Beleidsregels Subsidies

Geldend van 20-11-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Subsidies

Gedeputeerde Staten van Limburg,

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht bekend dat zij in hun vergadering van 5 november 2019 hebben vastgesteld:

BELEIDSREGELS SUBSIDIES

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: de ten tijde van de subsidieverstrekking of de naderhand (door het bepaalde overgangsrecht) vigerende Algemene Subsidieverordening.

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • c.

    Exploitatiesubsidie: een subsidie voor activiteiten die behoren tot de structurele activiteiten die de subsidieontvanger gewoonlijk in het kader van zijn bedrijfsvoering ontplooit passend binnen de beleidsdoelen van de Provincie Limburg.

  • d.

    Projectsubsidie: een subsidie voor een activiteit of een samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in de tijd en zijn gericht op (een) specifiek(e) eindresulta(a)t(en).

  • e.

    SILG: de ten tijde van de subsidieverstrekking of de naderhand (door het bepaalde overgangsrecht) vigerende Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied Limburg, met uitzondering van de daaronder vallende Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Limburg 2015 of een eventuele opvolger van die subsidieregeling.

  • f.

    Waarderingssubsidie: een subsidie die wordt verstrekt zonder dat er een directe relatie bestaat tussen de kosten van de activiteiten en de hoogte van de subsidie en die slechts ten doel heeft uitdrukking te geven aan enige waardering van de Provincie Limburg voor (een) activiteit(en) van de aanvrager.

Hoofdstuk 2: Bevoorschotting en uitbetaling

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit hoofdstuk is van toepassing op alle subsidies waarop de ASV van toepassing is.

Artikel 3 Bevoorschottingssystematiek en uitbetaling

De volgende categorieën zijn in dit kader te onderscheiden:

  • A.

    Subsidies < € 25.000,00 én subsidies van € 25.000,00 of meer die door Gedeputeerde Staten zijn aangewezen

    Bij alle subsidies < € 25.000,00 én door Gedeputeerde Staten aangewezen subsidies van € 25.000,00 of meer die direct, zonder voorafgaande subsidieverleningsbeschikking worden vastgesteld, zal het totale subsidiebedrag binnen zes weken na verzenddatum van de beschikking in één keer worden overgemaakt op de rekening van de subsidieontvanger.

  • B.

    Subsidies van € 25.000,00 tot € 125.000,00

    Bij projectsubsidies zal bij de subsidieverleningsbeschikking een voorschot worden verleend van 90%. Dit voorschot zal binnen zes weken na verzenddatum van de beschikking worden overgemaakt op de rekening van de subsidieontvanger.

    Bij exploitatiesubsidies zal bij de subsidieverleningsbeschikking een voorschot worden verleend van 100%. In de subsidieverleningsbeschikking zullen twee momenten van uitbetaling van de voorschotten, elk van 50% van het subsidiebedrag, worden opgenomen.

    Bij waarderingssubsidies zal bij de subsidieverleningsbeschikking een voorschot worden verleend van 100%. In de subsidieverleningsbeschikking wordt het moment van uitbetaling opgenomen.

  • C.

    Subsidies vanaf € 125.000,00

    Bij projectsubsidies vanaf € 125.000,00 zal bij de subsidieverlening op basis van de ingediende liquiditeitsprognose van de subsidieontvanger, een schema van de bevoorschotting worden opgenomen tot maximaal 90%. De momenten van uitbetaling van de voorschotten zullen worden opgenomen in de subsidieverleningsbeschikking.

    Bij exploitatiesubsidies zal bij de subsidieverleningsbeschikking een voorschot worden verleend van 100% volgens het in de subsidieverleningsbeschikking opgenomen (maandelijks) bevoorschottingsschema.

    Bij waarderingssubsidies zal bij de subsidieverleningsbeschikking een voorschot worden verleend van 100%. In de subsidieverleningsbeschikking wordt het moment van uitbetaling opgenomen.

Artikel 4 Aangepaste bevoorschotting

  • 1. Indien de subsidieontvanger op grond van zijn meldingsplicht aangeeft, dat de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit(en) niet conform de subsidieverleningsbeschikking plaatsvindt, kan (indien nodig) het bevoorschottingsritme en de hoogte van de nog te ontvangen voorschotten worden aangepast.

  • 2. De bevoorschotting zal conform de in dit hoofdstuk geschetste beleidslijn worden toegepast, tenzij Gedeputeerde Staten anders bepalen (bijvoorbeeld bij grote subsidiebedragen of bij meer dan normale risico's).

Artikel 5 Samenloop met andere regels

Dit hoofdstuk is niet van toepassing indien Provinciale, Rijks- of Europese regelgeving dit niet toestaat.

Hoofdstuk 3: Projectduurwijzigingen

Artikel 6 Toepassingsbereik

Dit hoofdstuk is van toepassing op voor projecten verleende subsidies waarop de ASV of de SILG van toepassing is.

Artikel 7 Indiening van een verzoek om projectduurwijziging

  • 1. Een verzoek om wijziging van de projectduur van een gesubsidieerd project wordt digitaal of schriftelijk ingediend bij Gedeputeerde Staten van Limburg, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht.

  • 2. In het verzoek wordt gemotiveerd aangegeven wat de reden is van het niet binnen de in de subsidiebeschikking opgenomen looptijd van het project kunnen realiseren van de beoogde resultaten. Verder wordt concreet aangegeven binnen welke termijn realisatie van het project alsnog mogelijk is en of de oorspronkelijk met het project beoogde doelen en maatschappelijke effecten alsnog kunnen worden bereikt.

Artikel 8 Te honoreren verzoeken om projectduurwijziging

  • 1. Projectduurwijzigingen worden toegestaan indien de wijziging van de geplande en in de subsidiebeschikking opgenomen looptijd niet verwijtbaar is aan de subsidieontvanger. Dit zal veelal het geval zijn indien de wijzigingen worden veroorzaakt door externe en onvoorziene, buiten de (directe) macht van de subsidieontvanger gelegen omstandigheden of actoren. Bij de afweging omtrent de mate van verwijtbaarheid zal de professionaliteit van de subsidieontvanger mee worden gewogen.

  • 2. Naast het gestelde in het eerste lid van dit artikel geldt als uitdrukkelijke voorwaarde voor honorering van een projectduurwijziging dat met de uitvoering/afronding van het project op een ander/later tijdstip het oorspronkelijk beoogde provinciale beleidsdoel wel nog moet kunnen worden bereikt, evenals het beoogde maatschappelijk effect van het project.

  • 3. Indien sprake is van bijzondere omstandigheden kan, in tegenstelling tot de in lid 1 tot en met 3 van artikel 9 opgenomen afwijzingsgronden, een (volgende) projectduurwijziging toch worden gehonoreerd. Dat zal in ieder geval aan de orde zijn indien het met het project te bereiken doel van grote (bestuurlijke/politieke) importantie is voor de realisatie van het betreffende provinciaal beleid. Verder valt te denken aan de situatie dat een project deel uitmaakt van een samenhangend geheel van projecten, waarbij één of meerdere projecten niet voltooid kan/kunnen worden zonder dit project. Ook de situatie dat naast de provinciale subsidie andere overheidssubsidies aan het project verbonden zijn, die in gevaar zouden kunnen komen bij het niet toestaan van de (volgende) projectduurwijziging, kan een reden zijn niettemin in te stemmen met de (volgende) projectduurwijziging.

Artikel 9 Af te wijzen verzoeken om projectduurwijziging

  • 1. Een verzoek om projectduurwijziging wordt afgewezen indien het verzoek pas is ingediend nadat de oorspronkelijk in de subsidiebeschikking opgenomen looptijd van het project is geëindigd.

  • 2. Een verzoek om projectduurwijziging wordt afgewezen indien reeds eerder een verzoek om projectduurwijziging voor het betreffende project is gehonoreerd.

  • 3. Een verzoek om projectduurwijziging wordt afgewezen indien de ontstane wijziging in de looptijd van de uitvoering van het project verwijtbaar is aan de subsidieontvanger. Bij de afweging omtrent de mate van verwijtbaarheid zal de professionaliteit van de subsidieontvanger mee worden gewogen.

  • 4. Een verzoek om projectduurwijziging wordt afgewezen indien dit verzoek is ingegeven door de wens eventuele subsidiegelden die resteren na uitvoering van het project alsnog te kunnen besteden aan activiteiten of investeringen gelegen buiten het gesubsidieerde project.

Artikel 10 Samenloop met andere regels

Indien subsidies worden verleend op grond van door de Europese Commissie goedgekeurde programma’s en de specifieke regelgeving die hierop van toepassing is beperkingen inhouden voor wat betreft termijnverlengingen gaat deze regelgeving boven het bepaalde in dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 4: Sanctie en handhaving

Artikel 11 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    Ernstige onregelmatigheden: wijzigingen van feiten en omstandigheden die invloed hebben op de hoogte van het subsidiebedrag (zoals misbruik).

  • b.

    Fraude: zaken die doorgaans met de term fraude worden aangeduid, waarbij kan worden gedacht aan: valsheid in geschrifte, oplichting, bedrog, benadeling van de Provincie Limburg als schuldeiser of rechthebbende, corruptie, diefstal en/of verduistering.

  • c.

    Misbruik: het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte (te hoge) overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen.

  • d.

    Projectduur: de periode, zoals opgenomen in de subsidiebeschikking, waarbinnen het project moet worden gerealiseerd.

  • e.

    Resultaatdoelstellingen: de doelstellingen c.q. resultaten zoals opgenomen in het bij de subsidieaanvraag ingediende projectplan en/of in de subsidiebeschikking.

  • f.

    Vastgestelde subsidiebedrag: het na de verlening dan wel zonder voorafgaande verleningsbeschikking, vastgestelde subsidiebedrag.

  • g.

    Vast te stellen subsidiebedrag: het verleende subsidiebedrag verlaagd met (de) het kortingsbedrag(en) vanwege het niet (geheel) uitvoeren van de activiteit(en) c.q. het naar rato bijgestelde subsidiebedrag, conform het gestelde in de subsidiebeschikking.

Artikel 12 Toepassingsbereik

Dit hoofdstuk is van toepassing op subsidies waarop de ASV of de SILG van toepassing is.

Artikel 13 Doelstelling

Het doel van dit hoofdstuk is:

  • a.

    het voorkomen dat subsidieontvangers de in wet- en regelgeving dan wel in de subsidiebeschikking opgenomen verplichtingen niet nakomen;

  • b.

    de handhaafbaarheid vergroten;

  • c.

    de schade die door misbruik ontstaat beperken; en

  • d.

    het op uniforme wijze korten van subsidies/sanctioneren van subsidieontvangers.

Artikel 14 Sancties

  • 1. Een sanctie wordt opgelegd in het geval de subsidieontvanger de in de ASV dan wel de SILG en/of de in de van toepassing zijnde nadere subsidieregels opgenomen verplichtingen en/of de in de subsidiebeschikking opgelegde verplichtingen, niet of niet geheel nakomt.

  • 2. Dit sanctiebeleid kan gezien worden als een aanvulling op de artikelen van afdeling 4.2.6 van de Awb.

  • 3. Sanctiemogelijkheden zijn:

    • a.

      preventief weigeren van een (toekomstige) subsidie;

    • b.

      de subsidie intrekken dan wel verlagen en/of lager of op nihil vaststellen;

    • c.

      in geval van fraude, aangifte bij het Openbaar Ministerie;

    • d.

      registratie in geval van ernstige onregelmatigheden.

Artikel 15 Preventief weigeren

Op grond van de Awb, de ASV of de SILG kan de subsidie preventief geweigerd worden. In aanvulling op voorgenoemde regelingen kan de subsidie preventief worden geweigerd indien de subsidieontvanger bij de Provincie Limburg geregistreerd staat vanwege ernstige onregelmatigheden op grond van hoofdstuk 5 van deze beleidsregels. De subsidie kan gedurende drie jaren na de datum van registratie worden geweigerd.

Artikel 16 Intrekken/verlagen subsidie

Indien de subsidieontvanger zich niet aan de verplichtingen houdt die gesteld worden aan de subsidie, kan dit consequenties hebben voor het verleende c.q. vastgestelde subsidiebedrag. Het subsidiebedrag of een gedeelte hiervan kan worden teruggevorderd indien:

  • a.

    de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet realiseert, waardoor de aan de subsidie gekoppelde resultaatdoelstelling(en) niet gerealiseerd wordt/worden. In dat geval wordt de subsidie ingetrokken, dan wel op nihil vastgesteld.

  • b.

    de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit gedeeltelijk niet realiseert, waardoor de aan de subsidie gekoppelde resultaatdoelstelling(en) gedeeltelijk niet gerealiseerd wordt/worden. In dat geval wordt de subsidie verlaagd met het kortingspercentage(s) of kortingsbedrag(en) zoals opgenomen in de subsidiebeschikking. Bij het ontbreken van een dergelijke korting, wordt de subsidie verlaagd of ingetrokken c.q. lager of op nihil vastgesteld, afhankelijk van de aard en de oorzaak van de afwijking (maatwerk).

  • c.

    de subsidieontvanger niet voldoet aan de in het artikel “Verplichtingen bij aanbesteding” in de ASV dan wel niet voldoet aan de in het artikel “Opdrachten aan derden” in de SILG genoemde aanbestedingsverplichtingen. Het kortingsbedrag bedraagt 20% van het vast te stellen subsidiebedrag vermenigvuldigd met het betrokken deel waarvoor de aanbestedingsregels niet zijn nageleefd, gedeeld door de totale gerealiseerde subsidiabele kosten.

  • d.

    de subsidieontvanger niet voldoet aan de verplichting om (tijdig) een tussentijdse rapportage toe te zenden, zoals opgenomen in het artikel “Verplichtingen algemeen” in de ASV dan wel niet voldoet aan het gestelde in het artikel “Voortgang uitvoering” in de SILG en zoals vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening. Het kortingspercentage voor het niet (tijdig) aanleveren van de tussentijdse rapportage na een eerste rappèl, bedraagt 5% van het vast te stellen subsidiebedrag.

  • e.

    de subsidieontvanger de overige verplichtingen, vastgelegd in de subsidiebeschikking, (gedeeltelijk) niet nakomt. De subsidie wordt in dat geval verlaagd met het kortingspercentage(s) dan wel kortingsbedrag(en) zoals opgenomen in de subsidiebeschikking. Bij het ontbreken van een dergelijke korting, afhankelijk van de aard en oorzaak van de afwijking, wordt de subsidie verlaagd of ingetrokken c.q. lager of op nihil vastgesteld (maatwerk).

Artikel 17 Meldingsplicht/informatieverstrekking

  • 1. Indien de subsidieontvanger niet schriftelijk en gemotiveerd melding doet dat de activiteiten niet zullen worden verricht, zoals gesteld in het artikel “Meldingsplicht” in de ASV of zoals gesteld in het artikel “Informatieverstrekking” van de SILG, wordt de subsidievaststelling c.q. subsidieverlening ingetrokken en het uitbetaalde subsidiebedrag teruggevorderd.

  • 2. Indien de subsidieontvanger niet schriftelijk en gemotiveerd melding doet dat de activiteiten niet geheel zullen worden verricht, zoals gesteld in het artikel “Meldingsplicht” in de ASV of zoals gesteld in het artikel “Informatieverstrekking” in de SILG, wordt de subsidie ten nadele van subsidieontvanger gewijzigd. Bovenop de korting voor het niet geheel uitvoeren van de activiteit(en), wordt een extra korting van 5% van de korting(en) voor de niet uitgevoerde activiteit(en), opgelegd.

  • 3. Op de meldingsplicht inzake wijzigingen in de looptijd, zoals gesteld in het artikel “Meldingsplicht” in de ASV of zoals gesteld in het artikel “Informatieverstrekking” van de SILG, zijn de ‘Beleidsregels inzake verlenging van de uitvoeringstermijn bij gesubsidieerde projecten’ c.q. hoofdstuk 3 van deze beleidsregels van toepassing.

  • 4. Indien de subsidieontvanger een subsidie kleiner dan € 125.000,00 ontvangt en de projectduur zoals opgenomen in de subsidiebeschikking wijzigt/overschrijdt en niet conform de ‘Beleidsregels inzake verlenging van de uitvoeringstermijn bij gesubsidieerde projecten’ c.q. hoofdstuk 3 van deze beleidsregels schriftelijk/digitaal aan Gedeputeerde Staten om een wijziging/verlenging heeft verzocht en daarvoor instemming heeft gekregen, wordt de subsidie (alsnog) lager bijgesteld. Het kortingspercentage bedraagt 15% van het vastgestelde c.q. vast te stellen subsidiebedrag.

  • 5. Indien de subsidieontvanger een subsidie van € 125.000,00 of meer ontvangt en de projectduur zoals opgenomen in de subsidieverleningsbeschikking overschrijdt en niet conform de ‘Beleidsregels inzake verlenging van de uitvoeringstermijn bij gesubsidieerde projecten’ c.q. hoofdstuk 3 van deze beleidsregels schriftelijk/digitaal aan Gedeputeerde Staten tijdig om een wijziging/verlenging heeft verzocht en daarvoor instemming heeft gekregen, zijn de kosten die gemaakt zijn na het einde van de projectduur niet subsidiabel.

  • 6. Indien de subsidieontvanger niet schriftelijk en gemotiveerd melding doet van wijzigingen van 20% of meer in de begrote kosten en opbrengsten, zoals gesteld in het artikel “Meldingsplicht” in de ASV of zoals omschreven in het artikel “Informatieverstrekking” van de SILG, bedraagt het kortingspercentage 5% van het vast te stellen c.q. vastgestelde subsidiebedrag.

Artikel 18 Cumulatie kortingen

Indien meerdere niet-nalevingen zoals opgenomen in artikel 16 en 17 zijn geconstateerd, wordt per geconstateerde niet-naleving een kortingspercentage c.q. kortingsbedrag vastgesteld en worden de kortingspercentages c.q. kortingsbedragen gecumuleerd (zie voorbeeld artikelsgewijze toelichting). Het kortingspercentage c.q. kortingsbedrag bedraagt maximaal 100% van het vastgestelde c.q. vast te stellen subsidiebedrag.

Artikel 19 Aangifte

In geval van fraude wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.

Hoofdstuk 5: Registratie van ernstige onregelmatigheden

Artikel 20 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    ernstige onregelmatigheden: wijziging van feiten en/of omstandigheden die invloed hebben op de hoogte van het subsidiebedrag (zoals misbruik).

  • b.

    misbruik: het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte (te hoge) overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen.

  • c.

    persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

Artikel 21 Toepassingsbereik

Dit hoofdstuk is van toepassing op subsidies waarop de ASV of de SILG van toepassing is.

Artikel 22 Doelstelling

Het doel van de registratie van ernstige onregelmatigheden is om inzicht te verkrijgen in de risico's die kunnen leiden tot herhaalde of nieuwe onregelmatigheden bij subsidies en om hierop te anticiperen. De provinciale registratie kan gebruikt worden voor:

  • a.

    het maken van risicoafwegingen bij de steekproefsgewijze verantwoording en/of controle;

  • b.

    de risicoanalyse die ten grondslag ligt aan het ontwerpen en bijstellen van nadere subsidieregels;

  • c.

    de risicoanalyse om al dan niet een subsidie toe te kennen aan geregistreerde aanvragers; en daarnaast

  • d.

    de dossiervorming ten behoeve van preventieve weigering van subsidieverlening op grond van de Awb, de ASV of de SILG.

Artikel 23 Criteria

  • 1. Registratie vindt plaats indien er sprake is van de volgende omstandigheden:

    • a.

      als wordt geconstateerd dat de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan het bepaalde in het artikel ”Meldingsplicht” zoals opgenomen in de ASV of niet heeft voldaan aan het bepaalde in het artikel “Informatieverstrekking” zoals opgenomen in de SILG en vanwege deze constatering de verlenings- of vaststellingsbeschikking is ingetrokken of minimaal 50% lager is vastgesteld volgens afdeling 4.2.6. van de Awb; dan wel

    • b.

      er aangifte is gedaan bij het Openbaar Ministerie vanwege vermoedens van strafbare feiten volgens artikel 162 van het Wetboek van Strafvordering; dan wel

    • c.

      een subsidie is geweigerd of ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

  • 2. Registratie kan facultatief plaatsvinden bij een minder dan 50% lagere vaststelling indien Gedeputeerde Staten van mening zijn dat de ernst van de aanleiding voor lagere vaststelling een reden voor registratie is.

Artikel 24 Registratie

  • 1. De registratie bevat de navolgende informatie:

    • a.

      de subsidieregeling op grond waarvan de subsidie is verstrekt;

    • b.

      de naam en een categorisering van de subsidieontvanger;

    • c.

      een beschrijving van het door of namens Gedeputeerde Staten geconstateerde misbruik;

    • d.

      de opgelegde sanctie;

    • e.

      het verleende en uiteindelijk vastgestelde subsidiebedrag; en

    • f.

      het (in het jaar van de sanctie) totaal verstrekte bedrag aan de desbetreffende subsidieontvanger.

  • 2. Op de lijst worden zowel rechts- als natuurlijke personen geregistreerd.

  • 3. Binnen de Provincie Limburg zijn twee vertrouwenspersonen die deze lijst beheren.

  • 4. De geregistreerde gegevens worden voor drie jaar bewaard. Indien sprake is van een lopende juridische procedure zullen de gegevens in de registratie opgenomen blijven zolang de procedure loopt.

Artikel 25 Toepasselijkheid privacywetgeving

Op de registratie van ernstige onregelmatigheden is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing.

Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 26 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als 'Beleidsregels Subsidies'.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze Beleidsregels Subsidies treden in werking op de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.

Artikel 28 Intrekken beleidsregels

  • 1. Bij het in werking treden van deze Beleidsregels Subsidies worden de ‘Beleidsregels bevoorschotting en uitbetaling van subsidies 2017’, de ‘Beleidsregels verlenging uitvoeringstermijn gesubsidieerde projecten’, de ‘Beleidsregels met betrekking tot reserves en voorzieningen bij structurele exploitatiesubsidies 2017’, de ‘Beleidsregels sanctie- en handhavingsbeleid bij subsidies 2017’ en de ‘Beleidsregels inzake de provinciale registratie van ernstige onregelmatigheden bij subsidies 2017’ ingetrokken.

  • 2. Reeds vóór de inwerkingtreding van deze Beleidsregels Subsidies verstrekte subsidies worden op basis van deze Beleidsregels Subsidies afgehandeld, tenzij Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat de aanvrager daardoor in zijn belangen wordt geschaad. In dat laatste geval handelen Gedeputeerde Staten overeenkomstig de van toepassing zijnde ingetrokken beleidsregels zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel.

Ondertekening

Maastricht, d.d. 5 november 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

de heer drs. G.H.E. Derks MPA

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 3

Bevoorschotting vindt automatisch plaats; dat wil zeggen zonder dat subsidieontvanger daartoe een verzoek hoeft te doen.

Schematisch ziet de bevoorschottings- en uitbetalingssystematiek in artikel 3 er als volgt uit:

A. Subsidies tot € 25.000,00 én door GS aangewezen subsidies van € 25.000,00 of meer die direct zonder voorafgaande subsidieverleningsbeschikking worden vastgesteld

Er vindt géén bevoorschotting plaats. De subsidie wordt direct vastgesteld en 100% uitbetaald.

B. Subsidies van € 25.000,00 tot € 125.000,00

Projectsubsidies: bij de subsidieverlening wordt een voorschot van 90% verstrekt.

Exploitatiesubsidies: in de subsidieverleningsbeschikking worden twee momenten voor 50% bevoorschotting opgenomen. Er vindt dus 100% bevoorschotting plaats.

Waarderingssubsidies: bij de subsidieverlening wordt een voorschot van 100% verstrekt.

C. Subsidies vanaf € 125.000,00

Projectsubsidies: op basis van de ingediende liquiditeitsprognose van de subsidieontvanger zal bevoorschotting plaatsvinden tot maximaal 90%.

Exploitatiesubsidies: op basis van het door GS vastgestelde bevoorschottingsschema zal maandelijks bevoorschotting plaatsvinden tot 100%.

Waarderingssubsidies: bij de subsidieverlening wordt een voorschot van 100% verstrekt.

Artikel 16, sub c en artikel 18

Voorbeeld:

Subsidieontvanger heeft een subsidie ontvangen van € 200.000,00. Uit het verzoek tot vaststelling van de subsidie blijkt dat subsidieontvanger een opdracht niet conform de vigerende aanbestedingsregels bij subsidiëring, heeft aanbesteed. De totaal gerealiseerde kosten van het project bedragen € 10.000.000,00. De hoogte van de waarde van de opdracht waarvoor de aanbestedingsregels niet zijn nageleefd is € 3.000.000,00. Daarnaast heeft subsidieontvanger geen tussentijdse rapportage aangeleverd. Dat betekent dat de subsidie als volgt zal worden vastgesteld:

Verleend subsidiebedrag:

€ 200.000,00

Niet naleven aanbestedingsverplichting:

20% van (€ 200.000,00 x

€ 3.000.000,00)

€ 10.000.000,00

€ 12.000,00 -/-

Geen tussentijdse rapportage aangeleverd

5% van € 188.000,00 (verleend bedrag -/- korting niet aanleveren tussentijdse rapportage)

€ 9.400,00 -/-

Vastgesteld subsidiebedrag:

€ 178.600,00

Artikel 18

Voorbeeld:

Subsidieontvanger heeft een subsidie ontvangen van € 100.000,00. Uit het verzoek tot vaststelling van de subsidie blijkt dat subsidieontvanger de activiteiten niet geheel heeft uitgevoerd (activiteit 1 is niet uitgevoerd) en dit niet heeft gemeld conform de meldingsplicht in de ASV of conform het bepaalde in het artikel “Informatieverstrekking” zoals opgenomen in de SILG. In de verleningsbeschikking is opgenomen dat een korting wordt toegepast van € 10.000,00 indien subsidieontvanger activiteit 1 niet realiseert. Daarnaast heeft subsidieontvanger geen melding gemaakt van het feit dat de kosten 25% lager zouden uitvallen dan begroot, maar meldt dit bij het verzoek om vaststelling van de subsidie. Dat betekent dat de subsidie als volgt zal worden vastgesteld:

Verleend subsidiebedrag:

€100.000,00

Niet uitvoeren activiteit 1:

€ 10.000,00 -/-

Niet melden niet uitvoeren activiteit 1:

5% van € 10.000,00

€ 500,00 -/-

Geen melding >20% lagere kosten dan begroot:

5% van € 89.500,00 (verleend bedrag -/- korting wegens niet uitvoeren activiteit 1 en het niet melden daarvan)

€ 4.475,00 -/-

Vastgesteld subsidiebedrag:

€ 85.025,00