Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent de parkeerbelasting (Verordening parkeerbelasting Noordwijk 2020)

Geldend van 22-12-2020 t/m 27-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent de parkeerbelasting (Verordening parkeerbelasting Noordwijk 2020)

De raad van de gemeente Noordwijk,

gelezen het voorstel van het college van 11 februari 2020,

gelet op het bepaalde in artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Noordwijk 2020;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTING NOORDWIJK 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk;

  • b.

    Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • c.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • d.

    Motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990, met dien verstande dat een brommobiel wordt aangemerkt als motorvoertuig;

  • e.

    Houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • f.

    Parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • g.

    Parkeerplaats: plaats op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop parkeren niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • h.

    Parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarop slechts tegen betaling van parkeerbelasting danwel met een daartoe verleende vergunning of ontheffing mag worden geparkeerd;

  • i.

    Parkeervergunning: een door of namens het college verleende vergunning krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen.

  • j.

    Vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een parkeervergunning is verleend;

  • k.

    Centrale computer: computer van één van de providers waarmee de gemeente Noordwijk een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat

      1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      2e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Vrijstelling

  • 1. De belasting als bedoeld in artikel 2a wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart voor het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats, zijnde een algemene gehandicaptenparkeerplaats (voorzien van bord E6). De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst.

  • 2. De belasting als bedoeld in artikel 2a wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart voor het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats, niet zijnde een algemene gehandicaptenparkeerplaats, met dien verstande dat de houder van de geldige gehandicaptenparkeerkaart maximaal 3 uur aaneengesloten zonder vergunning of zonder het voldoen van parkeerbelasting mag parkeren. Het gebruik van de parkeerschijf is hierbij verplicht. De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenparkeerkaart - samen met de correct ingestelde parkeerschijf – met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst.

  • 3. De belasting als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven op parkeerplaatsen waar een parkeerschijfzone van kracht is, aangegeven met bord E10, gedurende de periode die is aangegeven op de onderborden. Buiten de aangegeven reguleringstijden geldt de belasting als bedoeld in artikel 2 wel.

  • 4. De belasting als bedoeld in artikel 2b wordt niet geheven ter zake van een vergunning als bedoeld in artikel 3, derde lid, sub f van de Parkeerverordening, indien en voor zover die vergunning is verleend aan een medewerker in dienst van de gemeente Noordwijk, in dienst van bedrijven en instellingen werkzaam in de ambulante gezondheidszorg of in dienst bij de hulpdiensten politie en brandweer, ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden in de uitoefening van zijn/haar functie.

  • 5. De in de voorgaande leden genoemde vrijstellingen gelden niet bij parkeren in parkeergarages of achter slagbomen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 9 Ontheffingen van parkeerbelasting

  • 1. Ontheffing van parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt uitsluitend op aanvraag verleend.

  • 2. Indien een vergunning op verzoek van de vergunninghouder wordt ingetrokken of vervalt, wordt op aanvraag ontheffing verleend over de nog niet ingetreden maanden, waarop de vergunning betrekking heeft.

  • 3. Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de vergunninghouder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de vergunning geldt geen gebruik kan maken van de vergunning, wordt ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle maanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.

  • 4. Ontheffing van parkeerbelasting wordt niet verleend indien het bedrag daarvan minder zou bedragen dan € 10,-.

Artikel 10 Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 11 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 47,13.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Overgangsrecht

De “Verordening parkeerbelasting Noordwijk 2018” van 30 november 2017, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 13 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juni 2020.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening parkeerbelasting Noordwijk 2020”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 april 2020.

Mw. W.J.A. Verkleij

,voorzitter

M.R. Fabbricotti

,griffier

Bijlagen:

1. Tarieventabel parkeerbelasting Noordwijk 2020;

2. Kostenraming naheffingsaanslag parkeerbelasting Noordwijk 2020.

Bijlage 1 behorende bij en deel uitmakende van de Verordening parkeerbelasting Noordwijk 2020, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 april 2020

TARIEVENTABEL PARKEERBELASTING NOORWIJK 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze tabel wordt verstaan onder:

  • a.

    Verordening parkeerbelasting: de Verordening parkeerbelasting Noordwijk 2020;

  • b.

    Parkeerverordening: de Parkeerverordening Noordwijk 2020;

  • c.

    dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur;

  • d.

    maand: een kalendermaand;

  • e.

    jaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

  • f.

    Bewonersparkeervergunning: vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid, sub a, van de Parkeerverordening;

  • g.

    Inwonersparkeervergunning: vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid, sub b, van de Parkeerverordening;

  • h.

    Bezoekersparkeervergunning: vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid, sub c, van de Parkeerverordening;

  • i.

    Tweede-woning-parkeervergunning: vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid, sub d, van de Parkeerverordening;

  • j.

    Bedrijvenparkeervergunnnig: vergunning als bedoeld in ar. 3, derde lid, sub e, van de Parkeerverordening;

  • k.

    Functionele parkeervergunning: vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid, sub f, van de Parkeerverordening;

  • l.

    Hotelparkeervergunning: vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid, sub g, van de Parkeerverordening;

  • m.

    Evenementenparkeervergunning: vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid, sub h, van de Parkeerverordening;

  • n.

    Parkeervergunning verenigingen: vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid, sub i, van de Parkeerverordening;

  • o.

    Vrachtwagen -autobusvergunning: vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid, sub j, van de Parkeerverordening.

Artikel 2 Tarieven

  • 1.

    Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening parkeerbelasting bedraagt:

Gebied:

Groen[1]

Tarief:

€ 0,10 per 6 minuten voor het eerste en het tweede uur, daarna € 0,10 per 2 minuten

Reguleringstijd:

7 dagen per week, van 09.00 – 21.00 uur

STRATEN/WEGEN/WEGGEDEELTEN/PARKEERTERREINEN:

Abraham van Royenstraat - parkeerterrein nummers 2 t/m 14

Abraham van Royenstraat - even nummers 92 t/m 108 en oneven nummers 95 t/m 101

Beethovenweg vanaf Koningin Astrid Boulevard tot aan Ligusterweg

Golfbaan ter hoogte van Wantveld tussen Hoogwakersbosstraat en Oranje Nassaustraat

[1]Zie kaart voor kleurcodering

Vervolg Gebied Groen¹

Huis ter Duinstraat – oneven nummers 1 tot en met 1c (ventweg) en even nummers 2 t/m 38

Jan Kroonsplein

Kloosterplein

Koningin Astrid Boulevard (inclusief parkeerterreinen in Zeereep)

Koningin Wilhelmina Boulevard

Lage Wurft

Maarten Kruytstraat

Nieuwe Zeeweg – even nummers 62 t/m 92 en oneven nummers 67 t/m 83

Noordzeestraat

Northgodreef ter hoogte van Groot Hoogwaak

Olieburg

Palaceplein

Parallel Boulevard

Raadhuisstraat

Schuitengat

Vuurtorenplein

Wantveld

Gebied:

Groen¹

Tarief:

Dagkaart € 10,00 per dag

Reguleringstijd:

7 dagen per week, van 09.00 tot 21.00 uur

STRATEN/WEGEN/WEGGEDEELTEN/PARKEERTERREINEN:

Wantveld

Golfbaan ter hoogte van Wantveld tussen Hoogwakersbosstraat en Oranje Nassaustraat

[1]Zie kaart voor kleurcodering

Koningin Astrid Boulevard (inclusief parkeerterreinen in Zeereep)

Beethovenweg vanaf Koningin Astrid Boulevard tot aan Ligusterweg

Northgodreef ter hoogte van Groot Hoogwaak

Gebied:

Oranje¹

Tarief:

€ 0,10 per 2 minuten

Reguleringstijd:

7 dagen per week, 24 uur per dag

STRATEN/WEGEN/WEGGEDEELTEN/PARKEERTERREINEN:

Abraham van Royenstraat - even nummers 24 t/m 50 en oneven nummers 1 t/m 91

Albert Verweystraat

Beatrixstraat

Binnenweg

Bosweg

Daniël Noteboomstraat

De Grent

De Lighof

De Ruyterstraat

Dobbelmannduin

Duinweg vanaf Nieuwe Zeeweg tot aan Hoogwakersbosstraat

Egbert de Grootstraat

Vervolg gebied Oranje¹

Emmaweg

Extersslop

Golfbaan, tussen Quarles van Uffordstraat en Hoogwakersbosstraat

Golfweg

Henriëtte Roland Holststraat

Hooge Duin

Hoogwakersbosstraat

Huis ter Duinstraat – even nummers 40 t/m 66 en oneven nummers 5 t/m 33

Irenestraat

Jacques Urlusstraat

Jan van Henegouwenweg

Julianastraat

Karel Doormanstraat

Katenblankweg

Leon Senfstraat

Ludolph Berkemeierstraat

Margrietstraat

Marijkestraat

Nicolaas Barnhoornweg

Oranje Nassaustraat

Oude Zeeweg - even nummers 60 t/m 88 en oneven nummers 51 t/m 63

Picképlein

Piet Heinplein

Piet Heinstraat

Pieternelweg

Prins Bernhardstraat

Prins Hendrikweg

Quarles van Uffordstraat

Schoolstraat

Stijntjesduinstraat

Toekomststraat

Trompstraat

Van Galenstraat

Van Hardenbroekweg

Van Speijkstraat

Willem Alexanderpark

Witte de Withstraat

Zoutmanstraat

Gebied:

Blauw¹

Tarief:

€ 0,10 per 6 minuten voor het eerste en het tweede uur, daarna € 0,10 per 2 minuten

 

Dagkaart € 5,00 per dag

Reguleringstijd:

7 dagen per week, 24 uur per dag

STRATEN/WEGEN/WEGGEDEELTEN/PARKEERTERREINEN:

Langevelderslag

  • 1.

afbeelding binnen de regeling

  • 2.

    Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelasting bedraagt voor een:

a.

eerste Bewonersparkeervergunning, per jaar

€ 20,00

b.

tweede Bewonersparkeervergunning, per jaar

€ 50,00

c.

derde Bewonersparkeervergunning, per jaar

€ 100,00

d.

Inwonersparkeervergunning, per jaar

€ 50,00

e.

Bezoekersparkeervergunning, per jaar

€ 20,00

f.

Tweede-woning-parkeervergunning, per jaar

€ 100,00

g.

Bedrijvenparkeervergunning A, per jaar

€ 300,00

h.

Bedrijvenparkeervergunning B, per jaar

€ 150,00

i.

Functionele parkeervergunning, per jaar

€ 20,00

j.

Hotelparkeervergunning, per maand

€ 8,50

k.

Hotelparkeervergunning, per jaar

€ 102,00

l.

Evenementenparkeervergunning, per dag

€ 7,50

m.

Parkeervergunning verenigingen, per stuk

€ 0,50

n.

Vrachtwagen -autobusvergunning voor vrachtwagen of autobus/touringcar met lengte <10 m¹, per jaar

€ 200,00

o.

Vrachtwagen -autobusvergunning voor vrachtwagen of autobus/touringcar met lengte 10 m¹ tot 15 m¹, per jaar

€ 300,00

p.

Vrachtwagen -autobusvergunning voor vrachtwagen of autobus/touringcar met lengte 15 m¹ tot 20 m¹, per jaar

€ 400,00

Behorende bij raadsbesluit van 23 april 2020

De griffier van de gemeente Noordwijk,

   

 

Bijlage 2 KOSTENRAMING NAHEFFINGSAANSLAG PARKEERBELASTING 2020

behorende bij de Verordening parkeerbelasting Noordwijk 2020 vastgesteld bij raadsbesluit van 23 april 2020

Geraamde kosten opleggen naheffingsaanslagen 2021

 
 
 
 
 

Personeelskosten

€ 294.413,04

 

Informatieverwerking

€ 88.244,24

 

Overheadkosten

€ 17.948,24

 

Totale kosten naheffingsaanslagen

€ 400.605,52

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Geraamde aantal naheffingsaanslagen 2021

 
 
 
 
 

aantal naheffingsaanslagen

8500

 
 
 
 

Kosten naheffingsaanslag:

€ 47,13

 
 
 
 

Behorende bij raadsbesluit van 15 december 2020,

De griffier van de gemeente Noordwijk,