Regeling vervallen per 23-12-2017

Drank- en Horecaverordening 2013

Geldend van 17-10-2013 t/m 22-12-2017

Intitulé

Drank- en Horecaverordening 2013

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    alcoholvrije drank: alcoholvrije drank, alsmede de drank, die bij een temperatuur van 20oC voor minder dan 0,5 volumeprocent uit alcohol bestaat;

  • b.

    de wet: de Drank- en Horecawet;

  • c.

    horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de wet.

Artikel 2

De artikelen 1, 3 en 4 van de Algemene Termijnenwet zijn op deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2: Beperking verstrekking sterke drank

Artikel 3

Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten worden verkocht;

  • b.

    waarin onderwijs wordt gegeven;

  • c.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of -instellingen en/of bij sportorganisaties of -instellingen;

  • d.

    die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf;

  • e.

    die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein.

Artikel 4

Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 3.

Artikel 5

  • 1. De burgemeester kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden,gesteld in de artikelen 3 en 4. Deze beslist binnen 4 weken, nadat de aanvraag is ingekomen.

  • 2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene Wet Bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Hoofdstuk 3: Gebruiksvoorschriften

Artikel 6

De voorzieningen, bedoeld in de artikelen 8, 10 en 11 van het Besluit Inrichtingseisen Drank- en Horecawet, moeten bruikbaar zijn en in zindelijke staat verkeren.

Hoofdstuk 4: Het verstrekken van alcoholvrije drank

Artikel 7

  • 1. Het is verboden zonder verlof van de burgemeester in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Dit verbod geldt niet:

    • a.

      indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid;

    • b.

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen, die in die besloten ruimte vertoeven, anders dan voor het gebruiken van consumpties;

    • c.

      voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;

    • d.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

Artikel 8

Het verlof geldt uitsluitend voor een of meer in het verlof vermelde ruimten.

Artikel 9

Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b. en c. en het tweede lid van de wet, worden gesteld aan leidinggevenden.

Artikel 10

  • 1. De burgemeester beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Een verlof kan onder beperkingen worden verleend; aan een verlof kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene Wet Bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 11

  • 1. De burgemeester weigert het verlof indien:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de in artikel 9 gestelde eisen;

    • b.

      aannemelijk is dat door het verlof het woon-, leef- en winkelklimaat in negatieve zin beïnvloed zal worden door activiteiten die plaatsvinden binnen de besloten ruimte;

    • c.

      in een besloten ruimte buiten de singels softdrugs kunnen worden verkregen;

    • d.

      * het aantal besloten ruimten waarvoor een verlof is verleend en waarin softdrugs kunnen worden verkregen meer bedraagt dan 8 in het gebied gelegen binnen de singels, tenzij voor het perceel, waarvoor het verlof is aangevraagd, voordien al gedurende een onafgebroken periode een verlof was verleend.

  • 2. Hij trekt het verlof in ieder geval in, indien:

    • a.

      niet langer wordt voldaan aan de in artikel 9 gestelde eisen;

    • b.

      gedurende 1 jaar, anders dan wegens overmacht, geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof;

    • c.

      de bij de aanvraag verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

    • d.

      zich in de besloten ruimte feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

    • e.

      een besloten ruimte waar softdrugs kunnen worden verkregen door de burgemeester definitief is gesloten.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid kan een verlof worden geweigerd of worden ingetrokken in het geval en onder voorwaarden, bedoeld in artikel 3 Wet bevordering integriteitsboordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 5: Straf- en slotbepalingen

Artikel 12

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, voor zover niet reeds strafbaar gesteld in de bijlage genoemd in artikel 44a, eerste lid van de wet, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 2 maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Drank- en Horecaverordening 2013.

  • 2. Zij treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan. Op die datum houdt de Drank- en Horecaverordening 2009, zoals die op die dag luidt, op te gelden.

  • 3. Verloven, die zijn verleend voor de inwerkingtreding van deze verordening en in welk onderwerp ook in deze verordening wordt voorzien, worden geacht te zijn verleend op grond van deze verordening.

Nota-toelichting

Toelichting op artikel 11 lid 1, onder d.

De bedoeling van dit artikel is, om het aantal coffeeshops geleidelijk aan te verminderen naar maximaal 8. Dat betekent dat, alléén wanneer sprake is van natuurlijke bedrijfsbeëindiging of sprake is van een gedwongen, permanente, sluiting (als gevolg van onwettig gedrag), heropening op die locatie niet meer mogelijk is, waarmee het aantal coffeeshops met 1 vermindert.