Regeling vervallen per 05-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012

Geldend van 31-10-2011 t/m 04-01-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012

De raad van de gemeente Nederweert; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 juli 2011, nummer B&W-11-01470;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is de houder van een hond

  • 2 Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3 Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

a die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

b die door 'Stichting Hulphond Nederland' als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

c die verblijven in een hondenasiel, als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk besluit is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit.;

d die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te zamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1 De belasting bedraagt per belastingjaar:

    a. voor de eerste hond € 50,00;

    b. voor de tweede en iedere volgende hond € 70,00 per hond;

  • 2 In afwijking inzoverre van het vorige lid blijft de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op kynoligisch gebied in Nederland, beperkt tot € 200,00 per kennel per jaar.

  • 3 In afwijking in zoverre van de vorige leden blijft de belasting voor honden, die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden door een houder met een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming, beperkt tot € 200,00 per houder per jaar.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4 Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 5 Voor de toepassing van het bepaalde in het derde en vierde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 De aanslagen moeten worden betaald in 3 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 1.500,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De ‘Verordening hondenbelasting 2010’ van 24 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaa

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening hondenbelasting 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 september 2011.
De raad voornoemd,
De raadsgriffier,                       De voorzitter,
E.G. Schrier                               H.F.M. Evers