Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2019

De raad van de gemeente Lochem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30-10-2018;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

B E S L U I T

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen, stacaravans en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde onderkomens: woningen, stacaravans en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden;

  • d.

    woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbaar ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen;

  • e.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende bepaalde of onbepaalde tijd plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of ander onderkomen;

  • f.

    sterrencategorie: het hoogste aantal sterren dat is verleend door Koninklijke Horeca Nederland (KHN), dan wel bekend is bij het VVV-Lochem, dan wel bekend gemaakt wordt in eigen uitingen op 1 januari van het belastingjaar. Indien geen classificatie bekend is, dan geldt de laagste sterrencategorie.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft.

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2, van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt ingeval verblijf wordt gehouden op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

    • a.

      ten hoogste negen maanden bepaald op 2,5 personen;

    • b.

      meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 2,3 personen;

  • 2.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt ingeval verblijf wordt gehouden op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

    • a.

      ten hoogste negen maanden bepaald op 60;

    • b.

      meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 80.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

  • 1.

    Als de maatstaf van de heffing op forfaitaire wijze is berekend, bedraagt het tarief per overnachting € 0,90;

  • 2.

    Als de maatstaf van de heffing is vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen bedraagt het tarief per overnachting € 1,25;

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid bedraagt het tarief per overnachting:

    • a.

      in een mobiel kampeeronderkomen en in een stacaravan € 0,90;

    • b.

      in een hotel of ander onderkomen in de één of twee sterrencategorie € 1,90;

    • c.

      in een hotel of ander onderkomen in de drie, vier of vijf sterrencategorie € 2,45.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Belastingbedragen van minder dan € 10,- worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen toeristenbelasting aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling

Het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Tribuut belastingsamenwerking kan nadere beleidsregels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Tribuut belastingsamenwerking aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 232 vierde lid, onderdelen a en c, van de Gemeentewet.

Artikel 16 Aangifte

  • 1.

    In afwijking van artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet geschiedt het uitnodigen tot het doen van aangifte door het uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan.

  • 2.

    In afwijking van artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet wordt aangifte gedaan door het op de in de aangiftebrief aangegeven wijze, inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden.

  • 3.

    De aangiftebrief kan langs elektronische weg verzonden worden.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    De 'Verordening toeristenbelasting 2018', vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Lochem op 20 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 3 december 2018.

Griffier,

M. Veenbergen

De voorzitter,

S.W. van ‘t Erve