Verordening bezwaarschriftencommissie Hoogeveen

Geldend van 07-03-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening bezwaarschriftencommissie Hoogeveen

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hoogeveen;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

besluit:

I. vast te stellen de volgende Verordening bezwaarschriftencommissie Hoogeveen: 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b. commissie: bezwaarschriftencommissie.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

  • .

    a. een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

  • .

    b. artikel 1.2.1 sub b en sub c Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en ten hoogste vier leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Tot voorzitter of lid van de commissie is niet benoembaar:

  • .

    a. een lid van de raad of het college;

  • .

    b. een ambtenaar die in dienst is van of werkzaam is voor de Samenwerkings-organisatie De Wolden Hoogeveen of de gemeenten De Wolden of Hoogeveen.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    Het college wijst, de commissie gehoord, één of meer ambtenaren als secretaris van de commissie aan.

  • 2.

    Het college kan tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen één keer voor een periode van vier jaar herbenoemd worden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4.

    Met ingang van 1 januari 2020 treden ieder jaar op 1 januari twee van de leden af die op het ogenblik van het in werking treden van deze verordening zitting hebben in de commissie, te beginnen met de langst zittende leden. De secretaris stelt een rooster op.

Artikel 6 Informele afhandeling

  • 1.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk na de datum van ontvangst in handen van de commissie gesteld.

  • 2.

    Voordat een bezwaarschrift wordt behandeld onderzoekt een vertegenwoordiger van het college of de zaak kan worden opgelost.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 2:2, eerste en tweede lid;

  • c.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • d.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • e.

    artikel 7:2;

  • f.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • g.

    artikel 7:5, tweede lid;

  • h.

    artikel 7:6, vierde lid;

  • i.

    artikel 7:13, tweede lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    Behoudens toepassing van artikel 7:13, derde lid, tweede volzin van de Algemene wet bestuursrecht, geschiedt het horen door de voorzitter en twee leden.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 11 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is in beginsel openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 12 Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 2.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 13 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

Artikel 14 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 15 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 12 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen en aan bezwaarmaker en eventuele belanghebbende.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 16 Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Het verslag is openbaar.

Artikel 16a Vergoedingen

  • 1.

    Aan de voorzitter van de commissie wordt vanwege zijn beroepsmatige deskundigheid per bijgewoonde vergadering een vergoeding toegekend van 200 % van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak maakt.

  • 2.

    Aan de leden van de commissie wordt vanwege hun beroepsmatige deskundigheid per bijgewoonde vergadering een vergoeding toegekend van 150 % van de vergoeding waarop zij overeenkomstig artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak maken.

Artikel 17 Intrekking oude regeling

  • 1.

    Het Reglement bezwaarschriftencommissie (B&W) wordt ingetrokken.

  • 2.

    Het Reglement bezwaarschriftencommissie (gemeenteraad en burgemeester) wordt ingetrokken.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bezwaarschriftencommissie Hoogeveen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 oktober 2018

De griffier, De voorzitter,

C. Elken-van Mierlo, K.B. Loohuis

Bijlage Toelichting

Algemeen

Sinds jaar en dag kent de gemeente een bezwaarschriftencommissie, die adviseert over bijna alle ingediende bezwaarschriften. De bezwaarschriftencommissies van zowel de gemeente Hoogeveen als van De Wolden maken sinds de start van Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen gebruik van hetzelfde secretariaat. Om de werkwijze in beide gemeenten te stroomlijnen is het nodig om de huidige Reglementen in Hoogeveen op een aantal punten te actualiseren. Het voorstel bevat ook een aantal wijzigingen, die het gevolg zijn van ontwikkelingen in den lande. Zo wordt het wenselijk geacht om de zittingsduur van de commissie te beperken.

Artikelsgewijze toelichting op de Verordening bezwaarschriftencommissie

In de aanhef van de regelgeving is bepaald dat de bestuursorganen van de gemeente, de raad, het college en de burgemeester, ieder voorzover het hun bevoegdheden betreft, besluiten de verordening vast te stellen. Duidelijk is dat de raad de verordenende bevoegdheid heeft. Het college en de burgemeester hebben deze bevoegdheid niet, maar nemen hiermee het besluit tot het instellen van de bezwaarschriftencommissie. Op deze manier is het mogelijk dat de bestuursorganen samen een en dezelfde commissie instellen om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. De ondertekening gebeurt eveneens door de drie bestuursorganen.

Artikel 1. Begripsbepaling

In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Awb voorkomen.

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

Om een efficiëntere behandeling van bezwaarschriften inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken mogelijk te maken, worden deze bezwaarschriften uitgezonderd van behandeling door de bezwaarschriftencommissie. Onder het vorige Reglement bezwaarschriftencommissie was de bezwaarschriftencommissie nog wel bevoegd, indien bezwaarmakers gehoord wensten te worden over hun bezwaarschrift. In de praktijk blijkt dit nauwelijks meer een meerwaarde te hebben.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

Het eerste lid verwijst naar de adviescommissie zoals bedoeld in artikel 7:13 Awb.

De wet stelt als minimale eisen aan de samenstelling van een adviescommissie:

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden (artikel 7:13, eerste lid, onder a, van de Awb)

  • 2.

    De voorzitter maakt geen deel uit en is niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan (artikel 7:13, eerste lid, onder b, van de Awb).

Hier is gekozen voor een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en vier leden. De plaatsvervangend voorzitter wordt geacht dezelfde bevoegdheden te hebben als de voorzitter.

Door de bepaling in het tweede lid delegeert de raad de benoeming van commissieleden aan het college. Dit is een wijziging ten opzichte van de regeling in het in te trekken Reglement. Voor benoeming door het college is om praktische redenen gekozen.

Het college is hiermee ook het orgaan dat indien nodig het functioneren van de leden van de commissie evalueert. Indien een lid van de commissie niet naar behoren functioneert is het in eerste instantie de commissie die hierop actie zal ondernemen, het is immers een zelfstandig bestuursorgaan. De voorzitter zal hierbij een rol spelen. Mocht een commissielid niet zelf ontslag nemen dan is het uiteindelijk aan het college om op te treden.

Artikel 4. Secretaris

Hoewel in de Awb nergens over een secretaris wordt gesproken, is het gebruikelijk dat een commissie beschikt over een secretaris ter ondersteuning van de werkzaamheden.

Artikel 5. Zittingsduur

Deze bepaling is gewijzigd. In het voorgaande Reglement traden de voorzitter en de leden van de commissie af op de dag van het aftreden van de raad, maar zij konden onbeperkt herbenoemd worden.

Door de zittingstermijn te beperken tot vier jaar, met de mogelijkheid van een eenmalige herbenoeming voor vier jaar, wordt bewerkstelligd dat er regelmatig vers bloed in de commissie komt.

Lid 4 is bedoeld als overgangsrecht.

Met het vierde lid van dit artikel wordt bereikt, dat niet in één keer de gehele commissie vervangen wordt, waardoor de continuïteit bij de commissie in gevaar zou kunnen komen. Het is niet meer zo dat de hele commissie op hetzelfde moment moet worden vervangen, omdat er een rooster van aftreding wordt vastgesteld.

Begonnen wordt met de langst zittende leden.

Een lid kan bij zijn ontslag zelf het tijdstip van dat ontslag bepalen. Het kan ook een later tijdstip kiezen om zodoende eventueel nog bij de afhandeling van lopende zaken betrokken te kunnen zijn. De bepaling van het derde lid is van orde. Een ontslagnemend lid kan niet gedwongen worden ook feitelijk de functie te blijven vervullen.

Artikel 6. Informele afhandeling

Nadat een bezwaarschrift is ontvangen door het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie en de ontvankelijkheid daarvan is beoordeeld neemt de behandelend ambtenaar van de vakafdeling in beginsel altijd eerst contact op met de bezwaarmaker. Aan de hand van het gesprek wordt bepaald welk type bezwaarschrift het is. Hoogeveen onderscheidt vier typen bezwaarschriften:

  • 1.

    Uitleg/extra toelichting

Bij dit type wordt na een extra toelichting het bezwaarschrift ingetrokken.  

  • 2.

    Administratieve fout

Bij dit type is er sprake van een administratieve fout en volgt een nieuw primair besluit.  

  • 3.

    Maatwerk

Bij dit type vindt overleg plaats met bezwaarmaker en eventueel derde belanghebbenden. Dit kan leiden tot intrekking van het bezwaarschrift. Zo niet dan volgt er alsnog een behandeling door de bezwaarschriftencommissie.   

  • 4.

    Principieel geschil

Als er sprake is van een principieel geschil, wordt het geschil ter advisering verder behandeld door de bezwaarschriftencommissie.

Het is de vakafdeling die na ontvangst van een bezwaarschrift kan beoordelen of een bemiddelingspoging zinvol is. 

Artikel 7. Uitoefening bevoegdheden

De in dit artikel aangehaalde artikelen of artikelleden van de Awb hebben betrekking op procedurele zaken van de bezwaarprocedure. De bevoegdheden die op grond van de Awb bij het bestuursorgaan liggen, worden zo bij de voorzitter van de commissie gelegd.

Artikel 10. Niet-deelneming aan de behandeling

Dit artikel behoeft geen toelichting.  

Artikel 11. Openbaarheid zitting

Ingevolge artikel 7:5, tweede lid Awb besluit het bestuursorgaan, voorzover niet bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of het horen in het openbaar plaatsvindt. In artikel 7:13, vierde lid Awb wordt deze bevoegdheid aan de commissie toegekend.

De hoorzitting vindt in principe in het openbaar plaats. Uitzondering op deze regel blijft mogelijk, bijvoorbeeld indien bijzonder persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard of andere zaken met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen. Daarvan is in elk geval sprake bij bezwaarschriften in het kader van de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet. 

Artikel 12. Schriftelijke verslaglegging

Artikel 7:7 Awb vereist zeer kort en bondig dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De wijze waarop en de inhoudelijke vereisten aan het verslag worden niet door de Awb geregeld. Dit staat er overigens niet aan in de weg dat in de verordening een vaste procedure wordt opgenomen. 

Artikel 13. Nader onderzoek

Dit artikel spreekt voor zich. 

Artikel 14. Raadkamer en advies

Het horen kan plaatsvinden door een niet-voltallige commissie (zie onder 10); de advisering dient plaats te vinden door een commissie die voldoet aan de eisen van artikel 7:13, eerste lid, onder a van de Awb. Hoe het advies tot stand komt, is niet voorgeschreven.  

Artikel 15. Uitbrengen advies en verdaging

Volgens artikel 7:13, zesde lid Awb maakt in de bezwaarschriftprocedure het verslag van de hoorzitting deel uit van het advies van de commissie en wordt het schriftelijk uitgebracht.

De beslistermijn bedraagt ingevolge artikel 7:10 van de Awb 12 weken, behoudens in het geval van opschorting of met gebruikmaking van de mogelijkheid van verdaging. De onderhavige bepaling verlangt van de voorzitter van de commissie dat indien hij voorziet dat de termijn als hiervoor bedoeld niet wordt gehaald, hij tijdig het bestuursorgaan verzoekt de beslissing op het bezwaar te verdagen.  

Artikel 16. Jaarverslag

De bezwaarschriftencommissie brengt jaarlijks verslag uit aan de raad, het college en de burgemeester over haar werkzaamheden. De invulling van dit verslag is aan de commissie gelaten. Voor de hand ligt dat wordt aangegeven welke aantallen bezwaren zijn ingediend, wat de werkvoorraad was bij aanvang van het kalenderjaar, hoeveel adviezen zijn uitgebracht, wat de adviezen inhielden (niet-ontvankelijk, (deels) gegrond etc.) of het bestuursorgaan contrair heeft besloten, in welke gevallen beroep wordt ingediend en wat de uitkomst van dit beroep is.

In geval er een klacht is ingediend tegen de bezwaarschriftencommissie wordt dit in het jaarverslag vermeld.

Het jaarverslag is ook een instrument voor de commissie om aan de bestuursorganen adviezen te geven over de verbeterpunten op het gebied van juridische kwaliteit. 

Artikel 16a

In artikel 96 Gemeentewet is bepaald dat leden van een door de raad, het college, of de burgemeester ingestelde commissie, voor zover zij geen lid zijn van de raad of het college, een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding ontvangen. In het (landelijke) Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers zijn nadere regels gesteld.

Artikel 3.4.1 van dit Rechtspositiebesluit bepaalt dat leden van een commissie een vergoeding ontvangen van € 104,31 (2019) per vergadering. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Op grond van artikel 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit kan de raad een hogere vergoeding vaststellen vanwege bijzondere beroepsmatige deskundigheid en zwaarte en omvang van de taak.

De in artikel 16a genoemde percentages waren voor 1 januari 2019 opgenomen in de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden.

Artikel 17. Intrekking oude regeling

Dit artikel spreekt voor zich. 

Artikel 18. Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich. 

Artikel 19. Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen, gehouden op 18 oktober 2018.

De griffier, De voorzitter,

C. ELKEN-VAN MIERLO K.B. LOOHUIS