Regeling vervallen per 23-03-2018

Marktverordening gemeente Bemmel 2002

Geldend van 01-12-2005 t/m 22-03-2018

Intitulé

Marktverordening gemeente Bemmel 2002

MARKTVERORDENING GEMEENTE BEMMEL 2002

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b

    markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de bij of krachtens artikel 1.2 vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • c

    marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d

    standplaats: de ruimte die voor de duur van een markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • e

    vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • f

    dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • g

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h

    anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;

  • i

    marktmeester: de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college;

  • j

    branche-indeling: de indeling in artikelengroepen (branches) en het aantal vastgestelde plaatsen per artikelengroep (branche);

  • k

    levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen, een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels;

  • l

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • m

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken.

Artikel 1.2 Dag, tijd en plaats van de markten

  • 1

    Er zijn drie markten binnen de gemeente Bemmel, die plaatsvinden op de volgende dagen, tijdstippen en plaatsen:

    • -

      op donderdag van 13.30 uur tot 18.00 uur op de Markt te Bemmel;

    • -

      op vrijdag van 13.30 uur tot 18.00 uur op het Koningin Julianaplein te Gendt;

    • -

      op vrijdag van 13.30 uur tot 18.00 uur op de Markt te Huissen.

  • 2

    Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

    • a

      op een andere dag;

    • b

      op een andere tijd;

    • c

      op een andere plaats.

  • 3

    Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 1.3 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1

    Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a

      het aantal standplaatsen;

    • b

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d

      de materialen die op de standplaats mogen worden gebruikt.

  • 2

    Het college kan voor de markt een branche-indeling vaststellen.

Artikel 1.4 De marktcommissie

  • 1

    Het college kan, voor een of voor meer markten, een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 1.5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening

Artikel 1.6 Voorschriften en beperkingen

  • 1

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

HOOFDSTUK 2 BEPALINGEN OVER HET AANVRAGEN EN VERLENEN VAN DE VERGUNNING

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats

Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 2.2 Toewijzing standplaats

Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats of dagplaats.

Artikel 2.3 De vergunningaanvraag

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie en die van het uitoefenen van ambulante handel zijn hoofdberoep maakt.

Artikel 2.4 Intrekking vergunning

  • 1

    De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken:

    • a

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij de vergunning op grond van artikel 2.9 wordt overgeschreven.

  • 2

    Het college kan een vergunning intrekken:

    • a

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

  • 3

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2.9 is overgeschreven reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

Paragraaf 2 Vaste plaatsen

Artikel 2.5 Inhoud vergunning

Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:

  • a

    de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c

    de verkoopmaterialen, die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • d

    de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

  • e

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst.

Artikel 2.6 Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunning-houder mag verhandelen.

Artikel 2.7 Opvulling vrijgekomen vaste plaats

  • 1

    Het college draagt er zorg voor dat een vrijkomende plaats zo spoedig mogelijk wordt opgevuld. Het college kan hiertoe bij openbare bekendmaking in een plaatselijk huis-aan-huisblad en in een vakblad voor de ambulante handel kennis geven van een vrijgekomen vaste plaats op een markt.

  • 2

    Gegadigden kunnen hun interesse voor die plaats schriftelijk kenbaar maken bij het college.

Artikel 2.8 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

  • 1

    Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a

      de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;

    • b

      degene die zich ingevolge artikel 2.7 als gegadigde voor een vrijgekomen vaste plaats heeft aangemeld.

  • 2

    Indien het college gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het voorgaande lid.

  • 3

    Indien zich meerdere gelijkwaardige gegadigden hebben aangemeld, geschiedt de toewijzing middels loting.

  • 4

    Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken als het marktbelang daartoe aanleiding geeft, zulks ter beoordeling van het college

Artikel 2.9 Overschrijving vergunning

  • 1

    In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen, indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 3

    Indien een vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste of tweede lid, kan een medewerker van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij ten minste drie jaar onafgebroken in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en door middel van een notariële akte wordt aangetoond dat de onderneming in eigendom van de medewerker is overgegaan en dat de marktplaats geen economische factor in de overname is.

  • 4

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 5

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Paragraaf 3 Dagplaatsen

Artikel 2.10 Toewijzing dagplaats

  • 1

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2

    De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 13.00 uur aanmelden bij de marktmeester.

  • 3

    Indien het college gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid en hiertoe voor branches een maximum aantal standplaatsen heeft vastgesteld, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden.

Artikel 2.11 Toewijzen standwerkersplaats.

  • 1

    Het is uitsluitend op daartoe aangewezen plaatsen toegestaan als standwerker op een goederenmarkt op te treden.

  • 2

    Per goederenmarkt kan wekelijks één standwerkersplaats worden toegewezen.

  • 3

    De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt per loting.

  • 4

    Tot de loting voor een standwerkersplaats worden toegelaten:

    • a

      de marktkooplieden, die blijkens een over te leggen geldig registratiebewijs als standwerker bij het Hoofdbedrijfsschap voor de Detailhandel zijn geregistreerd en die overigens bij voortduring als standwerker optreden, zulks ter beoordeling van de marktbeheerder;

    • b

      degenen, die een bewijs van het Centraal Registratiekantoor van het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel kunnen tonen, waaruit blijkt dat zij een aanvrage voor registratie als standwerker hebben ingediend, doch waarover nog niet is beslist.

HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 3.1 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1

    De vergunninghouder neemt de standplaats, die hem is toegewezen, persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 3.2 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder van een vaste plaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op een markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3 en 3.4.

Artikel 3.3 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1

    De vergunninghouder van een vaste plaats, die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie en, zo mogelijk, bij bijzondere omstandigheden, geeft de vergunninghouder eveneens aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig vóór de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

  • 3

    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.

Artikel 3.4 Ontheffing en vervanging

  • 1

    In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 2

    Het college kan, indien sprake is van de omstandigheden als bedoeld in het eerste lid, op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 3.5 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen dient, op eerste aanvraag van een toezichthouder als bedoeld in artikel 5.5, aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 3.6 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1

    Het is vergunninghouders verboden op het marktterrein, meer dan vier uur voor de aanvang en meer dan een uur na afloop van de markt, met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen danwel goederen aan of af te voeren.

  • 2

    Het is vergunninghouders verboden op het marktterrein, tussen vier uur voor de aanvang en een na afloop van de markt, een voertuig, waarmee goederen of waren ter markt zijn aangevoerd, op de markt te parkeren danwel op een andere plaats te parkeren dan die, welke door het college is aangewezen.

  • 3

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 4

    Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 13.00 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 5

    Het bepaalde in het vierde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden, tenzij die plaats door de situering daarvan op de markt in redelijkheid niet meer kan worden ingenomen c.q. bevoorraad.

  • 6

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het college, indien lokale omstandigheden daartoe aanleiding geven, het tijdstip van vier uur bekorten tot een minimum van anderhalf uur, hetgeen openbaar bekend wordt gemaakt

HOOFDSTUK 4 MAATREGELEN VAN ORDE

Artikel 4.1 Verbod om ruimte in te nemen op het marktterrein

  • 1

    Behoudens het bepaalde in artikel 3.6, is het verboden zich op marktdagen met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben 4 uur voor aanvang tot 1 uur na het einde van de markt, danwel gedurende die tijden met goederen, materialen of anderszins ruimte in te nemen, zonder vergunning van het college.

  • 2

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het college, indien lokale omstandigheden daartoe aanleiding geven, het tijdstip van vier uur bekorten tot een minimum van anderhalf uur, hetgeen openbaar bekend wordt gemaakt

HOOFDSTUK 5 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 5.1 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 5.2 Intrekken vergunning en schorsing

Het college kan een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • a

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 5.3 Uitsluiting dagplaatshouder

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats van de toewijzing van een dagplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:

  • a

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 5.4 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 5.5 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 5.6 Overgangsbepalingen

  • 1

    Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de in de voormalige gemeenten Bemmel, Gendt en Huissen vigerende marktverordeningen blijven - indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de in de voormalige gemeenten Bemmel, Gendt en Huissen vigerende marktverordeningen blijven - indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3

    Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning

  • 5

    op grond van de in de voormalige gemeenten Bemmel, Gendt en Huissen vigerende en tot het moment van het vaststellen van deze verordening nog van kracht zijnde verordeningen is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 5.7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktverordening gemeente Bemmel 2002".