Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordening van lijkbezorgingsrechten

Geldend van 22-12-2016 t/m 31-12-2017

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de begraafplaatsen Prinses Ireneweg en Oud Wulven;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • l.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of een asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die tegelijk met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de rechten

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening lijkbezorgingsrechten 2012 van 17 april 2012, laatstelijk gewijzigd bij collegebesluit van 10 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening lijkbezorgingsrechten”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2016.

De griffier,

De voorzitter,

W. van Zanen

W.M. de Jong

Bijlage I

Tarieventabel

behorend bij verordening lijkbezorgingsrechten 2017

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

tarieven

2017

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf (particulier graf) van 2.00 x 1.00 meter, met ruimte voor het begraven van twee overledenen en/of plaatsen in of op het graf van twee asbussen met of zonder urn wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van 10 jaar

1.038,29

1.1.2

voor een periode van 20 jaar

2.007,13

1.1.3

voor een periode van 30 jaar

2.975,87

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf (particulier graf) van 1.75 x 1.00 meter, met ruimte voor het begraven van twee overledenen tot en met twaalf jaar en/of het plaatsen in of op het graf van twee asbussen met of zonder urn, wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van 10 jaar

912,89

1.2.2

voor een periode van 20 jaar

1.756,24

1.2.3

voor een periode van 30 jaar

2.599,58

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf (particulier urnengraf) van 1.00 x 1.00 meter, met ruimte voor het begraven van twee asbussen en/of urnen, wordt geheven:

1.3.1

voor een periode van 10 jaar

536,50

1.3.2

voor een periode van 20 jaar

1.003,54

1.3.3

voor een periode van 30 jaar

1.470,49

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis (particuliere urnennis) wordt geheven:

1.4.1

voor een periode van 10 jaar

285,65

1.4.2

voor een periode van 20 jaar

501,80

1.4.3

voor een periode van 30 jaar

717,94

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een gedenkplaats (particuliere gedenkplaats) wordt geheven:

1.5.1

voor een periode van 10 jaar

536,50

1.5.2

voor een periode van 20 jaar

1.003,54

1.5.3

voor een periode van 30 jaar

1.470,49

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in de voorgaande onderdelen wordt geheven:

1.6.1

voor een periode van 5 jaar: een recht gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 10 jaar, vermeerderd met:

69,55

1.6.2

voor een periode van 10 jaar: een recht gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor die periode.

1.6.3

voor een periode van 20 jaar: een recht gelijk aan tweemaal het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een periode van 10 jaar, verminderd met:

69,55

1.7

Voor het reserveren van een particulier graf bij leven op begraafplaats Oud Wulven voor een periode van 20 jaar, wordt geheven per reservering:

488,05

1.8

Voor het verlengen van een reservering van een particulier graf bij leven op de begraafplaats Oud Wulven, met telkens 10 jaar wordt geheven:

244,00

1.9

Voor het verlenen van het recht op een algemeen graf van 2.00 x 1.00 meter, met ruimte voor het begraven van twee overledenen, wordt geheven per persoon:

1.9.1

voor een periode van 10 jaar zonder een recht van verlenging

536,50

1.9.2

voor een periode van 20 jaar zonder een recht van verlenging

€ 

1.003,54

1.10

Voor het verlenen van het recht op een algemeen kindergraf van 1.75 x 1.00 meter, met ruimte voor het begraven van twee overledenen tot en met twaalf jaar, wordt geheven per persoon:

1.10.1

voor een periode van 10 jaar zonder een recht van verlenging

473,80

1.10.2

voor een periode van 20 jaar zonder een recht van verlenging

878,09

1.11

Voor het verlenen van het recht op een algemeen urnengraf van 1.00 x 0.50 meter, met ruimte voor het begraven of plaatsen van één asbus of urn, wordt geheven:

1.11.1

voor een periode van 10 jaar zonder een recht van verlenging

285,65

1.11.2

voor een periode van 20 jaar zonder een recht van verlenging

501,80

Hoofdstuk 2 Begraven en bijzetten

2.1

Voor het begraven van een lijk wordt geheven

555,31

2.2

Voor het begraven/plaatsen van een asbus of urn wordt geheven

138,64

2.3

Voor het verstrooien van as op een uitstrooiplaats wordt geheven

119,82

2.4

Voor het begraven op uren welke niet begrepen zijn binnen normale uren wordt het recht, bedoeld in onderdeel 2.1 verhoogd met:

277,64

2.5

Voor het begraven/plaatsen op uren welke niet begrepen zijn binnen normale uren wordt het recht, bedoeld in de onderdelen 2.2 verhoogd met:

69,40

2.6

Voor het verstrooien op uren welke niet begrepen zijn binnen normale uren wordt het recht, bedoeld in de onderdelen 2.3 verhoogd met:

60,32

2.7

Onder normale uren wordt verstaan: maandag tot en met vrijdag van 10.00 uur tot en met 15.00 uur, met uitzondering van die dagen welke als een erkende feestdag zijn aangewezen.

Hoofdstuk 3 Grafbedekking en onderhoud

3.1

Voor het afgeven van een vergunning tot het aanbrengen van een grafkelder, als bedoeld in artikel 17 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Houten, wordt geheven:

99,17

3.2

Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking als bedoeld in artikel 21 van de beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Houten, wordt geheven:

99,17

3.3

Voor het afgeven van een vergunning voor het repareren of aanpassen van grafbedekking van graven met bijzondere waarde en/of gelegen in de zogenaamde beschermde gebieden van de begraafplaats Prinses Ireneweg, als bedoeld in artikel 21 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Houten, wordt geheven:

99,17

 

Hoofdstuk 4 Overige kosten

4.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven:

38,10

4.2

Voor het overschrijven van een recht op een graf met uitsluitend recht wordt geheven:

69,55

4.3

Voor het schudden van een eigen graf voor onbepaalde tijd wordt geheven:

1.003,54

4.4

Voor het schudden van een eigen graf voor bepaalde tijd wordt geheven:

372,09

4.5

Voor het plaatsen van een grafkelder per plaatsing wordt geheven:

2.411,53

Behorende bij het raadsbesluit van 15 december 2016.

De griffier,

De voorzitter,

W. van Zanen

W.M. de Jong