Winkeltijdenverordening Nijkerk 2015

Geldend van 03-11-2015 t/m heden

Intitulé

Winkeltijdenverordening Nijkerk 2015

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het initiatiefvoorstel van de fracties van PRO21, de VVD en De Lokale Partij d.d. 10 augustus 2015;

gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet;

b e s l u i t: vast te stellen de

 

Winkeltijdenverordening Nijkerk 2015

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • -

    winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.

Artikel 2. Algemene vrijstelling voor zon- en feestdagen

  • 1. Van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt op zon- en feestdagen van 6 uur tot 22 uur een algemene vrijstelling.

  • 2. Deze vrijstelling geldt niet op Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.

Artikel 3. Specifieke vrijstellingen

  • 1. Van de in artikel 2, eerste lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden gelden op zon- en feestdagen van 6 uur tot 22 uur specifieke vrijstellingen voor:

    • a.

      winkels bij tankstations;

    • b.

      winkels in of op het terrein van een accommodatie voor verblijfsrecreatie, uitsluitend voor de verkoop aan personen die daar een of meer nachten verblijven, gedurende ten hoogste drie uur per dag;

    • c.

      winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, gedurende ten hoogste drie uur per dag;

    • d.

      museumwinkels, tijdens de openstelling van het museum;

    • e.

      winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, goederen te koop worden aangeboden;

    • f.

      winkels voor verhuur van voorbespeelde beeld- en geluiddragers, mits in die winkel geen andere goederen te koop worden aangeboden of verkocht dan beeld- en geluiddragers en tijdschriften en catalogi die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment;

    • g.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats;

    • h.

      winkels, waarbinnen zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom, met dien verstande dat de vrijstelling niet geldt voor het verkopen van goederen;

    • i.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen, met dien verstande dat de vrijstelling niet geldt voor het verkopen van goederen.

  • 2. Van de in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden gelden op zon- en feestdagen van 6 uur tot 22 uur vrijstellingen voor:

    • a.

      het op straat te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

    • b.

      het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats;

    • c.

      het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 4. Individuele ontheffingen

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de Winkeltijdenwet vervatte verboden.

  • 2. De ontheffing wordt verleend voor onbepaalde tijd, dan wel voor een door of in overleg met de aanvrager te bepalen periode.

  • 3. Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden ter bescherming van de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van het verkooppunt.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van het verkooppunt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling op basis van de ontheffing.

Artikel 5. Beslistermijn

De beslistermijn op een aanvraag om ontheffing is vier weken. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verdaagd.

Artikel 6. Intrekken of wijzigen ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar het oordeel van het college noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of

  • f.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 7. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen toezichthouders.

Artikel 8. Slotbepaling

  • 1. De Winkeltijdenverordening Nijkerk wordt ingetrokken.

  • 2. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het elektronische gemeenteblad en treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Winkeltijdenverordening Nijkerk 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 29 oktober 2015,
de griffier, de voorzitter,
de heer O. VAN KOLCK. de heer mr. drs. G. D. RENKEMA.

TOELICHTING

Algemeen deel

In de gewijzigde Winkeltijdenwet, die op 1 juli 2013 in werking is getreden, zijn de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, blijven staan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden.

 

De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Wtw, de artikelen 1, 2 en 3, luiden als volgt:

 

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

goederen: roerende lichamelijke zaken, met uitzondering van binnenlandse en buitenlandse wettige betaalmiddelen;

particulier: degene die een goed koopt anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf;

winkel: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht

 

Artikel 2

  • 1.

    Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

    • a.

      a. op zondag;

    • b.

      b. op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;

    • c.

      c. op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.

  • 2.

    Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

 

Artikel 3

  • 1.

    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden.

  • 2.

    De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in de verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op daartoe strekkend verzoek ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

  • 3.

    De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

 

De bevoegdheid van gemeenten is zo ruim geworden dat zowel algehele handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De beperkingen voor het gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor de zondags- en avondopenstelling kunnen alleen nog gevonden worden in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Wat daarin is vrijgesteld kan door de gemeente niet worden verboden.

 

Het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet zoals dat gold vóór 1 juli 2013 bevatte ruim twintig artikelen met specifieke vrijstellingen. Daarvan zijn sinds de wijziging van de Winkeltijdenwet nog negen artikelen met landelijk geldende vrijstellingen overgebleven, met name in de sectoren gezondheidszorg en verkeer. Voor de overige voorheen geldende vrijstellingen wordt het aan de gemeenten overgelaten om daar eventueel in te voorzien.

 

Verordening 2013

In 2013 heeft een beperkte aanpassing van de gemeentelijke Winkeltijdenverordening plaatsgevonden om te bereiken dat voorheen vrijgestelde activiteiten konden worden voortgezet. Daartoe zijn de artikelen 4a tot en met 4e  toegevoegd, met vrijstellingen op zon/ en feestdagen voor

  • -

    vakantieoorden

  • -

    bepaalde winkels en verhuurbedrijven

  • -

    straatverkoop

  • -

    culturele evenementen

  • -

    bejaardenoorden.

Verordening 2015

In de raadsvergadering van 29 juni 2015 is een motie aangenomen op initiatief van een drietal raadsfracties. De strekking van de motie is dat de Winkeltijdenverordening zodanig wordt aangepast dat een vrijstelling gaat gelden voor de openstelling van winkels op zon- en feestdagen, met uitzondering van Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag. In de voorliggende verordening wordt daaraan invulling gegeven.

 

Modelverordening VNG

De VNG heeft in 2013 de Modelverordening winkeltijden 2013 gepubliceerd. Dit model is als uitgangspunt genomen bij het opstellen van een nieuwe winkeltijdenverordening voor Nijkerk.

In het model zijn geen specifieke vrijstellingen opgenomen voor de sectoren waarop vóór 1 juli 2013 een landelijke vrijstelling van toepassing was. In plaats daarvan bevat het model een ruime ontheffingsbevoegdheid voor het college. Op dit punt is van de modelverordening afgeweken.

 

 

ARTIKELSGEWIJS

 

Artikel 1

feestdagen

De verboden als bedoeld in de Winkeltijdenwet gelden behalve op zon- en feestdagen ook op drie avonden na 19 uur, te weten Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. In deze verordening wordt evenals in de modelverordening de definitie van feestdagen gehanteerd zoals die in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is opgenomen. Genoemde drie avonden vallen niet onder het begrip ‘feestdag’ zodat de algemene vrijstelling van artikel 2 daarop niet van toepassing is.

 

winkel

De definitie van winkel omvat niet de verkoopactiviteiten in bedrijven die geen winkel zijn, zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. De algemene vrijstelling is daarop dan ook niet van toepassing. Voor zover de verkoopactiviteiten niet vallen onder een van de specifieke vrijstellingen in artikel 3, kan bij het college een ontheffing worden aangevraagd voor eventuele verkoopactiviteiten op zon- en feestdagen, dit met toepassing van de artikelen 4 en volgende.

 

Artikel 2

De algemene vrijstelling is ruim geformuleerd. Toepassing is gegeven aan variant D2 bij artikel 2 van de modelverordening.

Het gekozen tijdvenster van 6.00 tot 22.00 uur waarop winkels geopend kunnen zijn is gelijk aan dat op werkdagen. Zoals algemeen gebruikelijk worden twee zondagen en twee feestdagen van de vrijstelling uitgezonderd.

 

Artikel 3

Door de ruime formulering van de algemene vrijstelling in artikel 2, hebben de specifieke vrijstellingen uit de tot nu toe geldende verordening, voor zover het de openstelling van winkels betreft, nog slechts betekenis voor de feestdagen die van de algemene vrijstelling zijn uitgezonderd. Dit zou een reden kunnen zijn om het systeem van de modelverordening over te nemen, waarbij alles onder een ruim geformuleerde ontheffingsbevoegdheid wordt gebracht.

Dit veroorzaakt voor de belanghebbenden echter administratieve en financiële lasten, in de vorm van een aanvraagprocedure en legeskosten, terwijl een vrijstelling zonder meer van toepassing is.

Om dit te voorkomen zijn in artikel 3 de specifieke vrijstellingen uit de oude verordening samengebracht.

 

Artikel 4

Het ontheffingsartikel geeft het college de mogelijkheid om maatwerk toe te passen voor bijzondere situaties waar de vrijstellingen niet in voorzien. Er zal sprake moeten zijn van een belangenafweging waarbij met alle belangen wordt rekening gehouden waaronder overlast voor de omgeving.

 

De ontheffing wordt verleend op naam van een bedrijf en is daarmee overdraagbaar als het bedrijf door een andere exploitant wordt overgenomen, mits het college daarvan in kennis wordt gesteld en het bedrijf ongewijzigd wordt voortgezet. In de praktijk zal dat zelden het geval zijn, zodat in de regel een nieuwe ontheffing nodig is.

 

Artikelen 5 tot en met 7

Een beslistermijn van vier weken zal in de regel voldoende zijn om op een aanvraag te kunnen beslissen. Deze termijn kan eventueel met vier weken worden verlengd.

De bepalingen over het intrekken van de verordening en het toezicht komen overeen met de modelverordening.

 

Artikel 8

Gezien de omvang van de wijzigingen wordt de bestaande verordening vervangen door een nieuwe. Omdat de nieuwe verordening een aanzienlijke verruiming betekent van de toegestane openingstijden is er geen reden om overgangsrecht vast te stellen.