Regeling vervallen per 01-01-2022

Nadere subsidieregels sport 2021

Geldend van 24-10-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Nadere subsidieregels sport 2021

Gedeputeerde Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 13 oktober 2020 hebben vastgesteld:

NADERE SUBSIDIEREGELS SPORT 2021

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    Breedtesport: alle sport die niet op top(sport)niveau wordt beoefend. Plezier en ontspanning staan daarbij voorop. Competitie kan, maar hoeft geen onderdeel van breedtesport te zijn. Er wordt gesport bij sportverenigingen, sportscholen, fitnesscentra of op eigen gelegenheid (ongeorganiseerde sporters).

  • b)

    FLOT: flexibel onderwijs en topsport; heeft betrekking op een actieplan dat is gericht op de verbetering van het onderwijs en carrièreperspectief voor topsporters. Het doel is dat topsporters competentiegerichte studiekeuzes kunnen maken, een flexibel onderwijsaanbod kunnen volgen en dat het combineren van een studie en topsport financieel haalbaar is.

  • c)

    Inactieve burgers: burgers die noch aan sportbeoefening, noch aan beweegactiviteiten deelnemen.

  • d)

    Kanssport: basketbal, volleybal, tafeltennis, turnen, judo, meidenvoetbal, golf, handboogschieten, klimmen of een nieuwe kanssport als zodanig erkend door het College van Gedeputeerde Staten.

  • e)

    Kernsport: triatlon, handbal en atletiek/running.

  • f)

    Nationaal Topsport Centrum (NTC): een centrum waar sporttalenten fulltime kunnen wonen, werken, studeren en programma’s kunnen volgen op één locatie. NTC’s worden alleen opgericht voor sporttakken die om sport-specifieke kenmerken locatie-gebonden zijn. Sporten die niet locatie-gebonden zijn worden (samen) ondergebracht in een CTO (Centrum voor Topsport en Onderwijs).

  • g)

    Platform: een rechtspersoon die door de stakeholders (onder andere de bond) van een sporttak erkend wordt. Het platform is het eerste aanspreekpunt voor alle stakeholders van de betreffende sporttak. Het platform ontwikkelt een jaarlijks werkprogramma waarin opgenomen staat op welke wijze de betreffende sporttak in Limburg wordt georganiseerd en uitgevoerd.

  • h)

    Regionaal Trainings Centrum (RTC): organisaties die instroomprogramma’s onder het niveau van de landelijke programma’s faciliteren.

  • i)

    Speerpuntsport: wielrennen en paardensport.

  • j)

    Sporttakcoördinator: een door het platform aangestelde functionaris, die namens het platform het eerste aanspreekpunt is voor de betreffende sporttak voor alle stakeholders van de betreffende sporttak.

  • k)

    Provinciaal sporttakplan: een actueel meerjarig plan voor de speerpunt- en kernsporten waarin door de betreffende sportbond en de betrokken Limburgse sportverenigingen, -stichtingen, evenementorganisaties en overige stakeholders ambities en beleid zijn uitgewerkt om de betreffende sport op het terrein van breedtesport, talentontwikkeling, topsport, evenementen en accommodaties duurzaam te versterken in Limburg.

  • l)

    Structurele sportdeelname: minimaal wekelijks sporten en/of bewegen.

  • m)

    Talentherkenning: proces om te komen tot talentidentificatie en talentbevestiging.

  • n)

    Talentontwikkeling: een regionaal- of nationaal trainingsprogramma in aanwezigheid van een topsport talentschool met alle activiteiten die de opleiding van talenten tot topsporter vormen. Leidend zijn hierbij de normen en richtlijnen van de sportbond (meerjarenopleidingsplan). Het programma voldoet aan de internationale norm met een reëel uitzicht op een internationale toppositie. De sporttechnische training is primair een samenhang tussen motorische, psychische, emotionele en sociale componenten die medebepalend zijn voor het ontwikkelingsproces.

  • o)

    Topsport: sportbeoefening op het hoogste niveau in een bepaalde tak van sport, met de ambitie te presteren op het internationale niveau van Europese kampioenschappen (EK), Wereldkampioenschappen (WK), Olympische Spelen (OS), Paralympische Spelen of met deze kampioenschappen vergelijkbare toernooien (bij de beste 10 van de wereld horen).

  • p)

    Topsport Talentschool: school die van het Ministerie van OCW een licentie heeft gekregen die deze scholen het exclusieve recht geeft om af te wijken van de normale onderwijsregelgeving. Van dit recht kan gebruik gemaakt worden door sporttalenten die een topsportstatus of een talentstatus hebben. Deze sportstatussen worden verstrekt op basis van afgesproken prestatienormen tussen de betreffende sportbond en NOC*NSF.

  • q)

    Werkplan: beschrijft de jaarlijkse activiteiten van het platform van een sporttak ter uitvoering van het beleidskader.

Artikel 2 Doelstelling van de regeling

Onze missie is dat Limburg de gezondste, sportiefste en innovatiefste regio van Nederland wordt. Met deze regeling dragen wij bij aan deze missie zoals beschreven in het Beleidskader Sport Provincie Limburg 2020-2023 (Limburg, Sport!).

Artikel 3 Aanvragers

Voor een subsidie komen in aanmerking:

  • 1.

    Bestaande platforms van de speerpunt-, kern- en kanssporten en:

  • 2.

    Een nieuw opgericht platform van een nieuwe kanssport, door het College van Gedeputeerde Staten op voorhand bij besluit als zodanig erkend.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:

  • 1.

    Er moet sprake zijn van een Limburgs belang. Hiervan is sprake als de aanvrager een duidelijke relatie met heeft met Limburg, hetgeen inhoudt dat het project of de activiteiten uit het werkplan grotendeels in Nederlands-Limburg plaatsvinden.

  • 2.

    Binnen deze regeling is voor eenzelfde (terugkerend) project/activiteit éénmaal per kalenderjaar subsidie mogelijk.

Artikel 5 Specifieke subsidiecriteria betreffende werkplan

  • 1. Voor een werkplan als bedoeld in artikel 1, onder sub q, kan subsidie worden verstrekt. Het werkplan van het betreffende platform heeft een looptijd van maximaal één (kalender)jaar, zijnde het jaar 2021, en dient de volgende onderdelen te bevatten, invulling te geven aan en concrete resultaten te benoemen te aanzien van:

    • A.

      Werkplan speerpunt- en kernsporten;

      • a)

        Organisatie platform;

      • b)

        Breedtesport(stimulering);

      • c)

        Talentontwikkeling en topsport(ontwikkeling);

      • d)

        Evenementen;

      • e)

        Verbinding tussen talentontwikkeling en breedtesport; talentherkenning, waarmee de betreffende sporttak in Limburg wordt versterkt.

    • B.

      Werkplan kanssporten: in ieder geval het onderdeel talentontwikkeling.

  • 2. Het werkplan dient op de onderdelen opgenomen in het eerste lid te beschrijven hoe het platform de onderdelen gaat realiseren, de wijze waarop het platform dat gaat doen en welk effect daarmee wordt beoogd.

  • 3. Indien een werkplan het onderdeel ‘breedtesport’ bevat dient uitvoering te worden gegeven aan breedtesportstimuleringsactiviteiten die gericht zijn op het behouden en stimuleren van (structurele) sportdeelname (inactieve burgers), het versterken van het trainerskader en het versterken van de (verenigings)sportstructuur;

  • 4. Er is bij het werkplan van de speerpunt- en kernsporten sprake van een onderliggend provinciaal sporttakplan.

  • 5. In het werkplan is omschreven hoe de samenwerking met de Topsport Talentschool wordt vormgegeven.

  • 6. Het werkplan wordt op het onderdeel Talentontwikkeling door het platform voor advies voorgelegd aan het projectteam Limburg Sport en op het onderdeel Breedtesport aan Huis voor de Sport Next.

  • 7. In het werkplan is opgenomen wat de eventuele ondersteuningsvraag aan Team Limburg Sport is.

  • 8. Indien een platform een onderdeel ‘aangepast sporten’ (gehandicaptensport) toevoegt in haar werkplan, dient dit vooraf afgestemd te zijn met het platform voor gehandicaptensport: Iedereen Kan Sporten Limburg.

  • 9. Indien een sporttakplatform bij de uitvoering van het werkplan gebruik maakt van een sporttakcoördinator dient een functiebeschrijving te zijn opgesteld waarin zijn of haar rol en taken zijn beschreven. Deze functiebeschrijving dient tevens de functieomvang van de sporttakcoördinator te bevatten.

Artikel 6 Specifieke subsidiecriteria betreffende NTC’s en RTC’s

Voor NTC’s en RTC’s geldt het volgende:

  • 1.

    NTC’s en RTC’s van speerpuntsporten, kernsporten en kanssporten leggen maximale verbinding en samenwerking met Topsport talentscholen en voor zover van toepassing met FLOT.

  • 2.

    Het NTC-programma dient goedgekeurd te zijn door de prestatiemanager van NOC*NSF, conform geldende criteria van NOC*NSF.

  • 3.

    Het RTC-programma (instroomprogramma) dient goedgekeurd te zijn door de Technisch Directeur van de betreffende sportbond, zodat de sportbond hiermee bevestigt dat dit programma waardevol is voor de ontwikkeling en doorstroom van talenten naar een hoger niveau. Deze separate goedkeuring wordt als bijlage bij het werkplan gevoegd.

  • 4.

    Het regionale programma moet onderdeel zijn van de opleidingsstructuur en terug te vinden zijn in het meerjarenopleidingsplan van de van toepassing zijnde sportbond.

  • 5.

    De richtlijnen uit het meerjarenopleidingsplan van de betreffende sportbond zijn voor iedere sporttak leidend. Door het volgen van deze richtlijnen kunnen sporters die starten op een RTC doorstromen naar een NTC om uiteindelijk het hoogste podium te bereiken.

  • 6.

    Bovenstaande eisen moeten worden opgenomen in het werkplan en aldaar worden beschreven.

Artikel 7 Inspanningsverplichtingen platforms

  • 1. Het platform zet maximaal in op samenwerking met de betreffende sportbond over de inhoud van het RTC-programma, de inzet van coaches, coördinatie van trainingen en programma en planning.

  • 2. Het platform zet zich in om een bijdrage van de sportbond te ontvangen ten behoeve van het RTC-programma.

Artikel 8 Voortgangsrapportage

In afwijking van het gestelde in artikel 20, derde lid van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. wordt bij alle subsidieverstrekkingen in het kader van de Nadere subsidieregels sport 2021 de verplichting van een tussentijdse voorgangsrapportage opgelegd.

Artikel 9 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:

  • 1.

    Het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2.

  • 2.

    De subsidieaanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3.

  • 3.

    Niet wordt voldaan aan de algemene subsidiecriteria in artikel 4 en/of de specifieke subsidiecriteria in de artikelen 5 en 6.

  • 4.

    De Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert/financiert en/of:

  • 5.

    De subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 12, eerste lid.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 10 Maximale subsidiebedragen Provincie Limburg

  • 1. Voor een platform van een kern-, speerpunt- of kanssport is in 2021 het maximale subsidiebedrag het bedrag dat in 2020 aan subsidie is verleend, waarbij voor de hoogte van het subsidiebedrag bij de speerpunt- en kernsporten rekening kan worden gehouden met de in de voorgaande jaren opgebouwde reserves. De te verlenen subsidiebedragen kunnen derhalve in 2021 lager uitvallen. Een nieuw opgericht platform van een nieuwe kanssport kan niet meer subsidie ontvangen dan het maximaal verleende subsidiebedrag voor een kanssport in 2020.

  • 2. Van de verleende subsidie voor het onderdeel talentontwikkeling dient 75% (van dit specifieke onderdeel), te worden besteed aan het financieren van de (dagelijkse) trainingssituatie, bestaande uit:

    • a)

      Loon van coaches.

    • b)

      Accommodatie.

    • c)

      Noodzakelijke trainingsmaterialen.

    • d)

      Specialistische begeleiding (inclusief testen en meten).

  • 3. Indien een samenwerkingsovereenkomst aanwezig is, bedraagt het subsidiebedrag voor trainingscentra niet meer dan de bijdrage die gemeente(n) of een samenwerkingsverband van gemeenten en de Provincie in hun Samenwerkingsovereenkomst Sportzone Limburg zijn overeengekomen.

  • 4. Een platform dient aannemelijk te maken dat is getracht cofinanciering (zowel van overheid als bedrijfsleven) binnen te halen in relatie tot de uitvoering van het werkplan, om zo een minder financiële afhankelijke positie van de provincie Limburg te bereiken.

  • 5. Voor de sporttakcoördinator van kern- en speerpuntsporten wordt binnen de onder eerste lid, van dit artikel genoemde subsidie maximaal € 60.000,00 (exclusief BTW) verleend op basis van een volledige werkweek, of zo veel minder als de functie-omvang is. Ter verantwoording hiervan dient de onder artikel 5, negende lid, genoemde functieomschrijving te worden overgelegd.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 11 Indienen aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2. Het (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 12 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1. Subsidieaanvragen van de aanvragers onder artikel 3, eerste lid, dienen uiterlijk 8 november 2020 te zijn ontvangen.

  • 2. Subsidieaanvragen van de aanvragers onder artikel 3, tweede lid, dienen uiterlijk 1 oktober 2021 te zijn ontvangen.

  • 3. Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2. Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 14 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1. Deze Nadere subsidieregels treden in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

  • 2. Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die voor die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels sport 2021”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 13 oktober 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

de heer drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

de heer drs. G.H.E. Derks MPA