Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2011

De raad van de gemeente Nunspeet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 december 2011;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2011. 

Artikel 1

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten ten laste van het gemeentelijke rioleringssysteem en daarin begrepen hemelwaterafvoer.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt: a. onder eigendom verstaan een onroerende zaak zoals afgebakend op grond van artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken; b. onder niet-woning verstaan een onroerende zaak die onder het regime van de Wet waardering onroerende zaken als zodanig moet worden aangemerkt. Als niet-woning wordt daarom aangemerkt een onroerende zaak die voor dertig procent of meer bestaat uit onderdelen of een onderdeel welke niet in hoofdzaak dient als woning gemeten in de waardeverhouding van de heffingsmaatstaf zoals vastgesteld op grond van de voorgaande leden.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1 Onder de naam 'rioolheffing' wordt een recht geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft op grond van eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2 Met betrekking tot het recht zoals bedoeld in het eerste lid wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende op grond van eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat hij/zij op dat tijdstip geen genothebbende op grond van eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Het recht zoals bedoeld in artikel 3 wordt geheven per object als bedoeld in artikel 2 onderdeel a en b.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het recht zoals bedoeld in artikel 3 bedraagt:per woning € 137,--;per niet-woning € 248,--. 

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het recht zoals bedoeld in artikel 5 wordt geheven bij wege van aanslag, waarbij in één aanslag meer dan één eigendom kan worden begrepen.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht zoals bedoeld in artikel 3 is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 De rechten moeten worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede een maand later.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 80,-- maar minder dan € 2.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De Verordening rioolrecht 2011 van 16 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening rioolheffing 2012’.

Ondertekening

Vastgesteld ter openbare vergadering van 22 december 2011,
de griffier,                 de voorzitter,