Regeling vervallen per 01-01-2016

Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld

Geldend van 09-06-2012 t/m 31-12-2015

Intitulé

Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld

Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld

Artikel 1

a) Aanvrager: de eigenaar - gemeente niet uitgesloten - van: een cultuurhistorisch object in een beschermd stadsgezicht, een beeldbepalend pand of een historisch pand in een beschermd stadsgezicht, een gemeentelijk monument of rijksmonument, de eigenaar van een bedrijfsgebouw (winkel, kantoor e.d.) in een beschermd stadsgezicht;

b) Cultuurhistorisch object: een object dat van belang is voor de cultuurhistorische beeldkwaliteit van Leiden en geen deel uitmaakt van de constructie van een gebouw (geen casco) en aard en nagelvast is, zoals historische stoepen, muren, hekwerken, trappen, gedenkstenen, pompen, ornamenten, zuiltjes, gevelstenen, herdenkingsplaquettes, reclameschilderingen, pothuisjes, klokken, poortjes, luiken enz. (Nb dit is geen uitputtende lijst)

c) Gemeentelijk monument: een onroerende zaak, die overeenkomstig de bepalingen in de Monumentenverordening 2008 als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen;

d) Rijksmonument: een onroerende zaak, die is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet vastgestelde registers en gelegen is binnen de gemeente Leiden;

d) Beeldbepalend pand: een beeldbepalend pand, dat als zodanig is opgenomen in het bestemmingsplan;

e) Historisch pand: een pand ouder dan 50 jaar;

f) Beschermd stadsgezicht:

1. een gebied dat als zodanig is aangewezen op grond van de Monumentenwet

2. de Stationsweg

g) Project:

  • 1.

    de historisch verantwoorde restauratie, reconstructie (inclusief beschilderen historisch beeldhouwwerk) of het nieuw aanbrengen van een onroerend monumentaal onderdeel of een cultuurhistorisch object gelegen in of in aansluiting op de openbare ruimte en binnen een beschermd stadsgezicht;

  • 2.

    de restauratie of reconstructie van een historische winkelpui, onderdeel van een historisch pand en gelegen in aansluiting op de openbare ruimte en in een beschermd stadsgezicht, gebaseerd op een door gemeente goedgekeurd waardestellend bouwhistorisch kader;

  • 3.

    de restauratie, reconstructie of toepassing van historische kleuren in het schilderwerk van het exterieur van een historisch pand, gelegen in of in aansluiting op de openbare ruimte en in een beschermd stadsgezicht, gebaseerd op een door de gemeente goedgekeurd kleuronderzoek en -advies;

  • 4.

    de toepassing van gevelreclame conform het vigerende welstandsbeleid, voor projecten binnen een beschermd stadsgezicht, gelegen in of in aansluiting op de openbare ruimte;

Artikel 2

Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag subsidie voor een project verlenen.

Artikel 3

De aanvrager gebruikt voor de aanvraag van subsidie een voorgeschreven formulier. Op verzoek van burgemeester en wethouders levert de aanvrager nadere gegevens over het project.

Artikel 4

Project: Monumentale onderdelen of cultuurhistorische objecten in de openbare ruimte

  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de totale subsidiabele kosten inclusief btw en bedraagt:

    • a.

      ten hoogste € 5.000 (vijfduizend euro) in het geval van restauratie;

    • b.

      ten hoogste € 4.000 (vierduizend euro) in het geval van reconstructie;

    • c.

      ten hoogste € 4.000 (vierduizend euro) in het geval van het nieuw aanbrengen.

  • 2.

    In zeer uitzonderlijke situaties kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 1, tot een maximum van een verdubbeling van de onder 1 genoemde bedragen.

Artikel 5

Project: Historische kleuren op gevels

  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de totale subsidiabele kosten inclusief btw en bedraagt ten hoogste € 2.000 (tweeduizend euro);

  • 2.

    Een door de gemeente goedgekeurd kleuronderzoek en advies ligt ten grondslag aan de subsidiebeschikking;

  • 3.

    Voor het schilderwerk van de historische gevel kan één keer per vijf jaar eensubsidie worden aangevraagd;

  • 4.

    In zeer uitzonderlijke situaties kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 1, tot een maximum van een verdubbeling van de onder 1 genoemde bedragen.

Artikel 6

Project: Historische winkelpuien

  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de totale subsidiabele kosten inclusief btw en bedraagt ten hoogste € 20.000 (twintigduizend);

  • 2.

    Een door de gemeente goedgekeurd bouwhistorisch kader ligt ten grondslag aan de subsidiebeschikking;

  • 3.

    In zeer uitzonderlijke situaties kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 1, tot een maximum van een verdubbeling van de onder 1 genoemde bedragen.

Artikel 7

Project: Gevelreclame

  • 1.

    De subsidie bedraagt 25% van de totale subsidiabele kosten inclusief btw en bedraagt ten hoogste € 1.500 (vijftienhonderd);

  • 2.

    Het vigerende welstandsbeleid op het gebied van de gevelreclame ligt ten grondslag aan de subsidiebeschikking;

  • 3.

    In zeer uitzonderlijke situaties kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 1, tot een maximum van een verdubbeling van de onder 1 genoemde bedragen.

Artikel 8

  • 1. Burgemeester en wethouders weigeren de subsidie indien:

    • a.

      met de uitvoering van het project is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking of schriftelijke toestemming heeft ontvangen;

    • b.

      voor het project een monumentenvergunning en/of bouwvergunning is vereist en deze nog niet is verleend;

    • c.

      voor het project een op bouwhistorisch onderzoek of kleuronderzoek gefundeerd advies is verstrekt en dit advies niet is opgevolgd;

    • d.

      er sprake is van ontsiering of strijdigheid met redelijke eisen van welstand voor wat betreft de materiaalkeuze en wijze van uitvoering in relatie tot het pand en/of omgeving;

  • 2. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor om de subsidie te weigeren indien reeds op grond van deze regeling een subsidie is verstrekt en de nieuwe aanvraag het gevolg is van het niet of onjuist uitvoeren van onderhoud;

  • 3. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 1, bijvoorbeeld indien het project is uitgevoerd in de periode tussen 1 januari 2009 en de vaststelling van deze regeling.

Artikel 9

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften aan de subsidiebeschikking te verbinden;

  • 2. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat de uitvoering binnen zes maanden na de toekenning is gestart. De gereed melding, met overlegging van de originele rekening(en) en betaalbewijzen, van het project dient uiterlijk twaalf maanden na de toekenning van de subsidie te geschieden.

Artikel 10

De subsidie kan worden ingetrokken indien:

  • 1.

    niet wordt uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag;

  • 2.

    niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden, zoals geformuleerd in deze regeling en in de subsidiebeschikking;

  • 3.

    onjuiste gegevens zijn overgelegd.

Artikel 11

Subsidieaanvragen worden in volgorde van aanmelding behandeld zo lang het budget toereikend is. Zodra het budget wordt overschreden, vervalt de subsidieregeling en wordt de aanvraag om subsidie geweigerd.

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 13

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Subsidieregeling Historisch stadsbeeld’.

Artikelgewijze toelichting

 

artikel 1

De voorliggende subsidieverordening is bedoeld voor diverse categorieën aanvragen, gericht op de (beeld)kwaliteit en (historische) identiteit van Leiden. Mogelijke projecten zijn onder meer de restauratie of reconstructie van historische onderdelen in (of in aansluiting op) de openbare ruimte, van de (oorspronkelijke) historische kleuren op gevels of van de historische winkelpuien. Ook de verbetering van gevelreclame behoort tot de mogelijkheden. Eigenaren kunnen per object / pand een aanvraag indienen. Deze worden toegekend op volgorde van de aanvragen voor zolang het budget toereikend is. De overheid is van de aanvragen niet uitgesloten: ook de gemeente bezit bijvoorbeeld diverse onderdelen in de openbare ruimte of historische panden. Het is in ieders belang dat alle panden en objecten een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het stadsbeeld. De gemeente mag maximaal voor 30 % een beroep doen op het totaal beschikbare subsidiebudget. Deze bepaling vervalt jaarlijks na 1 oktober. 

 

Toevoeging in artikel 1, sub f.

Deze subsidieregeling is ook van toepassing op de Stationsweg.

Toelichting op de wijziging in artikel 1

In artikel 1, sub 1 wordt verwijderd de zin: inclusief de Stationsweg (alleen voor artikel 7: categorie gevelreclame), omdat de toevoeging van de Stationsweg niet alleen voor de gevelreclame gaat gelden maar voor alle (vier soorten) projecten. 

Voor alle projecten geldt dat deze binnen beschermd stadsgezicht moeten liggen. Daarom wordt toegevoegd aan het begrip beschermd stadsgezicht in artikel 1 sub f, onder 2: de Stationsweg. 

Daarmee is de toevoeging en de Stationsweg in artikel g, sub 4 overbodig geworden.

artikel 3

De nadere gegevens kunnen bijvoorbeeld bestaan uit bouwhistorisch onderzoek met betrekking tot de winkelpui (conform landelijk vastgestelde richtlijnen) op basis van archiefonderzoek en onderzoek ter plaatse, een kleuronderzoek met betrekking tot de historische gevel op basis van archiefonderzoek en onderzoek ter plaatse, foto’s en tekeningen. Uitgangspunt is een op onderzoek en daaruit voortvloeiend advies gefundeerde reconstructie. De gemeente moet ten behoeve van de subsidietoekenning het onderzoek en het advies goedkeuren. Als voorbeeld wordt verwezen naar de in 2008/2009 in opdracht van de gemeente uitgevoerde bouwhistorische onderzoeken (met richtlijnen) en kleuronderzoeken en –adviezen.

 

artikel 4

Dit artikel betreft de restauratie of reconstructie van allerlei mogelijke historische objecten in de stad, die geen deel uitmaken van de constructie van een pand / het casco en aard en nagelvast zijn. Het gaat bijvoorbeeld om oude stoepen, muren, hekwerken, trappen, gedenkstenen, pompen, ornamenten, zuiltjes, gevelstenen, herdenkingsplaquettes, reclameschilderingen, pothuisjes, klokken, poortjes, luiken enz. Dit is geen uitputtende lijst: ook andere historische objecten kunnen in aanmerking komen. 

4.2. Uitzonderlijk is bijvoorbeeld een zeer complexe restauratie / reconstructie en de toepassing van zeer bijzondere restauratietechnieken.  

artikel 5

5.1.       Onder de subsidiabele kosten vallen onder meer de kosten van het steigerwerk, de kosten van het kleuronderzoek en -advies en de kosten van de uitvoering van het schilderwerk en de materialen (verf). Door schilders worden deze kosten vaak uitgedrukt in een prijs per m2.

5.2.       Als voorbeeld van een kleuronderzoek en advies wordt verwezen naar de in 2008/2009 uitgevoerde kleuronderzoeken en verleende adviezen van de gemeente. In ieder geval gedurende de periode 2009 kan de eigenaar ook kiezen voor een in opdracht van de gemeente uit te voeren onderzoek en advies.

5.3.       Gemiddeld wordt eens per vijf jaar de gevel geschilderd: daarbij komt de eigenaar – op basis van het historisch verantwoorde kleuradvies – steeds opnieuw voor meerkosten te staan. Indien een kleuronderzoek en advies reeds voorhanden is dan ligt deze ten grondslag aan de subsidiebeschikking en maakt geen deel meer uit van de subsidiabele kosten.

5.4.       Een uitzonderlijke situatie kan bijvoorbeeld zijn de toepassing van zeer bijzondere, arbeidsintensieve schildertechnieken of de uitzonderlijke grootte van een pand.

 

artikel 6

Onder deze categorie vallen alle historische bedrijfspanden (ouder dan 50 jaar), zoals winkelpanden, horecapanden, werkplaatsen enz. 

6.1.       Onder de subsidiabele kosten vallen onder meer de kosten van het bouwhistorisch onderzoek met richtlijnen/uitgangspunten voor de reconstructie, de kosten van een ontwerp en de kosten van de uitvoering van de restauratie / reconstructie. Overige werkzaamheden die niet tot de reconstructie behoren, zoals beveiliging, verlichting, enz. vallen buiten de subsidiabele kosten. 

6.2.       Als voorbeeld van een bouwhistorisch rapport wordt verwezen naar de in 2008/2009 uitgevoerde bouwhistorische onderzoeken. In ieder geval gedurende de periode 2009 kan de eigenaar ook kiezen voor een in opdracht van de gemeente uit te voeren onderzoek en ontwerp. Uiteraard is ook de bouw/monumentenvergunning voorwaarde voor de subsidie.

6.3.       Een uitzonderlijke situatie is bijvoorbeeld een pui die zich uitstrekt over meerdere panden of de toepassing van een zeer uitzonderlijk, kostbaar materiaal.

 

artikel 7

7.1.       Onder de subsidiabele kosten vallen de kosten van het ontwerp en de uitvoering van de gevelreclame conform het vigerende welstandsbeleid (modellenboek), inclusief het verwijderen van de oude reclame.

7.2.       De gemeente stelt regels vast op het gebied van gevelreclame, zoals het modellenboek gevelreclame. Voor de toepassing en wijziging van gevelreclame is een vergunning nodig. De subsidieaanvraag wordt hieraan getoetst.

 

artikel 8

8.1c.     Uit bijvoorbeeld het kleuronderzoek komt een advies voort ten aanzien van de historisch verantwoorde, toe te passen kleuren op de gevel. Het kan natuurlijk zijn dat de eigenaar op basis van het advies alsnog voor een andere – niet oorspronkelijke - kleurstelling kiest. Op grond hiervan kan dan geen subsidie worden verleend. Het zelfde geldt voor de historische winkelpuien. Doelstelling is de reconstructie van de historische pui. Voor een moderne pui of een niet conform het bouwhistorisch kader uitgevoerde reconstructie wordt dus geen subsidie verleend.

8.2.      Het is mogelijk om de subsidies te stapelen voor de categorieën die binnen deze verordening vallen: subsidie voor gevelreclame, historische kleuren, winkelpui en monumentale onderdelen. Een zelfde onderdeel van de begroting wordt dan in totaal slechts één keer meegerekend in de subsidiabele kosten. Indien voor een tweede keer een subsidieaanvraag wordt ingediend voor hetzelfde object en de aanvraag is het gevolg van slecht onderhoud, dan kan de subsidie worden geweigerd. 

8.3.      De subsidie wordt niet verleend indien met de uitvoering van het project is begonnen voordat een subsidiebeschikking is verstrekt, tenzij met dit project is gestart in de periode tussen 1 januari 2009 en de vaststelling van deze subsidieverordening.