Regeling vervallen per 01-01-2020

Nadere subsidieregels sport 2017-2019

Geldend van 28-11-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Nadere subsidieregels sport 2017-2019

Gedeputeerde Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 14 november 2017 hebben vastgesteld:

NADERE SUBSIDIEREGELS SPORT 2017-2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Breedtesport: alle sport die niet op top(sport)niveau wordt beoefend. Plezier en ontspanning staan daarbij voorop. Competitie kan, maar hoeft geen onderdeel van breedtesport te zijn. De meeste Limburgse sporters vallen in deze categorie. Zij sporten bij sportverenigingen, sportscholen, fitnesscentra of op eigen gelegenheid (ongebonden sporters).

  • 2. Criteria Mulier: zie Uitvoeringsprogramma sport 2015-2017 (http://www.limburg.nl/Beleid/Sport>Uitvoeringsprogramma Sport 2015-2017, pagina 53).

  • 3. Inactieve burgers: burgers die noch aan sportbeoefening, noch aan beweegactiviteiten deelnemen.

  • 4. Kanssport: een sport niet genoemd onder de speerpunt– en kernsporten. Voor 2018 komen platforms voor de volgende kanssporten voor ondersteuning in aanmerking, mits ze voldoen aan de gestelde voorwaarden in bijlage 1: basketbal, volleybal, tafeltennis, turnen, judo, meisjesvoetbal en handboogschieten.

  • 5. Kernsport: triatlon, handbal en running.

  • 6. Nationaal Topsport Centrum (NTC): hier trainen, wonen en studeren senioren en senioren -1 op één locatie waarbij de locatie sport specifiek is.

  • 7. Platform: een rechtspersoon die door de stakeholders (onder andere de bond) van een sporttak erkend wordt en verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en uitvoering van een provinciaal sporttakplan en de daaraan verbonden samenwerkingsovereenkomst(en). Het platform is het eerste aanspreekpunt voor alle stakeholders van de betreffende sporttak. Het platform ontwikkelt een jaarlijks werkprogramma waarin opgenomen staat op welke wijze de betreffende sporttak in Limburg wordt georganiseerd en uitgevoerd.

  • 8. Project: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van activiteiten.

  • 9. Regionaal Trainings Centrum (RTC): organisatie die programma’s onder het niveau van de landelijke senioren en senioren -1 faciliteren. In een RTC zit niet altijd alleen één programma van één bond, maar kunnen ook meerdere programma’s zitten van verschillende leeftijdscategorieën en/of meerdere bonden.


  • 10. Running/atletiek: diverse vormen van atletiek waaronder hardlopen op recreatief en/of prestatief niveau op de atletiekbaan, op de weg, in de natuur en/of in de stad.

  • 11. Speerpuntsport: wielrennen en paardensport.

  • 12. Sporttakcoördinator: een door het platform aangestelde functionaris, die namens het platform het eerste aanspreekpunt is voor de betreffende sporttak voor alle stakeholders van de betreffende sporttak.

  • 13. Sporttakplan: een meerjarig door Gedeputeerde Staten vastgesteld plan voor de speerpunt- en kernsporten waarin door de betreffende sportbond en de betrokken Limburgse sportverenigingen, -stichtingen, evenementorganisaties en overige stakeholders ambities en beleid zijn uitgewerkt om de betreffende sport op het terrein van breedtesport, talentontwikkeling, topsport, evenementen en accommodaties duurzaam te versterken op provinciaal niveau (in Limburg).

  • 14. Structurele sportdeelname: activiteiten die erop gericht zijn om inactieve burgers te stimuleren om structureel wekelijks te gaan sporten en/of bewegen.

  • 15. Talentontwikkeling: een programma in aanwezigheid van een topsporttalent school met alle activiteiten die de opleiding van talenten tot het vak van topsporter vormen. Deze opleiding duurt in de regel 5 tot 8 jaar. Het programma wordt uitgevoerd naar normen en richtlijnen van de sportbond (meerjaren opleidingsplan). Het programma voldoet aan de internationale norm met een reëel uitzicht op een internationale toppositie. De sporttechnische training is primair een samenhang tussen motorische, psychische, emotionele en sociale componenten die medebepalend zijn voor het ontwikkelingsproces.

  • 16. Topsport: sportbeoefening op het hoogste niveau in een bepaalde tak van sport, met de ambitie te presteren op het internationale niveau van Europese kampioenschappen (EK), Wereldkampioenschappen (WK), Olympische Spelen (OS), Paralympische Spelen of met deze kampioenschappen vergelijkbare toernooien (bij de beste 10 van de wereld horen).

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Uitvoering geven aan het sportbeleid zoals beschreven in het beleidskader Sport 2015-2019: Accentennotitie Sport “Limburg beweegt!” en het Uitvoeringsprogramma Sport 2018-2019. Via de werkplannen van de platforms van de sporttakken wordt op een integrale manier via concrete projecten invulling gegeven aan de ambities voor breedtesport, topsport en talentontwikkeling en evenementen.

Artikel 3 Aanvragers

De volgende aanvragers kunnen binnen deze regeling voor subsidie in aanmerking komen:

  • a.

    platforms van de speerpunt-, kern- en kanssporten voor de activiteiten in bijlage 1;

  • b.

    potentiële nieuwe platforms van een potentiële nieuwe kanssport voor activiteiten genoemd in bijlage 1A;

  • c.

    rechtspersonen die de projecten genoemd in artikel 5 gaan uitvoeren.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:

  • 1.

    Er moet sprake zijn van een Limburgs belang. Hiervan is sprake als:

    • a.

      aanvrager een duidelijke relatie met Limburg heeft op basis van werkterrein; en

    • b.

      het project of de activiteiten grotendeels in Nederlands-Limburg plaatsvinden.

  • 2.

    Binnen deze regeling is voor eenzelfde (terugkerend) project/activiteit éénmaal per kalenderjaar subsidie mogelijk.

Artikel 5 Specifieke subsidies

Een subsidieaanvraag kan voor de volgende projecten worden ingediend:

Project

Vervoersregeling gehandicaptensport

Topsport Talentenfonds

Topsupport t.b.v. advisering trainingscentra

Werkplan voor ondersteuning paramedische dienstverlening aan trainingscentra

Artikel 6 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    de subsidieaanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de algemene subsidiecriteria in artikel 4 en/of het gestelde in de betreffende bijlage waarbinnen subsidie wordt aangevraagd;

  • d.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project direct of indirect al op een andere wijze subsidieert en/of

  • e.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 8.

Hoofdstuk 3 Aanvraagprocedure

Artikel 7 Indienen aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies>actuele subsidieregelingen.

  • 2. De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).

Artikel 8 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1. Subsidieaanvragen in het kader van artikel 5 en bijlage 1 dienen voor uitvoering in 2018 uiterlijk 31 december 2017 en voor uitvoering in 2019 uiterlijk 1 november 2018 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2. Subsidieaanvragen in het kader van bijlage 1A dienen uiterlijk 1 augustus 2018 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 3. Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2. Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1. De Nadere subsidieregels Sport 2016-2019 worden bij inwerkingtreding van deze Nadere subsidieregels ingetrokken.

  • 2. Voor subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels Sport 2017-2019 blijven de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg en de daarop gebaseerde Nadere subsidieregels Sport 2016-2019 van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3. Subsidieaanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels sport 2017-2019 en waarover bij inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels sport 2017-2019 nog niet is beslist, worden afgehandeld op basis van de Nadere subsidieregel sport 2017-2019 tenzij Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat de aanvrager in zijn belangen wordt geschaad. In dat laatste geval handelen Gedeputeerde Staten overeenkomstig de Nadere subsidieregels sport 2016-2019.

Artikel 11 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1. Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal blad.

  • 2. Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald “Nadere subsidieregels Sport 2017-2019”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 14 november 2017

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. drs. G.H.E. Derks MPA

Bijlage 1 Werkplan platforms speerpunt-, kern- en kanssporten

Activiteit

Het opstellen en indienen van werkplannen ter uitvoering van een provinciaal sporttakplan van de speerpunt- , kern- en kanssporten waarbij het platform binnen de hier opgenomen kaders een eigen invulling geeft aan de verdere uitvoering van de te financieren projecten.

Aanvrager

De platforms van de speerpunt- , kern- en/of kanssporten.

Specifieke subsidiecriteria

- een werkplan voor een speerpunt- en kernsport dient de volgende onderdelen te bevatten:

• Organisatie platform

• Breedtesport(stimulering)

• Topsport en talentontwikkeling

• Evenementen

• Mogelijke verbinding tussen talentherkenning en breedtesport

- een werkplan voor een kanssport dient in ieder geval het onderdeel talentontwikkeling te bevatten.

- er is sprake van een onderliggend provinciaal sporttakplan bij de kern en speerpuntsporten;

- het werkplan heeft een looptijd van maximaal 1 (kalender)jaar;

- een platform kan een sporttakcoordinator aanstellen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het platform van de betreffende sporttak en waarvoor het bestuur van het platform van de betreffende sporttak een functiebeschrijving van de sporttakcoördinator heeft opgesteld, waarin zijn rol en taken zijn beschreven;

- de werkzaamheden van het bestuur van een platform dienen gericht te zijn op het uitvoeren van bestuurstaken gericht op een succesvolle uitvoering van een sporttakplan (indien aanwezig) en het werkplan;

- er dient uitvoering te worden gegeven aan breedtesportstimuleringsactiviteiten die gericht zijn op het behouden en stimuleren van sportdeelname, het versterken van het trainerskader en het versterken van de (verenigings)sportstructuur;

- het trainingsprogramma van NTC’s en regionale trainingsprogramma’s van speerpunt-, kern- en kanssporten moet verbonden zijn aan een Topsport talent school;

- het trainingsprogramma moet goedgekeurd zijn door de sportbond en moet onderdeel uitmaken van een meerjarig investeringsprogramma voor talentontwikkeling en topsport van de betreffende sportbond;

- NTC’s dienen gecertificeerd te zijn conform de richtlijnen van NOC*NSF; en

- De RTC’s dienen gecertificeerd te zijn conform het 'Accreditatiesysteem trainingscentra in Limburg' van en door Topsport Limburg of als een programma niet gecertificeerd wordt door NOC*NSF dan dient er een positief advies te liggen van de prestatiemanager van NOC*NSF van de betreffende sporttak.

Inspanningsverplichting

- Een platform dient zoveel mogelijk cofinanciering binnen te halen met het oog op een minder financiële afhankelijke positie van de Provincie Limburg.

Maximaal subsidiebedrag

- Voor een platform van een kern- of speerpuntsport is er in 2018 en 2019 maximaal dezelfde jaarlijkse bijdrage als in 2017 mogelijk voor de onderdelen organisatiekosten, breedtesportstimulering, talentontwikkeling en evenementen uit het werkplan.

- Voor een kanssport is er voor 2018 en 2019 jaarlijks een maximale bijdrage van €70.000,00 mogelijk voor alle onderdelen uit het werkplan.

- Voor het onderdeel RTC en/of NTC uit het werkplan gelden de volgende specifieke subsidiebedragen: Uitgangspunt is een maximale provinciale jaarlijkse bijdrage van €100.000,00 voor NTC’s en een maximale provinciale jaarlijkse bijdrage van €60.000,00 voor RTC’s. Indien een samenwerkingsovereenkomst aanwezig is, bedraagt het subsidiebedrag voor trainingscentra niet meer dan de bijdrage die gemeente(n) of een samenwerkingsverband van gemeenten en de Provincie in hun Samenwerkingsovereenkomst Sportzone Limburg zijn overeengekomen.

- De maximale totale overheidsbijdrage (Provincie en gemeente(n)) van een RTC bedraagt maximaal 70% van de totale subsidiabele kosten;

- De maximale totale overheidsbijdrage (Provincie en gemeente(n)) van een NTC bedraagt maximaal 60% van de totale subsidiabele kosten;

Bijlage 1A Potentiële nieuwe platforms voor nieuwe kanssporten

Activiteit

Het opstellen van een concept werkplan voor 2019 en het verkennen van de mogelijkheden om te komen tot een platform voor de betreffende sport. Op basis van dit concept werkplan zal Gedeputeerde Staten in 2018 beoordelen of deze sport wordt toegevoegd aan de lijst met kanssporten voor 2019 in deze subsidieregeling.

Aanvrager

Initiatiefnemers voor platforms van een nieuwe kanssport.

Maximaal subsidiebedrag

Maximaal € 5.000,00 voor de kosten die betrekking hebben op het opstellen van een concept werkplan en het verkennen van de mogelijkheden om te komen tot een platform.