Leeftijdsgrenzen

  • 1. Het is verboden bezoekers toe te laten en aanwezig te hebben in een discotheek/dancing, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

  • 2. Het is verboden bezoekers toe te laten en aanwezig te hebben in een horecabedrijf niet zijnde een discotheek/dancing waarin een dansfeest, houseparty of popconcert plaatsvindt, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

  • 3. De leeftijd van degene die wenst te worden toegelaten wordt bepaald op de in de wet bedoelde wijze.

Artikel 5 Schenktijden paracommerciële rechtspersonen

  • 1. Paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank rondom activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving, met dien verstande dat slechts alcoholhoudende drank wordt geschonken van maandag tot en met zondag gedurende de periode beginnende met een uur voor aanvang van de activiteiten, maar niet eerder dan 12.00 uur, en eindigende met twee uur na beëindiging van de activiteiten, maar niet later dan 01.00 uur.

  • 2. Paracommerciële rechtspersonen waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen, verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving.

  • 3. Overige paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met een uur voor aanvang en eindigende met een uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving.

Artikel 6 Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden

  • 1. Ter voorkoming van oneerlijke mededinging is het een paracommercieel rechtspersoon verboden alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de behorende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken.

  • 2. Het is paracommerciële rechtspersonen toegestaan alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten die worden georganiseerd door of ten behoeve van andere paracommerciële rechtspersonen die geen eigen accommodatie hebben.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde paracommerciële rechtspersonen zijn gevestigd binnen de gemeente Hillegom en vertegenwoordigen een maatschappelijk belang.

  • 4. De in het tweede lid bedoelde bijeenkomsten vallen binnen de statuten van de betreffende paracommerciële rechtspersoon, zijn niet van persoonlijke aard of gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken.

Artikel 7 Ontheffingsregeling verstrekkingbeperkingen

  • 1. De burgemeester kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 5 en artikel 6, eerste lid gestelde bepalingen.

  • 2. Indien de aanvraag voor ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan de burgemeester besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

  • 3. De burgemeester kan in het belang van het reguleren van het gebruik van alcoholhoudende drank voorschriften aan de in het eerste lid bedoelde ontheffing verlenen.

  • 4. De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid intrekken indien:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      niet langer wordt voldaan aan de in het derde lid bedoelde voorschriften;

    • c.

      op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

    • d.

      zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde;

    • e.

      van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn, dan wel, bij ontbreken van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

    • f.

      de houder van de ontheffing dit verzoekt.

Artikel 8 Ontheffing artikel 35 DHW

Voor het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 van de wet dient de leidinggevende te voldoen aan de vereisten uit de wet en daarnaast te beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne, als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de wet.

Artikel 9 Overgangsrecht

Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor paracommerciële inrichtingen:

  • a.

    de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip zijn gesteld in de drank- en horecavergunningen;

  • b.

    de ontheffingen die tot dat tijdstip door het College van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn verleend;

  • c.

    de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- en/of taptijden.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 2. Op het moment dat deze verordening in werking treedt wordt de Drank- en Horecaverordening 2011 ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Drank- en horecaverordening Hillegom 2014’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hillegom, gehouden op 17 juli 2014.

drs. A.J. Jaspers

griffier

J. Broekhuis

voorzitter

Toelichting op de Drank- en horecaverordening

A. Algemene toelichting

De Drank- en Horecawet (DHW) ordent de distributie van alcoholhoudende drank. De wet bestaat sinds 1964. Kern van de wet is dat alcoholgebruik kan leiden tot gezondheidsschade, overlast en ongevallen. Daarom is een gemeentelijke vergunning vereist voor het schenken van alcoholhoudende drank in de horeca en de verkoop van sterke drank in slijterijen. Voor de detailhandelsverkoop van zwak-alcoholhoudende drank is geen vergunning vereist. Destijds achtte de wetgever dat niet nodig.

De DHW stelt voor het verkrijgen van een vergunning enkele eisen: leidinggevenden dienen te voldoen aan leeftijdsgrenzen (21 jaar of ouder), zedelijkheidseisen (geen crimineel verleden) en eisen ten aanzien van kennis en inzicht in verantwoord verstrekken (meestal Verklaring Sociale Hygiëne). Ook de inrichting zelf moet aan enkele basiseisen voldoen.

Om het alcoholgebruik onder jongeren zoveel mogelijk te helpen voorkomen, kent de DHW al vanouds leeftijdsgrenzen. Aan jongeren onder de 16 jaar mocht geen zwak-alcoholhoudende drank (gedistilleerd met minder dan 15% alcohol, wijn en bier) worden verkocht. De leeftijdsgrens voor sterke drank (gedistilleerd met 15% alcohol of meer) lag en ligt nog steeds bij 18 jaar. Per 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor het verkopen/kopen van zowel zwak-alcoholhoudende drank als sterke drank gesteld op 18 jaar. Alle verstrekkers van alcohol (barkeepers, slijters, cassières en dergelijke) dienen de leeftijd van jongeren vooraf vast te stellen.

Nieuwe bepalingen per 1 januari 2013

1 januari 2013 is de nieuwe, gewijzigde, DHW in werking getreden. De belangrijkste wijziging is dat het toezicht op de naleving van vrijwel alle bepalingen van de DHW is overgegaan van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) naar de gemeenten. Het uitgangspunt hierbij is dat gemeenten het toezicht efficiënter in kunnen zetten en vaker toezicht kunnen uitoefenen. De burgemeester is voortaan bevoegd gezag. Hij wijst ook de nieuwe gemeentelijke toezichthouders aan.

De gemeenteraad krijgt meer mogelijkheden om op lokaal niveau beter invulling te geven aan het alcoholbeleid, met name om (overmatig) alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan. De bestaande gemeentelijke bevoegdheid om leeftijdsgrenzen voor de horeca vast te stellen wordt uitgebreid. Gemeenten kunnen voortaan een minimum toelatingsleeftijd tot alle horecalokaliteiten en terrassen vaststellen en deze koppelen aan tijdsruimten. Daarnaast krijgen gemeenteraden de mogelijkheid extreme prijsacties in de horeca in een verordening te verbieden. Gemeenteraden krijgen de plicht om een verordening op te stellen waarin de alcoholverstrekking in sportkantines en andere zogenaamde paracommerciële inrichtingen wordt gereguleerd.

In de gewijzigde DHW is opgenomen dat jongeren onder de 18 jaar strafbaar zijn als ze alcohol aanwezig of voor consumptie gereed hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Deze landelijke strafbepaling heeft een drieledig doel. Ten eerste is het een beschermingsmaatregel, waarmee het alcoholgebruik onder jongeren onder de 18 jaar wordt tegengegaan. Ten tweede is het een ordemaatregel, waarmee overlastgevende drinkende jeugd op straat kan worden aangepakt. Ten derde is de bepaling een antwoord op het veel voorkomende fenomeen dat een oudere persoon alcohol koopt en deze in de horecalokaliteit of op straat doorgeeft aan een jongere onder de leeftijdsgrens. Het verbod geldt niet voor het aanwezig hebben van alcoholhoudende dranken in supermarkten, slijterijen en dergelijke. Daar is immers geen indirecte verstrekking en/of consumptie ter plaatse. Het geldt wel voor het aanwezig hebben (of voor consumptie gereed hebben) van alcoholhoudende drank in horeca-inrichtingen, inclusief de paracommerciële inrichtingen.

Het verkopen en schenken van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de leeftijdsgrens kan als gevolg van de wijziging van de DHW harder worden aangepakt. Supermarkten en andere detailhandelaren die binnen één jaar drie keer betrapt worden op het verkopen van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de leeftijdsgrens kan het tijdelijk verboden worden om alcoholhoudende drank te verkopen. De burgemeester kan een alcoholverkoopverbod van één tot twaalf weken opleggen. De horeca- en slijterijvergunning kan al na één overtreding worden geschorst.

De administratieve lasten voor horeca- en slijtersbedrijven worden fors verminderd. Zo hoeft een ondernemer een nieuwe leidinggevende nog slechts bij de gemeente te melden en hoeft er in zo’n geval ook geen nieuwe vergunning meer te worden aangevraagd.

Toezicht op de Drank- en Horecawet

Effectief toezicht heeft over het algemeen een sterk positief effect op de naleving van de regels. Dit is niet alleen zo bij snelheidsovertredingen of het betalen van belasting, maar ook bij het naleven van de leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop en andere bepalingen van de DHW.

Aangezien met de gewijzigde wet belangrijke bevoegdheden om alcoholverstrekking te reguleren worden gedecentraliseerd naar gemeenten, is het logisch dat het toezicht daarop ook bij gemeenten (in casu de burgemeester) wordt gelegd. Veelal is er immers een directe relatie met overlast en openbare orde, waarvoor de burgemeester al verantwoordelijk is. Door de decentralisatie van het toezicht worden gemeenten in staat gesteld om beter in te spelen op de lokale situatie. Verder kunnen gemeenten de toezichtstaak efficiënter en effectiever uitvoeren, waardoor de frequentie van het toezicht naar verwachting wordt verhoogd in vergelijking met de frequentie van het huidige toezicht door de NVWA. Daarnaast komen het toezicht op de brandveiligheid, omgevingsregelgeving, lokale verordeningen en de DHW in één hand te liggen, wat ook bijdraagt aan een efficiëntere handhaving. Tot slot kunnen de gemeentelijke toezichtstaken een grote bijdrage leveren aan het opzetten van een integraal lokaal of regionaal alcoholbeleid.

Het toezicht op de DHW is afhankelijk van lokale regels over alcohol en de communicatie over deze regels naar de burger, naar ondernemers en naar verenigingen. Om te voorkomen dat jongeren gaan alcoholshoppen in buurgemeenten is inbedding van het toezicht in een samenwerkingsverband met de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek van belang. Een groot voordeel van deze werkwijze is dat een hoge mate van expertise met betrekking tot de DHW gebundeld wordt bij een aantal regionaal werkende toezichthouders DHW. Op deze manier kan de prioriteit daar gelegd worden waar dat nodig is en het toezicht kan beter worden uitgevoerd.

B. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Beperking verstrekking sterke drank

Krachtens artikel 25a van de DHW kan bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden. Gelet op de belangen die worden gediend met een matig alcoholgebruik onder jongeren is in dit artikel een verbod op het schenken van sterke drank opgenomen.

In dit artikel is het verbod opgenomen voor het verstrekken van sterke drank in zaken waar verhoudingsgewijs veel geringe etenswaren worden verkocht, waar mensen dus niet primair komen voor alcoholgebruik en/of waar verhoudingsgewijs veel jongeren komen, zoals jeugdorganisaties of jeugdinstellingen, onderwijsruimten, snackbars, sportorganisaties of sportinstellingen e.d..

Artikel 3 Beperking verstrekking zwak-alcoholhoudende drank

Krachtens artikel 25a van de DHW kan bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden. De gemeente Hillegom voert een alcoholmatigingsbeleid, met name met het oog op het beperken van alcoholgebruik onder jongeren. Gelet op de belangen die worden gediend met een matig alcoholgebruik onder jongeren is in dit artikel een beperking op het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank opgenomen.

In het eerste lid van dit artikel is het verbod opgenomen voor het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in voor publiek toegankelijke besloten ruimten waarin hoofdzakelijk gerede etenswaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse worden verkocht, waar mensen dus niet primair komen voor alcoholgebruik en/of waar verhoudingsgewijs veel jongeren komen. In Snackbars/cafetaria’s en andere zaken waar geen alcohol mag worden geschonken ter plaatse, mag wél alcohol worden verkocht voor gebruik elders dan ter plaatse. Regelmatig wordt geconstateerd dat op diverse hangplekken in de openbare ruimte door jongeren veel alcohol wordt ingenomen en dat dit resulteert in overlast. Deze alcohol is vaak ook afkomstig van snackbars. Na 22.00 uur kunnen jongeren in ieder geval geen alcohol meer kopen bij supermarkten en slijterijen. Het is dan ook gewenst om aansluiting te zoeken bij de openingstijden van de levensmiddelenzaken als het gaat om verkoop van alcohol vanuit snackbars. Artikel 3 van de verordening bepaalt dat de verkoop van alcohol vanuit bovengenoemde zaken na 22.00 uur verboden is.

In het tweede lid is het verbod opgenomen om in een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b en c van de verordening, bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken in paracommerciële inrichtingen, zoals wijkgebouwen, buurthuizen, kerkelijke instellingen e.d., wanneer daar activiteiten plaatsvinden waarbij hoofdzakelijk jongeren onder de 18 jaar aanwezig zijn.

Artikel 4 Leeftijdsgrenzen

Ingevolge de DHW mag aan jongeren onder de 18 jaar geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Met name in het nachtelijke uitgaansleven blijkt dit soms een moeilijk handhaafbare bepaling. Vooral in discotheken, dancings, op dansfeesten, houseparty’s en popconcerten is het wegens onoverzichtelijkheid van de ruimtes moeilijk te controleren aan wie de alcoholverstrekking (indirect) plaatsvindt. Artikel 25b van de DHW geeft daarom gemeentebesturen de bevoegdheid om voor de aanwezigheid (toegang) van personen in horecagelegenheden bij verordening minimumleeftijdsgrenzen vast te stellen.

Artikel 5 Schenktijden paracommerciële rechtspersonen

De DHW staat het gemeenten toe onderscheid te maken naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon. In deze verordening worden drie soorten paracommerciële inrichtingen onderscheiden:

  • -

    paracommerciële inrichtingen die zicht richten op activiteiten van sportieve aard (sportverenigingen) (lid 1);

  • -

    paracommerciële rechtspersonen waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen (met name jongerencentra, buurthuizen);

  • -

    overige paracommerciële inrichtingen (o.a. sportzalen, zalenverhuur, theaters, musea, muziekverenigingen en scouting).

Paracommerciële rechtspersonen kunnen alleen alcohol schenken gedurende activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving. Dit houdt voor paracommerciële inrichtingen die zich richten op activiteiten van sportieve aard in dat alcohol mag worden geschonken

  • -

    van maandag tot en met zondag gedurende de periode beginnende met een uur voor aanvang van de activiteiten (maar niet eerder dan 12.00 uur) en eindigende met twee uur na beëindiging van de activiteiten (maar niet later dan 01.00 uur);

  • -

    tijdens ledenvergaderingen, bestuursvergaderingen, commissievergaderingen etc.;

  • -

    tijdens een clubavondje (zoals kaartavond voor clubleden);

  • -

    bij een afscheid of jubileum van de voorzitter;

  • -

    tijdens een clubfeest (jaarafsluiting, kampioensfeest, jubileumfeest etc.).

Geen alcohol mag worden geschonken:

  • -

    als op of rond het sportcomplex geen activiteiten van sportieve aard plaatsvinden;

  • -

    vanwege de thuiskomst van teams en supporters na een uitwedstrijd.

Artikel 6 Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden

In lid 1 is bepaald dat paracommerciële inrichtingen geen alcohol mogen schenken tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de behorende paracommerciële zijn betrokken.

Lid 2 is bedoeld om lokale verenigingen elkaar te laten ondersteunen. Er zijn verenigingen die geen eigen ruimte/kantine hebben. Verenigingen met een eigen ruimte/kantine mogen deze beschikbaar stellen aan andere verenigingen zodat deze een verenigingsgerelateerde bijeenkomst kunnen organiseren. Tijdens deze bijeenkomsten mag alcohol worden geschonken door de verhurende vereniging. De verenigingen maken onderling uit hoe de barinkomsten worden verdeeld.

Voorwaarde voor de verhurende vereniging is dat het verhuren van de ruimte geen hoofdactiviteit wordt en dus niet de voornaamste bron van inkomsten.

Lid 3 stelt als voorwaarde dat de hurende vereniging gevestigd moet zijn in Hillegom en een maatschappelijk belang moet hebben. Met dit laatste wordt bedoeld dat ze vanuit hun doelstelling burgers met elkaar verbinden en de sociale interactie versterken. De gedragscodes die vanuit overkoepelende organisaties worden uitgedragen, kunnen bijdragen aan een betere leefomgeving. Het ontwikkelen van een teamspirit, het streven naar gezamenlijke doelen en de samenwerking binnen een team zorgt voor hechte vriendschappen en draagt bij aan de (sociale) ontwikkeling van jongeren. Verenigingen die meer zijn gericht op oudere inwoners dragen hierdoor bij aan het onderhouden van sociale contacten en voorkomen mogelijk dat inwoners in een isolement raken.

Lid 4 voor de bijeenkomsten bedoeld in lid 2 gelden dezelfde regels als de bijeenkomsten bedoeld in lid 1.

Artikel 7 Ontheffing verstrekkingsbeperkingen

Conform artikel 4, vierde lid, van de DHW heeft de burgemeester de bevoegdheid om van het in artikel 5 en artikel 6 eerste lid opgenomen verbod ontheffing te verlenen. Een schriftelijke aanvraag dient daartoe te worden ingediend (artikel 4:1 van de Algemene wet bestuursrecht). Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Een dergelijke ontheffing kan incidenteel zijn of een structureel karakter dragen. Indien een aanvraag tot ontheffing van het verbod minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft is ingediend, kan de burgemeester de aanvraag buiten behandeling laten.

Artikel 8 Ontheffing artikel 35 DHW

De burgemeester kan ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank op aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 35 DHW voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen. In de nieuwe gewijzigde DHW is het niet meer noodzakelijk om in het bezit te zijn van een Verklaring Sociale Hygiëne om in aanmerking te komen voor een ontheffing artikel 35 DHW. Echter gemeenten zijn vrij om deze voorwaarde alsnog op te nemen in de verordening.

Om te voorkomen dat iedereen een dergelijke ontheffing kan aanvragen, ook personen zonder enige kennis van zaken of verantwoordelijkheid, is besloten deze voorwaarde op te nemen in de verordening.