Regeling vervallen per 01-11-2019

Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2018-2019

Geldend van 01-11-2018 t/m 31-10-2019

Intitulé

Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2018-2019

Gedeputeerde Staten van Limburg

Maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 28 augustus 2018 hebben vastgesteld:

NADERE SUBSIDIEREGELS RESTAURATIE MONUMENTEN 2018-2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Agrarisch gebouw: gebouw met een van oorsprong agrarische functie.

  • 2. Cultuurhistorische waarde: positieve waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uitmaken van onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling.

  • 3. Eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft.

  • 4. Functie: de gebruiksbestemming van een monument.

  • 5. Groter monumentaal complex: een gebouw en/of ensemble van gebouwen niet zijnde een monumentaal woonhuis of monumentaal kerkgebouw dat in gebruik is voor de openbare eredienst en qua omvang te vergelijken is met een klooster, industrieel complex of een kasteel.

  • 6. Herbestemmingskosten: kosten voor noodzakelijke aanpassingen aan een monument die verband houden met een functieverandering of het herstellen van de functie die het monument had voor een periode van leegstand.

  • 7. Industrieel complex: gebouw en/of ensemble van gebouwen met een van oorsprong industriële functie.

  • 8. Inspectierapport: rapport met betrekking tot een monument dat is opgesteld door Stichting Monumentenwacht Limburg, dat de technische of fysieke staat én de urgente restauratieopgave van dat monument beschrijft.

  • 9. Isolatiekosten: kosten in verband met aanpassingen aan een monument gericht op het energiezuiniger maken van het monument.

  • 10. Kasteel: een kasteel of landhuis conform het Rijksmonumentenregister.

  • 11. Kerken: kerkgebouwen die niet (meer) worden gebruikt voor de openbare eredienst.

  • 12. Klooster: een gebouw en/of ensemble van gebouwen dat bewoond wordt of werd door een religieuze orde.

  • 13. Leidraad: Leidraad Subsidiabele Instandhoudingskosten 2013, die als bijlage is opgenomen bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten (bijlage bij Staatscourant 2012, nr. 20420, 9 oktober 2012), inclusief het daarbij behorende calculatiemodel volgens STABU.

  • 14. Molen: gebouw met van oorsprong een functie als molen.

  • 15. Monument: een bouwwerk dat de status heeft van rijksmonument en als zodanig door het rijk op basis van de wet is aangewezen dan wel een bouwwerk dat de status heeft van gemeentelijk monument en als zodanig door de gemeente op basis van een verordening is aangewezen.

  • 16. Restauratie: ingrijpende handelingen/maatregelen, gericht op het behoud van een monument, die het normale onderhoud te boven gaan en die technisch noodzakelijk zijn om het monument duurzaam, sober en doelmatig in stand te houden. Het monument dient daarbij in een zodanige conditie te worden gebracht dat de oorspronkelijke cultuurhistorische waarde wordt behouden.

  • 17. Social return on investment (SROI): hierbij bieden leverancier en subsidieontvanger een bijdrage aan het provinciaal beleid ten aanzien van het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De concrete invulling hiervan gebeurt aan de hand van reguliere banen, leerwerkplekken, stageplekken en (werk)ervaringsplaatsen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of jongeren zonder startkwalificatie.

  • 18. Urgente restauratieopgave: de bouwkundige staat van een monument of van een gedeelte ervan is dermate slecht dat omvangrijk herstel of vervanging, al dan niet gedeeltelijk, noodzakelijk is.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

De regeling is gericht op de restauratie van monumenten waarbij sprake is van een urgente restauratieopgave, met als oogmerk dat de cultuurhistorische waarde van het monument behouden blijft voor Limburgers en de bezoekers aan Limburg.

Artikel 3 Aanvrager

Eigenaren van het betreffende monument waarvoor subsidie wordt aangevraagd, komen voor subsidie in aanmerking.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende criteria:

  • 1.

    Het project is gericht op de restauratie van een monument of een deel van het monument met een urgente restauratieopgave. De urgente restauratieopgave moet blijken uit het inspectierapport van Stichting Monumentenwacht Limburg. De in dit rapport gehanteerde kwalificatie categorieën 4, 5 en 6 worden aangemerkt als urgent. De Monumentenwacht is bij het opstellen van haar inspectie-rapporten recent van een indeling in vier categorieën over geschakeld naar een indeling in zes categorieën. Bij inspectie-rapporten die (nog) uitgaan van een indeling in vier categorieën worden de kwalificaties 3 (matig) en 4 (slecht) aangemerkt als urgent in de zin van deze regeling.

  • 2.

    De restauratie dient bij te dragen aan het behoud van de oorspronkelijke cultuurhistorische waarde van het monument.

  • 3.

    Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking monumenten, zijnde:

    • -

      agrarische gebouwen;

    • -

      industriële complexen;

    • -

      kloosters;

    • -

      molens;

    • -

      kastelen;

    • -

      kerken;

    • -

      andere grotere monumentale complexen.

  • 4.

    Het monument moet na voltooiing van de restauratie een duurzame economische, toeristische en/of maatschappelijke functie hebben.

  • 5.

    Het monument is gelegen in de Nederlandse provincie Limburg.

  • 6.

    De gemeente heeft, na advies van de RCE, schriftelijk een positief advies afgegeven ten aanzien van het verkrijgen van de (omgevings)vergunning(en) dan wel een (omgevings)vergunning afgegeven, in het geval een (omgevings)vergunning noodzakelijk is voor de restauratie.

  • 7.

    Het project is er op gericht het monument te herstellen en daarbij de oorzaak van de ontstane schade weg te nemen.

Artikel 5 Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger dient binnen zes maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de feitelijke werkzaamheden aan het monument.

  • 2. De subsidieontvanger dient contact te leggen met het Restauratie Opleidingsproject Zuid-Nederland (ROP-Zuid) waarbij dient te worden nagegaan of het restauratieproject geschikt is als bouwplaats om er een of meerdere leerlingwerkplekken te creëren voor leerlingen die een bouw- of restauratieopleiding volgen.

  • 3. Bij projecten met een looptijd van minimaal drie maanden en met minimale subsidiabele kosten van € 200.000,00 is SROI van toepassing. In dat geval dient 2% van de subsidiabele kosten besteed te worden door middel van het inzetten van één of meerdere van de onderstaande SROI-doelgroepen:

    • -

      werkloos en werkzoekend, ongeacht de uitkeringssituatie;

    • -

      met werkloosheid bedreigde inwoners;

    • -

      WSW-ers.

  • 4. Indien SROI niet kan worden toegepast dan dient dit onderbouwd te worden door de aanvrager bij de subsidieaanvraag, waarbij het aan Gedeputeerde Staten is om af te wijken van de verplichting zoals gesteld in het derde lid.

  • 5. De subsidieontvanger dient ervoor te zorgen dat het monument na afronding van de restauratie in goede staat van onderhoud blijft. Dit moet blijken uit de structurele inspectie door Stichting Monumentenwacht Limburg.

Artikel 6 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:

  • a. het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b. de aanvraag niet is ingediend door de aanvrager zoals opgenomen in artikel 3;

  • c. niet wordt voldaan aan alle subsidiecriteria in artikel 4;

  • d. het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 25.000,00 bedraagt;

  • e. de restauratie een ontwikkeling ondersteunt die in strijd is met het provinciale beleid;

  • f. het bij de aanvraag toegevoegde inspectierapport ouder is dan 2 jaar;

  • g. de aanvraag betrekking heeft op een monumentaal woonhuis of een monumentaal kerkgebouw dat wordt gebruikt voor de openbare eredienst;

  • h. de Provincie Limburg dezelfde activiteit al op een andere wijze financiert/subsidieert of al heeft gefinancierd/gesubsidieerd;

  • i. de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals gesteld in artikel 11;

  • j. voor het betreffende monument reeds subsidie is verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de looptijd van deze Nadere subsidieregels vast.

  • 2. De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies>subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 1. Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 400.000,00.

  • 2. Subsidies lager dan € 25.000,00 worden niet verstrekt.

Artikel 9 Subsidiabele kosten en niet-subsidiabele kosten

  • 1. Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen voor zover die als subsidiabel zijn aangemerkt in de Leidraad én deze kosten als urgent zijn aangemerkt in het inspectierapport van de Stichting Monumentenwacht Limburg.

  • 2. Niet-subsidiabel zijn:

    • a.

      de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die niet als subsidiabel zijn aangemerkt in de Leidraad;

    • b.

      de kosten die niet als urgent zijn aangemerkt in het inspectierapport van de Stichting Monumentenwacht Limburg.

    • c.

      herbestemmingskosten;

    • d.

      kosten van installaties;

    • e.

      isolatiekosten.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2. De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag kan vanaf inwerkingtreding van deze regeling worden ingediend en dient uiterlijk 31 oktober 2019 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2. Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2. Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2017-2018 worden bij de inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2018-2019 ingetrokken.

  • 2. De Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2017- 2018 blijven van toepassing op subsidiebesluiten die vóór de intrekking zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

Artikel 14 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1. Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 1 november 2018.

  • 2. Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 november 2019, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2018-2019’.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 28 augustus 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris,

de heer drs. G.H.E. Derks MA

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1, lid 5 en artikel 4, lid 2:

Als voorbeeld van andere grotere monumentale complexen worden hier scholen en verdedigingswerken genoemd. Monumentale woningen en monumentale kerkgebouwen die in gebruik zijn voor de openbare eredienst, zijn hiervan uitgezonderd.

Artikel 1, lid 7:

Niet alle gebouwen die met industrieel erfgoed in verband kunnen worden gebracht, vallen onder de term “industrieel complex”. Om aan de definitie binnen deze regeling te kunnen voldoen moet het gaan om een gebouw of complex van gebouwen waar daadwerkelijk een industriële activiteit heeft plaatsgevonden c.q. industriële producten zijn gefabriceerd. Bedrijfswoningen zijn hierin niet begrepen.

Artikel 1, lid 12:

Om aan de definitie binnen deze regeling te kunnen voldoen moet een klooster uit minimaal kloostercellen, een refter (eetzaal) en een kapel (hebben) bestaan. Daarnaast zijn veelal ook een kloosterpark, een begraafplaats en een gastenverblijf onderdeel van het ensemble.