Beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies 2017

Ondertekening

Toelichting

Algemeen

Het subsidiestelsel van de Provincie Limburg is gebaseerd op het Uniform (Rijksbreed) subsidiekader (USK). Het provinciaal subsidiestelstel is een outputgericht stelsel en gaat uit van proportionaliteit, sturen op hoofdlijnen en prestaties, (verdere) vereenvoudiging en uniformering en vertrouwen in plaats van wantrouwen, zonder eventuele risico's uit het oog te verliezen. De subsidieontvanger krijgt in het subsidiestelsel meer vertrouwen van de Provincie doordat niet altijd standaard (financiële) verantwoording hoeft te worden afgelegd. Dit betekent dat wordt gewerkt vanuit het vertrouwen in de subsidieontvanger. Hieraan wordt dan vorm gegeven door niet meer alle subsidieontvangers altijd te belasten met (financiële) verantwoordingen, rapportages en controles. De aandacht verschuift naar risicogroepen en naar de uitzondering. Door op deze wijze invulling te geven aan het principe van vertrouwen worden goedwillende burgers, bedrijven en instellingen minimaal belast en hoeven de goeden niet onder de kwaden te lijden.

Doordat meer wordt uitgegaan van vertrouwen is het van belang dat er voldoende checks en balances in het systeem worden ingebouwd om te borgen dat deze aanpak niet leidt tot (verruiming van) het misbruik. Bij de subsidieverlening en subsidievaststelling moet slimmer worden omgegaan met de beheersing van de risico's om zo misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies te bestrijden. Tegenover meer vertrouwen staat daarom méér eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger. Zo heeft de subsidieontvanger onder andere een actieve meldingsplicht als een activiteit (deels) niet wordt uitgevoerd of niet aan de voorwaarde(n) zoals gesteld in de beschikking zal worden voldaan. Na zo'n melding kunnen Gedeputeerde Staten opgelegde verplichtingen eventueel aanpassen dan wel het subsidiebedrag lager of op nihil vaststellen of verlagen of intrekken en tot terugvordering overgaan. Verder verschuift de aandacht naar een streng regime van het aanpakken van onregelmatigheden, waaronder misbruik.

Méér vertrouwen gaat ook hand in hand met een strikte handhaving en consequent toepassen van beschikbare handhavingsmogelijkheden. Bij constatering van onregelmatigheden, waaronder misbruik, zal dan ook consequent worden opgetreden en 'bestraft' op basis van de beschikbare sanctiemogelijkheden. Daartoe zijn beleidsregels met betrekking tot het Sanctie- en handhavingsbeleid bij Subsidies opgesteld. Daarnaast dient de Provincie als onderdeel van het misbruik & oneigenlijk gebruik beleid een provinciaal overzicht van misbruik van subsidies bij te houden. Hiervoor dienen deze beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies.

Artikel 3

Om effectief beleid ter voorkoming van ernstige onregelmatigheden en goed financieel beheer inzake subsidies te kunnen voeren, is het noodzakelijk inzicht te hebben in de risico's die kunnen leiden tot ernstige onregelmatigheden bij (en waaronder misbruik van) subsidies, de resultaten van het beleid en de omvang van de resterende onzekerheid. Om dit doel te ondersteunen worden gegevens vastgelegd over onder meer het aantal opgelegde sancties bij ernstige onregelmatigheden bij en misbruik van subsidies, en de daarbij behorende bedragen. Deze informatie is ook weer essentieel om te bepalen op welke risicoterreinen de controles moeten worden geïntensiveerd.

De gegevens die hiervoor nodig zijn, zijn in de regel al beschikbaar in de individuele subsidiedossiers. Doch de benodigde gegevens worden ook systematisch verzameld, vastgelegd en verwerkt zodat op provinciaal niveau informatie kan worden gegenereerd over misbruik bij subsidieverstrekking.

Artikel 4

In het eerste lid van dit artikel zijn de omstandigheden aangegeven waarin altijd registratie moet plaatsvinden. Daarbij wordt aangesloten bij de meldingsplicht zoals opgenomen in de vigerende Algemene Subsidieverordening. In geval van het lager vaststellen van een subsidie is bij een verlaging minder dan 50% registratie niet verplicht. In het tweede lid van dit artikel wordt aangegeven dat Gedeputeerde Staten facultatief kunnen overgaan tot registratie bij een minder dan 50% lagere vaststelling indien zij van mening zijn dat de ernst van de aanleiding voor lagere vaststelling een reden voor registratie is.

Artikel 5, eerste lid

In de registratie worden de volgende gegevens opgenomen:

• a.

  de naam van de subsidieregeling waarvan misbruik is gemaakt;

• b.

  de naam van de gesubsidieerde (incl. kenmerk) en de aanduiding van de hoedanigheid van de gesubsidieerde (instelling, burger, bedrijf);

• c.

  een beschrijving van het door Gedeputeerde Staten geconstateerde misbruik;

• d.

  de opgelegde sanctie:

  • ■

    intrekken van de verleningsbeschikking en op basis hiervan terugvorderen;

  • ■

    intrekken en wijzigen van de vaststellingsbeschikking en op basis hiervan terugvorderen;

  • ■

    aangifte bij het Openbaar Ministerie, indien het vermoeden bestaat van een strafbaar feit.

• e.

  het verleende en uiteindelijk vastgestelde subsidiebedrag; en

• f.

  het bedrag dat in het jaar van sanctie eventueel nog is verstrekt aan de desbetreffende subsidieontvanger.

Artikel 5, tweede lid

Zowel rechts- als natuurlijke personen worden geregistreerd. Bij de registratie van natuurlijke personen is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. Vanaf 25 mei 2018 is de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing en komt de huidige Wet bescherming persoonsgegevens van rechtswege te vervallen.

Artikel 5, derde lid

Aangezien de gegevens vertrouwelijk zijn, worden binnen de Provincie Limburg twee personen aangesteld voor het beheer van de registratie. Deze beheerders registreren de door de dossierhouders aangeleverde informatie. Uitsluitend de aangestelde beheerder(s) of diens plaatsvervanger kunnen gegevens bewerken.

Artikel 5, vierde lid

De gegevens blijven vanaf het moment van registratie voor een periode van drie jaar in de provinciale registratie opgenomen. Uitzondering vormen de gevallen waarbij sprake is van een lopende juridische procedure. De gegevens zullen in de registratie opgenomen blijven zolang de procedure loopt. Na het verstrijken van de termijn van drie jaar, dan wel na afloop van de procedure, worden de gegevens uit de registratie verwijderd (ingevolge archiefwet 10+1 jaar).

Artikel 6

Bij de Wbp en de AVG gaat het om de geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, alsmede de niet geautomatiseerde gegevens die in een bestand zijn opgenomen of bestemd zijn daarin te worden opgenomen. Gegevens die in de registratie voorkomen zijn persoonsgegevens. Persoonsgegevens zijn mede bepalend voor de wijze waarop de betrokken persoon in het maatschappelijk verkeer wordt beoordeeld of behandeld. Persoonsgegevens dienen dan ook op een behoorlijke en zorgvuldige wijze en in overeenstemming met de Wbp of AVG te worden verwerkt. De Provincie Limburg mag persoonsgegevens alleen verzamelen en verwerken als daar een goede reden voor is of als de betrokken burger toestemming heeft gegeven voor het gebruik van zijn gegevens. Daarnaast mag de Provincie niet meer gegevens verwerken dan strikt noodzakelijk is voor het doel waarvoor ze zijn verzameld en mogen de gegevens niet langer bewaard worden dan noodzakelijk. Tevens moeten er passende technische en organisatorische maatregelen getroffen om de gegevens te beschermen.