Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening Lijkbezorgingsrechten 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening Lijkbezorgingsrechten 2020

De raad van de gemeente Hoogeveen,

Gelet op het voorstel van het college;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2020

(Verordening Lijkbezorgingsrechten 2020)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Begraafplaatsen: de begraafplaatsen te

  • 1. Elim, gelegen aan de Carstensdijk;

  • 2. Fluitenberg, begraafplaats Zevenberg, gelegen aan de Fluitenbergseweg;

  • 3. Hollandscheveld, gelegen aan de Kerkhoflaan;

  • 4. Hoogeveen, de oude begraafplaats gelegen aan de Zuiderweg;

    5. Hoogeveen, de nieuwe begraafplaats gelegen aan de Zuiderweg;

  • 6. Nieuweroord, gelegen aan de Middenraai;

  • 7. Nieuwlande, gelegen aan de Boerdijk;

  • 8. Pesse, gelegen aan de Hoogeveenseweg;

  • 9. Stuifzand, gelegen aan de Hoofdweg;

  • 10. Tiendeveen, gelegen aan de Kerkweg;

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn

    in het voorgaande verordeningen ook wel eigen graf genoemd;

  • c.

    particulier dubbelgraf: twee naast elkaar of onder elkaar gelegen particuliere graven die gelijktijdig worden uitgegeven, in voorgaande verordeningen ook wel eigen graf genoemd;

  • d.

    particuliere grafkelder: een betonnen of gemetselde ruimte waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen begraven, en begraven houden van lijken;

  • 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • e.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede kinderen tot 12 jaar;

  • 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    3. het doen bijzetten of bijgezet houden van maximaal 2 asbussen zonder urn van een volwassene nadat een begrafenis of bijzetting van een asbus zonder urn van een levenloos geboren kinder of kind tot 12 jaar heeft plaatsgevonden;

    in voorgaande verordeningen ook wel eigen graf of kindergraf genoemd;

  • f.

    urnenkelder: een particuliere kelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, in voorgaande verordeningen ook wel eigen urnengraf of eigen urenenkelder genoemd;

  • g.

    urnennis: een particuliere nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, in voorgaande verordeningen ook wel eigen urnennis genoemd;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van levenloos geboren kinderen, alsmede aan kinderen tot 12 jaar;

  • j.

    urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een urnenkelder;

  • k.

    urnenmuur: een muur op de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een urnennis;

  • l.

    asbus: een bus ter berging van de as van één overledene;

  • m.

    urn: een voorwerp ter berging van een asbus;

  • n.

    verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op een begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • p.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitende recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf, particulier dubbelgraf, een kindergraf, particuliere grafkelder, een urnenkelder of een urnennis;

  • q.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in dienst plaats te zijn getreden;

  • r.

    grafrecht: het recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf;

  • s.

    gebruik: het gebruik van een algemen graf;

  • t.

    begraven: de teraardebestelling van een lijk;

  • u.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren.

  • v.

    particulier galerijgraf: een graf in een kamer in het Transcedron waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van lijken;

  • 2. het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urn.

  • w.

    grafplek: een ruimte waarin 1 stoffelijk overschot is begraven of asbus is bijgezet.

Ondertekening

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Voor zover in de bij deze verordening behorende tabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5 van de tabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    De overige rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat er aanspraak op ontheffing voor de rechten in hoofdstuk 5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing voor de overige rechten

Andere rechten dan die als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    De rechten als bedoeld in de tarieventabel moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 kunnen de rechten als bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 bij verlenging van een recht voor 1 jaar t/m 10 jaar gedurende de periode van verlenging, op aanvraag, gespreid worden voldaan in halfjaarlijkse of jaarlijkse termijnen.

  • 3.

    In afwijking van lid 1 kunnen de rechten als bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 bij verlenging van een recht voor 15 jaar of langer, op aanvraag, binnen een periode van 10 jaar gespreid worden voldaan in halfjaarlijkse of jaarlijkse termijnen;

  • 4.

    Indien een automatische incasso is afgegeven voor het innen van de gemeentelijke heffingen wordt het belastingbedrag op de kennisgeving automatisch afgeschreven in de volgende maand na die waarin de kennisgeving is verzonden.

  • 5.

    Indien een automatische incasso is afgegeven voor het innen van de gemeentelijke heffingen als bedoeld in lid 2 en 3, vindt de eerste afschrijving van het belastingbedrag plaats in de volgende maand na die waarin de kennisgeving is verzonden. Elke volgende afschrijving vindt plaats conform de in lid 2 of 3 bepaalde termijnen.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Vervallen rechten

Bij het vervallen van de lijkbezorgingsrechten op grond van enig artikel in de Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2009 of in het Besluit begraafplaatsen 2010 wordt geen restitutie gegeven.

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening lijkbezorgingsrechten 2019, vastgesteld op 6 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Lijkbezorgingsrechten 2020.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen,

gehouden op 12 december 2019.

De griffier, De voorzitter,

C. Eken-van Mierlo, K.B. Loohuis

Tarieventabel, behorende bij de verordening Lijkbezorgingsrechten 2020

 artikel

Tabel Lijkbezorgingsrechten 2020

tarief

1.1

Voor het verlenen of verlengen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden of het doen bijzetten en bijgezet houden wordt geheven:

a

Voor een particulier graf, bestemd voor één stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder, voor een periode van :

1

5 jaar (alleen verlengen recht )

€ 521,50

2

10 jaar

€1.043,00

3

15 jaar

€1.552,00

4

20 jaar

€2.034,00

5

25 jaar

€2.490,00

6

30 jaar

€2.920,00

7

35 jaar

€3.325,00

8

40 jaar

€3.703,00

9

45 jaar

€4.055,00

10

50 jaar

€4.381,00

b

Voor een particulier graf, bestemd voor maximaal twee stoffelijke overschotten van een persoon van 12 jaar of ouder, voor een periode van:

1

5 jaar (alleen verlengen recht )

€ 745,00

2

10 jaar

€1.490,00

3

15 jaar

€2.216,00

4

20 jaar

€2.905,00

5

25 jaar

€3.557,00

6

30 jaar

€4.172,00

7

35 jaar

€4.749,00

8

40 jaar

€5.289,00

9

45 jaar

€5.792,00

10

50 jaar

€6.258,00

11

Indien de resterende looptijd van het uitsluitend recht korter is dan de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar en een volgend stoffelijk overschot wordt begraven, dan wordt naar tijdsevenredigheid het uitsluitend recht tot verlenging (conform artikel 3, lid 3a van de Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2020) tot en met 10 jaar geheven. Het recht bedraagt per jaar:

€ 149,00

c

Voor een particulier graf, bestemd voor het stoffelijk overschot van een kind beneden 12 jaar, voor een periode van:

1

5 jaar (alleen verlengen recht )

€ 261,00

2

10 jaar

€ 522,00

3

15 jaar

€ 776,00

4

20 jaar

€ 1.018,00

5

25 jaar

€ 1.246,00

6

30 jaar

€ 1.462,00

7

35 jaar

€ 1.664,00

8

40 jaar

€ 1.853,00

9

45 jaar

€ 2.029,00

10

50 jaar

€ 2.192,00

d

Voor maximaal 4 asbussen in een urnennis (inclusief eventueel recht voor het aanbrengen van voorwerpen of beplantingen), voor een periode van:

1

5 jaar (alleen verlengen recht )

€ 396,00

2

10 jaar

€ 792,00

3

15 jaar

€ 1.178,00

4

20 jaar

€ 1.544,00

5

25 jaar

€ 1.891,00

6

30 jaar

€ 2.218,00

7

35 jaar

€ 2.524,00

8

40 jaar

€ 2.812,00

9

45 jaar

€ 3.079,00

10

50 jaar

€ 3.326,00

e

Voor maximaal 4 asbussen in een urnenkelder (inclusief eventueel recht voor het aanbrengen van voorwerpen of beplantingen), voor een periode van:

1

5 jaar (alleen verlengen recht )

€ 396,00

2

10 jaar

€ 792,00

3

15 jaar

€ 1.178,00

4

20 jaar

€ 1.544,00

5

25 jaar

€ 1.891,00

6

30 jaar

€ 2.218,00

7

35 jaar

€ 2.524,00

8

40 jaar

€ 2.812,00

9

45 jaar

€ 3.079,00

10

50 jaar

€ 3.326,00

f

Voor een particulier galerijgraf, bestemd voor één stoffelijk overschot op begraafplaats Zevenberg, voor een periode van:

1

5 jaar (alleen verlengen recht )

€ 372,50

2

10 jaar

€ 745,00

3

15 jaar

€1.108,00

4

20 jaar

€1.453,00

5

25 jaar

€1.779,00

6

30 jaar

€2.086,00

7

35 jaar

€2.375,00

8

40 jaar

€2.645,00

9

45 jaar

€2.896,00

10

50 jaar

€3.129,00

g

Voor de gelijktijdige uitgifte of verlenging van twee particuliere graven, ieder bestemd voor één stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder, op de begraafplaatsen:Hollandscheveld, gedeelte II grenzend aan de westzijde;Oude begraafplaats Hoogeveen, gedeelte VI Rooms-Katholiek;Nieuwlande, oude deel en nieuwe deel noordzijde;Nieuweroord op gedeelte I, II en het nieuwe deel;Pesse, op het oude deel of op Blok A, B, C of D, E en F;Stuifzand, op het middenvak en op Blok A en B;Tiendeveen, op Blok A, C, D en E,voor een periode van:

1

5 jaar (alleen verlengen recht )

€ 745,00

2

10 jaar

€1.490,00

3

15 jaar

€2.216,00

4

20 jaar

€2.905,00

5

25 jaar

€3.557,00

6

30 jaar

€4.172,00

7

35 jaar

€4.749,00

8

40 jaar

€5.289,00

9

45 jaar

€5.792,00

10

50 jaar

€6.258,00

11

Indien de resterende looptijd van het uitsluitend recht korter is dan de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar en een volgend stoffelijk overschot wordt begraven, dan wordt naar tijdsevenredigheid het uitsluitend recht tot verlenging (conform artikel 3, lid 3a van de Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2020) tot en met 10 jaar geheven. Het recht bedraagt per jaar:

€ 149,00

h

Voor het verlengen van het uitsluitend recht voor twee particuliere dubbelgraven, gelijktijdig uitgegeven in de periode 1990 t/m 2019, waarbij op het moment van verlenging van het recht, afstand wordt gedaan van het recht op de bovenste lege graven, voor een periode van:

1

5 jaar (alleen verlengen recht )

€1.043,00

2

10 jaar

€2.086,00

3

15 jaar

€3.103,00

4

20 jaar

€4.068,00

5

25 jaar

€4.980,00

6

30 jaar

€5.841,00

7

35 jaar

€6.649,00

8

40 jaar

€7.405,00

9

45 jaar

€8.109,00

10

50 jaar

€8.722,00

11

Indien de resterende looptijd van het uitsluitend recht korter is dan de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar en een volgend stoffelijk overschot wordt begraven, dan wordt naar tijdsevenredigheid het uitsluitend recht tot verlenging (conform artikel 3, lid 3a van de Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2020) tot en met 10 jaar geheven. Het recht bedraagt per jaar:

€ 208,60

i

Voor het verlengen van het uitsluitend recht voor twee particuliere dubbelgraven, gelijktijdig uitgegeven in de periode 1990 t/m 2019, waarbij op het moment van verlenging van het recht, afstand wordt gedaan van het recht van één van de particuliere dubbelgraven, voor een periode van:

1

5 jaar (alleen verlengen recht )

€ 745,00

2

10 jaar

€1.490,00

3

15 jaar

€2.216,00

4

20 jaar

€2.905,00

5

25 jaar

€3.557,00

6

30 jaar

€4.172,00

7

35 jaar

€4.749,00

8

40 jaar

€5.289,00

9

45 jaar

€5.792,00

10

50 jaar

€6.258,00

11

Indien de resterende looptijd van het uitsluitend recht korter is dan de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar en een volgend stoffelijk overschot wordt begraven, dan wordt naar tijdsevenredigheid het uitsluitend recht tot verlenging (conform artikel 3, lid 3a van de Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2020) tot en met 10 jaar geheven. Het recht bedraagt per jaar:

€ 149,00

1.2

Voor een door de nabestaanden zelf uit te zoeken plaats binnen de kaders van de begraafplaatsen worden de rechten in 1.1, a t/m c en f t/m i verhoogd met

€ 211,00

1.3

Voor een door de nabestaanden zelf uit te zoeken plaats binnen de kaders van de begraafplaatsen worden de rechten in 1.1, d t/m e verhoogd met

€ 82,00

Het recht bedraagt:

1.4

Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het stichten van enkele particuliere grafkelder

€ 948,00

1.5

Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het stichten van dubbele particuliere grafkelder

€ 1.896,00

1.6

Voor het inschrijven of overschrijven van particuliere graven, urnenkelders en urnennissen in het daartoe bestemde register

€ 12,00

1.7

Voor het opstellen van een grafakte voor algemene graven

€ 12,00

1.8

Voor het opvragen van een duplikaatakte van een particulier graf of een algemeen graf

€ 12,00

1.9

Voor het overschrijven van particuliere graven, urnenkelders en urnennissen, waarvan het recht vervallen is aan de gemeente, op naam van een nieuwe rechthebbende in het daartoe bestemde register

€ 61,00

Hoofdstuk 2 Rechten voor het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen

2.1

Voor het begraven van een stoffelijk overschot wordt geheven:

a.

indien het een persoon betreft van 12 jaar of ouder

€ 622,00

b.

indien het een levenloos geborene of kind betreft beneden 12 jaar

€ 311,00

c.

Voor het bijzetten van een asbus wordt geheven

€ 122,00

d.

Voor het verstrooien van as op de daartoe aangewezen plaats in Hoogeveen per asbus

€ 122,00

2.2

De in onderdeel 2.1 sub a genoemde rechten worden verhoogd wanneer het begraven plaatsvindt op een buitengewoon uur, zoals deze is vastgesteld in de Verordening begraafplaatsen 2020.

€ 466,50

2.3

De in onderdeel 2.1 sub b genoemde rechten worden verhoogd wanneer het begraven plaatsvindt op een buitengewoon uur, zoals deze is vastgesteld in de Verordening begraafplaatsen 2020.

€ 233,25

2.4

De in onderdeel 2.1 sub c en 2.1 sub d genoemde rechten worden verhoogd wanneer het bijzetten, verstrooien of begraven van een asbus plaatsvindt op een buitengewoon uur, zoals deze is vastgesteld in de Verordening begraafplaatsen 2020.

€ 91,50

Hoofdstuk 3

Rechten voor het lichten van stoffelijke overschotten t.b.v. ruimen of herbegraven

3.1

Voor het lichten van één stoffelijk overschot wordt het tarief geheven:

a.

Indien het een persoon betreft van 12 jaar of ouder, waarvan de wettelijke grafrust van 10 jaar is verstreken.

€ 745,00

b.

Indien het een levenloos geborene of kind betreft beneden 12 jaar waarvan de wettelijke grafrust van 10 jaar is verstreken.

€ 374,50

c.

Indien het een persoon betreft van 12 jaar of ouder, waarvan de wettelijke grafrust van 10 jaar nog niet is verstreken.wordt het tarief bepaald door een opgemaakte begroting als bedoeld in onderdeel 3.2.

d.

Indien het een levenloos geborene of kind betreft beneden 12 jaar waarvan de wettelijke grafrust van 10 jaar nog niet is verstreken wordt het tarief bepaald door een opgemaakte begroting als bedoeld in onderdeel 3.2.

3.2

De in onderdeel 1 sub c en d genoemde werkzaamheden worden berekend op basis van een begroting die terzake door of vanwege het college is opgesteld om de genoemde werkzaamheden door een extern bureau te laten uitvoeren.

3.3

Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 3.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht tenzij de aanvrager voor deze vijfde werkdag aangeeft niet akkoord te gaan met de begroting van het ingeschakelde extern bureau. De aanvraag wordt dan niet in behandeling genomen.

3.4

Indien de door het extern bureau werkelijk gemaakte kosten lager zijn dan het begrote bedrag op basis van onderdeel 3.2, worden de rechten op basis van de werkelijke kosten herrekend.

3.5

Voor het lichten van de inhoud uit een urnennis of -kelder wordt het tarief geheven:

€ 70,00

3.6

Voor het lichten van een asbus uit een graf wordt het tarief geheven:

€ 70,00

3.7

De rechten bedoeld in onderdeel 3.1 worden niet geheven indien dat geschiedt op gerechtelijk gezag.

Hoofdstuk 4 Rechten voor het aanbrengen van voorwerpen of beplantingen

4.1 Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het plaatsen van voorwerpen op een graf, wordt geheven

€ 200,00

4.2

Onder het plaatsen als bedoeld in dit artikel is niet begrepen vernieuwing van voorwerpen, waarvoor al een recht is voldaan

Hoofdstuk 5 Rechten voor het onderhoud van voorwerpen of beplantingen

5.1

Het onderhoud van de aangebrachte voorwerpen of beplantingen kan aan de gemeente worden opgedragen. In dat geval is per jaar verschuldigd voor:

a.

Een letterplaat op een gedenkmonument

€ 30,00

b.

Een rand, waarbinnen kiezel om een enkel graf

€ 40,00

c.

Een rand, waarbinnen kiezel om een dubbel graf (naast elkaar)

€ 57,00

d.

Een rand, waarbinnen tegels om een enkel graf

€ 32,00

e.

Een rand, waarbinnen tegels om een dubbel graf (naast elkaar)

€ 45,00

f.

Een beplanting (binnen een rand)

€ 40,00

g.

Een rand met afdekplaat enkel graf

€ 27,00

h.

Een rand met afdekplaat dubbel graf (naast elkaar)

€ 38,00

5.2

Het onderhoud van aangebrachte voorwerpen op of bij urnennissen/ urnenkelders kan aan de gemeente worden opgedragen, in welk geval per jaar verschuldigd is voor het onderhoud van een urnennis/urnenkelder

€ 28,00

5.3

De rechten als bedoeld in de onderdelen 5.1 en 5.2 kunnen voor een periode van 10 jaar worden voldaan door betaling ineens van het achtvoud van het jaarlijks verschuldigde bedrag. Het onderhoud zal dan van gemeentewege geschieden voor zover op het desbetreffende graf/urnennis een voorwerp of beplanting aanwezig is, echter niet langer dan een periode waarvoor de desbetreffende ruimte is uitgegeven.

5.4

In gevallen waar gebruik wordt gemaakt van verlenging met een periode van 10 jaar kunnen de desbetreffende rechten worden voldaan door betaling ineens van het achtvoud van het jaarlijks verschuldigde bedrag.

5.5

Onder onderhoud, als bedoeld in dit hoofdstuk, wordt niet verstaan vernieuwing of herstel, noch bij levering van materialen, doch wel verfwerk en geringe reparaties.

Behorend bij raadsbesluit van 12 december 2019

De griffier,

C. Elken - van Mierlo