Regeling vervallen per 11-01-2024

Aanwijzing en voorschriften kleinschalige experimenteerlocaties

Geldend van 21-04-2017 t/m 10-01-2024

Intitulé

Aanwijzing en voorschriften kleinschalige experimenteerlocaties

Op grond van artikel 3, lid 1 van de Evenementenverordening Maastricht (hierna: Evenementenverordening) is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Op basis van artikel 4, lid 1 van de Evenementenverordening geldt dit verbod niet voor door de burgemeester aangewezen categorieën van evenementen waarvoor slechts een meldingsplicht geldt.

Verder kan de burgemeester op basis van artikel 4, lid 5 van de Evenementenverordening nadere voorschriften stellen ten aanzien van meldingsplichtige evenementen.

Tenslotte is op grond van artikel 2, lid 3 sub a van de Geluidhinderverordening Maastricht 2017 (hierna: Geluidhinderverordening) aan de burgemeester de bevoegdheid toegekend om algemene regels te stellen met betrekking tot het in gebruik hebben van een geluidsapparaat tijdens een kleinschalig evenement.

Binnen de gemeente Maastricht zijn evenementen van relatief geringe omvang of anderszins weinig hinder opleverend, al enkele jaren meldingsplichtig in plaats van vergunningplichtig. In grote lijnen gaat het dan om die evenementen die tot 250 gelijktijdige bezoekers hebben en die een maximaal muziekgeluidniveau produceren van maximaal 85 DB(A).

Binnen Maastricht zijn er twee locaties die als experimenteerlocatie kunnen worden aangeduid. Op deze locaties wil de gemeente het organiseren van evenementen bevorderen.

Binnen het Sphinxkwartier betreft dit Het Radium (het gebied rond de oude Radiumschoorsteen aan de Cabergerweg). Het aanwijzen van deze locatie als experimenteerlocatie voor evenementen past binnen het door de gemeenteraad vastgestelde Antwoord van de Sphinx (2013). In dit document is het gebied benoemd als een locatie waar geëxperimenteerd gaat worden. In het raadsstuk ‘Planontwikkeling Belvédère inclusief actualisatie Grex 2016’ (juni 2016) staat verder beschreven dat binnen het Sphinxkwartier actief wordt geprogrammeerd om zo voor reuring te zorgen en mensen kennis te laten maken met de potentie van het gebied.

De andere experimenteerlocatie is Tapijn. Het aanwijzen van deze locatie past binnen de door de gemeenteraad vastgestelde transformatievisie en het ontwerp voor het gebied, waarin het bieden van ruimte voor culturele en creatieve activiteiten en kleinschalige evenementen een belangrijk speerpunt is en bijdraagt aan de gewenste levendigheid en ontmoeting tussen de Universiteit Maastricht en de stad.

Het aanwijzen van twee experimenteerlocaties draagt daarnaast bij aan de gewenste spreiding van evenementen door de stad zoals beschreven in het Evenementenbeleid en het imago van Maastricht als internationale universiteitsstad.

Gelet op het voorgaande besluit ik:

Op grond van artikel 4, lid 1 van de Evenementenverordening kleinschalige evenementen op experimenteerlocaties aan te wijzen als categorie van evenementen waarvoor de vergunningplicht als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Evenementenverordening Maastricht niet geldt.

Tevens verbind ik aan deze categorie van evenementen, op grond van artikel 4, lid 5 van de Evenementenverordening, de volgende voorschriften waaraan dient te worden voldaan:

Artikel 1. Omschrijving.

Onder een kleinschalig evenement op een experimenteerlocatie wordt verstaan een evenement waarvoor – in verband met de relatief geringe omvang of anderszins weinig hinder opleverende aard – het verbod in artikel 3, lid 1 van de Evenementenverordening niet geldt, indien en voor zover:

  • a.

    Het evenement plaatsvindt op een experimenteerlocatie zoals aangeduid op de locatiekaart (bijlage I behorende bij dit besluit);

  • b.

    Het evenement op doordeweekse dagen (zondag tot en met donderdag) niet langer dan 1 dag duurt;

  • c.

    Het maximaal aantal bezoekers dat gelijktijdig aanwezig is niet meer dan 500 personen bedraagt;

  • d.

    Een ongehinderde doorgang van de hulpverlening in geval van calamiteiten gewaarborgd is;

  • e.

    De maximale hoogte van een eventueel te plaatsen podium niet meer dan 1 meter bedraagt en niet overkapt is;

  • f.

    De maximale oppervlakte van een eventuele tent niet meer dan 100 m2 bedraagt;

  • g.

    In geval er gebruikt wordt gemaakt van versterkte muziek het muziekgeluidniveau niet meer dan LAmax 85 dB(A) bedraagt (zijnde sfeermuziek);

  • h.

    Geen muziek ten gehore wordt gebracht buiten de volgende periodes:

    Vrijdagen en zaterdagen:

    09:00 uur – 00:00 uur

    Zondagen:

    13:00 uur – 23:00 uur

    Maandag tot en met donderdag:

    17:00 uur – 23:00 uur

  • i.

    Voldaan wordt aan de (brandveiligheid)voorschriften zoals bepaald in artikel 2;

  • j.

    Er een organisator is van het evenement die ten minste vier weken voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester door middel van een volledig naar waarheid ingevuld en ondertekend meldingsformulier;

  • k.

    Voor de melding als bedoeld onder j. gebruik wordt gemaakt van het vastgestelde meldingsformulier;

  • l.

    Buurtbewoners tijdig (ten minste 5 werkdagen van tevoren) door de organisator worden geïnformeerd over het evenement;

  • m.

    De melding tijdig is ingediend en de organisator een schriftelijke bevestiging daarvan heeft ontvangen.

Artikel 2. Voorschriften bij kleinschalige evenementen.

De kleinschalige evenementen als omschreven in artikel 1 moeten voldoen aan de onderstaande voorschriften:

  • a.

    Algemeen

    • 1.

      Een kopie van de melding inclusief de bevestiging daarvan wordt onverwijld op verzoek van de politie, brandweer of een daartoe bevoegd functionaris getoond;

    • 2.

      Gedurende het hele evenement dient de contactpersoon direct bereikbaar te zijn voor de gemeente en hulpdiensten;

    • 3.

      Eventuele aanwijzingen van de politie, de brandweer of een daartoe bevoegde functionaris moeten stipt en onmiddellijk worden opgevolgd;

    • 4.

      Overtreding van één of meerdere voorschriften kan leiden tot het onmiddellijk stopzetten van het evenement en het (laten) ontruimen van de locatie(s);

    • 5.

      De politie, de brandweer of een daartoe bevoegde functionaris kan in het belang van de openbare orde en veiligheid het evenement beëindigen en de locatie(s) (laten) ontruimen. In dat geval is geen aanspraak op schadevergoeding mogelijk;

    • 6.

      De gemeente aanvaardt geen aansprakelijkheid voor derden, als gevolg van het evenement.

  • b.

    Overlast en schade

    • 1.

      Direct na afloop van het evenement dient het terrein en de openbare weg te worden gereinigd en vrij van afval en in de oude staat (onbeschadigd) te worden opgeleverd;

    • 2.

      Van de organisator wordt verwacht, dat hij al het (redelijkerwijs) mogelijke doet om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden schade lijden ten gevolge van het evenement;

    • 3.

      Schade, berokkend aan gemeente-eigendom, alsmede achtergebleven afval, zullen door de gemeente op kosten van de organisator worden hersteld/verwijderd;

    • 4.

      Er moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat er overlast voor de omgeving ontstaat;

    • 5.

      Werkzaamheden in en rond de tijdelijke opstallen zijn verboden vanaf een half uur na sluitingstijd tot 07:00 uur;

    • 6.

      Op zon- en feestdagen mogen de activiteiten van een evenement slechts aanvangen vanaf 13:00 uur (Zondagswet). Opbouwen kan eerder aanvangen, met respect voor de zondagsrust.

  • c.

    Verkeersveiligheid

    • 1.

      De doorgang voor politie, brandweer en/of ambulance moet gewaarborgd zijn. Dit betekent dat tenten, springkussens en dergelijke op een dusdanige wijze moeten worden geplaatst dat steeds een doorgang van 3,5 meter breed en 4,5 meter hoog vrij blijft;

    • 2.

      Doorgaande verkeersroutes moeten gewaarborgd zijn (denk hierbij aan (stads)busroutes);

    • 3.

      De verkeersveiligheid mag niet in gevaar worden gebracht;

    • 4.

      Wegen mogen uitsluitend tijdelijk worden afgesloten met schrikhekken nr. BB15-2 voorzien van verkeersborden model C01 (bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 – gesloten in beide richtingen voor alle verkeer behalve voetgangers). Deze hekken dienen eenvoudig te verplaatsen zijn voor voertuigen van brandweer, politie en ambulance.

  • d.

    Brandveiligheid

    • 1.

      In verband met brandgevaar dienen voldoende (tenminste 2) brandblussers (minimaal 6 kg sproeischuim of poederblusser) nabij elk brandgevaarlijk apparaat/verbruikstoestel/opstal/tent aanwezig te zijn;

    • 2.

      Brandkranen en andere waterwinplaatsen moeten worden vrijgehouden en bereikbaar zijn voor brandweervoertuigen;

    • 3.

      Om struikelen en vallen van publiek te voorkomen moeten kabels en snoeren strak over de vloer worden gelegd door middel van goede plakstrips of matten;

    • 4.

      De opstelling van punten waar warme etenswaren worden bereid is ten minste 1,2 meter uit de gevel of luifel;

    • 5.

      Partytenten en andere brandbare attributen dienen 5 meter uit de gevel te worden geplaatst tenzij – gegeven de locatiespecifieke omstandigheden – een kortere afstand toelaatbaar wordt geacht (bijvoorbeeld in geval van blinde gevels) in deze bijzondere gevallen dienen partytenten en andere brandbare attributen ten minste 3 meter uit de gevel te worden geplaatst. Indien een evenement wordt aangemerkt als een bijzonder geval zoals hiervoor geschetst dan wordt dit expliciet in de bevestiging van de melding kenbaar gemaakt;

    • 6.

      Voor het houden van een barbecue gelden de volgende voorschriften:

      • a.

        Gebruik van gasvormige brandstoffen (propaan of butaan)t.b.v. het stoken van een barbecue in een bouwwerk is uitsluitend toegestaan indien de inhoud maximaal 45 liter per fles en het aantal aanwezige gasflessen maximaal 2 stuks bedraagt. Bij het bepalen van de inhoud van de gasflessen worden lege gasflessen beschouwd als volle gasflessen;

      • b.

        Propaan of butaan gasflessen buiten een bouwwerk is toegestaan. Een en ander in overleg met de plaatselijke brandweer;

      • c.

        Het gebruik van vaste brandstof in een bouwwerk is te allen tijde verboden;

      • d.

        Het gebruik van vloeibare- of gasvormige brandstof is verboden, tenzij hiervoor een aparte ontheffing is afgegeven;

      • e.

        Elke leiding moet zodanig zijn vastgezet dat doorbuigen niet mogelijk is en de afstand tussen de bevestigingspunten maximaal 1,5 meter bedraagt. Voort moet op maximaal 30 cm afstand van elke zijde van een afsluiter, bocht of verbinding een bevestiging aanwezig zijn. Elke leiding moet beschermd zijn tegen beschadiging (bijvoorbeeld door een brugconstructie over een leiding);

      • f.

        Slangen, leidingen, klemmen, drukhouders en toestellen t.b.v. gasvormige brandstof, moeten te allen tijde in deugdelijke staat verkeren;

      • g.

        Verbruikstoestellen t.b.v. gasvormige brandstoffen moeten CE-goedgekeurd zijn;

      • h.

        Elke verbindingsslang tussen een drukhouder en een verbruikstoestel e.d. moet:

        • 1.

          Zijn vervaardigd van synthetische rubber met één of meer staaldraad- of textielinlagen (conform NEN 5654);

        • 2.

          Zijn bevestigd d.m.v. slagenklemmen of slangpilaren;

        • 3.

          Vrij en ongespannen zijn aangelegd;

        • 4.

          Zodanig zijn aangebracht dat blootstelling aan ontoelaatbare temperatuursinvloeden of mechanische beschadiging wordt voorkomen;

        • 5.

          Zo kort mogelijk worden gehouden met een maximum van 1,5 meter;

        • 6.

          Niet ouder zijn dan 2 jaar.

      • i.

        Elk verbruikstoestel t.b.v. gasvormige brandstof moet:

        • 1.

          Vast op de grond c.q. een tafel staan opgesteld op een zodanige wijze dat omvallen of omstoten niet mogelijk is;

        • 2.

          Op ten minste 1,5 meter van brandbare materialen (versieringen, luifels, tentwanden e.d.) zijn opgesteld.

      • j.

        Het draagvlak onder een verbruikstoestel moet ten minste 10 cm buiten het toestel onbrandbaar zijn, of zijn bekleed met een onbrandbaar en warmte slecht geleidend materiaal;

      • k.

        In vluchtwegen mag geen verbruikstoestel voor barbecueën e.d. aanwezig zijn;

      • l.

        Barbecue-apparatuur moet van zodanig stevige constructie zijn dat deze niet kan omvallen;

      • m.

        Na afloop moeten de vuurresten worden gedoofd;

      • n.

        Het barbecueën mag alleen onder toezicht van een meerderjarige plaatsvinden;

      • o.

        De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, als gevolg van een eventuele uitruk van de brandweer;

    • 7.

      Elektriciteitshaspels moeten volledig zijn afgerold;

    • 8.

      Alle voorzieningen t.b.v. elektra dienen te voldoen aan het gestelde in de norm NEN 1010.

  • e.

    Muziekgeluid

    • 1.

      Geluidsboxen moeten zodanig opgesteld worden dat deze bij voorkeur niet direct op woningen of objecten met een gevoelige bestemming zijn gericht en dus van gevels van gevoelige objecten afstralen;

    • 2.

      Op zondagen, 2e paasdag, 2e pinksterdag, 2e kerstdag, goede vrijdag en nieuwjaarsdag mag geen geluid worden geproduceerd voor 13:00 uur (indien er een ontheffing als bedoeld in artikel 4, lid 3 van de Zondagswet is verleend1 en tijdens dit evenement tevens gebruik wordt gemaakt van een geluidsapparaat als bedoeld in de Geluidhinderverordening, dan is er tevens een aparte ontheffing van de Geluidhinderverordening noodzakelijk en valt het evenement dus niet onder de algemene geluidsregels); op vrijdagen en zaterdagen niet eerder dan 09:00 uur en op de overige dagen niet eerder dan 17:00 uur;

    • 3.

      De begintijd die is genoemd onder 2. geldt ook voor een eventuele soundcheck en mag – indien van toepassing – eventuele kerkdiensten niet verstoren;

    • 4.

      De uiterste eindtijd van voor geluidsproductie is op maandag tot en met donderdag 23:00 uur. Op de dagen voorafgaand aan een officieel erkende feestdag en op overige dagen bedraagt de uiterste eindtijd 00:00 uur;

    • 5.

      Het geluidsniveau van versterkte muziek mag niet meer bedragen dan 85 dB(A) LAmax (gemeten in de meterstand ‘fast’ en op een afstand van 3 meter van de geluidsboxen);

    • 6.

      De omwonenden van de evenementenlocatie worden tenminste vijf werkdagen voorafgaand aan het evenement hiervan op de hoogte gesteld door de organisator, met name over het feit dat muziek ten gehore wordt gebracht en de begin- en eindtijd.

  • f.

    Tentconstructie

    • 1.

      Een tent moet bestand zijn tegen een windkracht van 6Bft en een windsnelheid van 49 km/u;

    • 2.

      Indien sprake is van windkracht 6 of meer dient de tent onmiddellijk te worden ontruimd in verband met de veiligheid van bezoekers.

  • g.

    Veiligheid

    De uitvoering van de activiteiten dient zodanig te geschieden dat de veiligheid voor deelnemers, bezoekers en de omgeving te allen tijde is gewaarborgd.Richtlijnen en aanbevelingen voor het veilig organiseren van een evenement (o.a. richtlijnen over het plaatsen van installaties, het organiseren van een rommelmarkt, het plaatsen van tenten en podia, etc.) zijn op te vragen bij de gemeente en staan gepubliceerd op de gemeentelijke website.

  • h.

    Overige vergunningen

    De organisator is verantwoordelijk voor het aanvragen van alle noodzakelijke vergunningen voor het realiseren van het meldingsplichtige evenement. Als er bijvoorbeeld bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt is een ontheffing van de Drank- en Horecawet noodzakelijk, voor inpandige evenementen met 50 of meer bezoekers is een ‘melding brandveilig gebruik’ noodzakelijk etc.Een overzicht van mogelijk noodzakelijke overige vergunningen is op te vragen bij de gemeente en staat gepubliceerd op de gemeentelijke website.

Maastricht, d.d. 17 maart 2017,

De burgemeester van Maastricht,

J.M. Penn- te Strake

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening


Noot
1

Ontheffing van het verbod om op zondag vóór 13:00 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen.