Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening erfgoedcommissie Lochem 2017

Geldend van 27-04-2017 t/m 31-12-2023

Verordening erfgoedcommissie Lochem 2017

De raad van de gemeente Lochem;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 februari 2017;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 15 van de monumentenwet 1988 (artikel 9.1 van de Erfgoedwet);

Besluit vast te stellen de volgende:

Verordening erfgoedcommissie Lochem 2017

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Erfgoedcommissie: De door burgemeester en wethouders ingestelde gemeentelijke erfgoedcommissie.

  • 2.

    Lid: Lid van de gemeentelijke erfgoedcommissie.

  • 3.

    Monument: roerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed in de zin van de Erfgoedwet.

  • 4.

    Eigenaar: Rechthebbende op de eigendom in de zin van het Burgerlijk Wetboek, daaronder mede begrepen de vruchtgebruiker en erfpachter.

  • 5.

    Secretaris: Ambtelijke secretaris van de gemeentelijke erfgoedcommissie of diens vervanger.

  • 6.

    Vergadering: Vergadering van de gemeentelijke erfgoedcommissie.

  • 7.

    Voorzitter: Voorzitter van de gemeentelijke erfgoedcommissie of diens vervanger.

Artikel 2. Taak erfgoedcommissie

De erfgoedcommissie heeft tot taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Erfgoedwet, de gemeentelijke Erfgoedverordening, en het erfgoedbeleid in de meest ruime zin van het woord, daardoor mede begrepen zaken en/of aspecten die cultuurhistorische waarden betreffen.

Artikel 3. Reikwijdte advies

Bij het uitbrengen van adviezen laat de erfgoedcommissie zich leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, archeologisch, cultuur-, kunst-, bouw- en/of sociaal-historisch belang en /of historisch- geografisch belang

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. De erfgoedcommissie bestaat uit ten hoogste zes leden.

  • 2. De erfgoedcommissie is als volgt samengesteld:

    • a.

      Een onafhankelijk voorzitter;

    • b.

      ten hoogste twee leden met deskundigheid op het terrein van cultuur- of kunsthistorie, stedenbouw, landschapsarchitectuur en/of- restauratie/architectuur;

    • c.

      ten hoogste twee leden als vertegenwoordigers van daartoe uitgenodigde particuliere organisaties of instellingen;

    • d.

      een eigenaar van een monument die betrokken of belangstellend is op het gebied van geschiedenis, kunst of architectuur en die ingezetene is van de Gemeente Lochem.

  • 3. De erfgoedcommissie is bevoegd om deskundigen en belanghebbenden, niet leden van de erfgoedcommissie, uit te nodigen om vergaderingen bij te wonen, teneinde haar van voorlichting te dienen. Daarvoor is toestemming nodig van burgemeester en wethouders indien daaraan kosten zijn verbonden die voor rekening van de gemeente komen.

  • 4. De erfgoedcommissie mandateert de advisering over aanvragen omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 11, tweede lid van de Monumentenwet 1988, de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 10 van de Erfgoedverordening Lochem 2010, aan één of meerdere daartoe aangewezen leden of extern adviseur(s) die plaatsneemt/plaatsnemen bij de welstandadvisering door de stadsbouwmeester.

    • a.

      Het gemandateerde lid/leden legt/leggen daarbij verantwoording af aan de erfgoedcommissie

    • b.

      Het gemandateerde lid/leden beoordeelt/beoordelen of een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 11, tweede lid van de Monumentenwet 1988, de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Erfgoedverordening Lochem 2010 van dien aard is dat deze ter beoordeling aan de erfgoedcommissie moet worden voorgelegd.

Artikel 5. Benoeming en ontslag

  • 1. De leden van de erfgoedcommissie worden benoemd voor een periode van drie jaar.

  • 2. De leden van de erfgoedcommissie worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Aftredende leden kunnen voor maximaal nog één zittingsperiode worden herbenoemd, tenzij het college van burgemeester en wethouders geen andere (geschikte) kandidaten voor het vervullen van de openvallende functie(s) kan vinden.

  • 4. Een lid kan ieder moment ontslag nemen door schriftelijke kennisgeving aan burgemeester en wethouders. Hij blijft zijn functie uitoefenen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 5. Wanneer blijkt dat een lid zijn of haar taak niet of niet behoorlijk vervult, kunnen burgemeester en wethouders dit lid ontslaan als lid van de erfgoedcommissie.

  • 6. De leden mogen buiten het commissie lidmaatschap geen andere werkzaamheden voor de gemeente verrichten. Ook anderszins mogen zij geen belangen of functies hebben waardoor hun onafhankelijkheid in het geding kan zijn.

Artikel 6. Aanwijzing Secretaris

  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als secretaris van de erfgoedcommissie en zijn/haar plaatsvervanger.

  • 2. De secretaris staat de commissie bij in de invulling van de taken van de commissie en is geen lid van de erfgoedcommissie.

Artikel 7. Werkwijze

  • 1.

    De erfgoedcommissie komt bijeen:

  • a.

    na schriftelijke oproep van de voorzitter, ten minste viermaal per jaar;

  • b.

    op verzoek van ten minste twee van haar leden;

  • c.

    op verzoek van burgemeester en wethouders.

In de gevallen bedoeld onder b. en c. belegt de voorzitter de vergadering binnen veertien dagen na de dag van ontvangst van het verzoek.

  • 2.

    De erfgoedcommissie vergadert slechts indien tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Is dit niet het geval dan blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van agendapunten besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen kan van het in lid twee van dit artikel bepaalde worden afgeweken, waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.

  • 4.

    De vergaderingen van de erfgoedcommissie zijn openbaar.

  • 5.

    De deuren worden gesloten wanneer de meerderheid van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 6.

    Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen vindt er herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering. De minderheid kan vorderen, dat haar afwijkende mening uit het advies blijkt. Adviezen worden met redenen omkleed en door de voorzitter en de secretaris getekend.

  • 7.

    Op voorstel van de voorzitter kan advisering over zaken plaatsvinden door toezending van stukken aan de leden die daarover schriftelijk, of via e-mail hun mening kenbaar kunnen maken.

  • 8.

    De voorzitter kan over onderwerpen die in een besloten vergadering zijn behandeld of stukken die aan de erfgoedcommissie zijn overgelegd, geheimhouding bevelen. Deze geheimhouding wordt in acht genomen door alle leden en adviseurs van de erfgoedcommissie en duurt totdat de voorzitter deze opheft.

Artikel 8. Delegeren bevoegdheden

De erfgoedcommissie is bevoegd in zaken van minder gewicht of van spoedeisende aard haar bevoegdheden aan één of meer van haar leden te delegeren. Van die delegatie wordt in het advies

melding gemaakt.

Artikel 9. Advisering

  • 1. Over zaken wordt mondeling gestemd.

  • 2. Geen lid mag tegenwoordig zijn bij de beraadslaging en bij de vaststelling van een advies over zaken, waarbij hij/zij als belanghebbende is betrokken.

  • 3. Alle adviezen zijn met redenen omkleed.

  • 4. De adviezen worden in een verslag vastgelegd.

Artikel 10. Verslaglegging

De secretaris van de erfgoedcommissie draagt er zorg voor dat van het behandelde in een vergadering een verslag wordt gemaakt.

Artikel 11. Jaarverslag

Van de werkzaamheden van de erfgoedcommissie wordt jaarlijks voor 1 april van het daaropvolgend jaar een schriftelijk verslag gemaakt dat ter kennis wordt gebracht aan burgemeester en wethouders en de raad.

Artikel 12. Onvoorziene zaken

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, doch niet dan na de erfgoedcommissie te hebben gehoord.

Artikel 13. Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2. De “Verordening op de monumentencommissie Lochem 2005” wordt gelijktijdig met inwerkingtreden van deze verordening ingetrokken.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening erfgoedcommissie Lochem 2017”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 april 2017

De voorzitter, S.W. van 't Erve

De griffier, M. van Veenbergen