Regeling vervallen per 01-01-2024

Nadere subsidieregels lokaal personenvervoer per auto door vrijwilligers: de Wensbus 2021-2023

Geldend van 26-10-2021 t/m 31-12-2023

Intitulé

Nadere subsidieregels lokaal personenvervoer per auto door vrijwilligers: de Wensbus 2021-2023

Gedeputeerde Staten van Limburg

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 28 september 2021 hebben vastgesteld:

Nadere subsidieregels lokaal personenvervoer per auto door vrijwilligers: de Wensbus 2021-2023

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    Auto: personenauto op ten minste vier wielen, ingericht voor het vervoer van ten hoogste acht personen, de chauffeur daaronder niet begrepen.

  • b.

    Beroepsmatig personenvervoer: openbaar vervoer, doelgroepenvervoer en taxivervoer.

  • c.

    Complementair: aanvullend, niet in de plaats komend van of in concurrentie met het beroepsmatig personenvervoer. Dit door een vervoersvraag of een doelgroep te bedienen, die door andere vervoerders niet of onvoldoende (op een passende manier) bedient kan worden.

  • d.

    Doelgebied: gebied van lokale omvang (een beperkt aantal kleine kernen, buurten of wijken) waarin het vraagafhankelijk personenvervoer door vrijwilligers wordt uitgevoerd, zijnde kleine kernen in het landelijk gebied en buurten en wijken in het stedelijke gebied met geen of een laag aanbod van het openbaar vervoer.

    Kenmerken van deze gebieden zijn:

    • -

      ontbrekende OV-dwarsverbindingen tussen kleine kernen, buurten en wijken;

    • -

      kleine kernen, buurten en wijken op meer dan 500 meter loopafstand van het OV.

  • e.

    Doelgroepenvervoer: (collectief) vraagafhankelijk vervoer van mensen op basis van in een zorgwet vastgelegde ondersteuning waarop men bij een overheid, het zorgkantoor of de zorgverzekeraar een beroep kan doen. Bijvoorbeeld: Wlz-vervoer (wet langdurige zorg), Wmo-vervoer (wet maatschappelijke ondersteuning), Valys, Leerlingenvervoer en vervoer in het kader van de participatiewet.

  • f.

    Maatwerkvervoer: toegespitst op de specifieke behoefte van de reizigers.

  • g.

    Openbaar vervoer (OV): voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig zoals vastgelegd in de Wet personenvervoer 2000.

  • h.

    Project: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van vervoersactiviteiten op het vlak van vraagafhankelijk lokaal personenvervoer per auto gereden en georganiseerd door vrijwilligers.

  • i.

    Puntbestemmingen: bestemmingen buiten het als doelgebied gedefinieerde gebied van een project. Puntbestemmingen dienen nabij het doelgebied te zijn en zijn vanuit het doelgebied met het openbaar vervoer niet of alleen slecht bereikbaar (bv. meerdere overstappen, lange wachttijden bij overstap, lange afstand tussen eindhalte en bestemming).

  • j.

    Reizigers: totaal aantal ritten van alle reizigers bij elkaar opgeteld.

  • k.

    Rit: een verplaatsing die met één vervoerswijze plaatsvindt en die eindigt wanneer de reiziger de plaats van bestemming bereikt of wanneer men van vervoerswijze verandert.

  • l.

    Software-systeem: een computerprogramma, met gespecialiseerde functionaliteiten voor ritplanning, beheer van klantgegevens, financiële overzichten enz., waaruit ook de jaarrapportage gegenereerd kan worden.

  • m.

    SVI: schadeverzekering inzittenden.

  • n.

    Taxivervoer: taxivervoer als bedoeld in de Wet personenvervoer 2000.

  • o.

    Unieke reizigers: aantal als individu geïdentificeerde personen, die tijdens een bepaalde periode (bv. een kalenderjaar) gebruik hebben gemaakt van de wensbus, onafhankelijk van het aantal ritten, dat zij tijdens deze periode gemaakt hebben.

  • p.

    Verklaring Omtrent Gedrag (VOG): een verklaring waaruit blijkt dat het gedrag van een natuurlijke persoon in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving.

  • q.

    Vrijwilligerswerk: werk dat

    • -

      niet bij wijze van beroep of bedrijf wordt uitgevoerd;

    • -

      geen winstoogmerk heeft;

    • -

      het algemeen belang of een bepaald maatschappelijk belang dient; en

    • -

      niet in plaats komt van betaald werk.

  • r.

    Winstoogmerk: De organisatie heeft als doel winst te maken met het geheel of een gedeelte van haar activiteiten.

  • s.

    Zero-emissie voertuig: voertuig waarvan de aandrijving geen schadelijke uitstoot veroorzaakt. Voorbeelden zijn voertuigen aangedreven door spierkracht, wind, elektriciteit of waterstof.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Doel van deze regeling is bij te dragen aan de leefbaarheid en bereikbaarheid van kleine kernen en voorzieningen in landelijke gebieden en wijken en buurten in stedelijke gebieden in de Nederlandse Provincie Limburg. Dit door aanvullend vraagafhankelijk maatwerkvervoer door vrijwilligers te ondersteunen in gebieden waar het voor het openbaar vervoer niet of slechts tegen hoge kosten mogelijk is een passend vervoeraanbod neer te zetten, dat voorziet in de behoeftes van de reizigers.

Concreet betekent dit dat met deze regeling projecten gestimuleerd worden, die op basis van vrijwilligerswerk lokaal personenvervoer organiseren in gebieden met geen of weinig openbaar vervoer.

Deze projecten bevorderen de zelfredzaamheid van lokale gemeenschappen, doordat het vervoer van vrijwilligers uit het gebied georganiseerd wordt en ze helpen inwoners van deze gebieden om mobiel te blijven en deel te nemen aan de maatschappij, waardoor ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen.

Artikel 3 Aanvrager

Rechtspersonen zonder winstoogmerk die lokale vervoersprojecten in de Nederlandse provincie Limburg organiseren en uitvoeren, kunnen voor subsidie op grond van deze nadere subsidieregels in aanmerking komen.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient te worden voldaan aan alle volgende criteria:

  • 1.

    Er is sprake van het organiseren en uitvoeren van een project gericht op personenvervoer in een doelgebied.

  • 2.

    De activiteiten van het project waarvoor subsidie kan worden aangevraagd vallen in de periode tussen 1 januari 2022 en 31 december 2027.

  • 3.

    Het project:

    • a.

      betreft vrijwilligerswerk;

    • b.

      wordt uitgevoerd met een auto;

    • c.

      is toegankelijk voor alle inwoners van het doelgebied, die zelfstandig in en uit kunnen stappen;

    • d.

      is complementair aan het beroepsmatig personenvervoer.

  • 4.

    Het aangeboden vervoer betreft deur-tot-halte (aansluiting aan het OV) en lokaal deur-tot-deur vervoer in een doelgebied of naar bij de subsidieaanvraag aangewezen lokale bestemmingen buiten het doelgebied (puntbestemmingen).

    Het vervoer binnen het doelgebied vormt daarbij de hoofdmoot (minimaal 70% van alle ritten binnen het doelgebied, maximaal 30% naar puntbestemmingen).

  • 5.

    Het project wordt gedragen door de lokale gemeenschap. Dit blijkt uit:

    • a.

      een heldere visie op het te organiseren vervoer;

    • b.

      een stabiele opbouw van de organisatie (overall minimaal 15 vrijwilligers verdeeld over verschillende functies: minimaal 3 bestuurders, 2 coördinatoren / planners, 10 chauffeurs);

    • c.

      een kostendekkende financiering (inclusief provinciale subsidie);

    • d.

      een vervoersbehoefte binnen het doelgebied: per kalenderjaar moeten minimaal 1.500 reizigers vervoerd worden.

      Nieuwe projecten vervoeren uiterlijk vanaf het derde jaar van het project de gevraagde aantallen. Een project wordt als nieuw beschouwd, als het vervoersinitiatief waarvoor subsidie wordt aangevraagd minder dan 2 jaar geleden is opgezet.

  • 6.

    Alvorens Gedeputeerde Staten over de subsidieaanvraag beslissen stellen zij de Concessiehouder van de Concessie Openbaar Vervoer Limburg 2016-2031 in de gelegenheid om te adviseren over de door de subsidieaanvrager ingediende aanvraag (doelgebied en puntbestemmingen). Indien naar het oordeel van de Concessiehouder sprake is van een overlapping met het vervoer dat op grond van de Concessie Openbaar Vervoer Limburg 2016-2031 wordt verricht, beslissen Gedeputeerde Staten of het project (al dan niet in gewijzigde vorm) kan doorgaan.

Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. Het vervoer vindt plaats op verzoek van reizigers. De subsidieontvanger mag niet in opdracht van derden rijden.

  • 2. Vrijwillige chauffeurs, die worden ingezet voor het project beschikken over een geldend (bij het te besturen auto passende) rijbewijs en een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Vóór de start van hun werkzaamheden worden vrijwilligers medisch gekeurd. Bij het bereiken van de leeftijd van 75 jaar worden ze opnieuw medisch gekeurd, boven deze leeftijd vindt de keuring 2-jaarlijks plaats. De keuring moet aan de voorwaarden van een keuring voor een rijbewijs-verlenging voldoen.

  • 3. De onkostenvergoeding, die aan vrijwilligers wordt betaald, mag niet hoger zijn dan het bedrag genoemd in artikel 1, onderdeel b van de Regeling vaststelling onkostenvergoedingen vrijwilligers personenvervoer per auto.

  • 4. Subsidieontvanger dient in geval van onderscheidende activiteiten kosten en inkomsten verbonden aan het vrijwilligersvervoer feitelijk administratief te scheiden van de andere activiteiten van de organisatie door middel van een aparte boekhouding voor de vervoersactiviteiten.

  • 5. Alle auto’s die worden ingezet voor het project (ook auto’s in bezit van particuliere vrijwilligers):

    • a.

      voldoen aan de eisen die de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW) aan personenauto’s stelt;

    • b.

      worden onderhouden volgens de specificaties van de fabrikant of de leasemaatschappij;

    • c.

      rijden met een geel kenteken;

    • d.

      zijn SVI verzekerd;

    • e.

      mogen geen bestickering op de autoruiten hebben.

  • 6. Indien het te verstrekken subsidiebedrag € 25.000,00 of meer bedraagt en de auto, die wordt ingezet voor het project in het bezit is van de subsidieontvanger, dient de auto nog aan volgende voorwaarden te voldoen. De auto:

    • a.

      is een zero-emissie voertuig (bv. elektrische auto, waterstofauto), tenzij dit om praktische redenen niet mogelijk is of zou resulteren in beduidend slechtere dienstverlening

    • b.

      is wit van kleur, wordt bestickerd in de opdruk van de provinciale vlag en draagt duidelijk zichtbaar de naam ‘Wensbus’ in combinatie met de naam van het project;

    • c.

      is naast SVI ook WA volledig Casco verzekerd;

    • d.

      is niet voorzien van een rolstoellift;

    • e.

      heeft alleen gesponsorde reclame op de achterkant, het dak en/of de motorkap.

  • 7. Indien het te verstrekken subsidiebedrag € 25.000,00 of meer bedraagt wordt de planning en uitvoer van de ritten digitaal bijgehouden met behulp van een software-systeem. Het systeem voldoet aan de eisen, die het AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) aan de beveiliging van opslag en verwerking van persoonsgegevens stelt.

    In het kader van monitoring en evaluatie rapporteert de subsidieontvanger jaarlijks over de uitvoering van het project in het afgelopen kalenderjaar. Deze jaarlijkse rapportage komt uit het software-systeem en omvat:

    • a.

      Totaal aantal ritten, uitgesplitst in ritten binnen het doelgebied en ritten naar puntbestemmingen, waarbij voor elke puntbestemming wordt aangegeven hoe vaak er naartoe is gereden;

    • b.

      Totaal aantal reizigers;

    • c.

      Totaal aantal unieke reizigers;

    • d.

      Leeftijdsprofiel reizigers.

Artikel 6 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    het project niet door een aanvrager is ingediend die voldoet aan de criteria in artikel 3;

  • c.

    niet wordt voldaan aan (één van) de criteria in artikel 4;

  • d.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

  • e.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 11;

  • f.

    het project personenvervoer betreft dat niet onder de uitzondering van artikel 2, vijfde lid van de Wet personenvervoer 2000 valt.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de looptijd van deze nadere subsidieregels vast.

  • 2. De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 20.000,00 per project per jaar.

Artikel 9 Subsidiabele en niet subsidiabele kosten

  • 1. De volgende kosten zijn subsidiabel, voor zover nodig voor de uitvoering van het project:

    • -

      lease of koop van een auto door de subsidieontvanger;

    • -

      onderhoud (o.a. wassen/schoonmaken, APK, reparatie, bandenwissel) voor auto’s in het bezit van de subsidieontvanger;

    • -

      stalling auto (voor auto’s in het bezit van subsidieontvanger);

    • -

      motorrijtuigenbelasting (voor auto’s in het bezit van subsidieontvanger);

    • -

      brandstof- of stroomkosten (bij gebruik van een elektrische auto);

    • -

      aanpassing voertuig (voorgeschreven bestickering, handgrepen/lussen e.d.) bij auto’s in het bezit van subsidieontvanger;

    • -

      track & trace (bij auto’s in het bezit van subsidieontvanger);

    • -

      carkit, GSM en GSM-abonnement voor gebruik door planners en/of chauffeurs in de auto;

    • -

      medische keuring chauffeurs;

    • -

      verklaring omtrent gedrag (VOG) chauffeurs;

    • -

      vergoeding vrijwilligers;

    • -

      verzekeringen (uitsluitend WA Casco, SVI, aansprakelijkheidsverzekering vrijwilligers);

    • -

      notariskosten;

    • -

      licentiekosten software voor digitale registrering ritten en voortgangsrapportage, voor zover deze kosten niet al door bestaande contracten gedekt zijn;

    • -

      plaatsen van een oplaadvoorziening op de standplaats van de auto in het geval dat er met een elektrische auto wordt gereden (bij auto’s in het bezit van subsidieontvanger);

    • -

      kantoorbenodigdheden.

  • 2. Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

    • a.

      Verkeersboetes;

    • b.

      Schades;

    • c.

      andere dan de onder het eerste lid genoemde organisatiekosten.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2. Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag kan vanaf inwerkingtreding van deze regeling worden ingediend en dient uiterlijk 31 december 2023 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2. Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2. Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1. Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 26 oktober 2021.

  • 2. Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als Nadere subsidieregels lokaal personenvervoer per auto door vrijwilligers: de Wensbus 2021-2023.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 28 september 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. J.W. Remkes

secretaris

de heer drs. G.H.E. Derks MPA