Regeling vervallen per 01-07-2019

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent ambtsjubileumgratificatie (Regeling gratificatie bij ambtsjubileum provincie Noord-Brabant)

Geldend van 01-01-2018 t/m 30-06-2019

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent ambtsjubileumgratificatie (Regeling gratificatie bij ambtsjubileum provincie Noord-Brabant)

GEDEPUTEERDE STATEN van Noord-Brabant

Gelet op artikel C. 19 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

Besluiten:

Vast te stellen de navolgende regeling:

Belanghebbende

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder betrokkene: de ambtenaar, de werknemer en de oproepkracht als bedoeld in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018.

Toekenning gratificatie

Artikel 2

Aan de betrokkene wordt bij 12,5-, 25-, 40- en 50-jarige overheidsdienst een gratificatie toegekend. De gratificatie bedraagt bij 12,5-jarige diensttijd een kwart maand bezoldiging, bij 25-jarige diensttijd een maand bezoldiging en bij 40- en 50-jarige diensttijd twee maanden bezoldiging naar boven af te ronden op een veelvoud van vijf euro.

Diensttijd

Artikel 3

Als diensttijd voor de toepassing van een ambtsjubileumgratificatie geldt de tijd, doorgebracht:

  • a.

    in een burgerlijke dienstbetrekking bij de Nederlandse overheid, waaronder te dezen mede worden begrepen de voormalige NV "Artillerie-Inrichtingen";

  • b.

    in een betrekking (vóór 1 januari 1966) als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Pensioenwet 1922 (Staatsblad 1922, 240), een betrekking als bedoeld in artikel B2 van de Algemene burgerlijke pensioenwet (Staatsblad 1966, 6) of een betrekking als bedoeld in artikel B3 van evengenoemde wet, alsmede (vóór en na 1 januari 1966) in een betrekking als bedoeld in artikel U2 van die wet;

  • c.

    in burgerlijke dienst bij de overheid in de landen Suriname (tot 25 november 1975), de Nederlandse Antillen en Aruba, bij de voormalige gouvernementen van Suriname, Curaçao en Nieuw-Guinea en (tot 27 december 1949) bij de voormalige Indische Pensioenfondsen;

  • d.

    in dienst bij het niet-openbaar onderwijs in de onder c. genoemde landen en voormalige overzeese rijksdelen, voorzover zulks de betrokkene onder de werkingssfeer van een overheidspensioenregeling bracht of zou hebben gebracht indien hij in vaste dienst was geweest;

  • e.

    tot en met 31 december 1954 in dienst van de Republiek Indonesië, voorzover die tijd door de Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië wordt bestreken;

  • f.

    in Nederlandse militaire dienst of daarmede voor de toepassing van het Algemeen Rijksambtenarenreglement gelijkgestelde dienst, waaronder begrepen dienst bij het voormalig KNIL en de troepen in Suriname (tot 25 november 1975) en de Nederlandse Antillen en Aruba;

  • g.

    als volontair met een volledige dagtaak;

  • h.

    de tijd waaronder rechtsherstel is verleend.

Artikel 4

  • 1 Als diensttijd in de zin van dit besluit wordt niet aangemerkt diensttijd welke niet in actieve dienst is doorgebracht wegens het bekleden van een politiek ambt.

  • 2 Voorts komt als diensttijd niet in aanmerking diensttijd welke, zonder dat werkzaamheden zijn verricht, is doorgebracht buiten het genot van inkomsten uit de dienstbetrekking, behoudens voor zoveel het tijd betreft, gedurende welke betrokkene mede in het algemeen belang buitengewoon verlof heeft genoten.

  • 3 Evenmin wordt als diensttijd aangemerkt fictieve diensttijd, onverminderd het gestelde in artikel 4 onder h.

Artikel 5

Diensttijd, gelijktijdig in meer dan één betrekking doorgebracht telt voor de vaststelling van de datum van het ambtsjubileum slechts eenmaal mede.

Gratificatiegrondslag

Artikel 6

  • 1 Voor de berekening van de gratificatie wordt onder bezoldiging verstaan: de bezoldiging in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018, vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering

  • 2 Indien betrokkene een toelage geniet als bedoeld in artikel 3.3.2 van de CAP 2018, wordt dit bezoldigingsdeel vastgesteld op het bedrag dat betrokkene in de drie kalendermaanden voorafgaande aan zijn jubileum aan bedoelde toelage gemiddeld per maand heeft genoten.

Artikel 7

Indien de betrokkene op de datum van zijn ambtsjubileum geen bezoldiging geniet, omdat hem mede in het algemeen belang buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging is verleend, wordt voor de berekening van zijn ambtsjubileumgratificatie uitgegaan van de bezoldiging die hij genoot direct voorafgaand aan het verlof.

Slotbepalingen

Artikel 8

In uitzonderlijke gevallen, waarin toepassing van dit besluit tot kennelijke onbillijkheid zou leiden, kan van dit besluit worden afgeweken.

Artikel 9

Dit besluit kan worden aangehaald als Regeling gratificatie bij ambtsjubileum provincie Noord-Brabant.

Ondertekening

’s Hertogenbosch, 2 november 2004
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter J.R.H. Maij-Weggen
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten