Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent MIT Reglement adviescommissie (MIT Zuid 2015)

Geldend van 20-07-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 09-06-2015

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent MIT Reglement adviescommissie (MIT Zuid 2015)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet;

Gelet op artikel 3.8 van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015;

Overwegende dat gedeputeerde staten van de provincie Zeeland en gedeputeerde staten van de provincie Limburg de uitvoering van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering voor wat betreft de provincie Zeeland en de provincie Limburg hebben gemandateerd aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten het wenselijk vinden zich te laten adviseren over subsidieaanvragen op grond van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: adviescommissie MIT Zuid 2015 als bedoeld in artikel 3.8 van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015;

  • b.

    Deskundigencommissie OP Zuid 2014-2020: adviescommissie ingesteld door de Managementautoriteit voor de advisering over subsidieaanvragen op grond van de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020;

  • c.

    Gedeputeerde Staten: gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant;

  • d.

    Managementautoriteit: managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid-Nederland 2014 – 2020;

  • e.

    Subsidieregeling: Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2015.

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1 Er is een adviescommissie MIT Zuid 2015.

  • 2 De commissie heeft tot taak Gedeputeerde Staten te adviseren over:

    • a.

      de subsidievereisten als genoemd in artikel 3.2, onder i, j, k en l van de Subsidieregeling; en,

    • b.

      de rangschikking van subsidieaanvragen op grond van de criteria opgenomen in artikel 3.7 van de Subsidieregeling.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1 De commissie bestaat uit twee vaste leden, waaronder de voorzitter, en een flexibele schil bestaande uit ten hoogste 25 leden.

  • 2 De voorzitter en de leden worden gekozen op basis van hun deskundigheid uit de leden benoemd voor de Deskundigencommissie OP Zuid 2014-2020.

Artikel 4 Benoeming

  • 1 Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitter en de leden.

  • 2 De benoeming komt tot stand nadat het lid een geheimhoudings- en integriteitsverklaring heeft ondertekend.

  • 3 Gedeputeerde Staten kunnen een lid als plaatsvervangend voorzitter benoemen.

  • 4 De voorzitter en de leden worden benoemd voor de duur van 3 jaar.

  • 5 Een lid kan worden herbenoemd.

  • 6 Aftredende leden van de commissie blijven hun functie waarnemen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 5 Einde lidmaatschap

Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

  • a.

    op de dag waarop de werkzaamheden van Gedeputeerde Staten in het kader van de uitvoering van de Subsidieregeling zijn afgerond;

  • b.

    door het intrekken of vervallen van de Subsidieregeling;

  • c.

    door het nemen van ontslag als lid;

  • d.

    bij het overlijden van het lid;

  • e.

    door een daartoe strekkend besluit van Gedeputeerde Staten.

Artikel 6 Commissiesecretariaat

  • 1 De commissie wordt ondersteund door een secretaris.

  • 2 Gedeputeerde Staten wijzen een of meer ambtenaren aan als secretaris, respectievelijk plaatsvervangend secretaris.

  • 3 De secretaris is in ieder geval belast met de voorbereiding en coördinatie van de werkzaamheden van de commissie.

  • 4 De secretaris woont de vergaderingen van de commissie bij.

Artikel 7 Voorzitter

  • 1 De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang en behandeling van de agenda.

  • 2 De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie.

  • 3 De voorzitter bewaakt de deugdelijkheid van de uit te brengen adviezen en de juiste interpretatie van de Subsidieregeling.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1 De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

  • 2 Aan de vergadering nemen de twee vaste leden deel en minimaal drie en ten hoogste negen leden uit de flexibele schil op basis van hun deskundigheid.

  • 3 De samenstelling van de commissie wordt per vergadering door de vaste leden bepaald afhankelijk van de vereiste deskundigheid in relatie tot de te behandelen subsidieaanvragen.

  • 4 Naast de leden wonen een of meer vertegenwoordigers van de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg als toehoorder de vergadering bij.

  • 5 De commissie vergadert zo spoedig als mogelijk na sluiting van de tenderperiode bedoeld in de Subsidieregeling.

  • 6 De voorzitter nodigt hiertoe in overleg met de secretaris de leden van de commissie uit.

  • 7 Een lid kan zich ter vergadering niet laten vertegenwoordigen door een ander.

Artikel 9 Besluitvorming

  • 1 Elk ter vergadering aanwezig lid van de commissie heeft een stem.

  • 2 De commissie neemt alle beslissingen over uit te brengen adviezen bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

  • 3 Een lid onthoudt zich van stemming over een adviesaanvraag waarbij hij rechtstreeks of middellijk betrokken is.

  • 4 Bij staking van de stemmen beslist de voorzitter.

  • 5 Vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 8, vierde lid hebben geen stemrecht

Artikel 10 Advisering

  • 1 De commissie brengt binnen acht weken na ontvangst van de subsidieaanvraag door Gedeputeerde Staten een gemotiveerd en met eensluidende stem advies uit over de subsidieaanvraag.

  • 2 Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 3 De adviezen van de commissie zijn openbaar.

Artikel 11 Werkwijze

In gevallen waarin het reglement niet voorziet beslist de commissie over de door haar te volgen werkwijze overeenkomstig het reglement van Orde zoals door de Deskundigencommissie OP Zuid 2014-2020 is vastgesteld.

Artikel 12 Verslaglegging

  • 1 De secretaris draagt zorg voor en zakelijk verslag van de vergadering.

  • 2 Het verslag wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 3 De commissie brengt elk jaar een verslag van haar werkzaamheden uit en zendt dit aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 13 Onafhankelijkheid en geheimhouding

  • 1 De leden van de commissie adviseren onafhankelijk en zonder last of ruggespraak.

  • 2 Voor zover de leden van de commissie bij de uitvoering van hun taken de beschikking krijgen over gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, zijn zij verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 3 Onverminderd het tweede lid, leggen alle leden een geheimhoudings- en integriteitsverklaring af waarin het lid verklaart integer gehandeld te hebben voorafgaand aan de instelling en integer te handelen gedurende de aanstelling.

Artikel 14 Archiefbescheiden

De bescheiden van de commissie worden na beëindiging van de werkzaamheden van commissie in het archief van de provincie Noord-Brabant opgenomen.

Artikel 15 Vergoeding

De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 35 en 36 van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Reglement adviescommissie MIT Zuid 2015.

 

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 9 juni 2015
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger
Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland, Namens deze,
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger