Regeling vervallen per 01-01-2020

Beleidsregel leerwerkvouchers en stap-naar-werk vouchers

Geldend van 18-10-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Beleidsregel leerwerkvouchers en stap-naar-werk vouchers

Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe,

gelet op artikel 9 en 12 van de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat

-de gemeenteraad in de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 als re-integratieinstrument de voorzieningen scholing en leer-werktrajecten heeft ingericht,

Besluit

vast te stellen de volgende beleidsregel

Beleidsregel leerwerkvouchers en stap-naar-werk vouchers

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      Leerwerkvoucher:

      • i.

        een eenmalige subsidie voor werkgevers die een jongere een arbeidscontract aanbieden. De subsidie is een tegemoetkoming in de kosten voor scholing, begeleiding en aanpassingen aan de werkplek; of:

      • ii.

        een eenmalige subsidie voor jongeren die door middel van scholing, voorschakeltrajecten en werkervaring hun positie op de arbeidsmarkt kunnen versterken. De subsidie is een bijdrage in de kosten voor scholing, voorschakeltrajecten werkervaringsplaats of begeleiding.

    • b.

      Stap-naar-werk voucher: een eenmalige subsidie voor werkgevers die laagopgeleide uitkeringsgerechtigden een arbeidscontract aanbieden. De subsidie is een tegemoetkoming in de kosten voor scholing, begeleiding of aanpassingen op de werkplek.

    • c.

      Jongere: personen van 16-27 jaar die een opleiding in het kader van het Praktijkonderwijs of VSO volgen en zich in het laatste jaar van hun opleiding bevinden, of de opleiding maximaal een half jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag hebben verlaten;

    • d.

      Laagopgeleide uitkeringsgerechtigde: persoon die een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, de Werkloosheidswet of de Wajong en die niet beschikt over een startkwalificatie;

  • 2. Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 gemeente Midden-Drenthe.

Artikel 2 Doel en werkingssfeer

  • 1. Het doel van de leerwerkvoucher is het stimuleren van een soepele overgang van jongeren uit het Praktijkonderwijs en VSO naar de arbeidsmarkt, het versterken van de arbeidsmarktpositie en het stimuleren van werkgevers om deze groep een arbeidsovereenkomst te bieden.

  • 2. Het doel van de stap-naar-werk-voucher is het stimuleren van werkgevers om personen zonder startkwalificatie een arbeidsovereenkomst te bieden en hun kwalificaties te verhogen.

Artikel 3 Aanspraak op subsidie

  • 1. Er bestaat slechts aanspraak op een van de in deze beleidsregel beschreven instrumenten als:

    • a.

      De leerwerkvoucher voor werkgevers: als het dienstverband minimaal 16 uur per week omvat;

    • b.

      De leerwerkvoucher voor jongeren: als de jongeren aantoonbaar scholing, een voorschakeltraject

    • c.

      De stap-naar-werkvoucher: als het dienstverband minimaal 16 uur per week

    • d.

      Alle vouchers: het college heeft vastgesteld dat de inzet van dit instrument bijdraagt aan het versterken van de arbeidsmarktpositie van de jongere of de laagopgeleide uitkeringsgerechtigde;

    • e.

      Alle vouchers: de aanvraag is ingediend voorafgaand aan de datum van indiensttreding of de start van de scholing, het voorschakeltraject of werkervaring;

  • 2. Er is geen aanspraak op een leerwerkvoucher of een stap-naar-werk voucher als de betreffende werkgever aanspraak kan maken op subsidie op basis van een andere gemeentelijke regeling op grond van de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 gemeente Midden-Drenthe of een scholingsvoucher van het UWV, met uitzondering van de loonkostensubsidie op grond van artikel 10d van de Participatiewet.

  • 3. Bij de leerwerkvoucher voor jongeren bestaat de aanspraak op de subsidie uit het kunnen beschikken over scholing of werkervaring. Jongeren kunnen dus geen aanspraak maken op een subsidiebedrag.

  • 4. Er is geen aanspraak op de beschreven instrumenten als door verlening het subsidieplafond behorend bij deze beleidsregel zou worden overschreden. Het subsidieplafond voor de Arbeidsmarktregio Drenthe bedraagt € 570.000,00 voor de gehele looptijd van de regeling tot en met 2019, waarbij de aanvragen in volgorde van binnenkomst worden behandeld.

Artikel 4 Het aanvragen van een subsidie

  • 1. De leerwerkvouchers voor werkgevers en de stap-naar-werk vouchers kunnen worden aangevraagd door de werkgever. Bij de aanvraag verstrekt deze de volgende gegevens:

    • a.

      Een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      Een kopie van een bankafschrift van de bankrekening ten name van de aanvrager;

    • c.

      Een kopie van een arbeids-of leerwerkovereenkomst.

  • 2. Het aanvragen voor de leerwerkvouchers voor jongeren kan worden aangevraagd door de jongere, de onderwijsinstelling of de klant-/accountmanager van één van de gemeenten of het UWV. Bij de aanvraag verstrekt deze de volgende gegevens:

    • a.

      Een offerte van een organisatie die scholing, het voorschakeltraject, werkervaring of begeleiding biedt of een onderbouwd overzicht van andere kosten;

Artikel 5 De hoogte van de subsidie

1.De hoogte van de leerwerkvoucher is maximaal € 5.000,00 per persoon ten behoeve van de werkzoekende en de werkgevers samen. De hoogte van de stap-naar-werk voucher is maximaal € 2.500,00 per persoon ten behoeve van de werknemer en de werkgever samen.

Artikel 6 Vaststelling van de subsidie

  • 1. Het college stelt de subsidie vast binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag inclusief de gevraagde bewijsstukken.

  • 2. Uitbetaling vindt plaats binnen 4 weken na vaststelling of indien er sprake is van een dienstverband één maand na de start van het dienstverband. Bij een eventuele proeftijd vindt uitbetaling eerst plaats als het dienstverband na de proeftijd is voortgezet.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Beleidsregel leerwerkvouchers en stap-naar-werk vouchers”.

Artikel 8 Inwerkingtreding

De beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 april 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 29 augustus 2017
burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe,
de secretaris de burgemeester
A.Pruntel T. Baas

Toelichting bij de beleidsregel leerwerkvouchers en stap-naar-werk vouchers

In het rapport “Samen werken aan vitaal platteland” is een gezamenlijke aanpak voor Zuidoost Drenthe vastgelegd. Onderdeel daarvan zijn maatregelen om de arbeidsmarkt te versterken, waarbij de nadruk ligt op werkzoekenden met de meest kwetsbare arbeidsmarktpositie: jongeren die afkomstig zijn van Praktijkonderwijs en VSO en laaggeschoolden. Gemeenten in de Arbeidsmarktregio Drenthe werken al nauw samen om de positie van deze groepen te versterken: in het regionaal werkbedrijf (in het kader van de afspraakbanen) en bij het Actieplan Jeugdwerkloosheid.

Gemeenten en UWV hebben verschillende voorzieningen beschikbaar om te stimuleren dat deze groepen een baan vinden. In de praktijk blijken deze echter nog niet altijd toereikend en zouden aanvullende instrumenten deze groepen jongeren en laaggeschoolden een extra steun in de rug kunnen geven om een plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen.

Jongeren uit het PrO/VSO-onderwijs

Met de komst van de Participatiewet is het doel dat zoveel mogelijk schoolverlaters van het PrO/VSO-onderwijs op de reguliere arbeidsmarkt aan de slag gaan. De mogelijkheid om een beroep te doen op de sociale werkvoorziening bestaat niet meer. Er is een aantal voorzieningen beschikbaar gesteld om werkgevers te stimuleren om deze groep in dienst te nemen. Voor een deel van de doelgroep is dat voldoende. Een deel blijkt echter aanvullende ondersteuning nodig te hebben. Daarbij gaat het soms om ondersteuning om überhaupt de arbeidsmarkt te kunnen betreden, bijvoorbeeld beroepscertificaten, werkgerichte trainingen, voorschakeltrajecten, beschermde leerwerkplekken of extra begeleiding op andere levensdomeinen. En soms gaat het om extra ondersteuning om op de arbeidsmarkt actief te kunnen zijn en te blijven, bijvoorbeeld (extra) begeleiding, bedrijfsgerichte scholing, aanpassingen aan de werkplek door de werkgever of reiskosten.

Laagopgeleide uitkeringsgerechtigden

De kansen op de arbeidsmarkt zijn geringer naarmate het opleidingsniveau van de werkzoekenden lager is. Daarbij maakt het vaak niet zoveel verschil of mensen een beroep doen op de bijstand of de WW. Dit heeft deels te maken met het feit dat de vraag naar laaggeschoolde medewerkers beperkt is. Een andere oorzaak is dat er sprake is dat ervaring en vaardigheden van werkzoekenden niet overeenkomen met de vacatures die er zijn. En we weten dat er in onze regio sectoren zijn waarin zich een groei van het aantal arbeidsplaatsen voordoet of naar verwachting zal gaan voordoen: toerisme en recreatie, industrie, logistiek en techniek. Zodra deze banen of andere banen beschikbaar komen, willen we mensen op een zo kort mogelijke termijn inzetbaar maken. Dat betekent dat (afhankelijk van de aard van de banen en de beschikbare werkzoekenden) vormen van scholing, begeleiding en training op de werkplek geboden kunnen worden. De middelen om deze instrumenten in te zetten zijn echter niet altijd voorhanden. We willen de middelen van Vitaal Platteland daarom benutten om deze snel en op maat te kunnen aanbieden.

Om deze groepen passende ondersteuning te kunnen bieden en om maatwerk te kunnen leveren, kiezen we voor de inzet van vouchers. Deze vertegenwoordigen een zekere waarde en kunnen worden ingezet voor vormen van ondersteuning of als tegemoetkoming voor extra kosten. We stellen daarvoor twee typen vouchers beschikbaar.

1.Leerwerkvouchers voor kwetsbare jongeren

Voor de groep jongeren van het PrO/VSO-onderwijs is het van groot belang dat de overgang van school naar werk goed verloopt. De leerwerkvouchers kunnen worden ingezet als extra ondersteuning bij deze overgang. Met deze vouchers kunnen zij extra (beroeps- of bedrijfsgerichte) scholing volgen, voorschakeltrajecten volgen of (extra) werkervaring opdoen in een omgeving waarin zij hun vaardigheden kunnen vergroten. Tevens kunnen werkgevers van deze jongeren de voucher inzetten om extra begeleiding te bieden of werkplekaanpassingen te verrichten.

De waarde van de voucher is maximaal € 5.000,00 per persoon (ten behoeve van werkzoekende en werkgever samen). Er worden er voor de periode van (ruim) twee jaar 58 beschikbaar gesteld. Dat aantal kan hoger zijn wanneer het bedrag per voucher lager is.

2.Stap-naar-werk vouchers voor laagopgeleide uitkeringsgerechtigden

Deze vouchers zijn bedoeld als extra ondersteuning van laagopgeleide uitkeringsgerechtigden (personen zonder startkwalificatie) die met behulp van scholing, (extra) begeleiding en aanpassingen op de werkplek op korte termijn inzetbaar zijn op een functie, waaronder in de sectoren recreatie en toerisme, techniek, industrie en logistiek. Werkzoekenden en werkgevers kunnen deze voucher inzetten om extra (bedrijfsgerichte) scholing te kunnen volgen. Werkgevers kunnen deze voucher inzetten om extra (inwerk-) begeleiding te bieden, trainingen te verzorgen of werkplekaanpassingen te verrichten. Deze voucher kan alleen worden ingezet als er sprake is van een dienstverband van minimaal 16 uur per week.

De waarde van de voucher is maximaal € 2.500,00 per persoon (ten behoeve van werknemer en werkgever samen). Er worden er voor de periode van (ruim) twee jaar 112 beschikbaar gesteld. Dat aantal kan hoger zijn wanneer het bedrag per voucher lager is.

Voorwaarden voor toekenning

De vouchers moeten een aanvulling zijn op het beschikbare instrumentarium en moeten feitelijk een bijdrage leveren aan de kansen van een jongere of werkzoekende op werk. We hebben daarom in de regeling opgenomen dat de voucher:

  • ·

    Niet gecombineerd kan worden met andere vormen van vouchers of gemeentelijke subsidies (met uitzondering van loonkostensubsidies voor jongeren met een arbeidsbeperking);

  • ·

    Alleen kan worden toegekend nadat de gemeente heeft beoordeeld of er sprake is van meerwaarde. Dit vraagt dus om een professioneel oordeel van medewerkers van de gemeente. Zij kijken daarbij onder andere naar:

    • o

      De inspanningen die de werkgever moet leveren

    • o

      De vaardigheden van de kandidaat

    • o

      De kans op een andere baan bij een andere werkgever