Regeling vervallen per 26-06-2021

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente IJsselstein 2019

Geldend van 20-06-2019 t/m 25-06-2021

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie gemeente IJsselstein 2019

De raad van de gemeente IJsselstein;

gelet op artikel 81 oa lid 1 van de Gemeentewet;

gelet op de Verordening op de rekenkamercommissie 2015, door de raad vastgesteld op 2 april 2015;

gelezen het verslag van de begeleidingscommissie rekenkamercommissie van 22 november 2018;

gelezen het raadbesluit benoeming leden rekenkamercommissie van 5 juli 2018;

gelezen het voorstel van het presidium van 24 april 2019;

besluit

vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente IJsselstein 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • wet: Gemeentewet;

  • commissie: rekenkamercommissie;

  • rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan. Hierna te noemen ‘commissie’;

  • voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • college: college van burgemeester en wethouders;

  • medewerker: griffiemedewerker ter ondersteuning van de begeleidingscommissie.

  • secretaris/onderzoeker: functionaris die de rekenkamercommissie terzijde staat bij de uitvoering van haar taak.

  • begeleidingscommissie: bestaande uit drie leden, door en uit het presidium te benoemen

Artikel 2 Rekenkamercommisie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamer-commissie.

  • 2.

    De rekenkamercommissie bestaat uit drie leden, niet zijnde raadsleden van de gemeente.

  • 3.

    Als intermediair tussen raad en rekenkamercommissie fungeert vanuit het presidium een begeleidingscommissie, bestaande uit drie leden, door en uit het presidium te benoemen, die tenminste tweemaal per jaar een voortgangsgesprek voert met de leden van de rekenkamercommissie. De begeleidingscommissie wordt ondersteund door de medewerker.

Artikel 3 Taken

De rekenkamercommissie voert onafhankelijk onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd. Een door de commissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213 van de Gemeentewet, tweede lid.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de drie leden van de commissie. De selectie van de leden vindt plaats op voordracht van de begeleidingscommissie als bedoeld in artikel 2.3.

  • 2.

    De leden van de rekenkamercommissie worden door de raad benoemd voor een periode van drie jaren. De leden van de rekenkamercommissie zijn met inachtneming van de bepalingen van dit artikel voor maximaal één periode herbenoembaar. De rekenkamercommissie stelt een rooster van (gefaseerd) aftreden vast, zodanig dat de continuïteit van de werkzaamheden niet in gevaar kan komen.

  • 3.

    De raad benoemt uit het midden van de commissie de voorzitter en plaatsvervangende voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming, het contact onderhouden met de gemeenteraad, ambtelijke organisatie, pers en naburige rekenkamers en de aansturing van de secretaris/onderzoeker van de rekenkamercommissie.

Artikel 5 Eed

Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie zoals aangegeven in de Gemeentewet;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3.

    De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 7 Verboden handelingen

  • 1.

    Het is de leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de commissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod, uit zijn functie ontslaan.

  • 2.

    Leden overleggen aan de raad halfjaarlijks een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de commissie

  • 1.

    De leden ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun werkzaamheden. De maandelijkse vergoeding voor de voorzitter bedraagt in 2019 € 343,77 per maand en voor de leden € 296,43 per maand;

  • 2.

    De leden ontvangen een vergoeding van € 70,-- exclusief BTW per uur voor onderzoekswerkzaamheden die door hen worden verricht. De kosten van deze onderzoeksuren worden vergoed op basis van een urenopgave die is toegelicht aan de begeleidingscommissie.

  • 3.

    De maandelijkse vergoeding is inclusief reiskosten, met uitzondering van de reiskosten die voortvloeien uit samenwerking met een of meerdere andere rekenkamercommissies en reiskosten uit onderzoekswerkzaamheden die door de leden van de commissie zelf worden ondernomen.

  • 4.

    De reiskosten die direct samenhangen met het uitvoeren van onderzoekswerkzaamheden door de leden en reiskosten die betrekking hebben op de samenwerking met een of meerdere andere rekenkamercommissies worden vergoed met € 0,28 per kilometer.

  • 5.

    De maandelijkse vergoedingen na 2019 zullen per 1 januari van elk jaar worden herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid, inclusief eventuele bijzondere beloningen.

  • 6.

    Alle vergoedingen als bedoeld in dit artikel komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 15.

Artikel 9 Secretaris/onderzoeker

  • 1.

    De rekenkamercommissie kan besluiten een deel van de onderzoekswerkzaamheden en ondersteuning te laten uitvoeren door een secretaris/onderzoeker en de kosten hiervan ten laste te brengen van het budget genoemd in artikel 15, mits dit niet ten koste gaat van het uitgangspunt tot het uitbrengen van een tweetal onderzoeksrapporten op jaarbasis.

  • 2.

    De secretaris/onderzoeker staat de rekenkamercommissie terzijde bij de uitvoering van haar taak.

  • 3.

    De secretaris/onderzoeker legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan (de voorzitter van) de rekenkamercommissie.

  • 4.

    In geval de rekenkamer kiest voor het aanstellen van de secretaris/onderzoeker in loondienst, dan wordt de secretaris/onderzoeker rechtspositioneel ondergebracht bij de griffie. Daarmee zijn op de medewerker de arbeidsvoorwaarden van de gemeente IJsselstein van toepassing.

  • 5.

    De rekenkamercommissie is bevoegd tot schorsing danwel ontslag van de medewerker voor wat betreft zijn werkzaamheden voor de rekenkamercommissie.

  • 6.

    De secretaris/onderzoeker die werkzaamheden verricht voor de rekenkamer, verricht niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente.

Artikel 10 Reglement van Orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de Raad.

Artikel 11 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

  • 1.

    In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2.

    Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 3.

    Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de leden van de rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig is.

Artikel 12 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    Jaarlijks stelt de rekenkamercommissie een (onderzoeks)jaarplan voor het aankomende jaar op. Het jaarplan van de rekenkamercommissie wordt, samen met het jaarverslag en de jaarrekening aan de raad ter kennisname aangeboden.

  • 2.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling, en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 3.

    In het geval de commissie besluit tot het (deels) zelf verrichten van onderzoek, informeert de commissie voorafgaand aan deze werkzaamheden de begeleidingscommissie hierover. Dit informeren omhelst ten minste een begroting van onderzoeksuren en een toelichting daarop.

  • 4.

    De in lid 2 bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisgeving aan de raad verstuurd.

  • 5.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor gemotiveerde gronden aanvoeren.

  • 6.

    Het onderzoek moet betrekking hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid;

    • Er moet sprake zijn van een substantieel belang;

    • Het onderzoek moet door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen;

    • Er moet sprake zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken;

    • Er dient aandacht te worden besteed aan de onderzoeksdoelmatigheid;

    • De onderzoeksresultaten moeten communiceerbaar zijn naar de bevolking.

Artikel 13 Onderzoeksprotocol en werkwijze

  • 1.

    De commissie stelt een onderzoeksprotocol vast. In het onderzoeksprotocol beschrijft de rekenkamercommissie in ieder geval hoe zij de kwaliteit en onafhankelijkheid van begeleiding van extern onderzoek dan wel uitvoering van eigen onderzoek borgt. In dit protocol hanteert de commissie een vier-ogen principe als leidraad.

  • 2.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet en daarbij het onderzoeksprotocol volgend.

  • 3.

    De rekenkamercommissie zal naast het verplichte jaarverslag minimaal twee keer per jaar een rapportage ter informatie naar de raad sturen te weten:

    • a.

      rond het uitkomen van het jaarverslag over de voortgang van onderzoeken van het lopende jaar;

    • b

      in het vierde kwartaal van ieder jaar over de keuze en planning van onderzoeken voor het volgende jaar.

  • 4.

    De rekenkamercommissie informeert de begeleidingscommissie tussentijds wanneer daartoe aanleiding is.

  • 5.

    De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan diegenen die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 6.

    De commissie is bevoegd bij instellingen waaraan de gemeente een subsidie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie betrekking heeft, nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebben de rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de commissie van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.

  • 7.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 8.

    De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 9.

    De rekenkamercommissie stelt betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10.

    Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten (zie lid 7) formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen.

  • 11.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie wordt het onderzoeksrapport inclusief de conclusies en aanbevelingen aan het College aangeboden. De rekenkamercommissie stelt het College in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 12.

    Na ontvangst van de reactie van het College wordt het rapport zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. Hierbij wordt de reactie van het college toegevoegd. Het staat de rekenkamercommissie vrij om eventueel schriftelijk te reageren op de reactie van het College.

Artikel 14 Het proces rondom de behandeling van rekenkamerrapporten

  • 1.

    Na publicatie van het rapport wordt het rapport aangeboden en zo nodig behandeld in een van de commissievergaderingen, afhankelijk van het onderwerp van het rapport. De rekenkamercommissie kan tijdens deze vergadering een toelichting geven op het rapport. Inhoudelijke behandeling vindt plaats aan de hand van een raadsvoorstel. In dit raadsvoorstel wordt besloten of, en hoe, de aanbevelingen van de rekenkamercommissie worden overgenomen.

  • 2.

    Tijdens de uiteindelijke behandeling in de raad wordt een besluit genomen over het raadsvoorstel.

Artikel 15 Budget

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen en reiskosten die krachtens artikel 8 worden toegekend aan de leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      de kosten van externe deskundigen en onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      de kosten voor het doen van onderzoek in eigen beheer, zoals genoemd in artikel 8, lid 2;

    • d.

      de secretaris/onderzoeker;

    • e.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4.

    Jaarlijks dient de commissie een jaarverslag en –rekening in vóór 1 maart van het daaropvolgende jaar.

Artikel 16 Inwerkingtreding en Intrekking

Deze verordening treedt in werking de eerste dag na publicatie en tegelijkertijd wordt de Verordening Rekenkamercommissie gemeente IJsselstein 2015 ingetrokken.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente IJsselstein 2019.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 mei 2019

Ondertekening

mr. P.J.M. van Domburg

De voorzitter

A.J.O. van Kooij

De griffier

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met uitsluitend externen. De voorzitter wordt uit de leden gekozen. De raad bepaalt zelf hoeveel leden de rekenkamer zal hebben.

Artikel 3 Taken

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 4 Benoeming leden

De raad benoemt de 3 leden van de commissie. N.a.v. gesprek met de begeleidingscommissie 21 januari 2014 is gesteld een benoemingsperiode voor rekenkamercommissieleden van maximaal zes jaar, met overgangsperiode huidige leden en volgens een rooster van gefaseerd aftreden. Na een benoemingsperiode van drie jaar, kan er eenmaal een herbenoemingsperiode van nogmaals drie jaar plaatsvinden.

Artikel 5 Eed

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen, vloeit voort uit artikel 81g van de Gemeentewet en wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-actief te stellen in bepaalde situaties.

Artikel 7 Verboden handelingen

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de commissie

In dit artikel is de vergoeding die leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.

Artikel 9 Secretaris/onderzoeker

De rekenkamercommissie kan besluiten tot inhuur/aanstelling van een secretaris/onderzoeker.

Artikel 10 Reglement van orde

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamer-commissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding, volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.

Artikel 11 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 12 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 13 Onderzoeksprotocol en werkwijze

De commissie stelt een onderzoeksprotocol vast waarin zij in ieder geval aangeeft hoe zij de kwaliteit en onafhankelijkheid van begeleiding van extern onderzoek dan wel uitvoering van eigen onderzoek borgt.

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren.

Daarnaast wordt in dit artikel geregeld dat de rekenkamercommissie ook bij instellingen inlichtingen kan inwinnen, voor zover de baten voor meer dan 50% uit subsidie van de gemeente IJsselstein afkomstig zijn.

De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan het College worden voor gelegd met de vraag eventuele onjuistheden eruit te halen en te corrigeren. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Artikel 14 Het proces rondom de behandeling van rapporten

Over de behandeling van rekenkamerrapporten in de raad is wettelijk niets geregeld. In de Gemeentewet staat alleen dat de rekenkamer al haar rapporten aan de gemeenteraad en het college toestuurt. Hierdoor verschilt de manier waarop een rekenkamerrapport wordt behandeld per gemeente.

Na publicatie wordt een rapport van de rekenkamer aangeboden aan de gemeenteraad. Vervolgens bepaalt het presidium, in overleg met de griffie, wanneer het rapport wordt behandeld en in welke raadscommissie. In eerste instantie wordt het rapport informatief behandeld in een van de raadscommissies waarbij de rekenkamercommissie in de gelegenheid wordt gesteld een toelichting te geven. Leden van de raadscommissie kunnen vragen stellen aan de rekenkamercommissie. Afhankelijk van het onderwerp van het rapport wordt gekeken in welke raadscommissie dit zal zijn. Tevens is er gelegenheid (ook na de presentatie) tot het stellen van technische vragen over het rapport aan de rekenkamercommissie. Vervolgens zal de inhoudelijke behandeling plaatsvinden aan de hand van een conceptraadsvoorstel inzake het al dan niet overnemen van de aanbevelingen. Tijdens de uiteindelijke behandeling neemt de raad een besluit over het raadsvoorstel. Vervolgens is het aan het college om aan de slag te gaan met het besluit van de raad. De griffie zal toezien op de gang van zaken met betrekking tot de verdere uitwerking en uitvoering van de aanbevelingen.

Artikel 15 Budget

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. De in het tweede lid genoemde kosten worden ten laste van het budget gebracht.

Artikel 16 en 17 Inwerkingtreding en Intrekking en Citeertitel

Deze artikelen behoeven geen toelichting.