Regeling vervallen per 14-03-2024

Nadere subsidieregels Gemeenschapsaccommodaties 2020-2023

Geldend van 15-05-2020 t/m 13-03-2024

Intitulé

Nadere subsidieregels Gemeenschapsaccommodaties 2020-2023

Gedeputeerde Staten van Limburg

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 14 april 2020 hebben vastgesteld:

Nadere subsidieregels Gemeenschapsaccommodaties 2020-2023

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Brede ontmoetingsfunctie: een functie van de gemeenschapsaccommodatie waarbij inwoners elkaar kunnen ontmoeten en/of gemeenschappelijke activiteiten kunnen ontplooien die de sociale samenhang bevorderen, niet zijnde commerciële activiteiten.

  • 2. Gemeenschapsaccommodatie: een vrij toegankelijk, multifunctioneel gebouw, centraal gelegen in een woonkern of woonwijk, met een brede ontmoetingsfunctie, dat huisvesting biedt aan lokale organisaties en bovendien een ondersteuningsfunctie heeft voor kwetsbare inwoners bij het zelfstandig wonen en meedoen in de gemeenschap.

  • 3. (Her)ontwikkeling: het bouwen van een nieuwe gemeenschapsaccommodatie of het bouwkundig aanpassen of uitbreiden van een bestaand gebouw tot gemeenschapsaccommodatie.

  • 4. Kwetsbare positie: positie waarin mensen verkeren die (tijdelijk) niet in staat zijn de regie over hun eigen leven te voeren. Dit heeft vooral te maken met het niet of minder in staat zijn een sociaal netwerk op te bouwen of te onderhouden en/of regulier werk te krijgen.

  • 5. Ondersteuningsfunctie voor inwoners in een kwetsbare positie: hierbij gaat het om één of meer activiteiten binnen het gemeentelijk sociaal domein en/of algemene welzijnsactiviteiten en/of zorgverlening.

  • 6. Uniek: uitzonderlijk in zijn soort, in dit geval de enige gemeenschapsaccommodatie in en voor de betreffende woonkern of woonwijk.

  • 7. Bijdragen in natura: het leveren van goederen en/of diensten zonder daarvoor kosten in rekening te brengen. Het kan dus gaan om de inzet van vrijwilligers of het gratis beschikbaar stellen van grondstoffen en gereedschappen.

  • 8. Woonkern: een aaneengesloten bebouwd gebied binnen een gemeente met voornamelijk een woonbestemming met bijbehorende voorzieningen.

  • 9. Woonwijk: onderdeel van een gemeente, bestaande uit één of meerdere buurten. Vaak komt een woonwijk overeen met een woonkern of een deel van een grotere woonkern.

Artikel 2 Doel van de regeling

Doelstelling van deze regeling is het ondersteunen van de (her)ontwikkeling van respectievelijk tot een unieke gemeenschapsaccommodatie, zodat wordt voorzien in een brede ontmoetingsfunctie voor alle inwoners en specifieke ondersteuning van de inwoners in een kwetsbare positie.

Artikel 3 Aanvrager

Voor subsidie kunnen in aanmerking komen gemeenten, stichtingen, verenigingen en coöperaties die eigenaar zijn van een gemeenschapsaccommodatie of van een onroerende zaak die wordt omgevormd tot een gemeenschapsaccommodatie of waarop een gemeenschapsaccommodatie wordt gebouwd, gelegen in de Nederlandse provincie Limburg.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende criteria:

  • 1.

    Het project betreft de (her)ontwikkeling van, respectievelijk tot een gemeenschapsaccommodatie.

  • 2.

    Het project kent een grote lokale maatschappelijke behoefte. Deze blijkt onder meer uit de directe bijdrage van burgers en de betreffende gemeente in de ontwikkeling en/of exploitatie van de gemeenschapsaccommodatie. Het gaat dan om financiële bijdragen of bijdragen in natura.

  • 3.

    De exploitatie van de gemeenschapsaccommodatie is voor minimaal de eerste vijf jaar na realisatie van het project sluitend.

  • 4.

    De organisaties die structureel gebruikmaken van de gemeenschapsaccommodatie zijn in meerderheid organisaties zonder winstoogmerk en de activiteiten binnen de gemeenschapsaccommodatie hebben overwegend een niet-commercieel karakter.

  • 5.

    De vrije toegankelijkheid en de maatschappelijke toegevoegde waarde van de gemeenschapsaccommodatie zijn door de gemeente erkend en bij voorkeur vastgelegd in gemeentelijk accommodatiebeleid.

  • 6.

    Binnen iedere gemeente kunnen niet meer dan twee projecten in enig jaar gesubsidieerd worden.

Artikel 5 Verplichting subsidieontvanger

De fysieke uitvoering van het project start uiterlijk 1 jaar na subsidieverlening en heeft een maximale uitvoeringsperiode van 2 jaar.

Artikel 6 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    de subsidieaanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • c.

    niet wordt voldaan aan (één van) de criteria in artikel 4;

  • d.

    de Provincie Limburg in de afgelopen zeven jaar reeds een subsidie heeft verleend voor de (her)ontwikkeling van respectievelijk tot de betreffende gemeenschapsaccommodatie;

  • e.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit(en) al op een andere wijze subsidieert of financiert; en/of

  • f.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 11.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond van deze nadere subsidieregels voor de looptijd van deze regeling vast.

  • 2. De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal €100.000,00 per project.

  • 2. De subsidie zal nooit hoger zijn dan de financiële bijdrage van de gemeente voor de betreffende gemeenschapsaccommodatie ten hoeve van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 9 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

  • 1. Subsidiabel zijn zowel arbeidskosten als materiaalkosten die noodzakelijk zijn voor de (her)ontwikkeling van respectievelijk tot een gemeenschapsaccommodatie.

  • 2. In aanvulling op artikel 15, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet-subsidiabel:

    • a.

      kosten van achterstallig onderhoud, regulier onderhoud en groot onderhoud;

    • b.

      inrichtingskosten van het gebouw en het omliggende terrein;

    • c.

      kosten van duurzaamheidsmaatregelen;

    • d.

      advieskosten ten behoeve van het opstellen van subsidieaanvragen.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2. Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag dient uiterlijk 30 juni 2023 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2. Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2. Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsrecht, beëindiging en citeertitel

  • 1. Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.

  • 2. Aanvragen die zijn ingediend op grond van de Nadere subsidieregels structuurversterkende investeringen in gemeenschapsaccommodaties en waarover bij inwerkingtreding van deze nadere subsidieregels nog niet is beslist, nadat het voor de Nadere subsidieregels structuurversterkende investeringen in gemeenschapsaccommodaties beschikbare subsidieplafond is bereikt, worden geacht op basis van de Nadere subsidieregels Gemeenschapsaccommodaties 2020-2023 te zijn ingediend.

  • 3. Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 juli 2023, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 4. Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Gemeenschapsaccommodaties 2020-2023”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 14 april 2020.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. drs. G.H.E. Derks

Toelichting

Algemeen

Deze Nadere subsidieregels zijn een vervolg op de Nadere subsidieregels structuurversterkende investeringen in gemeenschapsaccommodaties, die door Gedeputeerde Staten op 18 juli 2017 werden vastgesteld naar aanleiding van een motie van Provinciale Staten (motie 832 ‘financiële bijdrage structuurversterkende investeringen in kernen’).

Gedeputeerde Staten baseerden zich hierbij ook op het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 (hoofdstuk 6 Aantrekkelijke woon- en leefomgeving), waarin wordt gesteld: “In elke gemeenschap zou minstens één ontmoetingsplek moeten zijn. In iedere woonwijk en elk dorp zou een accommodatie moeten zijn met een ontmoetingsfunctie”.

En verder: “Ook op het gebied van welzijn en zorg is nabijheid bij de bewoner cruciaal, dit vanwege de verschuiving van de Awbz naar de Wmo en overige decentralisaties van taken van het Rijk naar gemeenten. Dit vraagt om laagdrempelige steunstructuren in woonwijken en dorpen”.

Dit laatste aspect is in deze Nadere subsidieregels Gemeenschapsaccommodaties 2020-2023 nadrukkelijk verwerkt en is daarmee in lijn met hetgeen is opgenomen in Programmalijn Vitale gemeenschappen van het op 7 februari 2020 door Provinciale Staten vastgestelde Uitvoeringskader Sociale Agenda, dat daarmee geldt als het beleidskader van deze nadere subsidieregels.