Regeling vervallen per 27-12-2017

Marktverordening gemeente Nunspeet 2013

Geldend van 19-03-2013 t/m 26-12-2017

Intitulé

Marktverordening gemeente Nunspeet 2013

De raad van de gemeente Nunspeet;

gelezen het voorstel van het college van 17 januari 2013, nr. 289;

 gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

 gezien het advies van de commissie Algemeen Bestuur van 14 februari 2013;

 overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de weekmarkt;

 B E S L U I T : vast te stellen de  Marktverordening gemeente Nunspeet 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

1.  markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

2.  standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

3.  vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

4.  dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

5.  standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

6.  standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om standwerken;

7.  vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

8.  wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

9.  anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

10. marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1 Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    a.  het aantal standplaatsen;

    b.  de afmetingen van de standplaatsen;

    c.  de opstelling en indeling van de markt;

    d.  welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

  • 2 Het college kan voor de markt vaststellen:

    a.  een lijst met artikelengroepen of branches;

    b.  een maximumaantal standplaatsen per branche.

  • 3 Het college kan bepalen dat een markt tijdelijk plaatsvindt op een andere dag, een andere tijd of een (gedeeltelijke) andere plaats.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen over het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1 Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2 Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over vergunningen

Artikel 5 Standplaatsvergunning

  • 1 Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2 Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet-tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 6 Vereisten

  • 1 Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, rechtmatig in Nederland verblijft en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

  • 2 Een vergunninghouder moet bij aanvraag en wanneer hierom gevraagd wordt de volgende stukken overleggen:

    1.  een geldig bewijs van registratie bij het Centraal Registratiekantoor van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

    2.  een geldig identiteitsbewijs.

Artikel 7 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1 Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    1.  op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    2.  bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 7 van het  marktreglement van de gemeente Nunspeet de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2 Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    1.  als ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    2.  als de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

Hoofdstuk 3 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, als de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

a.  het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b.  zich schuldig maakt aan bedrog of wangedrag;

c.  de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie dan wel de door de marktmeester gegeven aanwijzingen niet opvolgt;

d.  niet of niet-tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 9 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats onmiddellijk verwijderen en uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, als deze:

a.  het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

b.  zich schuldig maakt aan bedrog of wangedrag;

c.  de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie dan wel de door de marktmeester gegeven aanwijzingen niet opvolgt;

d.  niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

e.  niet of niet-tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 10 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen bij een overtreding als deze:

a.  het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b.  zich schuldig maakt aan bedrog of wangedrag;

c.  de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie dan wel de door de marktmeester gegeven aanwijzingen niet opvolgt;

d.  niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

Artikel 11 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Marktverordening gemeente Nunspeet 2011 is bij inwerkingtreding van deze verordening  ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsbepalingen

Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening gemeente Nunspeet 2011 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Nunspeet 2013

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 28 februari 2013
 De voorzitter,                                      De griffier,

Toelichting 1

In 2011 is er een marktverordening en een marktreglement vastgesteld waarin de modellen van de VNG zijn overgenomen. Hierin was echter niet geregeld dat het college kon besluiten de weekmarkt om dringende redenen of bij grootschalige evenementen geheel of gedeeltelijk te verplaatsen. Omdat dit wel noodzakelijk wordt geacht na de herinrichting van het marktplein wordt er een nieuwe marktverordening en een nieuw marktreglement vastgesteld.

Grondslag en belang verordening

In artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig acht.

Artikel 160 van de Gemeentewet regelt de overheveling van de gemeentewettelijke bestuursbevoegdheden aan het college. Hieronder valt de bevoegdheid om jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen (artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h van de Gemeentewet). De marktverordening beoogt de gemeentelijke belangen te beschermen. Het gaat hier om belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de (verkeers)veiligheid binnen de gemeente.

Samenloop met de Algemene plaatselijke verordening

In de marktverordening wordt een regeling gegeven voor de plaatselijke warenmarkt. Het is van belang dat in andere verordeningen wordt opgenomen dat geen vergunning wordt verleend als op grond van de marktverordening vergunning is vereist. Hiermee kan worden voorkomen dat ‘een met de marktverordening conflicterende’ vergunning moet worden verleend op grond van een andere verordening, zoals de Algemene plaatselijke verordening (APV). Deze samenloop kan bijvoorbeeld spelen bij de (losse) standplaatsvergunning.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

In dit artikel wordt een aantal begrippen dat in de verordening wordt gehanteerd, gedefinieerd. Onder c is het begrip vaste standplaats opgenomen. Door gebruik van het woord ‘persoon’ in plaats van het begrip ‘ambtenaar’ bij de begripsomschrijving van marktmeester onder j kan een niet-ambtenaar ook tot marktmeester worden aangewezen. Bij aanwijzing (= mandaat) van een niet-ondergeschikte moet deze (en zijn werkgever) instemmen met de mandaatverlening overeenkomstig artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB).

Artikel 2 - Inrichting van de markt; branche-indeling

De Handreiking veiligheid markten, die tot stand is gekomen met behulp van de HBD, CVAH en de VNG, is een leidraad voor de inrichting van de markt. Deze handreiking geeft richtlijnen voor zowel gemeenten als ondernemers. Het college stelt het aantal standplaatsen op de markt vast met onder meer als doel het aantrekkelijk maken van de markt voor de consumenten. Het aantal branches is in principe onbeperkt. Bij de opstelling en indeling van de markt kan rekening worden gehouden met de verschillende branches. Voor de orde op de markt kan het van belang zijn te bepalen welke materialen (kraam of ook andere verkoopmaterialen) worden toegelaten en waar deze kunnen worden opgesteld. De afmetingen van de standplaatsen kunnen ook een beperking geven voor bepaalde materialen. Het tweede lid schept de mogelijkheid een beperkt aantal kooplieden per branche toe te laten. Hierdoor wordt bereikt dat op de markt een zo groot mogelijke verscheidenheid aan branches aanwezig is en wordt voorkomen dat te veel kooplieden van één branche op de markt optreden. De markt blijft hiermee economisch gezond en aantrekkelijk voor de consument.

Het derde lid geeft de mogelijkheid aan het college om de weekmarkt tijdelijk op een andere dag, een andere tijd of een (gedeeltelijke) andere plaats te laten plaats vinden. In het marktreglement wordt dit verder uitgewerkt.

Artikel 3 - Nadere regels

De marktverordening bevat een regeling op hoofdlijnen. Dit artikel regelt dat het college bevoegd is nadere regels te stellen die de weekmarkt betreffen.

Artikel 4 - Voorschriften en beperkingen

Door aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De in het eerste lid genoemde belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente. Niet-nakoming van voorschriften die aan een vergunning/ontheffing verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning/ontheffing of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke sancties. De strafbepaling van artikel 11 is ook van toepassing.

Hoofdstuk 2 - Bepalingen over vergunningen

Artikel 5 - Standplaatsvergunning

De vergunning geeft het recht een standplaats op de markt in te nemen. De vergunninghouder moet voldoen aan de voorschriften en beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden (artikel 4). De vergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar. De verkoop van waren op een markt moet uitsluitend geschieden door degenen aan wie door het college vergunning daarvoor is verleend. Iedere andere wijze van verkopen op markten is verboden. Een uitzondering op deze regel kan worden gemaakt voor degenen, die de kooplieden van koffie, soepen en dergelijke voorzien.

Tweede lid: lex silencio positivo

Er is reden om af te zien van een lex silencio positivo. Er zijn hier rechtmatige belangen van derden in het geding, zoals bedoeld in artikel 13, vierde lid van de Dienstenrichtlijn. Daarbij kan worden gedacht aan andere markthandelaren die (bijvoorbeeld op basis van een wachtlijst) voor het innemen van een standplaats op de markt in aanmerking komen.

Artikel 6 - Vereisten

De gemeente Nunspeet kan zelf gegevens opvragen uit het handelsregister van de KvK, vanwege de administratieve lastenverlichting hoeft dit bewijs niet meer door de aanvrager te worden verstrekt. Hoewel dit maar beperkt is te reguleren, willen wij een zo kwalitatief goed mogelijke markt. De HBD zet zich in voor professionalisering, daarom wordt lidmaatschap als eis gesteld.

Artikel 7 - Intrekking vaste standplaatsvergunning

Als de in het eerste lid genoemde gronden zich voordoen, wordt altijd tot intrekking van de vaste standplaatsvergunning overgegaan. In het tweede lid worden intrekkingsbevoegdheden genoemd ten aanzien van de vergunning. Bij dag- en standwerkersplaatsen ligt intrekking van de vergunning minder voor de hand. Daarom is deze bepaling beperkt tot de vaste standplaatsvergunning. Ten aanzien van dagplaatsen en standwerkersplaatsen wordt echter eerder overgegaan tot bestuursdwang of onmiddellijke verwijdering op grond van artikel 10.

Hoofdstuk 3 - Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 - Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

In artikel 8 worden de gronden genoemd op basis waarvan een vergunning voor een vaste standplaats kan worden ingetrokken of geschorst. Het artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan.

Het niet betalen van marktgeld kan een grond zijn voor intrekking of schorsing van een standplaatsvergunning voor de markt. Er moet altijd een zorgvuldige afweging genomen worden ten aanzien van de ernst van een overtreding en de op te leggen sanctie. De intrekkings- of schorsingsgrond mag niet lichtvaardig worden gebruikt.

Artikel 9 - Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

In artikel 8 is de intrekking of schorsing van een vergunning voor een vaste standplaats geregeld maar ook bij dagplaatshouders of standwerkers kan het gerechtvaardigd zijn om ze langduriger van de markt te kunnen verwijderen.

Artikel 10 - Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat ter uitvoering van wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale en gemeentelijke verordeningen het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. Dit artikel bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de marktverordening en de daarop gebaseerde voorschriften. In de artikelen 5:21 tot en met 5:39 van de AWB worden regels over de besluitvorming over en de toepassing van bestuursdwang (en dwangsom) gegeven. De in artikel 10 geregelde onmiddellijke verwijdering is een vorm van bestuursdwang, waarbij de spoedeisendheid zoals bedoelt in artikel 5:31 van de AWB wordt verondersteld. Van deze bevoegdheid moet uiteraard alleen in zeer spoedeisende gevallen gebruik worden gemaakt. Achteraf moet dan het besluit tot het toepassen van bestuursdwang op papier worden gesteld.

Niet-actieve standwerkers kunnen uitgesloten of verwijderd worden, hiermee kunnen ‘verkapte stille kramers’ aangepakt worden. Een standwerker wordt geacht een aansprekende manier van verkoop te hanteren.

Artikel 11 - Strafbepaling

Ten aanzien van de in artikel 11 opgenomen strafbepaling geldt dat van overtreding alleen sprake kan zijn als de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm) inhoudt. Het college heeft geen invloed op de toepassing van de straf, de beslissing ligt bij het openbaar ministerie. Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, en tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdient een administratieve afhandeling de voorkeur.

Artikel 12 - Toezichthouders

In artikel 5:11 van de AWB wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de AWB opgenomen bevoegdheden. Het ligt voor de hand de marktmeester als toezichthouder aan te wijzen.

Artikel 13 - Overgangsbepalingen

Een overgangsregeling als hier opgenomen, achten wij noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. Het is van belang oude rechten te eerbiedigen.