Terrassenbeleid gemeente Lochem 2019

Geldend van 16-05-2019 t/m heden

Intitulé

Terrassenbeleid gemeente Lochem 2019

Inleiding

Op grond van artikel 2.28a van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) is voor een terras, behorende bij een openbare inrichting, een terrasvergunning noodzakelijk. Aan de terrasvergunning verbindt de burgemeester voorschriften. De voorschriften worden in principe afgestemd op de specifieke omstandigheden van het (horeca)bedrijf en de daarbij behorende terrassen. Dit beleid beschrijft een aantal zaken waarmee alle bedrijven met een terras rekening moeten houden. Daarnaast zijn er regels die specifiek voor terrassen op gemeentegrond gelden.

Het terrassenbeleid 2019 vervangt het beleid uit 2009.

Onderscheid in terrassen

Bedrijven beschikken over terrassen op eigen grond en/of kunnen met toestemming van de burgemeester een terras innemen op gemeentegrond. Ongeacht het onderscheid en de locatie is voor het houden van een terras een vergunning op grond van de Apv nodig. Wil de ondernemer ook alcoholhoudende drank schenken dan moet op grond van artikel 7 van de Drank- en Horecawet het terras deel uitmaken van de inrichting. Ook moet het terras zich daarvoor in de onmiddellijke nabijheid van het bedrijf bevinden. Het terras moet op de drank- en horecavergunning voor het bedrijf staan.

Locatie van het terras

Een terras sluit direct aan bij het bedrijf maar kan soms in de (directe) nabijheid liggen. Hierbij valt te denken aan een terras aan de overkant van de weg waaraan het bedrijf ligt, een terras op een marktplein etc.. Wanneer sprake is van een terras dat niet direct aansluit bij het bedrijf is de ondernemer verantwoordelijk voor het nemen van adequate maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar voor weggebruikers en dergelijke.

Bevoorrading van winkels en een terras in voetgangersgebied

De exploitant van een terras op de openbare weg (gemeentegrond) heeft rekening te houden met de bevoorrading van winkels. In geval een voetgangersgebied is aangewezen zijn ook venstertijden vastgesteld. Dit zijn de tijden waarbinnen winkels mogen worden bevoorraad. Belemmering van de bevoorrading is niet toegestaan. In een voetgangersgebied dient in ieder geval, ook tijdens openstelling van het terras, continue een vrije doorgang van minimaal 3,5 meter voor hulpdiensten te zijn.

A. Algemene bepalingen ter voorkoming van overlast

Voor terrassen zowel op particuliere grond als op gemeentegrond gelden de volgende algemene voorschriften ter voorkoming van overlast:

Voorkomen van overlast

De ondernemer van een openbare inrichting met een terras zorgt er voor dat zijn gasten geen overlast en hinder veroorzaken voor de omgeving.

Geluidsapparatuur

Op een terras is geluidsapparatuur zonder ontheffing van artikel 4.6 Apv niet toegestaan.

Open vuur

Het is verboden op een terras in de openlucht afvalstoffen te verbranden of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

Sluitingstijden terras

Het terras, behorend bij een drank- en horecabedrijf, sluit uiterlijk om 24.00 uur. De exploitant van een terras zonder drank- en horecavergunning houdt zich aan de sluitingstijden van de Winkeltijdenwet.

Uitzondering sluitingstijd terras bij een drank- en horecabedrijf

Bij een gemiddelde buitentemperatuur van 25C of meer, mag het terras behorende bij een Drank- en horecabedrijf, volgens de sluitingstijden van het Drank- en horecabedrijf open zijn. Na sluitingstijd moet het terras schoon en opgeruimd zijn.

B. Bepalingen voor een terras op gemeentegrond

Wanneer een terras, met toestemming van de burgemeester, wordt ingenomen op gemeentegrond gelden de volgende voorschriften.

  • 1.

    Bij evenementen en/of bijvoorbeeld markten moet de terrasinrichting geheel kunnen worden verwijderd.

  • 2.

    De ondernemer staat de ruimte van het terras, indien nodig, af voor evenementen en/of markten met een vergunning.

  • 3.

    Het is niet toegestaan zaken met betrekking tot het terras aard en nagelvast te bevestigen met uitzondering van parasols.

  • 4.

    Na sluitingstijd kan geen gebruik meer worden gemaakt van het terras.

  • 5.

    Het terras moet zowel voor, tijdens als na de openstelling in nette en opgeruimde staat verkeren.

  • 6.

    Terrasmeubilair (inclusief terrasschotten) moet in de wintermaanden elders worden opgeslagen, met uitzondering van het voor het winterterras benodigde meubilair.

  • 7.

    Een terras mag uitsluitend worden overdekt met luifels en/of parasols.

  • 8.

    Op een terras zijn partytenten niet toegestaan.

  • 9.

    Per terras is slechts één type stoel en tafel toegestaan, eventueel in combinatie met één type loungeset.

  • 10.

    Per terras is één kleur parasols toegestaan.

  • 11.

    Een terras wordt met terrasschotten afgescheiden van een buurterras of doorgang.

  • 12.

    Een terrasschot is niet hoger dan 1.50 meter en boven de 1 meter is het transparant dan wel bestaat het uit beplanting.

  • 13.

    Een terrasschot is verplaatsbaar.

  • 14.

    Reclame op parasols en luifels is niet toegestaan, reclame op volants wel.

  • 15.

    Reclame op een terrasschot is niet toegestaan.

  • 16.

    Een fietsenrek mag niet als terrasschot worden gebruikt.

  • 17.

    Overige uitstallingen mogen alleen binnen de ruimte van het eigen terras worden neergezet.

Overgangsrecht.

Ondernemers van bestaande terrassen krijgen vanaf de inwerkingtreding van het beleid drie jaar de tijd om aan de nieuwe voorschriften inzake de inrichting van het terras te voldoen. Dit overgangsrecht voor bestaande terrassen is dus van toepassing op de voorschriften 9 tot en met 16.

Zomer- en winterterras

Het zomerterras is van 1 maart tot en met 31 oktober en kan voor maximaal 100% van de verhuurde vierkante meters openbare grond worden ingenomen, tenzij andere voorschriften gelden.

Het winterterras is toegestaan van 1 november tot 1 maart voor maximaal 50% van het aantal verhuurde meters openbare grond.

Sommige horecaondernemers hebben naast hun terrasvergunning ook een terrasvergunning voor een ander terras voor een bepaalde periode van het jaar (seizoensgebonden terras). Het aantal m² seizoensgebonden terras kan niet gebruikt worden voor een winterterras.

C. Vergunning

Een aanvraag voor een terrasvergunning wordt onder andere beoordeeld aan de hand van de locatie, particuliere grond of openbare grond en aspecten op het gebied van openbare orde en veiligheid.

Voorschriften

Aan een terrasvergunning worden voorschriften verbonden op grond van artikel 1.4 van de Apv. Dit in het belang van het voorkomen van overlast en ter voorkoming van onveilige situaties.

Terras voor eigen gevel en op eigen grond

Een exploitant plaatst zijn terras niet direct aangrenzend voor het bedrijf of de woning van zijn buurman. Dit mag wel als de betrokkene schriftelijk toestemming verleent aan de exploitant.

Gemeentepercelen/kavels

De gemeente heeft een aantal kavels gemeentegrond voor de verhuur van terrassen. Hiervoor geldt dat de kavels in principe zijn bedoeld voor de bedrijven daaraan of daartegenover gelegen.

Duur van de vergunning

Een terras waarop alcoholhoudende drank wordt verstrekt moet op de Drank- en Horecavergunning staan vermeld. De duur van de terrasvergunning is daarmee gekoppeld aan de geldigheid van de Drank- en Horecavergunning.

De duur van een terrasvergunning behorende bij een openbare inrichting, zonder drank- en horecavergunning, is voor onbepaalde tijd (doorlopend). Deze vergunning is wel persoonsgebonden.

Een terrasvergunning is eveneens gerelateerd aan het pand waarin de openbare inrichting zich bevindt.

Intrekken van de vergunning

Artikel 1.6 van de Apv is van toepassing.

D. Kosten van een terrasvergunning

Leges

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een terrasvergunning worden, wel of niet in samenhang met de Drank- en Horecavergunning, leges in rekening gebracht.

Vergoeding voor het gebruik van openbare grond

Indien een aanvrager voor een terras gebruik wil maken van openbare grond is een huurovereenkomst nodig. In geval het terras geen deel uitmaakt van een drank- en horeca-inrichting op grond van de Drank- en Horecawet, maar wel gebruik wordt gemaakt van openbare grond, kan de gemeente de overeenkomst te allen tijde met in acht neming van een redelijke termijn opzeggen.

E. Burgemeester behoudt de bevoegdheid om af te wijken van bovenstaande beleidsregels

Er kunnen bijzondere omstandigheden zijn die voor de burgemeester aanleiding kunnen zijn om af te wijken van deze regels, zie artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht.

Ondertekening