Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van Lochem houdende regels voor de werkwijze en het functioneren van de commissie Bezwaarschriften 2017

Geldend van 01-06-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van Lochem houdende regels voor de werkwijze en het functioneren van de commissie Bezwaarschriften 2017

Verordening van de gemeenteraad van Lochem houdende regels voor de werkwijze en het functioneren van de commissie Bezwaarschriften 2017 (Verordening commissie Bezwaarschriften 2017)

De raad , het college en de burgemeester van de gemeente Lochem;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van het college van 28 maart 2017;

gelet op het bepaalde in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • 2.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • 3.

    college: college van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      wettelijke voorschriften met betrekking tot de rechtspositie van ambtenaren als bedoeld in de Ambtenarenwet;

    • c.

      de wettelijke voorschriften genoemd in artikel 4, lid 6 van de gemeenschappelijke regeling “Het Plein”;

    • d.

      de Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Lochem 2015 die betrekking hebben op de maatwerkvoorziening beschermd wonen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

  • 4.

    Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 5.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretarissen van de commissie zijn door het college aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Het college kan tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Ze zijn bij hun aftreden opnieuw benoembaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af indien zij een leeftijd van 70 jaar hebben bereikt.

  • 4.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 5.

    De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn voor maximaal twee perioden herbenoembaar. De eerste termijn vangt aan met het eerste benoemingsbesluit van de leden door het college.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor

  • d.

    zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • e.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • f.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Horen minderjarige

  • 1.

    De commissie stelt een minderjarige van twaalf jaar of ouder die bij een bezwaarschrift in het kader van de Jeugdwet en daarop gebaseerde regelgeving is betrokken, in de gelegenheid zijn mening mondeling of schriftelijk kenbaar te maken. De commissie kan besluiten een minderjarige jonger dan twaalf jaar te doen horen.

  • 2.

    In afwijking van artikel 10 lid 1 van deze Verordening wordt de minderjarige in beginsel voorafgaand aan de hoorzitting afzonderlijk gehoord. De minderjarige wordt alleen gehoord door de voorzitter in bijzijn van de secretaris. Ouder(s) mogen hierbij aanwezig zijn, mits de jeugdige daarmee instemt. Het verwerende orgaan wordt hiervoor niet uitgenodigd.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie beslist over de aanwezigheid van ouders bij het horen van de minderjarige.

  • 4.

    Indien de voorzitter dit nodig acht, wordt een deskundige gevraagd om bij het horen aanwezig te zijn en samen met de voorzitter de minderjarige te horen.

  • 5.

    Van het horen van de minderjarige wordt geen verslag gemaakt. Tijdens de hoorzitting geeft de voorzitter kort en zakelijk weer wat de minderjarige heeft verklaard.

  • 6.

    Aan de belanghebbenden wordt geen kopie verstrekt van documenten van de minderjarige.

Artikel 12 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden, de minderjarige en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit. Gebruikmaking van de elektronische verzending is mogelijk nadat de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden, de minderjarige of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, de minderjarige en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat ten minste twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4.

    De zitting van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats voor wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet.

  • 5.

    Het horen van de minderjarige zoals bedoeld in artikel 12 van het internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind vindt plaats met gesloten deuren.

Artikel 16 Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb kan zowel schriftelijk als digitaal worden vastgelegd.

  • 2.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb bestaat in de regel uit een digitale geluidsopname, die op verzoek aan de belanghebbende(n) ter beschikking kan worden gesteld.

  • 3.

    De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijk verslag wanneer het bestuursorgaan dat nodig acht voor zijn besluitvorming of wanneer een belanghebbende daar om verzoekt dan wel dat een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

  • 4.

    Het schriftelijke verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat ter zitting is voorgevallen.

  • 5.

    Het schriftelijke verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 6.

    Het schriftelijke verslag treedt in plaats van het digitale verslag.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Indien een hoorzitting heeft plaatsgevonden vermeldt het advies de namen van de aanwezigen en de hoedanigheid waarin zij de hoorzitting hebben bijgewoond.

  • 7.

    Indien op grond van artikel 7:3 van de Awb is afgezien van het horen van belanghebbende(n) wordt dat gemotiveerd vermeld in het advies van de commissie.

  • 8.

    Indien een hoorzitting achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden of indien belanghebbende(n) niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord wordt dit met opgave van redenen in het advies vermeld.

  • 9.

    Indien ter zitting nog nadere stukken zijn overgelegd wordt dit in het advies vermeld; voor zover de voorzitter dat nodig oordeelt worden deze stukken als bijlage bij het advies gevoegd.

  • 10.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder eventuele medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 20 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 21 Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften van 8 december 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2017.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie Bezwaarschriften 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 mei 2017
De Raad van Lochem
griffier
M. Veenbergen
Voorzitter
S.W. van 't Erve
Burgemeester en wethouders van Lochem,
secretaris
R. Starke
Burgemeester
S.W. van 't Erve
De burgemeester van Lochem
S.W. van 't Erve